Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het pleidooi van de minister voor de mogelijkheid tot verplichte inburgering van EU-burgers, in het licht van het aflopende overgangsregime voor Roemenen en Bulgaren
Actuele vraag over de uitzondering die de minister aan Europa wil vragen om verplichte inburgering voor Roma mogelijk te maken
Actuele vraag over het pleidooi van de minister voor een verplichte inburgering voor Roma
Verslag
Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Minister, zaterdag verscheen er een persbericht waaruit bleek dat u de Roma zou willen verplichten een inburgeringstraject te volgen. De Roma leven geconcentreerd in een twee- à drietal steden, voornamelijk Gent en Sint-Niklaas. Ik kom uit Gent, en ken de problematiek redelijk goed. De Roma zouden voor heel wat overlast zorgen.
Minister, u beseft ook wel dat het hier om EU-onderdanen gaat. Volgens de EU-richtlijnen kunnen EU-onderdanen niet verplicht worden om een inburgeringstraject te volgen. Op basis van nationaliteit en etnie wilt u hen daartoe verplichten.
Het gaat hier over 15.000 Roma die in Vlaanderen leven. Daarvan zorgt in Gent een 15-tal families voor heel veel problemen. Ik ga niet ontkennen dat zij voor overlast en problemen zorgen. Ik vraag me echter af, minister, welke argumenten u zult gebruiken ten opzichte van Europa. U gaat immers een uitzondering vragen op de Europese regelgeving om die verplichting in te voeren. Zou u niet beter aan Europa vragen om middelen vrij te maken om bepaalde projecten te subsidiëren? In het kader van inburgering en integratie zouden die projecten ten goede kunnen komen aan die bevolkingsgroep.
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, u zult me enig leedvermaak permitteren wanneer ik vaststel dat uitgerekend Jozef De Witte van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding (CGKR) u van discriminatie en racisme beschuldigt omdat u, zoals gezegd, de Roma verplicht wilt inburgeren ondanks het feit dat het EU-burgers zijn. Men wordt altijd door zijn eigen luizen gebeten en dat is in dit dossier niet anders, al was het maar vanwege het feit dat het CGKR, zoals meestal het geval is, de bal hier helemaal misslaat. Maar toch. Ik voel enige sympathie voor de heer De Witte omdat hij u aanvalt, niet omdat hij het juiste argument gebruikt maar vanwege het feit dat hij stelt dat die Roma misschien niet integreerbaar zijn. Dat is ook mijn stelling. Men kan evengoed proberen om een Bosjesman, een pygmee of een marsmannetje te integreren. Dat is niet mogelijk, en dat is met de Roma mij dunkt ook niet mogelijk.
In plaats van in te zetten op de integratie van de Roma, verplicht of niet, dat is eigenlijk een vals debat, moet men inzetten op de remigratie van de Roma. Wij hebben geen integratie maar remigratie en terugkeer van de Roma nodig naar Roemenië en Bulgarije, de landen waar zij thuishoren. Want minister, en daar zet u niet op in, binnenkort, in januari 2014 zullen de beperkingen die nu bestaan ten opzichte van burgers van die landen niet meer gelden om te immigreren naar hier. Nu geldt de beperking maximum drie maanden en voorzien in de eigen behoeften. Vanaf 2014 is dat niet meer het geval en dan zullen nog veel meer Roma naar hier komen. Hun aantal is trouwens verdubbeld sinds het openen van de grenzen naar Bulgarije en Roemenië.
Minister, zou u in plaats van in te zetten op verplichte inburgering van de Roma niet veel beter, zoals Sarkozy dat heeft gedaan, inzetten op de remigratie, de terugkeer van de Roma naar hun oorspronkelijke landen, zijnde Bulgarije en Roemenië? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Caron heeft het woord.
Minister, u beseft ongetwijfeld dat u een gevaarlijk deksel van een gevaarlijk potje haalt als u voor bepaalde etnieën of groepen van mensen andere regels wilt voorstellen. Over wie gaat het hier? Gaat het over de Roma? Wie zijn die Roma? Gaat het over Roemenen en Bulgaren? Dat is hoofdzakelijk de nationaliteit van de Roma. Gaat het over mensen met of zonder diploma? Gaat het over mensen die hun best doen of niet? Dat zijn delicate kwesties als we beginnen te discrimineren. Niet alleen de EU laat die uitzondering niet toe, ook ons land heeft regelgeving die discriminatie op basis van nationaliteit verbiedt.
Dat er problemen zijn, miskennen we niet. U hebt ook een actieplan voorgesteld. Er zijn ook een aantal maatregelen waarop we moeten inzetten om een aantal problemen die zich voordoen, te bestrijden. We moeten daar volop voor gaan.
Maar de illusie koesteren dat een verplichte inburgeringscursus het probleem zal oplossen, is zinloos. Zo zal dat niet werken. Het is een moeilijke groep, alleen een inburgeringscursus zal niet volstaan. Bemiddelaars en toeleiding naar het onderwijs en de werkvloer zullen veel meer nodig zijn.
Minister, u moet in Europees verband inzetten op de bestrijding van discriminatie in eigen land. Dat is immers de hoofdreden waarom ze naar hier komen. Welke uitzonderingsmaatregelen zult u nu aan Europa voorstellen? Meent u dat die niet in strijd zijn met de antidiscriminatiewetgeving?
Mevrouw Zamouri heeft het woord.
Minister, de kranten stonden er bol van. U had het over 15.000 Roma die u wilt integreren in Vlaanderen. Iets later, in de Zevende Dag sprak u al over EU-burgers. U hebt uw omschrijving dus geleidelijk aan verfijnd. Ik vrees dat we een gevaarlijk straatje inrijden. U viseert een bepaalde groep. U noemt ze Roma. Hoe gaat u die mensen herkennen? Wie zijn de Roma? Zijn dat Slovenen? Bulgaren? Hoe gaat u dat aanpakken?
Stel, in de ideale omstandigheden, dat u het via Europa gedaan krijgt, wat gaat u dan doen? Ik ga ervan uit dat u een bepaalde groep binnen een bepaalde gemeenschap wilt integreren in onze samenleving. Maar ineens moet heel Europa worden geïntegreerd in onze samenleving.
Hoe gaat u deze mensen herkennen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Al die vragen en de aantijgingen die in het weekend gelanceerd zijn, verwonderen mij uitermate. Wat is de context van dit prangende probleem? Ik heb het al gebracht in de commissie.
De basisinstroom in dit land is fundamenteel veranderd in tien jaar tijd. In 2004 bestond de instroom nog voor 63 procent uit de derde landen. Nu is het exact omgekeerd. 61 procent komt uit de EU, en nog maar 39 procent uit de derde landen. In deze context zeker de commissieleden zouden beter moeten weten heb ik al op 5 maart een pleidooi gehouden voor Europese maatregelen op dit vlak. Ik heb dat geantwoord op een vraag om uitleg van de heer Kennes. Ik heb toen niet gepleit voor een onderscheid op basis van nationaliteit. Ik heb niet gezegd: die of die etnie. Wij registreren trouwens geen etnieën. Wij mogen of willen dat niet doen.
Ik heb dit pleidooi voor verplichte inburgering herhaald naar aanleiding van de studie die opgeleverd werd door het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA) in uitvoering van het actieplan voor Midden- en Oost-Europese integratie/Roma. We moeten hen benoemen maar dat is natuurlijk heel delicaat. Die studie releveert veel. Daar kunnen beleidsconclusies uit worden getrokken op lokaal, Vlaams, federaal en Europees vlak.
Heel concreet heb ik, naar aanleiding van een interview over die studie van het onderzoeksinstituut, herhaald wat ik in de commissie gezegd had en in een eerder interview in De Morgen. Ik heb gezegd: kijk, we zouden de EU-burgers die migreren, ook moeten kunnen tot inburgering brengen.
Ik heb drie concrete zaken geformuleerd dat is meteen een antwoord op een van de vragen ter attentie van de EU. Voor wie daar nog niet van overtuigd was: zo blijkt uit het rapport en de heer Caron heeft erop gewezen dat in die landen van oorsprong zware discriminatie is van die mensen, dat daar xenofobie is, dat daar racisme is. Er worden uitspraken geciteerd van politici waarin die het hebben over een soort menselijk materiaal waar niets mee aan te vangen is. Dat zijn schrijnende toestanden. In onze EU van rechten en vrijheden en daar gaat het toch om, dat is een van onze basisprincipes kunnen we toch niet tolereren dat bepaalde lidstaten bepaalde bevolkingsgroepen discrimineren. Meer nog, dat dit de oorzaak is van een migratieflux, dat mensen binnen de Unie zich gaan verplaatsen niet alleen om zich economisch te verbeteren, maar ook omdat ze slachtoffer zijn van discriminatie. Ik vind dat een taak van de EU.
Mevrouw Pehlivan, ik heb gezegd, ook in de commissie, dat ik vind dat de Europese Unie zou moeten toelaten dat de Europese integratiefondsen, die blijkens dat rapport van het HIVA in de landen van oorsprong afgewend worden, misbruikt worden en hun bestemming niet altijd bereiken, ook zouden worden gebruikt in de landen van ontvangst, zoals ons land, voor de zware kosten die verbonden zijn aan de integratie. Het is immers een heel moeilijke groep mensen om te integreren. U woont in Gent, u weet dit beter dan wie ook.
Ik sta niet alleen met dit pleidooi, ook dat heb ik gezegd in de commissie. De Europese Rekenkamer heeft in haar rapport over de herstructurering van de fondsen gezegd dat die ook moeten aangewend kunnen worden voor EU-burgers omdat ook daar een integratiebehoefte is. Onmiddellijk kwam de reactie van de Europese Commissie: neen, dit is in strijd met het vrije verkeer van personen. Ik stel me daar vragen bij, net zoals ik vragen durf te stellen bij het vrije verkeer van personen. Ik sta 100 procent achter het vrije verkeer van personen, goederen en diensten in de Unie, maar ik stel er vragen bij als dat zou impliceren dat een lidstaat niet een minimale integratie in de samenleving kan vragen aan de mensen die van plan zijn om zich duurzaam te vestigen in een lidstaat van de Unie, bijvoorbeeld in Frankrijk of Spanje. Ik heb het dus niet over kortlopende arbeidsmigratie, we hebben die, we hebben ook steeds meer terugkeermigratie, van Polen bijvoorbeeld. De Europese Unie voert in de eigen richtlijnen trouwens ook beperkingen in op het vrije verkeer, want er staat dat wie langer dan drie maanden in een lidstaat verblijft, en dus niet als toerist, in zijn eigen inkomen moet voorzien. Men legt dus wel economische beperkingen op, maar laat niet toe dat er maatschappelijke beperkingen zijn.
Van twee zaken één. De Unie vraagt dat elke lidstaat een actieplan ontwikkelt ten aanzien van de Roma. En we kunnen niet anders dan ze benoemen, excuseert u mij, we registreren ze niet als etnische groep, maar u weet dat mijn actieplan de titel heeft Midden- en Oost-Europese landen/Roma. Wij voeren een inclusief beleid dat expliciet is, gericht daarop, dat is een evenwicht in de woorden, dat weet ik, want die mensen zijn niet geregistreerd, maar de EU vraagt van elke lidstaat een actieplan. Als ze dat vragen, dan moeten we er ook middelen voor kunnen ontwikkelen.
Ons actieplan is heel breed, dat weet u. Ons actieplan voorziet erin dat die mensen in een ketenaanpak benaderd worden. Er is dus aanpak van de zware criminaliteit, ik verwijs naar de vrije tribune van burgemeester Termont die spreekt van maffia, van criminaliteit, van afpersing, van het afstaan van 25 procent van het leefloon aan de filières die de mensen brengen. Er is ook kleine criminaliteit, die vergt een stedelijke aanpak. Daarnaast doen wij inspectie op arbeid, op schijnzelfstandigheid. Daarnaast voeren we actie om de mensen tot onderwijs te brengen, om hen naar een decente huisvesting te leiden en om hen toe te leiden naar arbeid. Het is een breed actieplan. We hebben daar trouwens binnenkort een eerste evaluatierapport over. Het plan is bijna één jaar oud.
Ofwel vraag je zon actieplan en dan moet je ook alle middelen kunnen inzetten, ofwel zeg je: Er is geen probleem, we zwijgen erover. Quod non, er is wel degelijk een probleem.
Het pleidooi is absoluut niet uitsluitend op Roma gericht, maar op alle EU-burgers, met een pakket op maat. Ook voor derdelanders werken we steeds meer met een pakket op maat. Ik haal altijd het voorbeeld aan van een dokter uit Iran die hier binnenkomt en die bij wijze van spreken door het inburgeringtraject wandelt. Hij of zij zit te wachten tot zijn of haar diploma erkend is, om aan de slag te gaan als medicus. Daarnaast zijn er mensen die ongeletterd zijn, die het heel moeilijk hebben om het minimale basispakket te verwerven. Zeker voor de EU-burgers werken we ook op maat.
De vraag is welk soort EU we willen. De tweede vraag is of dat wordt gezien als een verplichting, als iets negatiefs, of als een kans. Ik blijf erbij dat dit een kans is: het is een kans die we geven aan mensen.
De heer Dewinter bevindt zich in goed gezelschap. Hij kondigde een tijd geleden aan dat hij een klacht indient tegen mij bij het centrum dat wordt geleid door de heer De Witte. En nu neemt de heer De Witte ook dat soort dure woorden, zoals discriminatie, in de mond. Het zijn woorden die we beter niet al te snel uitspreken, maar die we veel beter een beetje nuanceren. (Applaus bij de N-VA)
Ik dank de minister voor het antwoord. Ik hoorde het in Keulen donderen. Ik was aanwezig tijdens die commissievergadering. We hebben daar een heel goede discussie gevoerd. De minister heeft toen alle vragen beantwoord. Toen ik zaterdag de radio hoorde en de persberichten las, vroeg ik me dan ook af wat er aan de hand was. Het is mogelijk dat ik de minister in de commissie niet goed heb begrepen. Indien het dat niet is, is er iets aan de hand dat niet klopt.
Wij ontkennen het probleem niet. Ik weet dat er in Gent ook problemen zijn. Soms worden die problemen en die overlast door een kleine groep mensen veroorzaakt. Die mensen zijn soms zelf het slachtoffer van criminele bendes. We moeten dit bestrijden.
Wij zijn geen voorstander van een inburgering op basis van etnische afkomst. Ik ben het er volledig mee eens dat we het actieplan moeten evalueren. Wij willen hier zeer ver in meegaan. Indien er een verplichte inburgering zou komen, mag dat echter niet op basis van etnische afkomst of van nationaliteit gebeuren. Dat moet dan voor alle Europese onderdanen gelden. Waarom zouden we een Pool, een Portugees of een Italiaan niet evengoed de kans kunnen geven zich in te burgeren? Die mensen hebben hier evengoed recht op. Zij kunnen ook worden verplicht om onze levenswijze te leren kennen. Dat mag niet enkel op etnieën worden gebaseerd.
Ik wil, in tegenstelling tot de vorige spreekster, duidelijk stellen dat de problemen met de Roma etnisch zijn en dat de aanpak bijgevolg ook etnisch mag zijn. Daar is niets fout aan: we erkennen gewoon de realiteit.
Ik wil duidelijk stellen dat de Roma niet enkel omwille van racistische en xenofobe redenen uit landen als Bulgarije en Roemenië worden verdreven. Zou het niet kunnen dat ze omwille van hun onaangepast gedrag, hun criminaliteit en de door hen veroorzaakte overlast in hun landen van herkomst ongewenst zijn? Die overweging kan misschien ook eens worden gemaakt.
De minister geeft hoog op over de verplichtingen die de EU ons oplegt. Ik wil erop wijzen dat zijn partij, de N-VA, hier en elders voor de toetreding van Roemenië en van Bulgarije tot de EU heeft gestemd. De minister moet ons en de EU geen verwijten maken over een zaak waar hij zelf verantwoordelijk voor is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Tot slot wil ik opmerken dat de minister beter op re-immigratie en op de terugkeer van de Roma in plaats van op integratie zou inzetten. Hij zal de Roma niet integreren omdat ze eenvoudigweg niet integreerbaar zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Blijkbaar hebben we de minister verkeerd begrepen en gaat het om alle EU-burgers. Ik wil hier toch even op ingaan. Indien de minister de idee heeft opgevat alle EU-immigranten in Vlaanderen verplicht te laten inburgeren, zal hij het anders moeten aanpakken. Enkele maanden geleden heeft de minister de doelgroep, de rechthebbenden op een verplichte inburgering, door middel van een ontwerp van decreet verkleind. De minister wil de wachtlijsten inkorten. De wachtlijsten zullen echter reusachtig lang worden. Hij zal dan moeten uitleggen waarom een Nederlands dokter wordt vrijgesteld of wordt verplicht die cursus te volgen.
We zouden beter de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) volgen en in eerste instantie de toegang tot de vrijwillige inburgering openstellen voor iedereen die hieraan wil deelnemen. We zouden de mensen beter stimuleren hieraan deel te nemen en ervoor zorgen dat we geen wachtlijsten hebben. Dat zou al een belangrijke stap vooruit zijn. (Applaus bij Groen)
Met betrekking tot de Roma is de groepsaanpak totaal niet van tel. De minister heeft in de commissie zelf verklaard dat dit de allermoeilijkste groep is om te benaderen en in de gemeenschap te integreren.
Op een paar dagen tijd zijn we naar een totale groepsaanpak en uniformisering van alle Europeanen vergleden. We vergeten in feite de details waar het in het begin in se om draaide. Het zou hier om een bepaalde groep Roma moeten gaan.
Ik vraag me af of we niet beter eerst de wachtlijsten zouden aanpakken voor we een dergelijk megaproject, de integratie van alle Europeanen, aanvatten. Momenteel staan er mensen op de wachtlijsten die er niet slagen een cursus Nederlands Tweede Taal (NT2) te volgen. Alvorens hier weer een andere groep bij te betrekken, zou de minister er beter voor zorgen dat hij op dat vlak kan volgen. (Applaus bij Open Vld)
De heer Meremans heeft het woord.
Het siert de minister dat hij het probleem heeft aangekaart. Hij is daar niet alleen in, ook in andere Europese landen wordt de situatie aangekaart. Ik verwijs naar minister Asscher van de PvdA in Nederland, die ook heeft gezegd dat de Europese overheid aandacht moet geven aan de onbedoelde neveneffecten van de EU-arbeidsimmigratie. We staan dus niet alleen.
Ik begrijp de heisa niet. U moet het me maar eens uitleggen. Mensen die hier duurzaam willen verblijven, willen wij kansen geven. We zeggen hen: grijp de kans tot integratie, doe mee aan de Vlaamse maatschappij. We vragen daar ook een inspanning voor. Ik begrijp niet wat dat te maken heeft met een of andere vorm van discriminatie. We moeten blijven doorzetten, want dit getuigt niet van koude en kilheid, maar is integendeel warm en sociaal.
Mijnheer Dewinter, ik wou even zeggen: de uitspraken die u hebt gedaan, staan heel ver van mij persoonlijk vandaan. (Rumoer)
De heer Bouckaert heeft het woord.
Wat de verplichte inburgering betreft, minister, heeft men in een beleid altijd een beetje de keuze tussen de stok en de wortel, the stick and the carrot. Waarom hebt u niet overwogen om eerder de wortelstrategie te gebruiken? Dat had u waarschijnlijk veel moeilijkheden bespaard. Met een soort van bonus had u kunnen trachten de Roma tot inburgering te verleiden.
Ik wil het ook eens hebben over de opmerkingen van de heer De Witte. Discriminatie is een lelijk woord. Met discriminatie werd oorspronkelijk bedoeld dat men op basis van etnische, raciale, godsdienstige, politieke vooroordelen mensen gelijke kansen ontzegt. Wat zien we nu in de retoriek van de heer De Witte? Het woord discriminatie is een eigen leven gaan leiden en krijgt dezelfde betekenis als onderscheid. Als je een onderscheid maakt, ook als je dat doet om mensen een positieve kans te geven, wordt dat gelabeld als discriminatie. Het wordt tijd dat we de wetgeving op dat vlak verfijnen, want die komt als een boemerang terug in ons gezicht, ook als men een positief beleid wil voeren.
De heer Kennes heeft het woord.
Na het toch wel grondige debat vorige week in de commissie heb ik de indruk dat er op vele niveaus in valkuilen wordt getrapt. We zien het te veel als een Vlaams debat, terwijl het een Europees debat is dat ook in Engeland, Duitsland, Frankrijk en Nederland woedt: de interne Europese migratie en het ontstaan van verpaupering in een aantal grootsteden.
Door het toe te spitsen op de Roma glijden we wat af van het debat waar het eigenlijk om gaat. Dat is ongelukkig, maar het is wel juist dat zich daar een groot probleem stelt. Als voorbeeld van de noodzaak kan het misschien wel bijdragen aan het debat, maar het gaat zeker niet specifiek om één doelgroep.
We kunnen op dit moment de inburgering niet verplichten door Europese regels, maar we kunnen wel de indirecte manier via het OCMW en de VDAB gebruiken om zon traject te volgen. Ook het model van het Brussels onthaalbureau bon met de vrijwillige inburgering is succesvol. Daar kunnen we op andere plaatsen in Vlaanderen van leren.
De verplichte inburgering zal niet alle problemen oplossen. Maar het is niet omdat het niet alle problemen oplost, dat het niet belangrijk is om er blijvend op in te zetten.
Minister, vorige week hebt u in de commissie van 5 maart 2013 verklaard dat uw brieven aan de Europese Commissie klaarliggen. Zijn die inmiddels verstuurd?
Mijnheer Kennes, de brieven heb ik vorige week ondertekend. Ze zijn nog naar de vertaaldienst. Ik denk dat ze vandaag of morgen vertrekken. Ik ben blij dat u verwijst naar het debat in de commissie van 5 maart 2013.
Ik wil nog eens benadrukken, collegas, dat ik naar aanleiding van de vraag van de heer Kennes het debat heb aangetrokken. Ik denk dat het zinvol is dat wij in het Europa van de subsidiariteit, het Europa van de eenheid en verscheidenheid, nadenken over die zaken en dat we kritische vragen stellen. Zoals de heer Kennes zegt, woedt het debat in alle landen. Lees Le monde, lees de Frankfurter, kijk naar het debat in het Verenigd Koninkrijk: overal is dit probleem aan de orde. De Nederlandse minister heeft inderdaad onlangs een pleidooi gehouden om verplichte participatiecontracten te laten ondertekenen, ook door EU-burgers. Het is nuttig om het debat te voeren.
Ik herhaal: specifiek wat de Roma betreft een groep die men niet mag benoemen en niet mag registreren , vraagt de EU een actieplan van alle lidstaten. Vlaanderen heeft haar werk gedaan en binnenkort komt er een eerste evaluatie. Diegenen die beweren dat dit een debat is over Roma, hebben het fout. Ofwel is het onwil in hoofde van een aantal mensen, ofwel is het onkunde. Ik hoop voor de heer Dewinter dat het onkunde is, want onwil zou pas erg zijn. Er worden onmiddellijk te zware woorden gebruikt. De heer Bouckaert zegt terecht dat er te zware woorden worden gebruikt: discussiëren over beleid en onmiddellijk etiketten van discriminatie beginnen te plakken, smoort elk debat en laat niet meer toe om over de grond van de zaak te discussiëren.
Ik wil nog eens beklemtonen en zij die lid zijn van de commissie moeten dit weten dat er bij inburgering geen wachtlijsten zijn. Er zijn volgens minister Smet ook geen wachtlijsten meer bij NT2. NT2 valt niet onder de bevoegdheid Inburgering en Integratie. Als u meent dat er wachtlijsten zijn, moet u minister Smet aanspreken. Ik weet dat hij inspanningen heeft gedaan om ze weg te werken en dat er geen wachtlijsten meer zijn. Het kan natuurlijk zijn dat het in specifieke gevallen, voor bijzondere doelgroepen met een taal die zeer weinig voorkomt in een bepaalde streek, enkele maanden duurt vooraleer men de gepaste leraren heeft gevonden. Dat is iets anders dan spreken over structurele wachtlijsten.
Wat doet er zich voor? Er zijn minder contracten van inburgering, en dat heeft te maken met de verschuiving die ik schets. Er zijn minder mensen uit derde landen, maar meer uit Europese landen. De sterksten onder hen gaan naar inburgering. In Antwerpen zijn er ongeveer 500 Polen die vrijwillig inburgering volgen. Dat betekent dat er nog veel anderen zijn die dat niet doen. Die verplichting is er precies op gericht om die zwaksten ook sterker te maken, om die zwaksten ook kansen te geven. De arbeidsmigratie in de EU is niet bedoeld om in het leefloonstelsel te komen, maar via leefloon kan men eventueel tot arbeid komen. De essentie is dat wie niet wil, ook niet verplicht kan worden. Ik blijf er belang aan hechten. Ik blijf dat beklemtonen. Als u mij toelaat, citeer ik letterlijk een van mijn voorgangers, die in dit parlement trouwens aanwezig is: De regering is tevreden over de consensus die er in dit parlement heerst rond de verplichte inburgering. Het recht op onderwijs kon pas worden gegarandeerd nadat de leerplicht werd ingevoerd. In feite is het ook zo met de inburgering. Het recht op inburgering kan namelijk alleen maar ingevoerd worden als er ook een inburgeringsplicht is. Een citaat van Mieke Vogels in de plenaire vergadering van 12 februari 2003, toen dit parlement beslist heeft om een verplichte inburgering in te voeren. Het zijn woorden die ik onderschrijf en die precies de zwakkeren kansen geven. De sterkeren grijpen die kansen.
Collegas, u hebt allen de tv-beelden gezien van de jongedames en jongemannen die uit Spanje en Portugal naar hier komen om hier in de zorg te komen werken en die met gretigheid Nederlands leren. Ze integreren zich op de arbeidsmarkt omdat ze weten wat daaraan vast hangt. Bij andere mensen lukt dat niet. Laat ons alstublieft het debat blijven voeren over de grond van de zaak. Dit is een zeer zwaar maatschappelijk probleem. Wij werken op vrijwilligheid. Bon is een mooi model. Bon slaagt erin om in Brussel, zonder verplichting, elk jaar een deel van die mensen nu meer dan 2000 mensen naar inburgering te brengen.
Mijnheer Caron, in dit decreet geef ik net aan iedereen opdracht om zoveel mogelijk in te zetten op de vrijwilligers, op de mensen die niet verplicht moeten inburgeren. Maar maak u geen illusie: het zal niet lukken om al die mensen naar inburgering en integratie te brengen als er geen verplichting is.
Mijnheer Bouckaert, u had het over de wortel en de stok. Wij werken met de wortel. We bewerken die mensen en proberen ze toe te leiden. Dat lukt in bepaalde mate, maar mijn pleidooi is dat verplichte inburgering een goede zaak is voor die mensen en voor de samenleving.
Minister, Europa en het vrij verkeer van goederen en mensen, dat klopt. In 2014 zal dat vrij verkeer nog veel meer impact hebben in Europa. We zullen hier rijke Europeanen krijgen, bijvoorbeeld uit Frankrijk, die zich hier zullen vestigen om een of andere reden. Maar we zullen hier ook mensen krijgen die misschien een toekomst zoeken in een ander land. De grenzen vervagen. We moeten kunnen toelaten dat die mensen zich hier vestigen. Daarom pleit ik ervoor, wanneer u Europa aankaart, dat er een verplichting zal zijn, maar dan een verplichting voor iedereen. Anders moeten we het maar doen op vrijwillige basis. Er zijn projecten genoeg die op vrijwillige basis mensen motiveren om die cursus te volgen en het Nederlands te leren zodat ze kunnen worden toegeleid naar de arbeidsmarkt, in samenwerking met de OCMWs en de VDAB. Er zijn een aantal goede projecten, met succes. Laten we die ondersteunen. Als we komen op het niveau van Europa, dan pleit ik ervoor een verplichte inburgering in te stellen voor zowel de rijke Europeanen als de armere, zodat we niet kunnen discrimineren. (Applaus bij sp.a)
Minister, er is niet alleen de plicht en het recht tot inburgering, er is ook zoiets als de wil tot inburgering. Het zal wel toeval zijn zeker dat die wil tot inburgering meestal niet samenhangt met de nationaliteit van de betrokkenen, maar wel met de etniciteit of met de godsdienstige ideologie van de betrokkenen. Dan heb ik het over de Roma en dan heb ik het over de moslims. Het kan geen toeval zijn dat het vooral die factoren zijn die bepalend zijn bij niet-inburgering, of moet ik zeggen bij de wil om niet in te burgeren. Wees dus niet blind voor die factoren.
Ik weet dat de politieke correctheid u gebiedt, zelfs bij wet, om daar blind voor te zijn, maar helaas is het de realiteit. Die realiteit zorgt er nu voor dat het inburgeringsbeleid niet kan lukken omdat je die beide factoren, die bepalend zijn voor inburgering, negeert en vanwege de drogreden van racisme, xenofobie en discriminatie van de hand wijst. Het gaat over etniciteit, het gaat over religie, het gaat over ideologie. Dat zijn de bepalende factoren bij inburgering en niet-inburgering. Zolang u daar niet van afstapt ik weet dat u het diep in uw binnenste met me eens bent , zullen de problemen blijven bestaan zoals nu het geval is en dan gaan we dit debat nog tien keer voeren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister, ik wil duidelijk zijn en nog eens herhalen dat we ook vandaag nog steeds voor een verplichte inburgering zijn. Ik wil het nog eens bevestigen. Het was misschien slim om een citaat van collega Vogels te nemen, maar op zich zegt u niets nieuws. We delen dat standpunt ook vandaag nog.
Maar de deur openzetten voor alle EU-onderdanen en denken dat je dat kunt verplichten voor al die groepen, is ook niet realistisch. Het gaat over een reusachtig grote groep. Daarenboven kunnen we niet én voor een verenigd Europa zijn met een vrij verkeer van mensen en van goederen, én niet accepteren dat we intern in eigen land een toenemende culturele diversiteit hebben.
Dat we een aantal problemen gericht moeten aanpakken met adequate maatregelen, die visie deel ik met u, maar om dan meteen een dergelijk verhaal verplicht te maken voor alle Europeanen, dat is volgens mij onrealistisch en onbetaalbaar. (Applaus bij Groen)
Minister, ik ben met stomheid geslagen. U zegt dat we het niet over Roma hebben, maar over Europeanen. Wij stellen alle vier een actuele vraag waarin het woord Roma staat omdat u die woorden in de mond hebt genomen. Anders zouden wij nooit over Roma zijn begonnen. U bent daarmee gestart.
U zegt vervolgens dat er geen wachtlijsten zijn. Ik heb vanmiddag mijn boterhammen niet opgegeten omdat ik aan het bellen was met coördinatoren van de integratie- en inburgeringsector om te vragen of er nog wachtlijsten zijn. De persoon in Antwerpen zegt mij: tussen de 100 en de 150 mensen op de wachtlijst NT2. U zult misschien zeggen dat dat de verantwoordelijkheid is van uw collega minister Smet, zoals u meestal zegt, maar integratie en inburgering uitrollen gebeurt samen met de minister van Werk en de minister van Onderwijs. U bent de transversaal verantwoordelijke minister die dat mee in het oog moet houden.
Mijn slotbemerking na dit alles is: wat gaat u nu doen? We gaan alle Europeanen inburgeren. Hoe gaat u dat aanpakken? (Opmerkingen van minister Geert Bourgeois)
Ja, dat is nog eens een vraag. Welke stappen gaat u zetten? (Applaus bij Open Vld)
De actuele vragen zijn afgehandeld.