Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Minister, we weten dat u een aantal dromen hebt. Een van die dromen is om binnen het onderwijs de onderwijsgelijkheid Ik word afgeleid, voorzitter. Ik zal herbeginnen.
Mijnheer Vereeck, mag ik u vragen om dat te verwijderen, alstublieft? (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Mag ik vragen om dat te verwijderen, alstublieft? Ik heb geen commentaar van u nodig. Ik vraag dat u dat verwijdert. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Goed, dan zal ik een van de medewerkers vragen om dat te verwijderen.
Mevrouw Van Steenberge, u mag opnieuw beginnen. (Opmerkingen van de heer Lode Vereeck)
Ik heb hier de orde van de vergadering, mijnheer Vereeck, niet u. En daarmee basta! Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, na de enorme stunt van de heer Vereeck, die nu extra aandacht heeft gekregen dankzij de voorzitter, heb ik een vraag voor de minister. Minister, u hebt een aantal dromen over het onderwijs, en dat moet kunnen, maar uw dromen realiseren, is mijns inziens toch wat aan de moeilijke kant. U hebt onder andere de droom van gelijke kansen binnen het onderwijs en de sociale mix. Begrijp me niet verkeerd, ik heb niets tegen gelijke kansen binnen het onderwijs. Maar de manier waarop u dat wilt bereiken, daarover verschillen we van mening. Blijkbaar krijg ik nu ook gelijk van een studie.
Wat ik al jaren zeg, wordt nu bevestigd door die studie: ondanks alle middelen die u in gelijke kansen stopt, blijkt dat toch niet te lukken. Ondanks het nieuwe Inschrijvingsdecreet, dat meer een inperking is van de keuzevrijheid van ouders om hun kinderen in scholen in te schrijven, blijkt dat die sociale mix toch niet te realiseren is.
Ik citeer uit de studie: Gemengde scholen moeten de cultuur van hun allochtone leerlingen niet uitdragen. Als ze dat wel doen, zullen autochtone ouders wegblijven en glijden ze af tot een concentratieschool. Het is desastreus voor scholen om zich te presenteren als multicultureel. Autochtone ouders associëren dat met een lage kwaliteit. Dat moeten de instellingen vermijden door zich naar buiten toe zo traditioneel en Vlaams mogelijk voor te stellen. Maak van het Nederlands bijvoorbeeld de enige taal op school.
Vooral dat laatste punt heeft mijn aandacht getrokken, minister. U zet heel wat middelen in om die sociale mix te bereiken. Ik ben daar niet zon grote voorstander van. Ik heb ook niets tegen concentratiescholen, want sommige concentratiescholen zijn veel beter dan gemengde scholen. Sommige van uw partijgenoten vinden dat de thuistaal voor vreemdelingen ook gepromoot zou moeten worden op scholen. Het is belangrijk dat de Nederlandse taal en de Vlaamse cultuur, gewoonten en cultuur behouden worden binnen de scholen. Welke gevolgen trekt u uit die studie, die u ongetwijfeld gelezen hebt?
Minister Smet heeft het woord.
Ik heb die studie niet gelezen, mevrouw Van Steenberge. Ik heb het ook in de krant gelezen, net als u. Ik neem aan dat u die studie ook niet gelezen hebt. U stelt uw vraag op basis van een krantenartikel. Nu, die studie zal wel gelezen worden. Het is een studie van een gedragswetenschapper. Wat hij zegt, is op zich niet spectaculair. Als je een school op een bepaalde manier profileert, komt dat niet overeen met het denkpatroon van mensen, namelijk dat mensen Ik word afgeleid, voorzitter.
Mijnheer Vereeck, ik zie dat u opnieuw een mededeling hebt uitgehangen. Ik zal ook die laten verwijderen. U leidt ons af. Ik laat uw document in beslag nemen.
Nee, ik zwijg niet, mijnheer Vereeck. Minister Smet heeft het woord.
In de klas zou dat niet kunnen, hoor, mijnheer Vereeck. (Gelach. Applaus)
In de klas zou u dat niet mogen doen. Dan zou u strafstudie krijgen. (Gelach. Applaus)
Voorzitter, eigenlijk is dat toch maar weinig collegiaal van de heer Vereeck. Ik probeer hier ernstig aan politiek te doen, zoals ik dat meestal probeer. Iemand die ezelsoren verdient, stuurt de boel hier in de war. Ik vind dat niet serieus tegenover mij en tegenover u. (Applaus)
Doen we nu voort of niet?
Mijnheer Vereeck, mede gesteund door mevrouw Van Steenberge vraag ik u om dat onmiddellijk te verwijderen. Mag ik u vragen om dat onmiddellijk te verwijderen?
Wil iemand dat in opdracht van mij verwijderen? Anders doe ik het zelf wel.
Nee, mijnheer Vereeck, u hebt voldoende andere mogelijkheden in dit parlement. Het moet er hier wat serener aan toe gaan. Als u graag een show wilt opvoeren, moet u dat buiten doen.
Voorzitter, ik herhaal dat mensen soms een vooroordeel hebben en ervan uitgaan dat scholen met veel anderstalige of gekleurde kinderen geen goede resultaten behalen. Dat is niet zo. Die correlatie bestaat niet. Het bevestigt echter wel het gedrag van mensen.
Wat ik vooral onthouden heb uit het persartikel op basis van de studie is dat je, als je dat als school weet, er een beleid naar moet voeren. Het is niet alleen mijn droom of wens, maar het is het redelijk verstand dat zegt dat de school een weerspiegeling van de samenleving moet zijn, ook al betekent dat dat er in steden vaak concentratiescholen zullen zijn. In het schoolbeleid, in de manier waarop je je als school positioneert, moet je daar bijzondere aandacht aan besteden.
Mevrouw Van Steenberge, u hebt eigenlijk twee vragen gesteld. Ik wil heel duidelijk antwoorden op uw eerste vraag. In Vlaanderen en Brussel is de instructietaal in Nederlandstalige scholen het Nederlands. Per definitie staat het Nederlandstalige, open karakter van de school voorop. Hoe dat wordt ingevuld en hoe er wordt omgegaan met andere kinderen, is een andere zaak. Het is niet omdat je een open school bent, openstaat voor andere culturen en kinderen daarmee leert opgroeien, dat je per definitie geen Vlaamse school meer zou zijn, integendeel. Vlaanderen is een kleine regio in een grote wereld. We hebben er alle belang bij dat, in een wereld waarin 80 procent van de kinderen opgroeien in steden en dus met andere culturen in contact komen, ook onze Vlaamse kinderen dat leren via onze scholen.
Minister, het gaat over mensen die het idee hebben dat bepaalde scholen niet goed zijn. Ik vind dat we rekening moeten houden met die mensen, want hun kinderen gaan ook naar die scholen.
Ik heb er niets op tegen open te staan voor andere culturen. De laatste jaren is het beleid er echter vooral op gericht om de vreemdelingen te knuffelen en om het hun zo gemakkelijk mogelijk te maken. Om te tonen dat we respect hebben voor hun cultuur, wordt die cultuur bijna in de plaats van de onze gesteld. Daar hebben de mensen problemen mee.
We zullen pas respect krijgen van de vreemdelingen als we respect hebben voor onze eigen identiteit en cultuur. Dat is volgens mij de conclusie van die studie: we moeten meer respect hebben voor onze eigen identiteit en meer met fierheid uitdragen dat we Vlaamse scholen zijn en dat we van de vreemdelingen die naar onze Vlaamse scholen komen verwachten dat ze zich integreren en zich gedragen naar onze normen en zeden. Dat is voor mij de voornaamste conclusie. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Vanderpoorten heeft het woord.
Minister, door deze berichtgeving is er misschien wel een misverstand gecreëerd. Het gaat inderdaad om een beschrijving van het gedrag van mensen. Ik weet dat er heel wat studies zijn die bewijzen dat multiculturele en gemengde scholen net heel goede scholen zijn en dat die een heel grote leerwinst kunnen creëren.
Ik vraag me af of het niet zinvol zou zijn om de conclusies van die studies ook eens te belichten. Bent u daartoe bereid, minister?
Mevrouw Pehlivan heeft het woord.
Mevrouw Vanderpoorten heeft perfect verwoord wat ik ook wil zeggen. Naast deze studie zijn er nog tal van andere studies die aantonen dat multiculturaliteit een rijkdom is, ook voor Vlaamse kinderen. Het gaat om Vlaamse scholen maar de realiteit is dat die scholen gekleurd zijn, wat eigenlijk ook een rijkdom is. Die rijkdom blijkt uit meerder studies. Die scholen kunnen heel goed presteren. We moeten de realiteit niet verbergen, integendeel, we moeten ermee leren omgaan. Ik sluit me aan bij mevrouw Vanderpoorten om die verschillende studies naast elkaar te leggen en de meerwaarde van multiculturele scholen duidelijk te maken.
Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Ik heb het artikel ook gelezen. Het gaat over Vlaamse scholen. Het is echter niet onlogisch dat die scholen de Vlaamse traditie en cultuur in zich dragen. Dat is een gegeven, los van de vraag of die school kleurrijk is. Daarbij is elke school gastvrij en heeft zij respect voor anderen.
Wat die andere studies betreft, is al uitgewezen dat die kleurrijke scholen goede scholen zijn.
Het Nederlands is uiteraard prioritair in die scholen als instructietaal Dan lijkt het me ook logisch dat het Nederlands wordt gebruikt om les te geven. Het is trouwens een mogelijkheid tot integratie.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Minister, ik raad u aan die studie eens te lezen. Ik neem aan dat u weinig tijd hebt. Het gaat om een doctoraat, een niet-gestuurde studie. Veel van die andere studies zijn door het departement betaald en daar geldt toch een beetje het spreekwoord: Who pays the piper, calls the tune. Dit is echter een onafhankelijke studie.
In die studie staat centraal dat een school die zich affirmeert als een Vlaamse kwaliteitsschool, betere resultaten oplevert, zowel voor de allochtone als voor de autochtone kinderen. Het is voor een school belangrijk zich op die manier te afficheren en niet als een mengelmoesschool met hoofddoeken waar alles zon beetje door elkaar wordt gehaald. Dan glijdt men af naar een concentratieschool en dat is niet goed voor de integratie van de allochtone leerlingen. Bovendien wordt in de studie verwezen naar een heel praktisch voorbeeld, met name het Leonardo Lyceum in Antwerpen, dat er als Vlaamse kwaliteitsschool heel goed in geslaagd is enorm veel etnische diversiteit te laten valoriseren.
Mevrouw Van Steenberge, ik heb de executive summary van het doctoraat gelezen. Daarin wordt gepleit voor een sociale mix, maar voor een andere financiering voor de bevordering van de sociale mix.
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Mevrouw Van Steenberge, u dacht een studie te hebben gevonden die uw ideologie onderschrijft maar u hebt het mis. Ik heb die studie grondig gelezen en daar met de onderzoekers over gecommuniceerd. Men wil inderdaad de mechanismen begrijpen in de perceptie van een school bij een bepaald publiek. In een mail antwoorden ze: We willen hen namelijk tonen dat er alternatieven zijn voor het zich gewoon conformeren aan de dominante monoculturele normen. Uiteindelijk willen zij dus hetzelfde. Ze willen meer diversiteit op school en gaan na hoe de perceptie kan worden gekeerd om dat vandaag in Vlaanderen aanvaardbaar te maken. Ze willen meer diversiteit en ze willen inzetten op thuistaal om het Nederlands beter te begrijpen. Uw verhaal, mevrouw Van Steenberge, klopt absoluut niet.
Ik heb ook een beetje de indruk dat u de studie probeert te gebruiken zonder ze gelezen te hebben, mevrouw Van Steenberge. (Opmerkingen van mevrouw Gerda Van Steenberge)
Ik heb ze ook nog niet gelezen. We zullen in de toekomst, als we ze allebei lezen, weten wat het is. Ik denk dat mevrouw Meuleman ik zou bijna zeggen voor één keer gelijk heeft dat je moet oppassen wat de uitgangspunten zijn. Het gaat hier om een gedragswetenschappelijke studie, namelijk het gedrag van mensen in bepaalde situaties. Je weet dat je dat gedrag kunt beïnvloeden door het beleid. Die gedragswetenschapper zegt dus dat je rekening moet houden met die gevolgen in je schoolbeleid. Dat is de conclusie.
Mevrouw Vanderpoorten en mevrouw Pehlivan, u vraagt om de andere studies bekend te maken. Ik denk dat die ook verschijnen in de kranten. Ik bepaal, gelukkig maar, niet het redactionele beleid van de kranten. In een democratie functioneert dat zo. Maar ik denk dat dat voldoende aan bod komt. Het klopt dat die studies genuanceerd zijn. Je zult altijd wel een studie in de ene of de andere richting vinden, maar de rode draad in al die studies is toch duidelijk.
Professor Bouckaert, ik vind dat u nogal straffe taal spreekt. Meteen weten wij ook: als u dingen publiceert met een opdrachtgever, zijn die niet neutraal. U zegt dat wie betaalt, de lijn bepaalt. Zo werken wij in Onderwijs niet. Wij werken via de hoogste kwaliteitsnormen. Ik vind dat u ten opzichte van uw collegas, universitairen, academici, een straffe uitspraak hebt gedaan vandaag. Als wij een onderzoek lanceren, zouden wij vanuit het departement Onderwijs de inhoud en het resultaat van die studies bepalen? De uitspraak die u hier hebt gedaan, getuigt van een ongelofelijk misprijzen ten opzichte van uw collegas. (Applaus)
De studies die wij in Onderwijs bestellen, zijn onafhankelijk. Soms komt het resultaat ervan ons uit, soms niet. Als het ons niet uitkomt, zullen wij ons standpunt aanpassen. Dat weet u intussen van mij. Zo functioneert het met onafhankelijke studies.
Samengevat, ik denk dat we ons beleid gewoon moeten voortzetten. Er is een heel brede consensus in dit parlement dat scholen in hun samenstelling een weerspiegeling van de samenleving moeten zijn. Wie gescheiden naar school gaat, zal later ook gescheiden samenleven. Je kunt dan zelfs niet van samenleven spreken, dat is segregatie. Of we het nu willen of niet, mensen die hier zijn en die ooit van elders gekomen zijn, zullen hun toekomst bij ons opbouwen. We hebben er alle belang bij dat ze daarbij goed onderwijs krijgen.
Mevrouw Van Steenberge, ik wil die mensen niet knuffelen. Ik vind dat het niet in hun belang is om ze te knuffelen. Daarom heeft deze regering, deze meerderheid in de talennota bijvoorbeeld beslist dat als kinderen geen of onvoldoende Nederlands spreken, ze verplicht extracurriculum bijkomend Nederlands zullen krijgen en extra inspanningen zullen moeten doen. Dat wil zeggen op een woensdagnamiddag misschien samen met de heer Vereeck dan. Nu het beeld proberen te scheppen dat wij dat niet belangrijk zouden vinden en maar laten doen, klopt niet.
We zetten ons beleid dus verder, met gemengde scholen waar het kan. Als er in steden concentratiescholen komen, zullen we met bijzondere technieken moeten zorgen dat die kinderen goed worden opgeleid, om ze een toekomst te geven die ze verdienen. Het talent van elk kind moet worden verkend en herkend, niet enkel in het belang van het individuele kind, mevrouw Van Steenberge, maar ook in het belang van de samenleving, die daardoor rijker wordt.
Minister Smet, die laatste opmerking is weer een van uw truken, alsof ik het recht op onderwijs voor ieder kind, voor ieder individu, niet zou appreciëren of niet hoog in het vaandel zou dragen. U weet heel goed dat dat voor mij wel zo is.
Mevrouw Meuleman, ik heb de studie niet gelezen en ik heb dat ook gezegd. Ik heb daar geen tijd voor, want ik besteed mijn tijd vooral in de commissie Onderwijs, om daar constructief mee te werken aan voorstellen of, als het nodig is, oppositie te voeren. Meestal zit ik daar.
Uiteraard is de instructietaal binnen de scholen het Nederlands in het Vlaamse onderwijs. Daar ging het niet om. Het ging om het gebruik van het Nederlands in de school, niet als instructietaal, maar door de leerlingen onder elkaar. Daar ging het ook over, in het algemeen.
Het gaat inderdaad om een studie gedragswetenschappen. Nu zegt u: wij als beleidsmakers moeten het gedrag van de mensen in een bepaalde richting duwen. De studie zegt iets anders: dit is het gedrag van die mensen en wij als onderwijsmensen en scholen moeten ons aanpassen aan het gedrag van die mensen. Dat is net omgekeerd. Niet het gedrag van de mensen die fout zijn moet worden aangepast, maar de school moet zich wel aanpassen aan het gedrag van de mensen.(Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.