Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de motie.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Het dossier van de Hedwigepolder is natuurlijk al vaak ter sprake gekomen in de plenaire vergadering. De Vlaamse Regering heeft inmiddels zeer veel geduld aan de dag gelegd.
We wachten inmiddels al meer dan zeven jaar op het alternatief van de Nederlandse regering. Inmiddels is die Nederlandse regering gevallen, wat voor bijkomende complicaties zorgt. Ik denk dat volgende week de ontslagnemende regering beslist of dit in lopende zaken zal worden behandeld of niet.
In ieder geval is het geduld van mij en van mijn fractie op. Jullie weten allemaal dat we vanaf 2014 opnieuw vergunningen moeten aanvragen voor de onderhoudsbaggerwerken van de Scheldeverdieping. Ik heb me laten vertellen door mensen met kennis ter zake dat er om de zes weken gemakkelijk een halve meter zand wordt weggebaggerd. Dat betekent dat als we in 2014 een aantal maanden niet kunnen baggeren, we opnieuw op het niveau van de jaren 90 zitten met onze Schelde en onze Antwerpse haven die een van de motoren is van onze Vlaamse economie.
Daarom hebben we naar aanleiding van de interpellatie van de heer Martens een motie ingediend waarin we een aantal vragen stellen aan de Vlaamse Regering. We vragen om er bij Nederland eerst en vooral op aan te dringen om die Scheldeverdragen onverkort uit te voeren. We vragen om het standpunt van de Vlaamse Regering eindelijk over te maken aan de Europese Commissie, wat tot op heden nog steeds niet officieel is gebeurd. We vragen ook om de natuurverenigingen te raadplegen en te kijken in welke mate zij kunnen instemmen met een mogelijk alternatief plan. We vragen, last but not least, om de procedure van het scheidsgerecht op te starten zoals dat is beschreven in de geschillenbeslechting in de verschillende Scheldeverdragen en de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium. Ik hoop dan ook te mogen rekenen op de steun van zeer vele collegas, gelet op het belang van dit dossier en het geduld dat al door de Vlaamse Regering aan de dag is gelegd.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, we hebben het debat al een paar keer gevoerd: we hebben het gevoerd in uw commissie en we hebben het gevoerd in de plenaire vergadering een week daarna. Toen vroegen sommige mensen zich af wat de actualiteit is van het debat. Het debat blijft natuurlijk actueel en zal dat altijd blijven.
Ik volg mevrouw De Ridder en de Open Vld-fractie in dezen vandaag niet. Ik denk dat we met de haven van Antwerpen inderdaad een ambitieniveau hebben dat zeer hoog ligt. Wij willen een getijdenvrije doorvaart van minstens 14 meter, en dan moeten we maar zien dat we met onze naburen, de Zeeuwen, goed overeenkomen. Met die Zeeuwen zullen we niet overeenkomen door het land dat ze koesteren, opnieuw onder water te zetten. Zij zijn daar zeer gevoelig voor. Ik verwijs naar hun wapenspreuk: Luctor et Emergo, ik worstel en kom boven. Wij moeten als Vlamingen begrip hebben voor die Zeeuwse gevoeligheden. Dat heb je niet door af te dwingen dat bepaalde gebieden onder water moeten worden gezet.
Wij zeggen: ja, de haven van Antwerpen heeft haar toekomstvisie en wil een Scheldeverdieping. Wij willen die Scheldeverdieping realiseren in het beste nabuurschap met onze Zeeuwse broeders. Laat ons vooral hun kostbare grond niet onder water zetten. Daarom zullen we dit initiatief niet goedkeuren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, het debat van een paar weken geleden in de plenaire zitting wordt nu opnieuw gevoerd. Wij hebben toen de minister-president heel duidelijk horen zeggen dat zijn geduld op was en dat hij nog tot het einde van de maand geduld zou hebben om de Nederlandse regering in lopende zaken de kans te geven een alternatief aan de Commissie te presenteren. Hij heeft ook gezegd dat als dat alternatief niet wordt voorgelegd, hij artikel 10 van het verdrag over de goedkeuring van de ontwikkelingsschets van het Schelde-estuarium in werking zou laten treden. Dat is de geschillenprocedure waarbij eerst in der minne wordt geprobeerd om eruit te geraken. Nadien wordt de volgende stap gezet naar het Internationaal Gerechtshof in Den Haag.
Wij nemen genoegen met dat antwoord van de minister-president en we hopen dat op die manier de druk op de nieuwe Nederlandse regering zal worden opgevoerd zodat kan worden uitgevoerd wat is afgesproken.
Mijnheer Penris, ik denk niet dat Zeeland de limiterende factor zal zijn om al dan niet toelating te krijgen voor een volgende onderhoudsbaggervergunning. Dat zal de Europese Commissie zijn. De vorige vergunningen konden maar worden afgeleverd omdat de impact daarvan op de speciale beschermingszones, de natuurgebieden langsheen het Schelde-estuarium, kon worden beperkt door het herstelprogramma dat toen op het vlak van natuur werd voorgelegd en afgesproken.
Als het herstelprogramma niet wordt uitgevoerd, dan dreigt men ons inderdaad, zoals mevrouw De Ridder zegt, een volgende onderhoudsbaggervergunning door de neus te boren. Daarom conformeren we ons veel beter aan de Europese verplichtingen met betrekking tot het in stand houden van die Vogel- en Habitatrichtlijngebieden, veeleer dan te trachten op het gemoed van de Zeeuwen te werken. Trouwens, de Zeeuwen zouden, door hun watersnoodproblematiek van 1953, er alle begrip voor moeten hebben dat we meer ruimte voor water nodig hebben om het overstromingsrisico ter hoogte van Vlaanderen, in Antwerpen, te kunnen beperken. Zolang er niet meer ruimte voor water wordt gecreëerd, nemen die overstromingsrisicos enkel toe.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, dit debat is inderdaad al een aantal keren gevoerd, hier en in de commissie. Mijnheer Penris, u geeft het argument van de Zeeuwen. Zeer onlangs heb ik nog de tekst gelezen van een lezing door de vroegere commissaris van de Koningin van Zeeland, de heer Van Gelder. Hij stelt heel duidelijk en onomwonden dat dit een belangrijke zaak is, dat die ontpoldering inderdaad moet. Hij zegt zelfs dat het gaat over 300 hectare, wat anderhalf landbouwbedrijf is in een dossier dat zo breed en zo belangrijk is, ook voor Nederland. Hij wijst er ook op dat heel wat Nederlandse bedrijven en binnenschippers aangewezen zijn op de haven van Antwerpen. Het argument van de Zeeuwen lijkt me dus niet zoveel hout te snijden.
Ook wij hebben een aantal keer pacta sunt servanda gezegd. We moeten doorgaan met die ontpoldering. Nu bevinden we ons echter in de situatie waarin de Nederlandse regering zich in moeilijkheden bevindt, er eigenlijk niet meer is. Er moet een nieuwe regering komen. Er komen nieuwe verkiezingen. Zijn dat lopende zaken of niet? Als ik dan al zou pleiten voor enig geduld, dan is dat inderdaad nu het geval. Ik heb dat vroeger niet gedaan, maar nu pleit ik wel voor nog wat geduld.
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, ik denk inderdaad dat we in heel deze discussie afhankelijk zijn van de politieke situatie in Nederland. Onze fractie zal zich onthouden, omdat deze motie toch licht afwijkt van het pacta sunt servanda.
De heer de Kort heeft het woord.
Ik verwijs naar onze bespreking hierover in de plenaire vergadering van 25 april. Mijn slotconclusie was toen dat het antwoord van de minister-president een goed antwoord was. Er werd duidelijk verwezen naar het feit dat er eerst moest worden gestemd in de Tweede Kamer over de vraag of dit al dan niet een lopende zaak is. Mocht Nederland beslissen dat het geen lopende zaak is, dan zal, zoals de heer Martens stelt, artikel 10 van het verdrag effectief in werking treden.
De heer Peeters heeft het woord.
Voorzitter, u weet dat het evenwicht dat tot stand is gekomen tussen economie, ecologie en veiligheid, een lange voorbereiding heeft gekend. Het is een precair evenwicht. We hebben altijd die drie elementen op dezelfde hoogte willen behandelen en bewaard willen zien, dus zullen we deze motie steunen.
Begin van de stemming.
Stemming nr. 4
Ziehier het resultaat:
114 leden hebben aan de stemming deelgenomen;
24 leden hebben ja geantwoord;
83 leden hebben neen geantwoord;
7 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie niet aan.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, ik heb me onthouden wegens een stemafspraak met de heer Patrick Janssens.
De heer Peeters heeft het woord.
Ik heb een stemafspraak met mevrouw Vera Jans.