Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Vereeck bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, mijn fractie betreurt dat wij niet in de mogelijkheid zijn om een actualiteitsdebat te kunnen voeren over de uitspraken van minister Muyters in een mail.
U weet dat er maandag door meerderheid en oppositie een interpellatieverzoek van Open Vld is goedgekeurd. Intussen is er dinsdag vanwege diezelfde Open Vld een verzoek gekomen om een actualiteitsdebat te voeren. Voortschrijdend inzicht: intussen heeft natuurlijk wel iedereen begrepen dat het niet om de belasting op de inverkeerstelling (BIV) gaat, maar wel om de aantasting van de werking van onze parlementaire democratie. In die zin is het natuurlijk een onderwerp dat iedereen aanbelangt.
Het is vreemd dat dit actualiteitsdebat dat alle oppositiepartijen verenigd steunen, geen doorgang vindt. Ik begrijp de beslissing die is genomen dan ook niet goed.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Voorzitter, we hebben vanmorgen in de commissie een goed en scherp debat gehad, maar dat neemt niet weg dat het beter hier had plaatsgevonden. Minister Muyters heeft impliciet de instrumenten die ter onzer beschikking staan, in vraag gesteld. Hij heeft eigenlijk gevraagd of die wel zinvol door het parlement worden gebruikt. Ik denk dat een debat op zijn plaats was en dat het alle parlementsleden aanbelangt. Het is jammer dat dit niet kon.
Terwijl we debatteerden in de commissie, bleven de dieseldampen omhoog kringelen en raakt de BIV niet opgelost, maar het had nu moeten gaan over de manier waarop minister Muyters met het parlement omgaat.
De heer van Rouveroij heeft het woord.
Voorzitter, Open Vld heeft gisteren inderdaad gevraagd om in dit halfrond een actualiteitsdebat te kunnen houden over het mailverkeer van minister Muyters met een burger. Uit dat mailverkeer blijkt dat de betrokken minister niet alleen leugenachtige verklaringen aflegt, maar daarenboven ook met misprijzen spreekt over het parlement. In die zin is de hele parlementaire gemeenschap betrokken, niet alleen de parlementsleden die vanmorgen in de commissie aanwezig waren. We vonden het dan ook passend om het thema in de plenaire vergadering te kunnen uitpraten.
Uitgesteld is niet afgesteld. Open Vld heeft vanmorgen, gesteund door Groen en LDD, een motie van wantrouwen ingediend. Volgende week zullen we het opnieuw hebben over dit thema.
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, alhoewel het Vlaams Belang niet de kans heeft gehad om de motie van wantrouwen van de andere oppositiepartijen mee te ondertekenen, zijn wij uiteindelijk als oppositiepartij loyaal genoeg om het protest van de andere partijen te steunen. Voor ons gaat het niet over de kleur van de partij, maar wel over de inhoud van het protest. Dat protest is terecht en is hier ook al verwoord.
Voorzitter, ik vind het spijtig dat u als voorzitter het belang van het parlement niet laat primeren op het belang van de regering. Ik heb de indruk dat de minister beschermd wordt, dat de minister uit de wind wordt gezet en dat men te allen prijze een debat in dit halfrond wil vermijden. Men reduceert het dan maar tot een debat in de commissie, met alle gevolgen van dien.
Maar goed, de kat komt weer. Dat zal het geval zijn naar aanleiding van de bespreking van de motie van wantrouwen, die volgende week tijdens de plenaire vergadering hoe dan ook aan bod zal komen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Dijck heeft het woord.
Voorzitter, dit parlement heeft de voorbije dagen zeer conform de beslissingen die het zelf heeft genomen, deze beslissingen uitgevoerd. De interpellatie die werd gevraagd, werd unaniem toegezegd en is gehouden. Blijkbaar doorkruist dat een aantal tijdslijnen en had men gehoopt dat dit niet zo snel zou gaan. Dit parlement moet zijn werkzaamheden voortzetten. Wij zullen zien of de motie al dan niet wordt ingediend. Ik heb er nog geen kennis van. Als ze wordt ingediend, zal ze besproken worden. Maar men moet niet om de haverklap het geweer van schouder veranderen. Men moet niet spreken van voortschrijdend inzicht. De interpellatie was aangevraagd, ze is goedgekeurd en ze kon vervolgens gehouden worden.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het is zoals de heer Van Dijck het zegt: wij hebben maandagmiddag met eenparigheid van stemmen beslist om de interpellatie door te verwijzen naar de commissie. Mijnheer Dewinter, wij hebben ze met hoogdringendheid geplaatst op de agenda van vandaag, om 9.30 uur. Ik heb gisteren op verzoek van de heer van Rouveroij, met wie ik trouwens contact heb gehad, de opdracht gegeven om alle zeven fractieleiders aan te schrijven. Mijnheer Dewinter, ik heb van zes van de zeven fractieleiders een reactie gekregen. Die van u heb ik vanmorgen om 9.10 uur gekregen. Ik vond het niet meer dan behoorlijk en getuigen van goed bestuur dat ik gisterenavond om 23 uur nog mijn beslissing heb meegedeeld. Ik heb dat trouwens met de aanvrager, de heer van Rouveroij, zo geregeld. Ik heb toen gezegd dat dit de uitslag van de stemming was: de N-VA, CD&V en sp. a zeiden neen. Ik kreeg een reactie van de heren Watteeuw, van Rouveroij en Vereeck. Van u, mijnheer Dewinter, heb ik geen reactie gekregen. Ik heb nochtans aan de drie leden van uw fractie die deel uitmaken van het Uitgebreid Bureau een mail gestuurd. U begrijpt ook wel dat ik per omgaande een antwoord moest hebben. Als u mij niet antwoordt, mij goed. U hebt deze morgen om 9.10 uur geantwoord.
Ik heb als voorzitter ook begrepen dat er en de heer Watteeuw bevestigt dat een sterk en goed debat gehouden is in de commissie, en dat verheugt mij. De opmerking dat andere volksvertegenwoordigers dat debat niet konden bijwonen, gaat, met alle respect, niet op. De commissie is deze voormiddag samengekomen om 9.30 uur. Alle 124 volkvertegenwoordigers konden perfect aan dat debat deelnemen. Er waren er 20 welgeteld aanwezig. U kon perfect aan dat debat deelnemen. Ik verwijs de rest van de discussie door naar het Uitgebreid Bureau. Hoe de verdere discussie zal verlopen, zal van u afhangen. Ik heb mijn rol als onafhankelijk voorzitter honderd procent gespeeld en ik neem hier, mijnheer Dewinter, niemand in bescherming.
Het incident is gesloten.