Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sabbe heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, uit de resultaten van de studie die u IDEA Consult liet uitvoeren, blijkt dat de werkloosheidsgraad in de grote steden dubbel zo hoog is als in de kleinere steden. Het Vlaams gemiddelde bedraagt iets meer dan 7 procent, maar in steden als Gent is het cijfer meer dan 11 procent en in Antwerpen, dat de koppositie inneemt, zelfs 14,6 procent. Er is ook een zorgwekkende tendens waarneembaar: de werkloosheidsgraad in de Vlaamse Rand stijgt, en wij weten dat werkloosheid ook onveiligheid in de hand werkt.
Wij merken ook dat de evolutie eerder hoopgevend is: tegen 2015 zal de werkloosheid dalen. Dat is een positieve tendens. Maar in de steden blijft de ontwikkeling negatief. Vooral daar is er sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod. IDEA Consult doet aanbevelingen. Het komt eigenlijk erop neer om meer samenwerking tussen de VDAB en het regionaal niveau te organiseren en de steden inzake activering een grotere bevoegdheid te geven. Men stelt dus voor om meer bevoegdheden naar het lokale niveau te delegeren, want die staan dichter bij de mensen. In het krantenartikel zegt u dit ter harte te zullen nemen. Welke maatregelen zult u treffen om deze aanbeveling in de praktijk om te zetten?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik wil even het opzet van de studie schetsen. De studie betrof een regressieanalyse van de werkloosheidsgraad in alle Vlaamse gemeenten aan de hand van een vijftal parameters: de demografische ontwikkeling, migratie, het ondernemerschap, pendelactiviteiten, sociale voorzieningen en het sectorale weefsel van de bedrijven. IDEA Consult komt tot de bevinding dat er eigenlijk geen correlatie kan worden vastgesteld en dat de verschillen zijn terug te voeren tot individuspecifieke eigenschappen. Dat toont aan dat wij een beleid gefocust op maatwerk moeten voeren. Dat is de basisconclusie van de studie.
Maatwerk is al lang de kern van mijn beleid. Dat maatwerk zal dus zeker in de steden en nog meer in de grote steden zorgen voor een specifiek stedelijk beleid. Dat is niet nieuw. Ik ben al een hele tijd bezig met een concreet stedelijk beleid voor Gent en Antwerpen. In beide steden is er een samenwerkingsverband tussen het OCMW, de VDAB en de stad aan het werk. Bovendien is met de VDAB afgesproken dat in beide steden een stadscoördinator of een stadsmanager komt die het geheel moet coördineren.
Ik heb naar aanleiding van de studie beide steden uitgenodigd. Er is een gesprek geweest op mijn kabinet, om beter te begrijpen in welke richting zij willen gaan. Zij willen meer komen tot een coregisseurschap. Op basis van die vraag organiseren we op 6 december een workshop met alle stakeholders, waarop ook de leden van de commissie Werk zullen worden uitgenodigd. De bedoeling is om vanuit de VDAB meer maatwerk te kunnen leveren aan de steden Gent en Antwerpen.
Ik ben blij dit te horen, minister. U hebt voor het arbeidsbeleid tools in handen, maar de uiteindelijke sanctionering blijft grotendeels federaal, bij de RVA. Bij Dexia holden we achter de feiten aan. Is het in de licht van de nota-Di Rupo in verband met de staatshervorming geen tijd dat alle partijen van de Vlaamse meerderheid een nota op tafel leggen voor de federale onderhandelaars waarin staat wat wij als Vlaanderen willen? Als uw beleid faalt of niet werkt, krijgen we zo mogelijk de sanctionering in handen. Dan zou er eenheid van beleid zijn. Nu de onderhandelingen wat trager veropen, is het het ideale moment om dat te doen. U kunt wel verwijzen naar enkele akkoorden, maar het is niet erg concreet over tewerkstelling. Ik weet dat de N-VA niet aan tafel zit, maar de N-VA zit wel in deze meerderheid en zou dus met de Vlaamse coalitiepartners kunnen zeggen wat Vlaanderen wil.
Mevrouw Turan heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, ik heb deze vraag als een vraag om uitleg gesteld en gehouden, om er in de commissie uitvoerig op in te kunnen gaan en het debat niet te beëindigen bij een actuele vraag. Ik schrik er niet van dat u weer een wending maakt naar repressief optreden, de RVA die niet bij ons zit en sanctioneren. Daar gaat het nu even niet om, minister. Het gaat over de regionale en de stedelijke verschillen en welke beleidsmaatregelen wij specifiek moeten kunnen hanteren om die verschillen op te vangen en gediversifieerd aan te pakken.
Minister, u hebt gezegd dat er op 6 december een workshop komt. Ik weet dat u al nauwe contacten hebt met enkele steden en regios om tot een samenwerkingsakkoord met de Vlaamse overheid te komen. Welke timing plakt u daarop? Dat staat ook in het regeerakkoord, maar daar zitten we voorlopig nog even op te wachten.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Sabbe, u maakt een opmerking over het federale niveau. Wij hebben als de N-VA ook al verschillende keren aangekaart dat er een actief beleid is op Vlaams niveau, maar een passief op federaal niveau. Na de staatshervorming zal dat niet veranderen.
Als ik de uitleg van de minister en de vraag goed begrijp, is het zo dat IDEA Consult tot de conclusie komt dat we met het aangekondigde beleid al flink op de goede weg zitten. Er is de samenwerking met de VDAB en de lokale actoren, waarnaar mevrouw Turan ook verwijst. Er is al de inzet op een competentiebeleid, dat heel individueel is. Er is al het sluitend maatpak, dat ook heel individueel gaat. In het witboek Interne Staatshervorming is ook gewezen op een nauwere samenwerking met lokale actoren voor arbeidsmarktbeleid. De Vlaamse Regering zit in opvolging van deze studie op de goede weg met de aangekondigde maatregelen.
De heer Watteeuw heeft het woord.
Collegas, de arbeidsmarkt volgens de heer Sabbe: grote en complexe problemen, één oplossing. Dit keer is het sanctioneren. Daarmee wilt u alles oplossen, mijnheer Sabbe. U bewijst dat u de studie niet goed hebt gelezen en dat u de arbeidsmarkt in Gent en Antwerpen niet kent. Er is niet enkel een grote werkloosheid, er is ook een hoge jobratio. Er zijn meer jobs in Gent dan dat er actieven zijn. Er is een mismatch: we krijgen een groep niet naar die jobs en dat heeft alles te maken met kwalificatie. In plaats van te roepen over sanctionering, moeten we nu investeren in opleiding, in competentiemanagement in de bedrijven en in de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Enkel zo zullen we dit probleem kunnen oplossen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, we hebben binnen onze huidige bevoegdheden al heel wat hefbomen om op het vlak van werkgelegenheid een gedegen beleid te voeren. Ik merk dat de partijen die de federale onderhandelingstafel hebben verlaten, het best lijken te weten wat zich daar afspeelt. Ik kan u verzekeren dat er heel wat hefbomen bijkomen voor ons werkgelegenheidsbeleid.
Momenteel kunnen we ook al heel wat doen. In de grootsteden zitten we vooral met de problematiek van de allochtone werkloosheid. We hadden het vorige week in de commissie over ons taalbeleid. Daar zijn gebreken aan. U beloofde om daaraan te remediëren. We moeten daarop inzetten.
U hebt het over Gent en Antwerpen, twee grootsteden met een hoge werkloosheid. Er zijn nog andere problemen. Een kleine stad als Ronse vertoont een grootstedelijke problematiek inzake werkloosheid. Ik hoop dat u voor kleinere steden ook een beleid op maat voert, net zoals voor Brussel, al is dat geen deel van het Vlaamse Gewest. We moeten inzetten op een samenwerking van de VDAB met Actiris.
De heer Janssens heeft het woord.
De studie van IDEA Consult toont aan dat het probleem van hoge werkloosheid niet gereserveerd is voor grote steden zoals Gent en Antwerpen, maar ook voorkomt in de provincie Limburg, in het bijzonder in de mijngemeentes. De werkloosheid is nog sterker gestegen in die regios die het voor de economische crisis ook al minder goed deden.
Bovendien is het opvallend, en dat mag toch nog eens gezegd worden, dat zowel in de grote steden als in de Limburgse mijngemeenten een hoge aanwezigheid is van allochtonen, en dat de werkloosheidsgraad bij de niet-EU-burgers vijf keer hoger is dan bij autochtonen. Minister, hoe wilt u de gebiedsgerichte aanpak van de werkloosheid versterken? Hoe wilt u zo snel mogelijk meer allochtonen aan het werk krijgen?
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de vragen. De studie pleit voor een grotere decentrale werking van het arbeidsmarktbeleid en voor een meer gebiedsgerichte werking. Minister, u hebt aangehaald dat u een stadsmanager wilt voor de grootsteden Gent en Antwerpen. Welke maatregelen plant u voor de kleinere steden? De gemeenten Genk en Maasmechelen zijn al vernoemd, het komt in de studie naar voren, daar is een structureel en persistent probleem qua arbeid. Wat gaat u concreet doen voor die gemeenten?
Ik zal het eens anders formuleren dan daarnet. Ik zal nog eens herhalen wat de studie naar voren brengt. IDEA Consult heeft de werkloosheid onderzocht in alle Vlaamse gemeenten. Er is gezocht naar verklarende factoren voor de werkloosheid. Er is nagegaan of de verklaring bijvoorbeeld kan liggen bij allochtonen. Er zijn zes parameters onderzocht. De conclusie is dat de werkloosheid in die gemeenten niet verklaard kan worden door een verschil in demografie of door grotere groep allochtonen. (Opmerkingen van de heer Chris Janssens)
Ik zeg wat de studie zegt! Ik heb regressieanalyse gedaan, ik ben econometrist, ik weet echt wel wat de studie naar voren brengt en wat niet. Maar ik wil er graag grondig op ingaan in de commissie zoals mevrouw Turan voorstelt. We kunnen IDEA Consult uitnodigen in de commissie. Ik heb daar geen probleem mee. De correlatie is er niet, zegt de studie. IDEA Consult zegt dat de variatie in de individuele verschillen zit. We gaan naar maatwerk voor elke werkloze. Dat is mijn conclusie. Voor steden met een enorme werkloosheid kunnen we zoals IDEA Consult zegt dat maatwerk beter leveren via een samenwerking van de stad en de VDAB. Daar willen we op inzetten. Het maatwerk zal voor iedereen gelden, ook voor Ronse, ook voor Mechelen, voor iedereen. Het gaat over het individu en niet over de stad. De stad is geen goede parameter, het individu is de parameter. Daarop gaan we ons beleid richten.
Mevrouw Turan, de timing zal afhangen van de conclusie over het maatwerk voor de steden, en in de eerste plaats voor Gent en Antwerpen. We zullen zien wat uit de discussie komt. U bent uitgenodigd om eraan deel te nemen, net zoals alle andere interveniënten en leden van de commissie Werk. We kunnen bekijken met welke timing we tot een oplossing kunnen komen.
Ik blijf bij wat we hebben gezegd vanaf de eerste dag dat de beleidsnota Werk werd geschreven, namelijk dat we maatwerk moeten leveren. De allochtoon, de 50-plusser en de laaggeschoolde bestaan niet, het zijn allemaal individuen. Iedereen ziet dat er enorme individuele verschillen zijn. We moeten de juiste maatregelen nemen om mensen te begeleiden naar werk. Of ze in Antwerpen wonen, in Gent, in Mechelen, in Ronse of om het even waar, heeft volgens de studie al ga ik nu waarschijnlijk wat te kort door de bocht op zich geen belang. Het zijn de kwaliteiten van het individu die tellen, niet de plaats waar iemand woont. Dat is de conclusie.
Het voeren van een maatwerkbeleid en het aanpassen van de arbeidsmarkt aan de filosofie van het maatwerk, zal de oplossing zijn voor de problemen. Uit de studie van IDEA Consult meen ik te mogen concluderen dat de ingeslagen weg de juiste is, en ik zal die dan ook verder bewandelen.
Wat de heer Watteeuw zegt, is niet juist. 54 procent van de niet-ingevulde openstaande vacatures zijn voor mensen met een diploma van het lager middelbaar: dat lijkt mij ongeschoold. Het is geen kwestie van zich verbergen achter het al dan niet geschoold zijn. Het is bewezen dat men een bepaalde motivatie nodig heeft en dat het die motivatie is die tot werken aanzet, en dat er ook een economische noodzaak moet zijn om te werken.
Aan de collegas van de N-VA wil ik zeggen dat ze het met woorden fantastisch doen in het arbeidsbeleid. Ik kijk echter naar de daden. Slechts 46 procent van de instroom van de 50-plussers is in 2010 weer aan werk geraakt. Begeleid door de VDAB ging het om 47 procent, niet-begeleid door de VDAB om 45 procent. Er was dus nauwelijks een verschil.
En dejuistestoel.be? Van de 51.000 mensen die meer dan 50 zijn, die werkzoekend zijn en die niet werken, heeft 0,2 procent de website bezocht. Dat is minder dan de website van de minst populaire parlementsleden hier in het halfrond! Het blijft bij woorden, er zijn geen daden! Ik vraag daden en ik blijf mijn vraag herhalen. (Applaus bij LDD)
Het incident is gesloten.