Verslag plenaire vergadering
Verslag
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet.
De door de commissies aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1326/17)
De artikelen 1 tot en met 30 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er is een amendement tot vervanging van artikel 31. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1326/19)
De stemmingen over het amendement en over het artikel worden aangehouden.
Er is een amendement tot invoeging van een artikel 31/1. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1326/19)
De stemming over het amendement wordt aangehouden.
De artikelen 32 tot en met 34 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen tot invoeging van een artikel 34/1 en een artikel 34/2. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1326/19)
De stemmingen over de amendementen worden aangehouden.
Er is een amendement tot invoeging in hoofdstuk 3, van een afdeling 2/1, die bestaat uit een artikel 34/3 tot en met een artikel 34/10. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1326/19)
De stemmingen over de amendementen worden aangehouden.
De artikelen 35 tot en met 72 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen op artikel 73. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1326/18)
De stemmingen over de amendementen en over het artikel worden aangehouden.
De artikelen 74 tot en met 81 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Er zijn amendementen op artikel 82. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2011-12, nr. 1326/18)
De stemmingen over de amendementen en over het artikel worden aangehouden.
De artikelen 83 tot en met 87 worden zonder opmerkingen aangenomen.
De heer Strackx heeft het woord.
Voorzitter, collegas, leden van de regering, toen de Studiecommissie Gewestbelastingen in verband met successie, schenkingen en onroerende goederen werd opgericht, was ik hoopvol, omdat ik dan toch niet al die jaren in de woestijn gepredikt had. Ik dacht dat er eindelijk een einde zou komen aan de onrechtvaardigheden in de Vlaamse fiscaliteit.
Maar, minister, naarmate ondertussen de maanden en jaren verstrijken, neemt mijn hoop gaandeweg af en begin ik te vrezen dat er enkel wat wijzigingen zullen komen in de marge, maar dat aan een aantal belangrijke problemen niets zal veranderen.
Een voorbeeld daarvan zijn de twee we moeten eerlijk durven zijn futiele wijzigingen aan het Wetboek van Successierechten die u via dit programmadecreet aanbrengt. Van het wegwerken van een kleine discriminatie tussen rijksinwoners en niet-rijksinwoners inzake kleine nalatenschappen, lag in Vlaanderen echt niemand wakker.
Ik weet wel dat u gaat zeggen dat het echte werk nog gaat komen. Ik ben benieuwd, want er zijn toch een aantal belangrijke rechtzettingen te doen. Minister, ik heb er hier bij wijze van amendement enkele ingediend. Die lijst is zeker niet limitatief.
Een aantal belangrijke onrechtvaardigheden zijn te vinden in de vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning. Deze regeling trad in voege op 1 januari 2007. Wij hebben van meet af aan gezegd dat deze regeling rammelde, al was het maar omdat nalatenschappen met eenzelfde waarde verschillend worden belast al naargelang hun samenstelling. Dat lijkt me toch wat eigenaardig.
Collegas, wie bijvoorbeeld geen gezinswoning bezit, betaalt successierechten op de volledige nalatenschap. Wie wel een gezinswoning bezit, betaalt minder successierechten, al naargelang het gewicht van de gezinswoning in die nalatenschap groter is. Dat lijkt ons al niet erg eerlijk.
Ook de definiëring van het begrip gezinswoning zelf zorgt voor discriminaties, minister. Behoudens enkele uitzonderingen mensen die in een rusthuis verblijven, bijvoorbeeld wordt enkel de woning waarin men gedomicilieerd is, in aanmerking genomen als gezinswoning. De vrijstelling van successierechten geldt dus niet voor partners die bijvoorbeeld bezig zijn een huis te bouwen of verbouwen, maar die er nog niet in wonen omdat het niet klaar is.
De vrijstelling geldt al evenmin voor partners die wel een woning bezitten, maar om beroeps- of andere redenen mevrouw Heeren heeft destijds nog de situatie van de militairen aangeklaagd ergens anders wonen. In onze ogen zijn dat tekortkomingen aan een decreet die misschien maar een klein aantal mensen treffen, maar toch op een zeer pijnlijke manier, naar aanleiding van een overlijden.
Een andere situatie die zich soms voordoet, is dat mensen hun gezinswoning verkopen om over financiële middelen te kunnen beschikken om een andere gezinswoning aan te kopen of om te bouwen. Als een van de partners dan overlijdt tussen het ogenblik van de verkoop van de oude gezinswoning en de aankoop van de nieuwe, bevat de nalatenschap alleen maar roerende goederen en wordt ze als dusdanig volledig belast met successierechten. Minister, dat wordt door de bevolking als zeer onrechtvaardig aangevoeld. Dat werd ook aangehaald op een hoorzitting met onder meer de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat.
U hoeft daarvoor niet te wachten op de studiecommissie, minister. Dat is een voorstel van decreet dat al heel lang is ingediend. Dat ligt nu ter stemming voor als amendement. U hoeft dus echt niet langer af te wachten. Het ligt klaar om ter stemming voorgelegd te worden.
Een tweede onrecht dat ik al sinds jaar en dag aanklaag, gaat over de meeneembaarheid van de registratierechten. Collegas, ik vind die meeneembaarheid echt een schitterend systeem. Het is veel te weinig bekend, maar de geestelijke vader van die meeneembaarheid van de registratierechten zit daar, in de persoon van mijn goede collega Frank Creyelman. Als er een patent zou bestaan op politieke ideeën, dan was dat er een van hem.
Nu staat er in de twee artikelen van het Wetboek der Registratierechten die de meeneembaarheid regelen, een zinnetje waar ik het van meet af aan moeilijk mee heb gehad. En dat zinnetje is: Aanvullende rechten die voor om het even welke reden op een aankoop werden geheven, zijn eveneens van de verrekening (of teruggave, al naargelang het artikel) uitgesloten. Dat om het even welke reden stoort mij. De toenmalige minister heeft die bepaling altijd verdedigd met de verwijzing naar fraude of poging tot fraude. Uiteraard mogen we fraudeurs niet belonen, maar er zijn ook gevallen waar mensen aanvullende rechten betalen, zonder dat er sprake is van fraude. Een voorbeeld daarvan zijn mensen die een woning kopen onder het stelsel van klein beschrijf en om allerlei redenen buiten hun wil om niet aan de domiciliëringsvoorwaarde kunnen voldoen of blijven voldoen. Ze moeten dan 5 procent aanvullende registratierechten en een boete betalen.
Minister, die boete is hun straf. Hoewel ze net als elke andere koper 10 procent registratierechten betaald hebben, mogen ze die 5 procent aanvullende rechten niet meenemen bij een eventuele volgende aankoop. Ze worden dus tweemaal gestraft. Nochtans dacht ik dat er zoiets bestond als non bis in idem en dat men dus geen tweemaal voor hetzelfde vergrijp zou mogen worden bestraft.
Net als de vorige minister wilt u dit niet wijzigen omdat u zegt plannen te hebben om een hele nieuwe regeling voor dat klein beschrijf uit te werken. Ik hoor dat intussen al jaren. Dit is geen reden om dit onrecht te laten voortduren.
De volgende problemen die ik opgelost zou willen zien, zijn de kwalijke gevolgen van het heffen van btw op bouwgrond. Sinds 1 januari 2011 moeten kopers van een sleutelklare woning of appartement op het grondaandeel 21 procent btw betalen in plaats van 10 procent registratierechten wanneer de aankoop tegelijkertijd gebeurt en grond en woning door dezelfde persoon of rechtspersoon worden verkocht. De meerkost voor de koper is echter nog groter dan 11 procent. Aangezien hij onder het btw-stelsel valt, kan hij niet genieten van de meeneembaarheid van registratierechten en ook niet van de vermindering van registratierechten voor starters, het abattement. Aangezien de bijkomende vermindering van registratierechten bij het aangaan van een hypothecaire lening, het zogenaamde bij-abattement, dom genoeg gekoppeld is aan het verkrijgen van het eerste abattement, zal hij ook daar niet van kunnen genieten.
Alles bij elkaar wordt de financiële pil voor de kopers van een sleutelklare woning of appartement toch wel heel bitter. Vlaanderen werd hier eens te meer in de wielen gereden door de Federale Regering. En we hebben hier destijds, voor 2009, ronkende verklaringen horen afleggen door de meerderheidspartijen van de vorige coalitie. Dit zou nooit doorgaan, hier zouden ze nu eens hun kop voor leggen, ze zouden de Europese Commissie hiervan overtuigen enzovoort. U herinnert het zich nog allemaal. Voorzitter, ook u hoorde bij diegenen die dit toen hebben bekampt.
Helaas, toen er moest worden gestemd in het federaal parlement keurden CD&V en Open Vld deze regeling zonder boe of ba goed. Het feit dat we nu met de btw-regeling zitten, mag voor de Vlaamse Regering geen aanleiding zijn om burgers op een ongelijke manier te behandelen. De Vlaamse koper mag niet de dupe blijven van de grillen van de Federale Regering. Het is betreurenswaardig dat deze Vlaamse Regering nog altijd niets heeft ondernomen om ervoor te zorgen dat wie een eerste woning koopt in het Vlaamse Gewest van dezelfde premies van de Vlaamse overheid zou kunnen genieten, of hij nu onder het stelsel van de registratierechten valt of onder het btw-stelsel.
Het hoort eigenlijk niet dat een minister officieel verkondigt dat de mensen maar de achterpoort in de wet moeten gebruiken. Vlamingen zijn plantrekkers, maar ik vind niet dat de overheid dat zelf moet promoten. De mensen moeten er maar voor zorgen dat de aankoop van grond en woning niet tegelijkertijd gebeurt of dat ze niet door dezelfde persoon of rechtspersoon worden verkocht. Wie dat niet doet, heeft pech of is te dom. Dat is niet de toon die een minister moet aanslaan.
Wat wij gedaan hebben met onze voorstellen van decreet die we nu als amendementen hebben ingediend, is eigenlijk uw werk. U beschikt daarvoor over een hele batterij aan specialisten. Wij hebben een initiatief genomen om ervoor te zorgen dat alle Vlaamse starters van onroerend goed van dezelfde aanmoedigingspremies in de zin van abattement en bij-abattement kunnen genieten.
Wij hebben ook een regeling uitgewerkt opdat de meeneembaarheid van registratierechten bewaard zou blijven, voor mensen die op een bepaald ogenblik een woning onder het btw-stelsel hebben gekocht.
Minister, volgens mij zijn het goed doordachte en goed uitgewerkte voorstellen, maar het is uw goed recht om ze niet goed te vinden. U hoeft onze voorstellen niet goed te vinden. Ik stel wel vast dat ze al een jaar lang stof liggen te vergaren en dat er vanuit de Vlaamse Regering enkel oorverdovende stilte komt, laat staan een tegenvoorstel.
Ten slotte, minister, wil ik nog even heel kort stilstaan bij mijn eerste amendement, bij de wijziging die u in artikel 56 van het Wetboek van Successierechten hebt aangebracht in het ontwerp van programmadecreet. Ik blijf erbij dat het geen goed decreetgevend werk is. Ik zou om dat aan te tonen eigenlijk het hele artikel moeten voorlezen, maar dan zal er niemand luisteren, want het is zeer technisch. Om het wat duidelijker te maken, heb ik het geïllustreerd met een voorbeeld.
Wat stond er eigenlijk in artikel 56? Oorspronkelijk stond er, vertaald in een voorbeeld: maandag eten we vis, dinsdag eten we vis, woensdag eten we vis, donderdag eten we ook, met dien verstande dat het dan vlees is. Dat stond er en dat was een formulering die steek hield. U maakt er nu van: maandag eten we vis, dinsdag eten we vis, woensdag eten we vis, donderdag eten we ook, met dien verstande dat het dan vis is. (Gelach)
Iedereen in dit halfrond begrijpt, minister, dat dit nergens op slaat en dat de hele zinsnede met dien verstande daar niet op zijn plaats staat en zou moeten worden weggelaten. Ik begrijp niet hoe het mogelijk is dat u met al uw specialisten dat zo voor eeuwig en drie dagen in dat wetboek laat opnemen. Ik ben het ondertussen al gewoon, maar ik blijf het een triestige mentaliteit vinden dat de regering weigert ook maar iets aan te nemen van een parlementslid van de oppositie, zelfs al heeft hij gelijk en gaat het maar over een tekstaanpassing.
Minister, daarmee is het jaar weer tot zijn einde gekomen. Ik wil u een gelukkig nieuwjaar wensen. Ik weet niet of u ook goede voornemens hebt, ik wel. Mijn voornemen is dat ik u in 2012 niet gerust zal laten over dit onderwerp. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Smaers heeft het woord.
Mijnheer Strackx, ik kan u enigszins geruststellen. De minister zal dat ook al wel in de commissie hebben gedaan en zal dat misschien nu ook willen doen.
Het is niet zo dat wij uw argumenten zomaar naast ons neerleggen. Er is wel degelijk een planning gemaakt in de commissie over de studiecommissie gewestbelastingen. Er zijn al elementen in het ontwerp van programmadecreet opgenomen, maar er is nog een hele lijst die wordt voorbereid tegen januari-februari, onder andere met experten. U weet dat er experten zijn benoemd in die ambtelijke studiecommissie, om hun licht te laten schijnen op de voorstellen tot aanpassing van successierechten, registratierechten en dergelijke. Enkele zaken die u aanhaalt in uw amendementen, onder andere die vrijstelling voor een gezinswoning, zitten nog in die studiecommissie.
Die voorstellen tot aanpassing moeten er zijn tegen januari-februari. Ik weet dat u ongeduldig bent, mijnheer Strackx. Wij zijn dat ook, maar wij wachten tot de minister met het voorstel komt. Er zijn afspraken gemaakt, wij hebben ons daarbij aangesloten. We wachten op die input om, met kennis van zaken en met voorstellen van die ambtenaren en experten uit het notariaat, de wijzigingen te kunnen doorvoeren.
Dank u wel.