Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het ontwerp van decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik kan vrij kort zijn, aangezien hierover in de commissie al een uitvoerig debat heeft plaatsgevonden. Het ontwerp van decreet is vrij logisch. Het is een aanpassing aan de Algemene Groepsvrijstellingsverordening van de Europese Unie. Op zich is daar weinig discussie over. Het was noodzakelijk dat er een uniforme rechtsgrond kwam voor alle subsidiemaatregelen. Mijn opmerkingen slaan dus niet op dat punt.
We hebben een aantal opmerkingen, waaronder twee belangrijke. Het ontwerp van decreet geeft de Vlaamse Regering een verregaande delegatie. Eigenlijk wordt vrijwel alles met betrekking tot de verdere uitwerking van de ondersteuningsmaatregelen overgelaten aan de wijsheid en de beoordelingskracht van de Vlaamse Regering. Dat is vrij verregaand.
Ook wordt in heel dit ontwerp de kans gemist om in te spelen op duurzaamheid en de vergroening van de economie. In het regeerakkoord stelt de Vlaamse Regering zelf dat ze wil inzetten op duurzaamheid en vergroening, enerzijds om nieuwe banen te creëren en anderzijds om onze economie competitief te houden. Dat betekent logischerwijze dat duurzaamheid mee in overweging wordt genomen in het verder werken aan een economisch ondersteuningsbeleid, in dat ontwerp. Ook de Minaraad heeft expliciet in zijn advies gevraagd dat duurzaamheid mee zou worden genomen als algemeen beginsel. Mijn fractie wil daarop inspelen. Ik heb dan ook een amendement ingediend op artikel 5. Dat artikel stelt: Er kan alleen steun worden verleend als die een stimulerend effect heeft. Dat mag wel wat ruimer. Wij stellen dat er ook een verduurzamend effect moet zijn, en dat er ook een vooruitgang moet zijn qua milieuresultaten. Ik hoop dat de regering en de meerderheid ons daarin volgen.
We hebben in totaal drie amendementen, waarvan er één louter betrekking heeft op definities. Ons andere inhoudelijke amendement gaat over de bedrijventerreinen. De Vlaamse Regering steunt het aanleggen van bedrijventerreinen, en terecht, maar ook dat beleid bevat zeer weinig duurzaamheidsaspecten. Eigenlijk is het enige aspect dat ter zake belangrijk is, de CO2-neutraliteit van de elektriciteitsvoorziening. Die moet dus CO2-neutraal zijn. Dat is het enige element dat echt hard wordt gemaakt.
Er wordt wel gevraagd om in een aantal plannen rekening te houden met ecologische aspecten: landschappelijke inplanting, duurzame maatregelen, enzovoort. Maar het enige wat echt hard wordt gemaakt, is de CO2-neutraliteit van de elektriciteitsvoorziening voor de bedrijven op het bedrijventerrein. Voor het overige zijn er geen duidelijke of echt concrete vragen. Bovendien zijn de zaken die worden gesubsidieerd, de vrij klassieke infrastructuurwerken. Daar zit geen enkele link met duurzaamheid.
In onze amendementen brengen wij naar voren dat er een aantal duurzaamheidscriteria moeten worden omschreven: zaken waarop men kan werken, bijvoorbeeld het spaarzaam en multifunctioneel of gemengd gebruik van de beschikbare ruimte, het beheer van tijdelijke natuur op bedrijventerreinen, collectieve inspanningen met betrekking tot energiebesparing, zuinig watergebruik, waterzuivering, enzovoort. Een aantal criteria zouden vernoemd mogen worden. Op basis van die criteria kan men dan ten aanzien van de bedrijventerreinen een duurzaamheidsprofiel bepalen, dat vervolgens de basis vormt voor verdere subsidiëring.
Het is absoluut noodzakelijk dat we inspanningen leveren ten aanzien van de ontwikkeling van bedrijventerreinen, maar als we dat doen, is het nog noodzakelijker dat we oog hebben voor duurzaamheid. De ruimte in Vlaanderen is beperkt en dus moeten we zeer zorgzaam omspringen met wat we ontwikkelen. Ik hoop dus dat de Vlaamse Regering en de meerderheid deze twee amendementen willen ondersteunen.
Mijnheer Watteeuw, handhaaft u twee of drie amendementen?
Er zijn er drie, maar het eerste amendement gaat over de definities.
De heer Penris heeft het woord.
Voorzitter, ik verontschuldig mij bij de vaste leden van de commissie Economie voor het feit dat ik niet heb deelgenomen aan hun ongetwijfeld interessante debatten. Mijn goede collega Johan Deckmyn vraagt mij om enkele bedenkingen te maken en het eigen amendement te verdedigen.
Van Groen zou ik willen weten wat wordt bedoeld met ethische doeleinden. Met dat begrip kan men natuurlijk alle richtingen uit. Voor wij onze steun geven aan een zo belangwekkend amendement, zou ik het begrip ethische geduid willen zien. Ook het begrip eerlijke wereldhandel zou mijnheer Watteeuw eens mogen verklaren. Wat is dat? Als niet-vast lid van de commissie Economie fascineert dat mij. Ik ben hier om te leren.
Wij hebben zelf een amendement ingediend om in artikel 40 van het decreet tussen het eerste en het derde lid een nieuw lid in te voegen. Dat zou als volgt luiden: In alle geval zal tot terugvordering van de steun worden overgegaan wanneer het ondersteunde bedrijf of de ondersteunde bedrijfstak buiten Vlaanderen gedelokaliseerd wordt. Er zal insgelijks tot terugvordering van de steun worden overgegaan wanneer het ondersteunde bedrijf of de ondersteunde bedrijfstak overgaat tot een vorm van collectief ontslag van alle of een deel van zijn werknemers, behoudens wanneer dit ontslag het rechtstreeks gevolg is van een openbare ramp of crisis zoals bedoeld in artikel 35.
Toen wij in de commissie Economie het debat voerden over Crown Cork en Bekaert, had ik de indruk dat de sp.a-fractie geen tegenstander was van dit principe, wel integendeel. Mijnheer Van Malderen, u zult zich dat herinneren. De betrokken woordvoerster is nu ergens anders. Zij heeft wellicht overleg met haar burgemeester. Maar zij had toen een goede insteek, die wij volledig konden ondersteunen. Zij vond ook dat bedrijven die stout zijn, eens ter verantwoording mogen worden geroepen en dat zij, wanneer zij misbruik maken van onze goedgunstigheid, daarop mogen worden afgerekend. Ik denk dat we dat met dit amendement hard kunnen maken.
Ik ga ervan uit dat minstens de sp.a-fractie deze visie zal ondersteunen. Haar woordvoerster, die vandaag niet in het halfrond aanwezig is, heeft immers tijdens de bespreking in de commissie Economie dat standpunt ingenomen, waarvoor ik haar overigens dank.
Ik denk dat ik de heer Penris al voldoende ken om te weten dat hij wel degelijk weet wat onder begrippen als ethiek en eerlijke handel moet worden verstaan. Ik hoop dit althans. Hij weet in elk geval dat dergelijke aspecten nog moeten worden geoperationaliseerd. Het begrip ethisch slaat op de ethiek, op een aantal belangrijke waarden. Het begrip eerlijke handel slaat op evenwichtige verhoudingen.
Uiteindelijk moet dit alles worden geoperationaliseerd. Er zijn een aantal mogelijkheden. De heer Penris kent ongetwijfeld bepaalde labels, zoals het fairtrade-label. Hij let daar tijdens het winkelen ongetwijfeld op. Dit is een manier om ethiek en eerlijke voorwaarden te operationaliseren. Daar gaat het natuurlijk om. De Vlaamse Regering moet dit nu nog in de uitvoeringsbesluiten opnemen.
Mijnheer Watteeuw, ik heb nog een vraag. Vindt u producten die in China door minderjarigen worden gemaakt een voorbeeld van ethische handel of bent u hiertegen?
Mijnheer Penris, ik ben tegen kinderarbeid en ik hoop van u hetzelfde.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik wist niet dat de heer Penris hier officieel de rol van examinator heeft gekregen. Ik wil echter graag ingaan op het debat dat we in de commissie hebben gevoerd. In tegenstelling tot wat de heer Penris net heeft beweerd, heeft geen enkele van onze fractieleden het amendement van het Vlaams Belang gesteund.
Ze hebben wel op iets anders gewezen. Ik zal daar straks allicht zelf nog wat dieper op ingaan. Als publieke middelen ten gunste van de economische ontwikkeling worden gebruikt, moeten we er altijd over waken dat die middelen correct en adequaat worden gebruikt. We wijzen er al jaren op dat dit belangrijk en noodzakelijk is.
De tewerkstelling is een van de doelstellingen die we willen vrijwaren. Indien een bedrijf beslist heel ingrijpende herstructureringen door te voeren, spreekt het voor zich dat we moeten onderzoeken in hoeverre dit bedrijf de engagementen adequaat en correct is nagekomen. Pacta sunt servanda. Dit werkt voor ons in twee richtingen.
Tot slot moet ik nog de vraag van de heer Penris beantwoorden. Dit is in feite meteen ook een stemverklaring. We denken dat dit punt het best op het niveau van de maatregelen zelf kan worden geregeld. Dit kan in individuele overeenkomsten contractueel worden vastgelegd. Ik moet hem dan ook teleurstellen: we zullen zijn amendement niet goedkeuren.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik heb het opgegeven Groen te begrijpen dat is een grapje. (Opmerkingen van de heer Filip Watteeuw)
Het gaat hier om de instrumenten die we van de Europese Commissie mogen gebruiken om onze economie in de vrije markt te ondersteunen. Het is heel belangrijk dat we erop letten dat we met onze directe omgeving, onze buurlanden en buurregios, op een level playing field kunnen concurreren. De Europese Commissie biedt ons de mogelijkheid veranderingen aan te brengen. Het beleid verandert regelmatig. Dat is zeker de voorbije jaren het geval geweest. De Europese Commissie mengt zich regelmatig meer in het economisch beleid. We moeten ons beleid dan ook aanpassen.
Dit ontwerp van decreet biedt ons het perfecte middel om hier op een flexibele wijze mee om te gaan. Het lijkt me dan ook heel belangrijk dit ontwerp van decreet te steunen. Het is enigszins cynisch dat Bekaert heeft bekendgemaakt 600 mensen op straat te willen zetten op de dag dat wij dit ontwerp van decreet in de commissie hebben besproken.
Ik sluit me aan bij wat de heer Van Malderen over de terugvordering van overheidssteun heeft verklaard. We moeten er vooral op letten dat we op voorhand, voor we een convenant afsluiten om steun aan bedrijven toe te kennen, duidelijke criteria vooropstellen. Indien een bedrijf zich hier niet aan houdt, moeten we kunnen ingrijpen. Het betreft hier een contract, een burgerrechtelijke overeenkomst. Indien een bedrijf zich hier aan houdt, moeten we ingrijpen. Hetzelfde geldt voor de overheid. Indien de overheid zich niet aan de overeenkomst houdt, is ze ook aansprakelijk voor haar daden.
Op zich mag dat geen ondermijning zijn van het investeringsklimaat. We moeten zorgen dat de steun die toegekend wordt, wordt toegekend met duidelijke vooraf afgesproken voorwaarden.
Minister, over het volgende kreeg ik graag wat meer uitleg. De strategische investerings- en opleidingssteun zal in het kader van de begrotingscontrole worden hervormd. Past het nog steeds in dit systeem? Het viel immers onder het ondersteuningsbeleid. Ik zie u knikken, dus ik neem aan van wel.
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Voorzitter, collegas, dit ontwerp van decreet wordt door ons als vrij technisch beschouwd omdat er een aantal aanpassingen worden gedaan die ervoor zorgen dat we binnen de Europese markt het level playing field zo goed mogelijk vorm geven. Wij hebben geen probleem met de voorgestelde aanpassingen.
We zullen de amendementen van de oppositie niet steunen. De amendementen van Groen hebben het over werken aan duurzaamheid en verduurzaming. We vinden dat er ruimte voor is en dat er verbetering mogelijk is, maar Groen probeert duurzaamheid heel eng in te vullen. Duurzaamheid gaat uiteindelijk toch over de drie ps: people, planet, maar ook profit. Ik vind in de amendementen geen enkele aanzet voor hoe Groen ervoor zorgt dat bedrijven ook nog winst kunnen blijven maken. Groen verengt het begrip heel fel en probeert zeer dirigistisch uit te schrijven wat die verduurzaming dan moet zijn. Wij vinden dat een minpunt om te werken aan een economisch ondersteuningsbeleid. Daarom zullen we die amendementen niet goedkeuren, maar we hebben wel een heel grote sympathie voor het vergroenen van de economie en zeker voor het inbrengen van duurzaamheid maar dan gaat het voor ons over de drie ps. Ik vind dat er een overwicht is voor leefmilieu en planet, maar het gaat ook wel degelijk over people en profit. Voor die profit hebben we het decreet nodig en treden we in het level playing field. Bij Groen vinden we geen enkele intentie dat er ook nog aan profit mag worden gewerkt.
Wat het amendement van het Vlaams Belang betreft, denken we dat het kader vandaag wel degelijk toelaat dat men steun aan bedrijven toekent, maar dat het geen vrijblijvende steun is. Als ze hun engagement op een bepaald moment niet kunnen nakomen, kan de overheid die steun ook herroepen. Het Vlaams Belang wil het eerder als een soort stok nog eens in het decreet inschrijven. Soms moeten bedrijven een deel van hun productie uitbesteden, herstructureren of collectief ontslag geven. Soms doen ze dat om nog een deel van de productie hier te houden. Wij vinden niet dat men nu al op een penaliserende toon moet neerschrijven dat alles herroepen wordt als men zulke dingen doet. Het is geven en nemen. Als men met een bedrijf rond tafel zit en men kijkt naar opleidingssteun en investeringssteun, denk ik dat er vandaag voldoende manieren zijn om dat op een goede manier te doen.
We zullen dus het ontwerp van decreet goedkeuren, maar niet de amendementen.
Mevrouw Ceysens, ik denk dat u de amendementen niet volledig hebt gelezen en dat u ze niet bekeken hebt in samenhang met het ontwerp van decreet.
Het ontwerp van decreet zegt in artikel 5 dat er steun wordt verleend als er een stimulerend effect is. Het ontwerp van decreet is vrij klassiek en uw bekommernissen zitten er al in. U zegt dat u bezorgd bent om de derde p, planet, dan mag u die daar ook inbrengen.
Er wordt gevraagd om spaarzaam om te gaan met beschikbare ruimte voor bedrijven en er wordt gepleit voor multifunctioneel of gemengd gebruik. Bij dat spaarzame hebben bedrijven ook profijt. Als we zorgzaam omgaan met de ruimte die we hebben voor bedrijven, hebben we in de toekomst ook nog bedrijventerreinen. Als we verder doen zoals we nu nog vaak bezig zijn, zal die ruimte schaars worden en dus duurder.
De duurzaamheidscriteria hangen dus samen met de andere ps waarom u zo bezorgd bent. Een collectieve inspanning op het vlak van energiebesparing, daar kunt u toch niet tegen zijn? Dat is ook goed voor de profit. Ik begrijp dus niet waarom u zegt dat het enkel gericht is op planet: het gaat samen. Als ik artikel 5 aanpas, schrap ik dat stimuleren niet. Ik schrijf: stimuleren en verduurzamen.
Ik begrijp uw kritiek niet. Ik roep u op, als u dan toch zo bezorgd bent om de planet, om dit te steunen.
Ik moet zeggen dat ik zelf ook nooit begrepen heb waarom men op bedrijventerreinen niet veel meer in de hoogte mag werken. Dat is totaal achterhaald. Er was een tijd dat men op bedrijventerreinen enkel in de lengte en de breedte mocht bouwen. Mijnheer Watteeuw, er is vaak veel groen op bedrijventerreinen, maar er is niet altijd heel zorgzaam met ruimte omgesprongen. Voor mijn part mag daar heel veel in veranderen, maar ik vind uw amendementen te dirigistisch. Voor mij moet dat zo niet.
Ik wil dat er een nieuwe visie kan komen, om er anders mee om te gaan en dat is duurzamer. Ik begrijp absoluut niet dat we op bedrijventerreinen niet al veel langer veel meer in de hoogte werken. Maar door uw amendementen in combinatie met het ontwerp van decreet nemen de impact en het dirigistische enkel toe en daar houden wij uiteraard niet van. Dat is uitvoerend werk. Wij zijn vragende partij om dingen te veranderen op die bedrijventerreinen, om precies de duurzaamheid ten goede te komen, in verband met collectieve energie, hoger bouwen en dergelijke. Wij zijn vragende partij dat men daar de creativiteit de vrije loop laat. Maar in uw amendementen wordt het erg dirigistisch en daar hoeden wij ons voor.
Mevrouw Ceysens, in de amendementen die wij hebben ingediend, hebben wij onze bekommernissen geschreven. We hebben aangegeven waar wij een aanpassing zouden willen, bijvoorbeeld duurzame inrichting of renovatie van bedrijventerreinen. In het amendement hebben we dat verwoord in criteria. Maar uiteindelijk staat er heel duidelijk, net zoals voor alle andere steunmaatregelen in dit ontwerp van decreet, dat dit gebeurt onder de voorwaarden vermeld in het decreet en de uitvoeringsbesluiten. Het moet nog verder worden uitgewerkt. Het zijn enkel bekommernissen. Ik zie niet in wat er dirigistisch is aan het formuleren van bekommernissen.
Ik wil reageren op een uitspraak van mijn goede collega Diependaele.
Het gaat over het economisch ondersteuningsbeleid. Mijnheer Diependaele, u hebt ons meegedeeld dat dat wordt gevat in een burgerrechtelijk contract. Ik wil wel, maar dat is natuurlijk een echte Voka-visie. Mijnheer Diependaele, u bent nog jong, ik ben iets ouder. Ik ben misschien iets linkser dan u. (Rumoer)
Het gaat hier over overheidsgeld dat ter beschikking wordt gesteld van sommige zelfstandige ondernemers. Dus vind ik, zonder dirigistisch te zijn, dat de overheid bepaalde voorwaarden aan die overheidssteun mag koppelen. Als bedrijven misbruik maken van die overheidssteun, moeten en mogen wij die bedrijven ter verantwoordelijk kunnen roepen. Niet meer, niet minder!
Mijnheer Penris, dat vind ik heel flauw. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat het van belang is om op voorhand duidelijke voorwaarden te stellen, zodat je dat zeker investeringsklimaat, die rechtszekerheid, voor zowel de overheid als de bedrijven, kunt behouden en verzekeren. Mocht u het niet begrepen hebben: op voorhand zorgen voor duidelijke voorwaarden zodat beide partijen in het contract weten waaraan ze zich moeten houden. Als u wilt, kan ik u er straks nog een tekeningetje bij maken.
Minister Lieten heeft het woord.
Mijnheer Penris, ik wil u geruststellen. Wat u zegt, bestaat. Artikel 40 van dit ontwerp van decreet stelt: De Vlaamse Regering wordt gemachtigd om de gevallen van terugvordering te bepalen. En dus is ze gemachtigd om op voorhand het kader te bepalen wanneer men kan terugvorderen.
Ik herinner u aan het geval van BASF. Toen heeft de minister-president hier verklaard dat onder andere de toegekende opleidingssteun voor een bepaald project werd opgeschort, en dat hij zou bekijken hoe hij daar verder mee zou omgaan. Hij had toen al die mogelijkheden. Ikzelf heb ook die machtiging voor IWT-steun (Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie). Het IWT heeft de nodige rechtsgronden om, indien een subsidie is toegekend voor een bepaald project en het project wordt geherlokaliseerd of het gaat niet door, die terug te vorderen.
Wij hebben als overheid dus die bevoegdheid. Daar wordt zorgzaam mee omgegaan. Dat wordt nu doorgetrokken in dit ontwerp van decreet, zodat de Vlaamse Regering daar verdere normering rond kan doen.
Mijnheer Watteeuw, ik kom tot uw aandachtspunten. De Vlaamse Regering heeft zich daar ook over gebogen. De minister-president heeft vorige week nog, naar aanleiding van de besprekingen van het bijblad bij de begroting, gezegd dat hij na goedkeuring van dit ontwerp van decreet verder een regelgevend kader wil opstellen, waardoor de investeringssteun meer gefocust zal worden op innovatieve kmos en bedrijven die duurzame technologieën op de markt brengen. In die zin kunt u vertrouwen hebben. Wij hebben ons daarover akkoord verklaard binnen de regering. De minister-president zal het beoordelingskader in die richting verder uitwerken.
Dit is een ontwerp van kaderdecreet, en ik merk dat heel veel collegas, vooral die van de oppositie, dat kader graag zelf zouden invullen. Dat is niet de bedoeling. Het ontwerp van decreet biedt een basis voor het economische ondersteuningsbeleid zoals we dat in Vlaanderen vorm willen geven. Het stelt ons in staat om flexibel in te spelen op de Europese limieten die ons op dat vlak zijn gesteld. De uitwerking daarvan zal uiteraard moeten gebeuren in besluiten van de Vlaamse Regering.
Daarbij zitten, mijnheer Watteeuw, een aantal belangrijke elementen rond bijvoorbeeld duurzaamheid, die terug te vinden zijn in het nieuw industrieel beleid, zoals vastgelegd door deze regering en ondersteund door dit parlement. Die elementen zullen daar de leidraad vormen voor het tot stand brengen van het economisch ondersteuningsbeleid en van die besluiten. Daar zit bijvoorbeeld de vergroening van onze economie heel duidelijk in inbegrepen.
Als ik uw invulling van die vergroening zie in uw amendementen, mijnheer Watteeuw, denk ik dat daar op bepaalde punten toch een iets te enge interpretatie wordt gehanteerd van vergroening en van duurzaamheid, zoals wij het bedoelen in ons beleid.
Aan de collegas van het Vlaams Belang wil ik zeggen dat we uiteraard steun zullen terugvorderen die niet rechtmatig wordt gegeven. We geven immers nooit blind steun. Dat gebeurt nu al, en de rechtsbasis daarvoor wordt in artikel 40 van dit ontwerp van decreet gegeven. Ik ga ervan uit dat de regering er bij de invulling van deze besluiten voor zal zorgen dat niemand steun krijgt die hij niet verdient.
Collegas, het debat is vandaag al veel langer, breder en veel meer in detail gevoerd dan in de commissie. Wie er het verslag op naleest, zal merken dat het toen een zeer gebald debat was, omdat er vrij grote overeenstemming was over de inschatting van dit ontwerp van decreet, namelijk een kaderdecreet. Dat is niet nieuw of uitzonderlijk. Het is inderdaad een technisch ontwerp van decreet, maar toch denk ik dat dit een zinvol debat is in de plenaire vergadering, omdat elk van de insteken inspiratie kan leveren aan de Vlaamse Regering voor de concrete invulling van het kader.
De timing, maar ook het middel van het kaderdecreet, bieden toch wel een aantal opportuniteiten. We passen ons hier aan aan de Europese regelgeving, maar door voor een kaderdecreet te kiezen, zijn we nog altijd in de mogelijkheid om flexibel in te spelen op steeds sneller wijzigende economische omstandigheden.
Niet langer dan een week geleden minister Lieten heeft er al naar verwezen heeft de Vlaamse Regering in het kader van de begrotingscontrole effectief een aantal bakens uitgezet om de koers enigszins te wijzigen richting duurzame transformatie van onze economie, volledig in lijn met het nieuwe industriële beleid en invulling gevend aan dat beleid. De reële impact die wellicht op zijn beurt, bij tijd en wijle, zal moeten worden bijgestuurd zal pas duidelijk worden na de concrete uitvoering door de Vlaamse Regering. Wij vragen dat hier op gezette tijdstippen de nodige transparantie wordt gecreëerd ten aanzien van het parlement zodat we het debat erover kunnen organiseren.
Ik wil er voor mijn fractie nog een tweetal bijkomende elementen aan toevoegen. Voor ons is het essentieel dat we een twee-eenheid hebben, een elkaar versterkend krachtenkoppel met aan de ene kant de transformatie naar een duurzame economie die de uitdagingen van de toekomst aankan en aan de andere kant een economie die arbeid creëert. Dat betekent dat we de schaarse middelen heel selectief zullen moeten inzetten. Dat is niet dirigistisch; dat is wel een goede organisatie zodat we op een maatschappelijk verantwoorde manier de schaarse middelen kunnen inzetten in functie van de uitdagingen. Het spreekt dan voor zich dat we dan gaan waken over de concrete toepassing. Ik denk dat we daar een kamerbrede consensus over hebben. Dit kan geen blanco cheque zijn. Pacta sunt servanda. Dat werkt in de twee richtingen.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1411/1)
De artikelen 1 en 2 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 3. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1411/5)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
Artikel 4 wordt zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement tot vervanging van artikel 5. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1411/5)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
De artikelen 6 tot en met 26 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement tot vervanging van hoofdstuk 7, dat bestaat uit de artikelen 27 tot en met 29. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1411/5)
De stemmingen over het amendement en over de artikelen worden aangehouden.
De artikelen 30 tot en met 39 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement op artikel 40. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1411/4)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
Artikel 41 wordt zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.