Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het akkoord met de Franse Gemeenschap betreffende de Plantentuin van Meise
Actuele vraag over het akkoord met de Franse Gemeenschap betreffende de Plantentuin van Meise
Actuele vraag over het akkoord met de Franse Gemeenschap betreffende de Plantentuin van Meise
Verslag
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Voorzitter, de voorbije jaren hebben we de minister-president op regelmatige basis gevraagd naar een stand van zaken in verband met de overheveling van de Plantentuin van Meise. Er is gedurende meer dan tien jaar over dit dossier gebakkeleid. De mededeling afgelopen vrijdag dat er een akkoord was bereikt, heeft me dan ook even hoopvol gestemd. Ik heb dat enthousiasme echter onmiddellijk al moeten temperen.
De overdracht is haperend verlopen. De voorbije jaren was er vanwege de communautaire twisten geen mogelijkheid om tot structurele investeringen over te gaan. Nu het vriest, is het in de Plantentuin van Meise alle hens aan dek om de collectie van 18.000 plantensoorten te beschermen en ervoor te zorgen dat de gebouwen in stand worden gehouden. De voorbije jaren is al een derde van de orchideeëncollectie teloorgegaan. Heel was serres zijn vernield. We moeten ons daar vragen bij stellen.
Minister-president, afgelopen vrijdag is dit dossier voor u niet ten einde gelopen. Dit is het begin van het dossier van de Plantentuin van Meise. Hoe wilt u de heropbouw van de Plantentuin van Meise, die grote internationale waarde heeft, concreet en structureel aanpakken? In welke bijkomende middelen zult u in de budgetten voorzien om de plantensoorten te beschermen? Hebt u in het licht van de overheveling afspraken gemaakt met de andere betrokken overheden over de hiermee gepaard gaande budgetten?
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Voorzitter, u merkt al dat er van felicitaties niet veel sprake is. Ik zou zeggen: Ceci nest pas un plantentuin. De wijze waarop de overdracht gebeurt en de modaliteiten zijn typisch Belgisch. Sommigen zullen dit samenwerkingsfederalisme noemen. Ik noem het absurd.
De plantencollectie blijft federaal. We krijgen ze in bruikleen. De minister-president heeft 32 bladzijden nodig om uit te leggen dat een bijkomende collectie Vlaamse eigendom zou zijn. De vraag is wat er dan gebeurd als plantjes worden gekruist. Wie is de eigenaar indien een Belgisch plantje met een Vlaams plantje wordt gekruist? Dit kan enkel in België. Dit is geen logische overdracht.
Naast de collectie is in de loop der jaren het Franstalig personeel steeds het tweede struikelblok geweest. Ik stel vast dat de Franse Gemeenschap nog steeds twee leden in de raad van bestuur kan aanduiden. Op dit ogenblik creëert de federale overheid nog een taalkader voor 2013. Huidig federaal minister van Wetenschapsbeleid Magnette heeft, zoals wettelijk verplicht, de Vaste Commissie voor Taaltoezicht (VCT) een advies over het taalkader gevraagd. Momenteel is de Plantentuin nog steeds een federale instelling. Dit blijft zo tot de dag voor de overdracht. Ik heb het ontwerpadvies van de VCT bij me. De Franstaligen in de VCT stellen alles in het werk om voor dat laatste jaar nog een voor hen zo gunstig mogelijk taalkader te creëren. Ze verklaren ook letterlijk dat het hun bedoeling is hun precedent te creëren. Ze willen een jurisdictie op poten zetten die hun in staat stelt nog zo veel mogelijk Franstaligen binnen te sluizen en de Vlaamse overheid op het einde van 2013 voor voldongen feiten te stellen.
Minister-president, hoe gaat u hiermee om? Vormt dat taalkader een onderdeel van het akkoord dat u met de Franse Gemeenschap hebt afgesloten?
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Voorzitter, aansluitend op wat de vorige sprekers hebben gezegd, wil ik toch opmerken dat in de eerste plaats een gevoel van opluchting overheerst. Na al die jaren krijgen we eindelijk de handen vrij om tot de nodige investeringen over te gaan. Ik heb echter wel een aantal vragen en bedenkingen.
Mijn eerste punt betreft de timing. Ik heb de tekst van het samenwerkingsakkoord gelezen. Op verschillende plaatsen staat vermeld dat de periode tussen de afsluiting van het akkoord en de echte overdracht zeker nog een tijdje zal duren. Ik ben dan ook bezorgd. Het is nog niet rond. Hoeveel tijd zal nog verlopen vooraleer we de Plantentuin van Meise echt in handen zullen krijgen?
Een tweede punt is het prijskaartje. Ik heb het advies van de Inspectie van Financiën opgevraagd en dat geeft aan dat, wat de recurrente uitgaven betreft, het bedrag in de federale uitgavenbegroting groter is dan wat in het regeerakkoord van Di Rupo I was vastgelegd voor de overdracht van de Plantentuin.
Daarnaast zijn er de investeringsbudgetten die nodig zullen zijn. In de studie van de Vlaamse Bouwmeester komt er een meerjarenplan naar voren van liefst 71 miljoen euro. Gaan wij dat de volgende jaren kunnen ophoesten? Wat is het traject op dat vlak?
Ik maak mij, samen met de Inspectie van Financiën, ook bedenkingen bij de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de Franse Gemeenschap in de raad van bestuur. De Inspectie van Financiën zegt dat de verhouding Nederlands-Frans, 66 procent tegenover 33 procent, niet in overeenstemming blijkt met de huidige verhoudingen in personeel, noch met de budgettaire inspanning die aan de Vlaamse Gemeenschap gevraagd wordt. Dit lijkt me inderdaad een unicum: een Vlaamse instelling die op Vlaams grondgebied operationeel is, waar vertegenwoordigers van de Franse Gemeenschap in zetelen. Hoe kunt u dat motiveren?
De heer Van Eyken heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collegas, de zaak van de Plantentuin van Meise is er gekomen door de Lambermontakkoorden van 2001. De Plantentuin zou worden overgeheveld naar de Vlaamse Gemeenschap, en als cadeau voor de Franstaligen zou men de raamovereenkomst voor de bescherming van de nationale minderheden goedkeuren. Dat was een van die tegenhangers, maar ik weet niet waar dat nu zit. (Opmerkingen)
Er worden inderdaad een aantal Franstalige personeelsleden behouden in de Plantentuin. Hoe zal het in de toekomst gaan voor die Franstalige wetenschappers? Kunnen zij daar blijven? Welke waarborgen geeft de Vlaamse Gemeenschap zodat die Franstalige wetenschappers daar kunnen blijven en er nieuwe kunnen worden aangeworven? Ik weet wel dat de beslissingsbevoegdheid voor de aanwerving bij de raad van bestuur zal liggen, en er is ook geen fifty-fiftyverhouding tussen Franstaligen en Nederlandstaligen in de raad van bestuur, maar hoe zullen de beslissingen worden genomen voor de aanwerving van Franstaligen in de Plantentuin? Gebeurt dat met een eenvoudige meerderheid, met een meerderheid in elke taalgroep, of met een tweederde meerderheid?
Mijnheer Van Eyken, u kunt één vraag stellen aan de minister-president. Dat geldt trouwens ook voor de heer Demesmaeker. Er worden hier drie of vier vragen gesteld. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Ik pas gewoon het reglement toe, mijnheer Vereeck. Het reglement is het reglement: er wordt één vraag gesteld bij een actuele vraag, en daarmee basta. U komt altijd aanzetten met veranderingen aan het reglement. Er wordt één vraag gesteld aan de minister-president, punt aan de lijn.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, wij hebben vrijdag een akkoord bereikt over een ontwerp van samenwerkingsovereenkomst dat noodzakelijk was om de Belgische Plantentuin over te dragen naar Vlaanderen. Ik had gedacht dat er hier applaus zou zijn op alle banken, maar ik had beter moeten weten. (Gelach)
Nadat ik jaren hier bijna wekelijks een vraag heb gekregen over de Plantentuin, is er nu eindelijk een belangrijke stap vooruit gezet. En toch zijn er nu nog heel veel vragen, ook al mag u er, zoals de voorzitter zei, maar één tegelijk stellen. (Gelach)
Collegas, de Nationale Plantentuin wordt een Vlaamse instelling met volheid van bevoegdheid! (Applaus bij het Vlaams Belang)
Dat is na elf jaar discussie een heel belangrijke stap. Eindelijk wordt dit een Vlaamse instelling.
Voor het wetenschappelijk patrimonium, de planten enzovoort, hebben we een oplossing gevonden. Dit wordt in bruikleen gegeven aan Vlaanderen. U kunt nu zeggen dat wij andere oplossingen hadden kunnen bedenken. Dat is juist. Maar wij krijgen dat geheel in bruikleen. Ook dat is duidelijk: wij moeten ons niet meer buigen over de zaadjes en de planten, enzovoort. Mijnheer Van Hauthem, als u daar persoonlijk zeer aan gehecht bent, wil ik daarover de volgende weken en maanden nog zeer uitgebreid verslag uitbrengen. Maar het is de bedoeling dat het in bruikleen komt.
Er komt een wetenschappelijke raad tot stand. Daarin komen de universiteiten, zowel Vlaamse als van de Franse Gemeenschap, maar ook wetenschappers met internationale uitstraling. We houden daarbij rekening met de Nederlandstalige en de Franstalige wetenschappers. Dat is, denk ik, geen enkel probleem: wetenschappers zijn in alle talen zeer welkom. Zo geven wij de Plantentuin een wetenschappelijke en internationale allure.
De raad van bestuur bestaat uit negen bestuursleden: vijf aangeduid door de Vlaamse Regering, twee aangeduid door de wetenschappelijke raad, en twee door de Franse Gemeenschap. Nu zou u kunnen vragen hoe dat nu weer in elkaar zit met die twee die zijn aangeduid door de Franse Gemeenschap. Dat heeft toch enige voorgeschiedenis? Ja, dat heeft enige voorgeschiedenis. Wie nu zegt Oei, daar zitten twee Franstaligen in, had al in 2002 moeten zien dat in artikel 62ter van de Bijzondere Financieringswet staat dat de Franse Gemeenschap de financiële verplichtingen voor het personeel op zich zal blijven nemen, terwijl de Vlaamse Gemeenschap dat ook gaat doen. Ze gaan dus elk bijdragen tot de financiering van het personeel. Wij financieren dus niet de Franstaligen in die Vlaamse instelling, de Vlaamse Plantentuin. Vanuit die redenering heeft men gezegd: Als dat zo zit, moeten wij misschien ook een zeteltje hebben in de raad van bestuur. Dat is niet nieuw. Dat stond al in de Bijzondere Financieringswet. Wij hadden in 2008 het zogenoemde akkoord van Demotte-Peeters zo zal het de geschiedenis ingaan, maar dan zonder applaus, begrijp ik. Toen werd al gezegd dat de raad van bestuur in die zin zou worden opgesteld. Ik denk dat Bart De Wever, toen hij nog een andere functie had, ook heeft verwezen naar dat akkoord in zijn zoektocht op federaal niveau naar een compromis op dit en vele andere vlakken.
Wat doen we nu? Ik ben de eerste om te zeggen dat er niet echt plaats is voor euforie. Er is nog een lange weg te gaan. U kent die weg: we moeten nu naar het Overlegcomité. Dat moet daar worden besproken. Er moeten KBs worden goedgekeurd. Dan moeten we naar dit Vlaams Parlement, want er moet voor die Vlaamse instelling een oprichtingsdecreet worden goedgekeurd, er moeten uitvoeringsbesluiten komen. Ik hoop nog deze legislatuur te kunnen zeggen dat de opdracht volbracht is wat de Plantentuin betreft.
Collegas, ik weet dat dit bijkomende financiën zal vragen. Maar u moet nu niet vragen of ik, nu we de Plantentuin hebben, weet dat dit investeringen zal vergen. Natuurlijk vraagt dat investeringen. We zijn ons daarvan bewust. Spijtig dat het elf jaar heeft geduurd. En spijtig dat de Plantentuin niet goed onderhouden is. Maar ik ga ervan uit dat u liever hebt dat het een Vlaamse instelling wordt en dat we er nu zelf verantwoordelijkheid voor kunnen dragen.
We zullen de nodige middelen moeten vrijmaken. In 2005 heeft de Regie der Gebouwen een twaalfjarig plan opgemaakt voor de 50 gebouwen van de plantentuin voor een bedrag van 41 miljoen euro. Er is daarnet nog een hoger bedrag genoemd. Het gaat dus geld kosten. Ik ga ervan uit dat we de volgende jaren stap voor stap met zn allen wildenthousiast zullen zeggen dat we gaan investeren in de Plantentuin nu die van ons is en dat we ervoor zullen zorgen dat hij een internationale uitstraling krijgt.
Mijnheer Demesmaeker, ik weet ook dat in artikel 62ter van de Bijzondere Financieringswet van 2002 een bedrag van 5,6 miljoen euro ingeschreven staat om het personeel te betalen. In het Vlinderakkoord staat een bedrag van 8,9 miljoen euro. Als men dat verdeelt over Vlaanderen en de Franse Gemeenschap, komt dat neer op 7,1 miljoen euro voor Vlaanderen.
Ik hoop dat iedereen die in het verleden naar de overkomst van de Plantentuin heeft gevraagd, zegt dat het nu bijna volbracht is en dat de Plantentuin een Vlaamse instelling wordt. We zijn ons ervan bewust dat het de nodige financiële middelen zal vragen. We zullen het taalkader dat de Franstaligen vragen, verder opvolgen. We zijn niet naïef. De geest van het samenwerkingsakkoord laat niet toe om nog snelsnel zijn positie als Franstalige te versterken. Dat zal, wat mij betreft, niet gebeuren. U hebt mijn alertheid nog even aangescherpt door te verwijzen naar het debat over het taalkader. Ik ga er ook van uit dat de Franstaligen in die Vlaamse instelling zich geen zorgen maken omdat Vlamingen in het algemeen en hier in het bijzonder, iedereen met respect behandelen. We zullen er allemaal voor zorgen dat deze Vlaamse instelling de uitstraling krijgt die ze dubbel en dik verdient.
Minister-president, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord.
Een ding is zeker: het zal vandaag niet de laatste keer zijn dat we met u in debat gaan over de Plantentuin. Er is inderdaad een belangrijke stap gezet, maar investeringen voor de toekomst zijn heel belangrijk. Er is nog altijd een overgangsperiode. De voorbije jaren hebben we geregeld dringende maatregelen getroffen om de hoogste nood te lenigen.
Het gaat niet alleen over het statuut van het personeel. De Plantentuin heeft een internationaal karakter, met heel veel waarde. Voor ons is het heel belangrijk dat we dat karakter in de toekomst kunnen bewaren. We mogen de tuin niet verder teloor laten gaan. Deze bekommernis willen we hier uiten.
Minister-president, ik heb het ontwerp van advies van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht meegebracht. Er zijn twee scenarios. De Franstaligen dringen er nogal op aan dat er alsnog een taalkader komt omdat het op dit ogenblik nog een federale instelling is. Zij willen van de gelegenheid gebruik maken om de Franstalige personeelspositie en dan heb ik het niet over de wetenschappers te versterken om u dan, wanneer de overdracht dan eventueel begin 2014 zou plaatsvinden, voor voldongen feiten te plaatsen.
Minister-president, mag ik uit uw antwoord afleiden dat u zich niets aantrekt van de vraag van de heer Magnette aan de Vaste Commissie voor Taaltoezicht om alsnog een advies te geven om alsnog een taalkader te creëren? Mag ik dat uit uw antwoord afleiden? Ja of neen?
Minister-president, uiteraard overheerst een gevoel van opluchting. Dit is een tuin van wereldniveau, met 100.000 bezoekers per jaar. Er zit echter veel meer in dan dat. De botanische tuin van Schotland heeft 400.000 bezoekers per jaar. The Royal Botanical Gardens van Kew in Londen hebben 1,63 miljoen bezoekers per jaar. Er zijn dus enorm veel mogelijkheden wanneer die tuin weer op niveau zou kunnen worden gebracht.
Het is jammer dat we nu zoveel meer middelen zullen moeten investeren dan als we in 2001 meteen de handen aan de ploeg hadden kunnen slaan. Ik zetel hier sinds 2004 en weet dat zowel uw voorganger, Yves Leterme, als uzelf herhaaldelijk geërgerd hebben gereageerd op de stilstand al die jaren in dit dossier, op de blokkeringen. Die blokkeringen kwamen niet van onze kant, niet van u. U hebt er alles aan gedaan om dit dossier vlot te krijgen. Ze kwamen van de andere kant. Ik herhaal het: ik vind het bijzonder jammer dat men dan nu eigenlijk nog eens wordt beloond met een blokkeringsminderheid in de raad van bestuur. Ik citeer letterlijk uit het advies van de Inspectie van Financiën: Voor personeelsaangelegenheden betreffende wetenschappelijk personeel kunnen de Franstalige leden van de raad van bestuur een veto stellen. Ik ken geen enkele andere Vlaamse instelling waar dat zo is, laat staan dat ik een Franstalige instelling ken waar het omgekeerde het geval zou zijn.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. U zegt wel heel geruststellend dat de Franstaligen welkom zijn, dat men die wetenschappers zal behouden, maar nergens uit uw antwoord heb ik kunnen opmaken welke waarborgen u geeft dat doorheen de jaren nieuwe Franstalige wetenschappers of Franstalig personeel zal kunnen worden aangeworven om werkzaam te blijven in die Plantentuin. Er is duidelijk gezegd dat de Plantentuin een Vlaamse instelling is. Goed, die instelling heeft een internationale uitstraling en ik denk dat de beide taalgemeenschappen daarin op gelijke voet kunnen worden behandeld.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Heren van het Vlaams Belang, ik wil de minister-president feliciteren. (Gelach. Applaus)
Hij heeft gezegd: geen euforie. Wel, ik ben euforisch. Dit wordt een Vlaamse instelling, na twaalf jaar. De bevoegdheid gaat naar Vlaanderen. Ook ik heb herhaaldelijk vragen gesteld over dit probleem, aan toenmalig minister-president Dewael, dan aan minister-president Somers, aan minister-president Leterme en nu aan minister-president Peeters. Wel, we hebben het gerealiseerd. Altijd die verzuurde reactie in Vlaanderen, van als we dan eens iets binnenhalen, dan zitten er nog een paar Franstaligen in, die kunnen alles blokkeren, die instelling gaat niet werken, enzovoort. Welnu, de heren die hier vandaag die zure reacties uiten, wil ik de dag waarop de schuld zal worden gesplitst, waarop de spoorwegen worden gesplitst, waarop de sociale zekerheid wordt gesplitst wel eens interpelleren over de vraag of dat geen neveneffecten heeft, zoals met de Plantentuin van Meise. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Minister-president, namens onze fractie wens ik u geluk, en we zijn zelfs euforisch. (Applaus bij CD&V en Groen)
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister-president, het is uiteraard een goede zaak dat we eindelijk vooruitgang kunnen boeken en de Plantentuin van Meise opnieuw de glorie zullen kunnen geven die hij verdient. Dit is een Plantentuin van wereldniveau: dat is hier al voldoende gezegd. Het is nodig dat er investeringen worden gedaan. Dat daartoe in financiële middelen moet worden voorzien, is vrij begrijpelijk.
Ik maak geen deel uit van de meerderheid, maar vanuit de oppositie kunnen er soms ook constructieve voorstellen komen. Het lijkt me nuttig om nu eens op een kabinettenoverleg te bekijken welke beleidsdomeinen betrokken zijn bij die Plantentuin, en om een goede verdeelsleutel te vinden om correct te financieren. Ik denk onder meer aan Leefmilieu, Natuur en Onroerend erfgoed. Misschien is het interessant dit te doen zoals dat gebeurt voor de Zoo van Antwerpen of de IJzertoren in Diksmuide, namelijk voorzien in een vast bedrag per beleidsdomein, om die Plantentuin opnieuw te herstellen in de glorie die hij verdient.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Als ik dit lees, word ik niet euforisch, ik word er depressief van. Mijn collega Hendrik Vuye heeft in De Standaard een column geschreven: Wij onderhandelen ons kapot. Dit is het resultaat hiervan. In België wordt er zo onderhandeld dat men tot dergelijke absurde hybridische situaties komt.
Ik heb een voorstel: laten we de Plantentuin privatiseren. Misschien winden we wel een Chinees die hem wil opkopen en achteraf kunnen we er een beheerscontract mee sluiten om de wetenschappelijke waarde van de Plantentuin te valoriseren. Zo ontsnappen we uit de eindeloze patsituaties hier in België.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister-president, dat zo geroemde hoge wetenschappelijke niveau zeer terecht staat natuurlijk in schril contrast met hoe dit dossier op het communautaire niveau werd behandeld. Het klopt natuurlijk dat we na twaalf jaar eindelijk een akkoord hebben. De ene zegt: Ik word euforisch, de ander zegt:Ik word depressief, u houdt het zowat in het midden: Het is een goede deal die we hebben verkregen.
Wel, ik spreek me daar zelfs niet over uit, maar wat me wel stoort, is dat u de boodschap geeft: Kijk, het is nu een Vlaamse instelling, en val me nu niet meteen lastig met hoe we dat financieel moeten aanpakken, want dat is voor nadien.
Sorry, minister-president, na twaalf jaar verwacht ik van de Vlaamse Regering een duidelijk zicht op hoe we dit gaan financieren, en niet alleen vanaf 2014, maar zeker ook voor de hoogste noden in de komende winter. Dan zullen de werknemers van de Plantentuin nog eens zeer creatief moeten zijn om die staande te houden. (Applaus bij Groen)
Ik dank Eric Van Rompuy voor de euforische felicitaties, die ik zal koesteren voor wat moeilijkere momenten.
Mijnheer Bouckaert, het is politiek, en politiek is zoeken naar oplossingen. Soms duren die te lang, maar als je een oplossing hebt gevonden waar iedereen zich in kan terugvinden dat is hier zeker het geval , dan denk ik dat men als politicus goed werk heeft geleverd. U kunt daar smalletjes over doen, u kunt het hebben over plat negotiëren enzovoort. Wat bent u daarmee? Wat is het alternatief? Dat er niets vooruitgaat en er geen oplossingen worden gevonden, zodat u hier nog tien jaar vragen kunt stellen over hoe het zit met de Plantentuin? Op een bepaald moment zijn die vragen zonder voorwerp omdat er geen Plantentuin meer is.
Mevrouw De Vroe, bedankt voor de constructieve insteek. Ik dacht dat u terecht zou verwijzen naar de beslissing van de Vlaamse Regering van 23 september 2005, toen we met de ministers van Economie, Financiën en Begroting, Cultuur en nog een aantal andere ministers een verdeelsleutel en de bijdrage die elke minister zou leveren, hebben afgesproken. Op basis van wat toen is opgemaakt, zullen we daar nu verder aan werken. Mijnheer Sanctorum, dat vraagt een stap-voor-stapbenadering. In het vooruitzicht van een definitieve eigendom, zullen we verdere stappen zetten.
Men leest veel en dat is goed, maar wat het wetenschappelijk onderzoek betreft, wordt het aantal onderzoekers dat naar de Franse Gemeenschap wordt overgeheveld, bewaakt en gegarandeerd. Dat geldt niet voor het administratief en technisch personeel. Dat wordt overgedragen naar de Franse Gemeenschap, die dat ook zal financieren. Daarvoor is een uitdoofscenario gepland. De vervanging zal elke keer gebeuren door de Vlaamse overheid. Als het administratief en technisch personeel is uitgewerkt en als die mensen stap voor stap worden vervangen, zal dat volledig uit Vlaams personeel bestaan. Alleen de wetenschappelijke onderzoekers zullen nog Franstalig zijn.
De raad van bestuur beslist bij gewone meerderheid volgens de zetels die ik heb gegeven. Wanneer het gaat over de administratieve en technische omkadering van het wetenschappelijk personeel, dan is er een bijzondere meerderheid nodig om die Franstalige en Nederlandstalige wetenschappers extra garanties te geven. Voor de rest is het een volledig Vlaamse instelling zoals we er een aantal kennen.
Minister-president, ik hoop dat de internationale wetenschappelijke wereld en alle medewerkers van de Plantentuin, wanneer ze dit debat hebben gevolgd, vooral begrijpen dat Vlaanderen absoluut wil gaan voor de Plantentuin en zijn verantwoordelijkheid zal nemen in de toekomst. Het is cruciaal in dit dossier dat u zo snel mogelijk werkt. De afwikkeling van het hele proces heeft nog zijn tijd nodig, maar dat houdt ons niet tegen om op dit moment samen met de medewerkers al rond de tafel te gaan zitten om concreet te bekijken wat de voornaamste stappen zijn en hoe we die gaan aanpakken, zodat ze heel duidelijk aanvoelen dat we het echt wel menen in Vlaanderen. Dat is het enige belangrijke voor de Plantentuin van Meise.
Minister-president, dit dossier in zijn geheel toont aan hoe dit koninkrijk in elkaar zit. Geef nu toe. Wij erven het onroerend goed dat in elkaar ligt. Wij hebben de collectie in bruikleen, die Belgische eigendom blijft. Als er iets in de collectie bijkomt, dan is dat een Vlaams plantje. Dan moet u nog in uw samenwerkingsakkoord uitleggen, als u dat kruist, van wie dat nieuwe plantje dan weer is. Dit is echt Absurdistan.
Als u een bos bloemen geeft aan uw echtgenote, dan zegt u toch ook niet: ik geef u die in bruikleen? Dit toont aan hoe dit samenwerkingsfederalisme want dit is samenwerkingsfederalisme blijkbaar in de praktijk wordt gebracht. Dit is de wijze waarop het in elkaar steekt. Ga dat in het buitenland uitleggen, en men lacht u uit. Dit is een Belgenmop, dit is Absurdistan.
Geen euforie, ook geen depressie. Ik herhaal het, ik ben opgelucht en heb hoop. Ik feliciteer de minister-president en ook zijn voorgangers voor het vele werk dat ze daarin hebben gestoken. Dat valt niet te onderschatten. Ik feliciteer bovendien het management, want dat zijn we vergeten te zeggen, en de personeelsleden die al die jaren voordien hebben gezorgd dat de Plantentuin niet helemaal zou teloorgaan, met heel veel inspanning en heel veel vindingrijkheid.
Mijnheer Van Rompuy, elf jaar verrottingsstrategie, kijk naar het vermolmde hout van de collectieserres, kijk naar het betonrot in sommige gebouwen, kijk naar de schimmels in sommige gebouwen, dat mag u echt letterlijk nemen. Na elf jaar worden wij nog eens bijkomend op kosten gejaagd. Wij betalen als Vlamingen in België altijd drie keer. En dan bent u euforisch? Mijnheer Van Rompuy, u bent op den duur een verzuurde karikatuur van uzelf! (Applaus bij het Vlaams Belang, de N-VA en de heer Boudewijn Bouckaert)
Mijnheer Van Rompuy, ik hoop toch dat de zure regen de Plantentuin niet zal aantasten.
Minister-president, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik denk dat dat aan de andere kant van de taalgrens niet helemaal duidelijk was tot nu toe. Enkel het Franstalig wetenschappelijk personeel wordt effectief behouden, en daarvan wordt de duurzaamheid gewaarborgd. Het andere Franstalige personeel, administratief en technisch, is uitdovend en zal worden vervangen door Vlaamse personeelsleden. Dat wordt zo niet uitgelegd aan de andere kant van de taalgrens. Ik dank u voor uw duidelijkheid daaromtrent. Aan de andere kant van de taalgrens zal ook moeten worden uitgelegd hoe dat akkoord is afgesloten.
De actuele vragen zijn afgehandeld.