Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Vits heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, we hebben het opnieuw over de ouderen. Het is deze week, van 20 tot 27 november, de Ouderenweek. Het motto luidt: goed wonen is van levensbelang.
De heer Carl Decaluwe, ondervoorzitter, treedt als voorzitter op.
De beleidsverantwoordelijken worden opgeroepen om een krachtdadig beleid te voeren, want niet over een woonst beschikken, betekent armoede en sociale uitsluiting.
Ik heb hier vorige week al gezegd dat het gemiddeld werknemerspensioen een kleine 1000 euro per maand bedraagt. Wie zijn eigen huis niet heeft en moet gaan huren op de private huurmarkt, moet gemiddeld 30 procent van zijn inkomen betalen aan huur. Voor senioren is het dan ook enorm belangrijk dat er sociale huisvesting is. Dan is de situatie toch al wat beter. In dat geval betaalt men 14 tot 15 procent van zijn inkomen aan huur.
De lokale overheden hadden al geruime tijd de mogelijkheid om via een toewijzingsbeleid woningen voor te behouden voor senioren. Dat is belangrijk. Begin dit jaar hebt u een omzendbrief rondgestuurd waarbij u het toewijzingsbeleid eenvoudiger en transparanter wilt maken. Wat is de evaluatie daarvan op het terrein? Zijn er nu meer gemeenten die dat toewijzingsreglement hanteren? Hoe staat het in de gemeenten met de aanpak van het tekort aan sociale woningen, vooral kleine sociale woningen?
Minister Van den Bossche heeft het woord.
De voornaamste bedoeling van die omzendbrief was ervoor te zorgen dat gemeenten op een meer voorspelbare en eenvoudigere manier zon toewijzingsreglement konden maken. In de periode voorafgaand aan de omzendbrief, ongeveerd 2,5 jaar, zijn 31 reglementen goedgekeurd, vaak na heel veel moeite. Er zijn er ook heel wat afgekeurd. Dat is altijd een moeilijke en langzame procedure, met heel weinig zekerheid voor de gemeenten of het nu ja of neen zou worden. Vaak werd het neen.
Er is dan beslist dat alle gemeenten die binnen een vork zouden blijven van een derde van de woningen met één of twee slaapkamers en maximaal een vierde van het totale patrimonium, voorrang zouden geven aan senioren. Dat zou automatisch worden goedgekeurd mits het invullen van één A4. Er moet dus alleen nog worden aangemeld. Sindsdien, en het gaat dan over negen maanden, zijn er 22 aanvragen gebeurd. Daarvan zijn er al 15 goedgekeurd, 7 andere zijn positief geadviseerd en zijn onderweg voor goedkeuring. Iedereen kiest dus voor die eenvoudige procedure. Er zijn geen gemeenten meer die proberen om buiten die vork nog iets te argumenteren. Dat kan als men die lastige procedure nog invult en aantoont dat er woningen van die grootte bij komen. Iedereen kiest echter voor de eenvoudige, transparante en voorspelbare procedure met positief gevolg. Dat is goed, ook voor die senioren die dan heel goed weten waar ze in die gemeenten aan toe zijn.
Iets anders is de manier waarop we het tekort aan kleine woningen zullen oplossen. In landelijke gemeenten is dat probleem nog prangender dan in de steden. Dat zal voornamelijk via het programmatiebesluit moeten gebeuren eerder dan via dat doelgroepenluik voor senioren.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik besluit daaruit dat die omzendbrief op het terrein effect heeft en dat er dus iets beweegt. Op vrij korte termijn, negen maanden, zijn er al 22 aanvragen gebeurd. We stellen ook vast dat de goedkeuringsprocedure veel sneller gebeurt. Ik kan u alleen aanmoedigen om in diezelfde richting verder te gaan.
Het is ook belangrijk dat er volgend jaar wordt ingezet op de programmatie voor het verwerven van meer kleine sociale woningen met een tot twee slaapkamers. Dat is heel belangrijk voor de senioren.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Minister, uit uw antwoord blijkt inderdaad dat die procedure succes heeft. Er zal wellicht ook een tijd komen dat dit zal stilvallen. We hebben alle respect voor de autonomie van de gemeenten ter zake. Overweegt u nog andere doelgroepen om soortgelijke procedures op te starten?
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, een half jaar geleden heb ik dezelfde vraag gesteld over de omzendbrief met betrekking tot het toewijzingsreglement voor senioren. Minister, toen hebt u geantwoord dat dit ook zou worden opengesteld voor sociale-assistentiewoningen, maar typisch voor zorgwonen. Als er dus assistentiewoningen worden gebouwd naast een woonzorgcentrum, zouden we zelf ook het toewijzingsreglement kunnen aanpassen om voorrang te geven aan senioren die zorg nodig hebben. Dit lijkt me ook aan te sluiten bij de opmerking van mevrouw De Vits. Het gaat natuurlijk niet alleen over ouderen die mee kunnen participeren aan alles, maar net zo goed over ouderen die zorg nodig hebben. Minister, ik dacht dat u ruimte laat om het zorgwonen ook op deze manier te stimuleren.
Zeer zeker. Mevrouw Coppé, we hebben daar inderdaad al herhaaldelijk van gedachten over gewisseld in de commissie. Ter zake kunnen we elkaar zeer gemakkelijk vinden. Mijnheer Hendrickx, alles wat eenvoudiger kan, mag eenvoudiger voor mij. Hebt u dus heel concrete suggesties om iets gelijkaardigs te doen voor andere doelgroepen, dan sta ik daar zeker voor open.
Wonen is inderdaad een basisbehoefte. Goed wonen is van levensbelang. We moeten zeker en vast de lokale overheden blijven sensibiliseren voor die problematiek.
Het incident is gesloten.