Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie betreffende nieuwe concepten van wonen voor personen met een handicap
Verslag
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van de dames De Waele, Van der Borght en Vogels, de heer Gysbrechts en de dames Meuleman en Werbrouck en van de heer Van Malderen, de dames Stevens en Jans, de heren Dehaene en Crombez en de dames Jans en Schryvers betreffende nieuwe concepten van wonen voor personen met een handicap.
Het voorstel van resolutie van de dames De Waele, Van der Borght en Vogels, de heer Gysbrechts en de dames Meuleman en Werbrouck werd door de commissie verworpen.
Bij brieven van 25 mei en 16 juni 2011 hebben de heren van Rouveroij en Vereeck verzocht het op de agenda van de plenaire vergadering te plaatsen.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
Dames en heren, ik stel voor om de besprekingen van de twee voorstellen van resolutie samen te voegen tot één enkele bespreking.
Is het parlement het hiermee eens? (Instemming)
De bespreking is geopend.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Voorzitter, collegas, het voorstel van resolutie van mijn collegas van Groen!, Open Vld en van mijn fractie LDD, beoogt het uittesten van nieuwe woonconcepten ten behoeve van personen met een handicap.
Op het moment dat de wachtlijsten in de gehandicaptensector steeds langer worden en de middelen van infrastructuur beperkt zijn en de minister pleit voor de verdere vermaatschappelijking van de zorg en voor zorg op maat en we ook kunnen vaststellen dat er een structureel probleem is waarbij de overheid zelf niet in staat is om deze goede intenties te verwezenlijken, hebben wij het initiatief genomen om via nieuwe recepten de beoogde zorgvernieuwing een kans te geven.
We gaan uit van een belangrijk principe, namelijk dat alle personen met een handicap volwaardige burgers zijn en dat iedereen, maar vooral de overheid, de persoonlijke autonomie van de gehandicapten, hun rechten en capaciteiten, dient te respecteren. We zijn geïnspireerd door enkele binnen- en buitenlandse voorbeelden uit de private sector. En we hebben ons laten ondersteunen door het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap, dat uitdrukkelijk stelt dat ook personen met een handicap recht hebben op een vrije keuze van wonen.
We hebben daarom een voorstal van resolutie ingediend om net die creativiteit en zelfredzaamheid van personen met een handicap en hun omgeving aan te moedigen in plaats van tegen te werken. Het slagen van kleinschalige private wooninitiatieven staat of valt echter met het persoonsgebonden budget, afgekort PGB.
Tot op heden zijn er echter te weinig PGBs, en bovendien zijn er veel te veel beperkingen om het PGB te kunnen toepassen volgens de wens van de gehandicapte zelf. Om de woondroom van vele gehandicapten te kunnen vervullen, mag de hoogte van de PGBs en de persoonlijke assistentiebudgetten (PABs) niet afhankelijk worden gemaakt van de keuze van woonvormen. Onze commissie heeft het geluk gehad ook een drietal actoren te kunnen horen. Die hoorzitting heeft ons belangrijke informatie gegeven. Zo hoorden we dat de nood en de vraag zeer groot zijn. Niet op ons voorstel ingaan, zou betekenen dat een betaalbare woondroom voor vele personen met een handicap niet in vervulling kan gaan. Geachte leden, u allen kunt de droom van die vele personen met een handicap laten uitkomen.
We hebben ook geluisterd naar de opmerkingen van de collegas van de meerderheid, van CD&V, sp.a en N-VA. We hebben daarom ons oorspronkelijk voorstel van resolutie geamendeerd, zodat alle pijnpunten waren weggewerkt en partijpolitieke verschillen kunnen worden overschreden ten voordele van de personen met een handicap. We dachten daarmee goed te doen, maar de meerderheid achtte het nodig om zelf een voorstel van resolutie in te dienen. Ze gebruikt evenwel dezelfde argumenten en wil een gelijkaardig doel nastreven, alleen op een wat andere manier en vooral op een niet-concrete manier. Het positieve daaraan is dat wij als indieners zien dat bij de meerderheid het besef is gegroeid dat de overheid niet alleen kan instaan voor de zorgverlening en het wegwerken van de wachtlijsten, en dat er dus hulp van de privésector nodig is, dat er kleinschalige privé-initiatieven nodig zijn. Alleen is ons voorstel explicieter en veel concreter dan het voorstel van de meerderheid. Zo stellen wij specifiek dat we door middel van een proefproject, waarvoor we ons hebben gebaseerd op het concept van de Thomashuizen, op heel korte termijn vooruitgang kunnen boeken. Daarom vragen we om te beginnen expliciet aan de Vlaamse Regering om een kader te scheppen waardoor nieuwe concepten van wonen voor personen met een handicap kansen krijgen.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, dit is een belangrijk punt. Mevrouw De Waele, ik heb de hele uitleg gehoord waarom we niet bereid zouden zijn om dit voorstel te steunen. We hebben hierover inderdaad een hele discussie gehad. Dit is een bijzonder belangrijk onderwerp. Het zijn echter twee voorstellen van resolutie geworden, omdat we het niet helemaal met elkaar eens zijn. Dat is ook niet erg. U zult zo meteen uw vier punten geven. Ik ga in op één punt, dat ik ook in de commissie heb aangehaald. Ik vind niet dat we de regering moeten vragen ouders van personen met een handicap te motiveren om te investeren in woonprojecten specifiek voor mensen met een handicap. Ik blijf vinden dat dit niet hoeft, en dat het zelfs niet goed is. We vragen dat al evenmin aan andere ouders. Ik heb dat in de commissie ook gezegd. Ik meen dat onze vragen aan de regering ongeveer even concreet geformuleerd zijn. Wat wij als meerderheidspartijen vragen, is dat het kader wordt gecreëerd dat het mogelijk maakt om met die budgetten die initiatieven te nemen, zonder veel barrières van reglementering.
Waarom moeten ouders van personen met een handicap worden gemotiveerd tot de bouw van die projecten? We zijn het daarover niet eens, mevrouw De Waele, en dat is de reden waarom er twee voorstellen van resolutie zijn. Het is niet omdat het twee dezelfde voorstellen van resolutie zijn.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
We verplichten die ouders niet om te investeren. We creëren een parallel met wat er destijds met Serviceflats Invest bestond, namelijk dat mensen aandelen kunnen kopen in investeringsprojecten voor huizen voor personen met een handicap. We vragen dat omdat we weten dat heel wat ouders hun kinderen op dit moment willen helpen wanneer ze starten met een eigen woning.
Mijnheer Crombez, als de kinderen valide zijn, gebeurt dat heel vaak. Als het kinderen zijn met een beperking, kunnen de ouders dat niet. Wat we doen, is gewoon de mogelijkheid openen. Ik zie niet in wat u daar kunt tegen hebben, ook al omdat het een parallel is met Serviceflats Invest, een concept dat mee door uw partij is goedgekeurd. Dat is gewoon hetzelfde.
Mijnheer Crombez, het is juist dat we misschien niet volledig dezelfde inzichten hebben over hoe we er kunnen voor zorgen dat de wachtlijsten gaan verminderen. In ons oorspronkelijk voorstel van resolutie stond expliciet dat ook ouders van kinderen met een handicap de mogelijkheid moeten krijgen om te investeren in een woning voor hun kind. In de commissie hebben we goed geluisterd naar uw opmerkingen. Daarom hebben we net die passage afgezwakt, zodat we de ouders van personen met een handicap die mogelijkheid kunnen geven.
In uw voorstel van resolutie lees ik dat u precies initiatieven wilt aanmoedigen. Dat is net hetzelfde. Wij zeggen dat ouders ook die mogelijkheid moeten krijgen, want de essentie is dat die mensen mee in het verhaal worden ondergedompeld. Zij zijn vragende partij om hun kinderen aan een heel specifieke woonvorm te kunnen helpen.
Waarom zouden we hen niet kunnen aanmoedigen? Er is geen verplichting mee gemoeid. Is dat nu zo moeilijk? Is dat het essentiële punt? Ik stel voor dat u het voorstel van resolutie amendeert, zegt dat dit eruit moet en voor ons voorstel van resolutie stemt.
Mevrouw De Waele, als ik het goed begrijp, hebt u vier punten. U hebt een punt aangepast op basis van mijn opmerking, maar ik ben het nog altijd niet eens met wat er in uw voorstel van resolutie staat. U vraagt om alles waarmee ik het niet eens ben, te laten vallen. Wat is nu de bedoeling?
Waarom ben ik het er niet mee eens? U vraagt aan de Vlaamse Regering om ouders van personen met een handicap te motiveren te investeren in de bouw van woonprojecten.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mijnheer Crombez, als u dan toch zo sterk pleit, dan zou u er beter de tekst bijnemen. Ik lees voor: We vragen aan de Vlaamse Regering om ouders van personen met een handicap de mogelijkheid te geven om te investeren in een fonds. Dat staat er, niets meer, niets minder.
Mijnheer Crombez, ik hoop dat dit de zaken verduidelijkt. Er zijn trouwens geen vier, maar zes punten in ons voorstel van resolutie. Dit doet me besluiten dat u maar van heel ver aandacht hebt gegeven aan ons voorstel van resolutie.
Ten tweede vragen we op korte termijn te beslissen dat de hoogte van de PABs en PGBs niet afhankelijk mag worden gesteld van de keuze van woonvorm van de betrokken budgethouder.
Bij wijze van proeftuin en voortbouwend op het succes van de formule van de Thomashuizen in Nederland, vragen we ten derde in een enveloppe te voorzien om te zorgen voor de nodige persoonsgebonden financiering om op korte termijn drie Thomashuizen te laten starten in Vlaanderen.
Mijnheer Crombez, in mijn vierde punt kom ik bij een onderwerp waar u goed naar moet luisteren. We vragen daarin ouders van personen met een handicap de mogelijkheid te geven om te investeren in een fonds dat de bouw van kleinschalige woonprojecten voor personen met een handicap financiert. We verwijzen hierbij naar recente initiatieven zoals Inclusie Invest, een vennootschap met sociaal oogmerk, waarbij de personen met een handicap een recht op huisvesting verwerven in de desbetreffende woonprojecten.
Ten vijfde vragen we dat de budgethouderverenigingen en personen met een handicap als raadgever betrokken zouden worden bij de uitbouw van deze nieuwe woonconcepten voor personen met een handicap.
Het zesde punt is het meest belangrijke. In uitvoering van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap en met name artikel 19, dat stelt dat ook personen met een handicap recht hebben op een vrije keuze van wonen, vragen we een studie uit te voeren die mogelijke scenarios voor de de-institutionalisering in Vlaanderen uitwerkt, rekening houdend met de voorbeelden uit het buitenland. We verwijzen daarbij naar enkele voorbeelden in Noorwegen en Canada.
Collegas, hiermee heb ik nogmaals een weliswaar verkorte toelichting gegeven van ons voorstel van resolutie om nieuwe woonconcepten voor personen met een handicap kansen te geven. We hopen dat we de collegas van de meerderheid alsnog kunnen overtuigen om dat voorstel genegen te zijn. We hebben het niet alleen tijdens de hoorzittingen in de commissie gehoord. We weten ook van onze contacten te velde dat er een zeer grote vraag en een zeer grote nood is. Personen met een handicap en ouders van kinderen met een handicap zijn vragende partij voor die woonvorm die een beetje vrijheid en zelfstandigheid geeft. (Applaus bij Open Vld, het Vlaams Belang, LDD en Groen!)
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, als u me toestaat, zou ik willen beginnen met wat vakliteratuur boven te halen. We krijgen dat allemaal. Sommigen lezen het, anderen niet. Ik doe mijn best om het zo veel mogelijk te lezen. Af en toe komt men dan iets tegen dat heel nuttig kan zijn. Ik verwijs naar Zorg Magazine, een onafhankelijk, professioneel tijdschrift voor de zorgsector en ZorgAndersTv, die werkt rond zorg op maat, die de zorgsector op een eigentijdse en geheel andere, positieve manier in beeld willen brengen. In een interview in Zorg Magazine met mevrouw Taillieu een vaste waarde achter ZorgAndersTv wordt op een bepaald moment de vraag gesteld wat voor haar zorg op maat is. Ze antwoordt daarop: Zorg op maat is voor mij die zorg die iemand krijgt, vertrekkend vanuit wat die persoon nodig heeft en vooral rekening houdend met wat hij graag heeft en zelf belangrijk vindt.
Maar men vertrekt niet alleen vanuit de zorgvrager, men moet ook de relatie en de omgang tussen de zorggever en de zorgvrager centraal stellen. Enkel door in gesprek te gaan met de zorgvrager, komt men te weten wat hij of zij echt nodig heeft. Zorg op maat moet dan ook gezien worden als onderhandelende zorg en dat betekent overleg.
Een tweede tijdschrift heet Zorgwijzer, het magazine van Zorgnet Vlaanderen, de overkoepelende organisatie van de Caritasinstellingen. In het nummer van juni staat een artikel Ondernemen in de zorg is meer dan efficiëntie. Ik lees het volgende: Ook in de zorg is het niet aan de staat om het hele aanbod te realiseren. Burgers mogen niet verwachten dat de staat voor alles zorgt. (...) Ondernemen in de zorg is nodig, maar dan in die betekenis dat dan moet worden gezocht naar nieuwe en innovatieve manieren om de bestaande zorg met het blijvende oogmerk, een betaalbare en voor allen toegankelijke zorg van hoge kwaliteit aan te bieden en uit te breiden.
Ik heb nog een persbericht van het Vlaams Gebruikersoverleg voor Personen met een Handicap van mei. Het ging over Huize De Graef. Er staat: Huize De Graef: een antwoord op de wachtlijsten. Er staat uitgelegd wat men beoogt met dit project.
Collegas, alles wat hierin staat, is voor Open Vld de basis van waar we in de toekomst met de zorg naartoe moeten evolueren. Er is een zeer nuttige hoorzitting geweest. Zij die de moeite hebben gedaan om het verslag te lezen, zullen heel vernieuwende inzichten gelezen hebben. Het hoeft inderdaad geen tegenstrijdigheid te zijn, maar via overleg en gesprek kan men komen tot heel wat oplossingen.
Ons voorstel van resolutie is er gekomen omdat we vaststellen dat er binnen de sector nog altijd heel veel wachtenden zijn. Die wachtenden nemen soms zelf het initiatief in handen, niet om te bruuskeren, niet om tegenstellingen uit te lokken, maar gewoon om te helpen, daar waar het kan.
Er zijn inderdaad twee voorstellen van resolutie over eenzelfde onderwerp. Dat gebeurt de laatste tijd wel meer, en dat is enigszins spijtig. Spijtig omdat we meestal vaststellen dat in beide voorstellen van resolutie de kern van het betoog samenlopend is. Alleen zijn er soms kleine verschillen. Ik vind dan dat we via overleg moeten kunnen komen tot een gezamenlijk iets om de sterkte van de resoluties waar te maken en om aan de sector kenbaar te maken dat het ons menens is en dat we in het belang en in de zorgsector telt dat nog meer dan ergens anders van al die personen die vandaag wachten, met zn allen een antwoord willen bieden.
Waarom kunnen wij het voorstel van resolutie van de meerderheid dan niet goedkeuren, want dat zou volgens u misschien de evidentie zijn? Wij kunnen dat niet doen omdat er een aantal zaken in staan die te zwak en te vrijblijvend zijn. De bedoeling van een resolutie is om de regering te activeren, te motiveren om werk te maken van het probleem dat wij via de resolutie kenbaar willen maken en om nadien de regering aan te spreken en te vragen hoever het staat met de uitwerking van wat in de resolutie is opgenomen. Wij vinden dit voorstel van resolutie te zwak en te vrijblijvend.
Collegas van de meerderheid, wat moeten we verstaan onder sociaal ondernemen? Zijn dat volgens jullie ook bvbas en nvs, zoals het concept Thomashuis of zoals het project Huize De Graef? Antwoord daar misschien eens op.
Er staat ook in jullie voorstel van resolutie: in het uitbreidingsbeleid voluit inzetten op persoonsvolgende financiering. We hebben een tweetal weken geleden het debat gevoerd via een hoorzitting over de evaluatie van het PGB. Ook daaruit is gebleken dat we door telkenmale nieuwe termen de wereld in te sturen, het alleen maar moeilijker maken voor de personen en de sector. Als jullie nu eens voor eens en voor altijd duidelijk zouden maken wat jullie verstaan onder persoonsvolgend budget, dan zouden we misschien een stap verder geraken. Onze vrees is echter dat daar wel degelijk een addertje onder het gras zit, anders zien wij niet in waarom het ingeburgerde persoonsgebonden budget niet verder kan blijven worden gehanteerd maar nu stante pede moet worden vervangen door een persoonsvolgend budget. Voor alle duidelijkheid: Open Vld blijft volop de kaart trekken van het persoonsgebonden budget, namelijk een cashbudget in handen van de persoon met een handicap, die dat op basis van zijn noden en verzuchtingen verder kan invullen.
Volgens ons ontbreekt ook nog een belangrijk element in uw voorstel van resolutie mevrouw De Waele heeft er al naar verwezen. Dat is gebleken uit de hoorzitting en het was ook een tekortkoming in ons initieel voorstel van resolutie, namelijk het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap, waarin wel degelijk wordt gepleit in artikel 19 voor een recht op vrije keuze van wonen voor personen met een handicap. Dat is nu net wat er vandaag ontbreekt. Door de moeilijkheden die er vandaag zijn, kunnen strikt genomen, heel theoretisch, mensen gaan samenwonen, maar de gevolgen van hun keuze zijn vandaag dramatisch voor die mensen.
Het voorstel van de meerderheid is vaag en zwak. Het is wel een kleine stap in de goede richting, maar ons voorstel was verregaander. De sprekers tijdens de hoorzitting waren trouwens ook heel enthousiast over het initiële voorstel van resolutie van de oppositiepartijen. We zijn tegemoetgekomen aan enkele bekommernissen van de meerderheid door een amendement op te maken en in te dienen op ons eigen voorstel. Spijtig genoeg bleek dit tevergeefs. Collegas, we kunnen in eer en geweten dan ook geen goedkeuring geven aan het voorstel van resolutie van de meerderheid. Daarom hebben we in de commissie niet tegen gestemd, maar hebben we ons onthouden. Dat zullen we straks opnieuw doen. (Applaus bij de oppositie)
Mevrouw Van der Borght, de belangrijke stap die wordt gezet, is precies dat we het in zeer brede mate eens zijn dat we het kader moeten creëren om dit mogelijk te maken.
Wat hebben we gehoord in de hoorzittingen? Neem de barrières weg want er bestaan vormen van financiering. Je hebt gelijk, het is vaag wat in aanmerking kan komen: PGB, PAB, persoonsvolgend. Het belangrijkste is dat ze die middelen bijna niet kunnen inzetten om dit soort initiatieven te nemen. Er zijn niet anders dan barrières. We hebben ook met andere mensen gepraat dan degenen die het al gedaan hebben, met mensen die het willen doen.
Ik ben het er niet mee eens dat het voorstel van resolutie vaag is. Ik vind het niet vaag omdat we heel expliciet opnemen dat we willen dat de budgetten daarvoor worden vrijgemaakt en er specifiek toenemende budgetten gaan naar deze initiatieven.
De discussies die we hier vroeger over hebben gevoerd, gingen precies over het maken van die keuzes, het creëren van dat kader en het kiezen voor die budgetten. Dat staat er nu wel in. Ik ben het er dus niet mee eens dat het vaag zou zijn.
Nogmaals, we zijn het over een aantal dingen oneens. Ik ben het niet eens met punt 4. Ik ben het er ook niet mee eens dat jullie aan de regering vragen om specifieke projecten te financieren. Er zijn nog mensen die dat willen doen, maar die nog niet verbonden zijn met bestaande projecten. Ik vind het niet goed om dan in een resolutie drie projecten vast te leggen.
We hebben allemaal de vader van Thomas ontmoet. De Thomashuizen zijn een succes in Nederland. Ze hebben daar nu een conservatieve regering, die de persoonsgebonden budgetten schrapt. Er blijft nog 10 procent van over. Wij vragen net om meer van die budgetten op te nemen. We vragen om een uitbreidingsbeleid. Dat is niet vaag. Het is een duidelijke keuze. Ik ben het er niet mee eens om een specifieke financiering voor specifieke projecten te vragen. Waarom die projecten wel en de andere niet?
Mijnheer Crombez, wij vragen niet specifiek om enkel het systeem van Thomashuizen te bekijken of te financieren. Wij vragen wel een proefproject. Wij vinden het belangrijk om van een proefproject te spreken om de regering ervan te overtuigen dat zon systeem van kleinschalige, private initiatieven zijn vruchten zal afwerpen. U was waarschijnlijk aanwezig bij de hoorzittingen en besprekingen. U zult ook wel hebben gemerkt dat we ons in de inleiding van ons voorstel van resolutie ook baseren op andere voorbeelden, zoals Huize De Graef of Inclusie Invest.
Het is inderdaad bij wijze van proeftuin. Mijnheer Crombez, u weet misschien beter dan wie ook hoeveel projecten en projectsubsidies er vandaag lopen. Sommige projectsubsidies zijn ooit gestart voor een bepaald project, dat na vijftien of twintig jaar nog steeds in de experimentele fase zit.
Wij vragen om met een proeftuin van een aantal kleine projecten te beginnen. We kunnen dan de resultaten afwachten, om nadien eventueel bij te sturen. We hebben duidelijk gehoord dat de Thomashuizen in Nederland een succesformule blijken te zijn. Men is er in Nederland in geslaagd om daarmee op zes jaar tijd 600 personen met een handicap die wachten op een plaats in een voorziening, verder te helpen. Gezien de uitdaging waar wij voor staan, snap ik niet waarom er voor jullie een drempel is om daar een proefproject aan te wijden.
Er zijn heel wat mensen die die stap hebben gezet. Zij worden vandaag geconfronteerd met de realiteit. Als er vandaag acht mensen met een persoonlijkeassistentiebudget willen gaan samenwonen, worden zij geconfronteerd met een halvering van dat budget, omdat zij gaan samenwonen en op efficiënte wijze hun middelen willen besteden. Zij willen hun middelen efficiënt besteden om de uitdagingen aan te gaan. Dat kunnen jullie blijkbaar niet accepteren.
Mevrouw Van der Borght, wat zegt u nu? Waarom kunnen wij dat niet accepteren?
U hebt nog niet geantwoord op mijn vraag wat jullie in jullie voorstel van resolutie precies bedoelen met sociaal ondernemen.
Wat zegt u eigenlijk allemaal? Waarom zegt u dat wij dat niet kunnen aanvaarden? Ik heb u daarnet gezegd dat er drempels zijn. U zegt dat dat niet waar is. Is het halveren van het budget dan geen drempel? Wij vragen net om die drempels weg te nemen.
Waarom schrijft u dat dan niet?
Benoem ze dan! Wat zijn de drempels waarmee ze worden geconfronteerd? Staan die in jullie voorstel van resolutie? Neen, ze staan er niet allemaal in.
Als eerste staat hier om op korte termijn te beslissen dat de hoogte van de PABs en de PGBs niet afhankelijk mag worden gesteld van de keuze van woonvorm van de budgethouder. Wat is dat volgens u, mijnheer Crombez?
Ik luister blijkbaar beter naar u dan u naar mij. Ik herhaal wat ik letterlijk heb gezegd: beweert u dat alle drempels waarmee die mensen vandaag worden geconfronteerd in uw voorstel van resolutie staan? Ik zal antwoorden in uw plaats: neen. (Opmerkingen van mevrouw Vera Van der Borght)
U vraagt een proeftuin, dat vind ik niet slecht. Waarom benoemen wij niet alle projecten concreet? Wij willen dat sociaal ondernemen breed toelaten. Laat iedereen daarover zijn we het eens die iets wil organiseren om kinderen op die manier te laten wonen met een sociaal ondernemer erbij, dat doen.
Waarom moet je dat op voorhand specificeren? Jullie eerste voorstel van resolutie zei dat het Thomashuizen moesten zijn. Ik ben voor die Thomashuizen. Het zijn zeer goede initiatieven. Maar er zijn meer projecten en meer mensen die zoiets willen doen. Beperk het dus niet daartoe, trek het open. U zegt dat het allemaal te breed is en te vaag. Dat is zo, omdat ik geen voorstel van resolutie wil dat mensen die zoiets willen doen, bij voorbaat uitsluit.
Mijnheer Crombez, u lijkt ervan uit te gaan dat in ons voorstel van resolutie mensen worden uitgesloten. Een resolutie is een resolutie. Het is aan de regering om via besluiten het kader te schrijven. Mochten er in ons voorstel van resolutie beperkingen zijn, is het aan de minister om die er via zijn besluit uit te werken.
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Mijnheer Crombez, in de commissie heeft de heer Van Malderen het woord gevoerd namens de meerderheid. Ik heb toen gevraagd welke gebreken onze resolutie vertoont, op welke punten die onaanvaardbaar is en welke elementen er ontbreken. Ik heb niets gehoord van wat u nu allemaal zit te zeggen. Het enige waar de meerderheid een punt van maakte, is dat ouders niet moeten worden gemotiveerd. Dat hebben wij eruit gelaten. Wij hebben dat helemaal anders omschreven. We zeggen enkel dat we ze de mogelijkheid geven.
U vraagt waarom we het voorstel van resolutie toespitsen op Thomashuizen. Tijdens de bespreking hebben wij Huize De Graef, de Thomashuizen en Gelijke Rechten voor Iedere Persoon met een handicap (GRIP) gehoord. Wij weten dat verschillende initiatiefnemers in de pipeline zitten. Moeten we ze allemaal bij naam noemen? Nee, we hebben juist gezegd dat het een risico is om dat in één keer open te trekken. We willen een proeftuinproject. Daar gaan we veel uit leren.
Proeftuinen, mijnheer Crombez, worden door verschillende ministers gebruikt. Kijk maar eens naar Onderwijs. Daar spreekt men van proeftuinen hier en proeftuinen daar. Het wordt met schering en inslag toegepast door alle leden van de regering. Waarom zou het niet mogen worden gebruikt in ons voorstel van resolutie? We zullen er veel uit leren, de positieve kanten en wat niet goed is. Dat is lovenswaardig.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mevrouw De Waele, ik denk dat u het zelf niet goed beseft, maar u hebt daarnet in uw betoog bewezen waarom de meerderheid terecht gekozen heeft voor een generiek kader dat barrières wegneemt. U zegt dat er heel veel mensen in de pipeline zitten. Het is vandaag wellicht onmogelijk om de veelheid aan initiatieven te beschrijven. Op dat moment is kiezen verliezen. Daarom heeft de meerderheid ervoor gekozen om een algemeen kader naar voren te schuiven.
Het is inderdaad zo dat er her en der proeftuinen worden opgezet. Een proeftuin betekent echter ook dat je iets doet als je niet zeker bent van het resultaat. Wij willen alle kansen geven aan die mensen die initiatief moeten nemen zonder dat er een verschuiving van verantwoordelijkheid optreedt. Als men alleen een lijst opneemt en alleen zegt dat men proeftuinen wilt, dan isoleert men de initiatieven en doet men afbreuk aan deze die vandaag niet in uw lijstje staan.
Mijnheer Van Malderen, als de regering zon resolutie van de meerderheid krijgt waarin in zeer algemene termen een aantal vragen wordt gesteld, dan vraag ik me af welke concrete opdracht u daarmee geeft.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Wij stellen heel duidelijke vragen aan de regering. Wij verwijzen naar het uitbreidingsbeleid met als doel versneld in te zetten op de persoonsvolgende financiering. Wij kunnen dat heel concreet bij de begroting vragen. Dat betekent dat wij niet langer inzetten op een aanbodgestuurd verhaal, maar dat wij kijken naar de persoon met zijn handicap, en zijn zorg- en ondersteuningsvraag, en dat budget aan die persoon koppelen. We kunnen dat zeer duidelijk controleren in de commissie.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Als derde ondertekenaar van dit voorstel van resolutie wil ik mijn steentje bijdragen tot het debat. Ik wil me aansluiten bij de vorige sprekers dat dit een illustratie is van hoe dit parlement tijdens deze legislatuur werkt. De oppositie dient een voorstel van resolutie in. De meerderheid heeft het een beetje moeilijk om dat boudweg van tafel te vegen omdat er wel een aantal goede dingen in staan. In plaats van dan coöperatief te discussiëren over een tekst waar iedereen het eens kan over worden, dient zij snel een eigen voorstel van resolutie in. Ik betreur die manier van werken. Er zijn tijden geweest waarin meerderheid en oppositie op een meer constructieve manier samenwerkten, zeker als het gaat over moties en resoluties die over een langetermijnproject gaan.
Het voorstel van resolutie van de meerderheid onderkent het belang van nieuwe woonvormen voor personen met een handicap, maar munt uit in vaagheid en nietszeggendheid. Dat betreur ik ten zeerste.
We spreken al tien jaar over een persoonsgebonden zorg voor personen met een handicap. Wij hebben een gehandicaptenzorg uitgebouwd waarbij mensen met een handicap die niet thuis kunnen blijven wonen, de keuze hebben om in een voorziening te gaan wonen met negen of tien andere personen in een leefgroep. Zij moeten daar de rest van hun leven mee samenwonen, maar hebben daar niet zelf voor gekozen. U hebt wellicht allemaal uw eigen partner gekozen. Het is niet altijd gemakkelijk om daarmee samen te leven. (Opmerkingen. Gelach)
Samenwonen is niet altijd gemakkelijk. U moet zich maar eens voorstellen dat u als persoon met een handicap wordt opgenomen in een leefgroep van negen of tien andere mensen voor wie u niet zelf hebt gekozen. Niet alleen wij zeggen dat, ook het VN-verdrag over personen met een handicap bepaalt heel duidelijk in artikel 19 dat personen met een handicap vrij moeten kunnen kiezen waar ze wonen en met wie ze samenwonen.
Eigenlijk ligt dat voor de hand. Het is niet omdat iemand een handicap heeft dat wij moeten bepalen met wie die persoon gaat samenwonen. Ook personen met een handicap mogen hun eigen vrije keuze hebben.
Eigenlijk is het dankzij het Vlaams Parlement dat tien jaar geleden de decreten over het PAB en het PGB zijn goedgekeurd. Zij moesten de opstap zijn naar de persoonsgebonden zorg, zodat niet langer de bedden in de voorzieningen worden gefinancierd, maar de middelen worden gegeven aan de personen met een handicap. Zo kunnen zij zelf hun zorg organiseren, dankzij de indienstneming van een persoonlijke assistent. Op die manier verwerven personen met een handicap een zelfbeschikkingsrecht dat zij in een voorziening niet hebben.
Het zou ons te ver leiden om hier over het PAB en het PGB uit te weiden. In elk geval is het een processie van Echternach. Tien jaar later zijn er proeftuinen inzake het PGB opgestart. Er komt nu een bijkomende proef. Het is duidelijk dat in de Vlaamse samenleving krachten werkzaam zijn die een evolutie naar een meer persoonsgebonden zorg tegenhouden. Dat blijkt ook nu. Er zijn een paar duizend mensen die een PAB hebben. Zij organiseren zelf hun zorg. Als drie of vier van hen zeggen dat zij eigenlijk als vrienden willen gaan samenwonen en elkaar willen bijstaan maar zonder in een leefgroep te worden opgenomen, dan maakt de administratie dat onmogelijk. Want voor de administratie is dat een beetje alsof men in een voorziening gaat samenwonen, en dan wordt hun budget gehalveerd. Zij worden dan gestraft omdat ze zelf willen kiezen waar ze gaan wonen.
Men zal mij dus niet zeggen dat er in Vlaanderen geen krachten werkzaam zijn die het VN-verdrag niet respecteren dat bepaalt dat personen met een handicap zelf mogen kiezen waar zij wonen. Collegas van CD&V, ik kijk vooral naar jullie, want ik hoor hier vooral mensen van sp.a het woord nemen. Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) heeft geen enkel decreet of reglementsbepaling waarop het kan steunen om het budget te halveren van mensen die gaan samenwonen. De administratie doet dat zomaar, en dat kan. Het is dan ook niet meer dan logisch dat in een voorstel van resolutie aan de minister wordt gevraagd om dringend de administratie terug te fluiten en ervoor te zorgen dat artikel 19 van het VN-verdrag wordt gerespecteerd, zodat personen met een handicap zelf kunnen kiezen met wie en waar ze samenwonen.
Vanop de sp.a-banken hoorde ik praten over een brede aanpak en andere drempels. Natuurlijk zijn er andere drempels, zoals de hoge huurprijzen of de hoge verkoopprijzen. Maar dat is hier niet ter zake. Wij willen de handicapgebonden drempels wegwerken. Iemand met een PAB moet dat PAB volledig kunnen meenemen, waar en met wie hij of zij ook woont.
Waar al veel heisa over is geweest, is de mogelijkheid die in ons voorstel van resolutie aan ouders van personen met een handicap wordt geboden om te investeren in een vorm van Inclusie Invest, in gebouwen waar personen met een handicap kunnen wonen. Ouders willen hun kinderen helpen een huis te verwerven. Waarom zouden ouders hun kind met een handicap niet mogen helpen om samen met andere personen met een handicap een woning te verwerven?
Laat ons niet hypocriet wezen: de minister is zelf een grote voorstander van een coöperatief systeem, van een Inclusie Invest. Hij heeft dat zelfs opgericht. Maar hij heeft dat voor de voorzieningen opgericht, en niet voor projecten die de mensen zelf uitbouwen.
Neen, wie gaat er in Inclusie Invest investeren? Dat zijn de Zusters en Broeders van Liefde. Dat zijn altijd weer diezelfde consortia, die welvaartsupermarkten die altijd weer de touwtjes in handen hebben. Ik zit nu al lang genoeg in de sector om dat te beseffen: het verhaal is altijd weer hetzelfde. Er ontstaat iets van onderuit, vanuit de creativiteit van personen met een handicap. Tien à twaalf jaar geleden was dat begeleid wonen. Van het moment dat dat een klein beetje aantrekkelijk werd, zijn de voorzieningen dat ook gaan organiseren. We zien hier weer hetzelfde gebeuren. Het individuele initiatief wordt andermaal opzijgezet.
Ik wil vooral aan sp.a vragen om diepgaand te analyseren wie er momenteel intekent op Inclusie Invest, de financiering van nieuwe woonvormen voor personen met een handicap. Ik wil echt aandringen op een kritische kijk. Ik zou niet willen dat het weer hetzelfde wordt: recyclage door altijd weer diezelfde voorzieningen van nieuwe initiatieven.
In Nederland gaven de Thomashuizen een enorme boost aan de nieuwe woonvormen voor personen met een handicap. Het is een originele formule. Opvoeders en personen met een handicap wonen er samen in een huis dat niet van hen is. We moeten de ouders immers beschermen tegen zichzelf; we moeten verhinderen dat ze zwaar investeren in een woning. Een Thomashuis is een bedrijfje. Het huis wordt ter beschikking gesteld van opvoeders en personen met een handicap met een persoonsgebonden budget.
Deze regering heeft hopen proeftuinen georganiseerd. Het Columbusproject is er één van. We hebben middelen uitgetrokken om dat eens te proberen. Waarom zouden we dat niet doen voor die Thomashuizen? Het is perfect mogelijk om dat eens uit te proberen. Dat vragen wij in dit voorstel van resolutie.
Denk alstublieft nog eens goed na in plaats van een zeer vaag voorstel van resolutie goed te keuren. Het is een voorstel van resolutie dat weer alles overlaat aan het VAPH en de minister. Een resolutie moet concrete vragen stellen aan de minister. Dat is wat wij doen, om voor personen met een handicap de uitvoering van artikel 19 van het VN-verdrag te realiseren. Dat houdt in dat een persoon zelf kiest met wie hij samenleeft.
De vernieuwing van de zorg voor personen met een handicap betekent in de eerste plaats werk maken van die nieuwe woonvormen. Als we verder instellingen blijven bouwen, doen we dat voor nog dertig jaar langer. We zitten dertig jaar verder vooraleer die afgeschreven zijn. eens een instelling gebouwd is, wordt het moeilijk om ze te sluiten. Denemarken heeft in opvolging van het VN-verdrag een duidelijk plan gemaakt voor deïnstitutionalisering. Dat betekent dat de voorzieningen voor gehandicapten gaan sluiten, zoals we de kerncentrales gaan sluiten. (Opmerkingen)
Dat is deïnstitutionaliseren. Wij zijn bezig met het tegenovergestelde.
Gisteren werd hier nog een aanpassing van het VIPA-decreet (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden) goedgekeurd om ook voorzieningen voor personen met een handicap de mogelijkheid te geven om zonder VIPA-subsidies zelf te beginnen bouwen. Dat was spreken met een dubbele tong. De meerderheid hier spreekt met een dubbele tong. Als u echt gelooft in de autonomie van personen met een handicap, dan moet u stoppen met het bouwen van voorzieningen. Dan moet u vandaag resoluut kiezen voor de andere richting, net zoals Denemarken heeft gedaan.
Ik wil even reageren op het laatste stuk van het betoog van mevrouw Vogels. Er wordt hier gezegd dat er wordt geïnvesteerd in het bouwen van voorzieningen, maar het uitgangspunt dat wij momenteel hebben in de sector van personen met een handicap, is de Perspectiefnota 2020. Die nota ademt van de eerste tot de laatste bladzijde uit dat wij moeten evolueren naar een persoonsvolgende financiering en dat we die grote tanker moeten draaien: waar we nu het aanbod financieren, moeten we naar de vraaggestuurde financiering gaan. In de beleidsnota, de beleidsbrief en, als het aan ons ligt, ook in de begroting 2012, vragen wij om in te zetten op de persoonsvolgende financiering.
Ik weet echt niet waar u het haalt, mevrouw Vogels, dat wij enkel en alleen zouden investeren in gebouwen.
Ik heb nooit gezegd dat u enkel en alleen in gebouwen investeert. Ik zeg dat het instellingendenken, ondanks Perspectief 2020, verder wordt uitgevoerd, door een administratie die blijkbaar haar eigen weg gaat, en door een aantal vaste patronen die zich in de voorzieningen en in de gehandicaptensector hebben geïnstalleerd. Die tanker is absoluut niet gedraaid, mevrouw Jans.
In de Bijbel zegt men vaak: Luister naar mijn woorden, kijk niet naar mijn daden. Dit is daar een mooi voorbeeld van. Het zou goed zijn dat u eens duidelijk naar de daden kijkt die op dit moment op het terrein van de gehandicaptensector plaatsvinden en die haaks staan op de zo opgehemelde Perspectiefnota 2020.
Mevrouw Vogels, voor dat laatste valt er iets te zeggen. Men is dat aan het doen in Scandinavische landen, en niet alleen in Denemarken. Voor mensen met een licht mentale beperking schaft men ze gewoon af. Dat is bijzonder interessant.
Ik ben het er niet mee eens dat wij in dit voorstel van resolutie vaag zijn. Wij vragen hier heel duidelijk om ook de andere weg in te slaan. Alleen is daar heel wat regelgevend werk voor nodig. Er is geld te kort, er zijn wachtlijsten. Daarom ben ik het er ook niet mee eens om een proeftuin te starten met drie Thomashuizen. Ik heb helemaal niets tegen die Thomashuizen, maar als er al beperkte middelen zijn, waarom maken jullie dan die keuze?
Mevrouw De Waele zei dat we niet veel opmerkingen hadden. De vorige keer hadden we op twee van de vier punten opmerkingen.
Dit zal maar geleidelijk gaan. Sommigen zullen dat betreuren, en misschien terecht. Maar waarom starten met drie Thomashuizen? Ik ben het ermee eens, mevrouw Vogels, dat de keuze van samenwonen bijzonder belangrijk is. Dat artikel zal echter nooit volledig uitgevoerd worden, omdat mensen met een zware zorgbehoefte die keuze nooit ten volle zullen hebben.
Er zijn inderdaad heel veel projecten die ook vanuit de instellingen komen, de kleinere projecten met aandacht voor wie samenwoont. Daar zijn fantastische projecten bij van de Broeders van Liefde en de Zusters van Liefde. Nu wordt de indruk gewekt van: ocharme, je moet naar een instelling van de Broeders van Liefde. Er bestaan fantastische projecten door de Broeders van Liefde.
Ik had het over de centen van de Broeders van Liefde, mijnheer Crombez. Niet over de voorzieningen.
Dat was niet zo duidelijk zoals u het zei.
Wij vragen met de meerderheid ook om de ruimte te creëren om die vrije keuze te stimuleren en alternatieven te maken. Maar waarom dan, met die schaarste van middelen, starten met drie Thomashuizen?
Ik vind het vertederend hoe de heer Crombez de Broeders en de Zusters van Liefde verdedigt. Het is ooit anders geweest, collegas.
Ik wil de kans grijpen, mijnheer Crombez, om te zeggen dat er inderdaad schitterende projecten zijn vanuit voorzieningen van Broeders en Zusters van Liefde en van andere voorzieningen. Maar waarom zouden mensen daarnaast niet zelf eigen initiatieven kunnen opstarten?
U zegt dat er weinig middelen zijn, maar die Thomashuizen kosten niets. Uiteindelijk betekent een proeftuin Thomashuizen ervoor zorgen dat vijf of zes mensen die recht hebben op een PAB kunnen samenleggen om een Thomashuis te bouwen. Wij vragen iets heel eenvoudigs, dat niets kost: mensen die vandaag een PAB of een PGB hebben de mogelijkheid bieden om samen te wonen, zonder dat het Vlaams Agentschap hun budget halveert. Ons voorstel kost niets. Het kost enkel wat politieke moed, maar die hebt u niet. Dat is spijtig.
Mevrouw Jans stelt dat de nota Perspectief 2020 van A tot Z uitstraalt dat wij niet meer volop inzetten op de voorzieningen. Als dat zo is, mevrouw Jans, begrijp ik niet wat u tegenhoudt om ons voorstel van resolutie goed te keuren. U had het opnieuw over het persoonsvolgend budget. Ik heb daarnet aan de meerderheid gevraagd om uit te klaren wat zij daaronder precies verstaat. Waarom moest er per se een nieuwe naam in het leven worden geroepen?
Dat wordt heel duidelijk omschreven in de Perspectiefnota 2020, die we trouwens al meerdere malen ten gronde hebben besproken in onze commissie. Wij evolueren naar een zorglandschap met zorggarantie voor mensen met de zwaarste zorggraad. Dat wil zeggen dat wij de personen zelf gaan financieren, zodat zij, met een budget of met een systeem om zorg in te kopen, volledig vrij hun keuze kunnen maken. Dan kunnen ze voltijds naar een voorziening, maar ze kunnen dat ook combineren met assistentie of enkel gebruikmaken van thuisondersteunende diensten. Wij financieren niet langer het aanbod, de diensten of de voorzieningen, maar de persoon. Als die persoon wisselt van voorziening of van zorgaanbod, dan volgt de financiering de persoon. Dat is persoonsvolgende financiering.
Dan komen wij tot de vaststelling dat wij hetzelfde beogen. Alleen hebben jullie blijkbaar enorm veel moeite om die naam PGB, die ooit in het leven is geroepen, te handhaven. Wij nemen daar akte van.
Mijnheer Crombez, ik hoor u zeggen dat we worden geconfronteerd met beperkte middelen. Waarom baseert u zich dan op die drie Thomashuizen? Waarom trekt u dat niet open naar andere initiatieven? Dat kan. Wij zouden dat ook graag hebben. Maar met zon antwoord, mijnheer Crombez, bevestigt u juist mijn vrees dat u het eigenlijk niet echt zult menen. Zult u die beperkte middelen wel kunnen inzetten voor al diegenen die vragende partij zijn om hier met een uitgebreid PGB- of PAB-budget in een specifieke woonvorm van hun keuze te kunnen wonen? Zult u ervoor zorgen dat die beperkte middelen zullen volstaan om al die mensen die dat vragen te dienen? Hebt u het resultaat van uw voorstel van resolutie begroot? Want als wij zeggen dat wij een proefproject en drie Thomashuizen zullen vooropstellen, dan kunt u dat in uw begroting precies becijferen. Met uw voorstel vraag ik mij af welk cijfer u daar in uw begroting tegenover zult stellen. Als u de kostprijs van uw voorstel van resolutie niet hebt begroot en ingecalculeerd, dan vrees ik dat al die mensen die vragende partij zijn van een kale reis zullen terugkomen.
Mijnheer Crombez, en collegas van CD&V, de verduidelijking die jullie vandaag hebben gegeven, staat genotuleerd. Ik hoop dat veel mensen die vragende partij zijn zich daarop zullen beroepen. U zegt dat u het voor iedereen wilt geven. Wij willen dat ook. Maar wij weten dat dit vandaag, met de beperkte middelen, niet mogelijk is. Vandaar de proeftuinen. Jullie willen het opentrekken. Zorg dan ook dat het voor iedereen telt.
Ik ben blij dat het inzicht begint te groeien. Dat is onze ambitie. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook zal blijken tijdens de toelichting die de heer Van Malderen nog zal geven. We vragen niet om een of ander proefproject op te zetten en ondertussen de rest te laten lopen zoals het altijd heeft gelopen.
We menen wat we in de ondertussen goedgekeurde nota Perspectief 2020 hebben gesteld. Het uitbreidingsbeleid omvat de middelen die naar de zorg voor personen met een handicap gaan. We willen dit beleid vraaggestuurd maken. Dat betekent dat we gedeeltelijk van het bestaande systeem afstappen. Dit kan niet op een of twee jaar gebeuren. Ik wil ook geen valse beloftes doen. De volgende begroting zou al duidelijk moeten maken dat de financiering steeds meer naar de persoon en steeds minder naar de voorzieningen en de diensten zal gaan.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, ik zou vooral het voorstel van resolutie van de meerderheid willen toelichten. Ik wil nog eens benadrukken dat de indieners met dit voorstel van resolutie vooral een ambitie willen uitdrukken. Vlaanderen zal alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat personen met een handicap op alle vlakken volwaardig aan onze samenleving kunnen participeren. Een belangrijk aspect hiervan is de vrije keuze in verband met wonen. Het gaat om de vrijheid waar iemand woont en de vrijheid te kiezen met wie iemand samenwoont.
We vinden dat allemaal nogal evident. Ik wil echter onderstrepen dat we van ver komen. Decennialang zijn personen met een handicap ver weg van de bevolking samengebracht. Ze zijn, geïsoleerd van de samenleving, in ommuurde instellingen en internaten opgenomen. Dit is de terminologie van ziekenhuizen.
Momenteel is de situatie gelukkig anders. Dit geldt ook voor de instellingen die we nu kennen. Iedereen beseft blijkbaar dat we met zijn allen gebaat zijn bij een vraaggestuurde zorg, bij een zorg op maat van iedere persoon met een handicap en bij de maximale betrekking van personen met een handicap bij alle aspecten van de maatschappij, met inbegrip van werk, mobiliteit en cultuurparticipatie.
Het onderwerp van dit voorstel van resolutie is het wonen. Wonen in een cruciale factor om de inclusie, zoals die in het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap van de Verenigde Naties is verwoord, concreet tot stand te brengen.
Ik leid uit de woorden van al de vorige sprekers af dat iedereen het erover eens is dat er momenteel problemen op het terrein zijn. De vastgoedmarkt kent soms onoverkomelijke drempels. Soms gaat het letterlijk om drempels. Personen met een handicap en ouders die hun kinderen een duwtje in de rug willen geven, ervaren soms echter ook figuurlijke papieren drempels.
Nu de wachtlijsten groeien en de budgetten beperkt zijn, lijkt het me onaanvaardbaar dat bepaalde initiatieven zouden worden afgerond. Er is momenteel geen kader dat nieuwe initiatieven en concepten een kans biedt. Door middel van dit voorstel van resolutie willen we een generiek kader creëren en alle barrières wegwerken.
We kiezen niet voor een of andere formule. Dat is een belangrijk punt van kritiek op het andere voorstel van resolutie. We zijn niet vaag. We willen echter geen middelendiscussie voeren. We willen inzetten op sociale ondernemingen en op sociale innovatie. We willen de bestaande initiatieven versterken. Er zullen ook nieuwe initiatieven zijn. Sommige initiatieven kennen we al, andere initiatieven kunnen we niet voorspellen. We willen alles wat zich vandaag of morgen aandient, een kans geven. We kunnen hierbij, bijvoorbeeld, vertrekken uit de zelforganisaties. Dit nieuw concept moet momenteel in Vlaanderen nog ingang vinden.
Het uitgangspunt is duidelijk en staat in Perspectief 2020 vermeld. Het gaat ons steeds om de vraag van de persoon met een handicap zelf. Dat betekent niet dat we een verschuiving van de verantwoordelijkheid willen. De overheid zal nog steeds, samen met alle aanbieders of door middel van eigen initiatieven, moeten instaan voor de zorggarantie die we in Perspectief 2020 hebben gedefinieerd. We moeten erover waken dat de zorggarantie zo transparant mogelijk tot stand wordt gebracht.
Daarnet is de vraag gesteld hoe we dit alles zullen budgetteren. In het najaar zullen we, in het licht van de meerjarenbegroting, een stappenplan uitrekenen. Hierin zal duidelijk worden hoe we die zorggarantie en de hieraan gekoppelde zorgvernieuwing tegen 2020 willen realiseren.
Moge het duidelijk zijn nog een punt uit ons voorstel van resolutie dat het actief betrekken van alle stakeholders daarbij een noodzakelijke voorwaarde is. Dit werd tot nu toe nog niet in het debat ingebracht.
Collegas, dit voorstel van resolutie komt er op het moment dat de sector in volle evolutie is. Er is een veranderingsmanager, we hebben in de commissie uitgebreid alle adviezen over het PGB-experiment kunnen bespreken. Het voorstel van resolutie schrijft zich ook in in het veranderingsproces. We willen dat veranderingsproces zelfs nog versterken, want wonen is er een onlosmakelijke voorwaarde van, vandaar dat er ook expliciet voor wordt gepleit om in het uitbreidingsbeleid versneld in te zetten op persoonsgebonden, persoonsgerichte of persoonsvolgende financiering. Whats in a name? Collega Jans heeft daarnet heel duidelijk de definitie gegeven van hoe we het persoonsvolgend budget in perspectief 2020 hebben omschreven. We willen daarbij dus ook kleinschalige initiatieven in het kader van zorgvernieuwing stimuleren.
Ik wil ook even ingaan op het voorstel van resolutie dat werd ingediend door de oppositie. Beide teksten zijn tekstueel misschien behoorlijk gelijklopend, maar de details zijn natuurlijk heel belangrijk. Het debat dat hier daarnet werd gevoerd, bewijst dat we terecht een eigen voorstel van resolutie gemaakt hebben, want dat er geen unanimiteit bestaat over beide teksten. We zijn er in eer en geweten van overtuigd dat ons voorstel van resolutie beter is. De heer Crombez en mevrouw Jans hebben hiervoor al een reeks argumenten gegeven.
Positief zou kunnen zijn om op basis van beide voorstellen van resolutie en van het stemgedrag dat daar ongetwijfeld aan zal worden gekoppeld, te stellen dat er hier in dit parlement een kamerbreed draagvlak bestaat voor nieuwe concepten van wonen en dus ook voor inclusie van personen met een handicap. Over het hoe zijn we het wellicht oneens, maar, collegas van de oppositie, als u straks stemt, kunt u, door voor het voorstel van resolutie van de meerderheid te stemmen, een heel duidelijk signaal uitzenden vanuit dit halfrond, namelijk dat dit Vlaams Parlement werk wil maken, niet van een geïsoleerd proefproject, niet van drie Thomashuizen, maar van een echt drempelloze maatschappij waaraan elke persoon met een handicap volwaardig kan deelnemen en inzonderheid kan wonen waar en met wie hij of zij dat wil. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, collegas, N-VA staat voor 100 procent achter het voorstel van resolutie van de meerderheid. Mevrouw Stevens is hoofdindiener namens N-VA, ik ben mede-indiener. Helaas moest mevrouw Stevens wegens verplichtingen naar de Senaat, ik neem daarom haar taak over.
We staan er voor 100 procent achter omdat we proberen om personen met een handicap meer centraal te plaatsen binnen het Vlaams beleid ten aanzien van personen met een handicap. Hiermee willen we het signaal geven dat we alle ruimte willen geven aan zorgvernieuwing zodat alle personen met een handicap ondersteuning en zorg op maat kunnen krijgen.
Concreet vraagt het voorstel van resolutie van de meerderheid aan de Vlaamse Regering om een duidelijk kader te scheppen waarbinnen nieuwe concepten van wonen voor personen met een handicap kunnen worden ontwikkeld. Hier is echt nood aan. De huidige regelgeving is voor ons veel te strak en achterhaald.
De bedoeling van het voorstel van resolutie is dat enerzijds personen met een handicap zelf kunnen beslissen of en met wie ze een gemeenschappelijke woning willen delen, uiteraard binnen een bepaald kader. Anderzijds zou zon nieuw en duidelijk kader ook het sociaal ondernemerschap in Vlaanderen moeten bevorderen. Nu worden nieuwe, gedurfde initiatieven te veel geconfronteerd met onnodige en vaak administratieve barrières waardoor de creativiteit in de kiem wordt gesmoord, met als gevolg dat zulke initiatieven vaak een stille dood sterven nog voor ze goed en wel begonnen zijn.
Kortom, met dit voorstel van resolutie krijgen we een win-winsituatie voor iedereen, maar in het bijzonder voor personen met een handicap en daar gaat het voor ons zeker om. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ik onderstreep dat wij het voorstel van resolutie van de meerderheid ten volle ondersteunen. Wij vragen daarin aan de Vlaamse Regering een zestal dingen, die onzes inziens duidelijk op te volgen zijn. Daarnet was er even een debat over de inzet van de middelen voor de grote voorzieningen. In dat verband wijs ik op het zesde punt van ons voorstel. Daarin vragen we garanties dat de verdere inzet van de middelen voor bestaande en grote voorzieningen geen belemmering mag vormen voor de verdere uitbouw van de mogelijkheid tot nieuwe en kleinschalige projecten van sociaal ondernemen (...). We zijn dus bij wijze van spreken proactief geweest met betrekking tot het debat van daarnet.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Voorzitter, ik wil de meerderheid erop wijzen dat ze zelf erkent dat er moet worden verzekerd dat de verdere inzet van de middelen voor bestaande en grote voorzieningen geen belemmering mag vormen voor de verdere uitbouw van de mogelijkheid tot nieuwe en kleinschalige projecten. Dat is de kern van het debat dat we hier nu al de hele tijd voeren. U zegt dus dat er belemmering is en dat u die wilt wegwerken.
Ik wil enkele vragen voorleggen aan de drie meerderheidspartijen, en ik hoop dat ze er een antwoord op geven. In ons voorstel van resolutie vragen we aan de Vlaamse Regering als eerste stap hiertoe op korte termijn te beslissen dat de hoogte van de PABs en PGBs niet afhankelijk mag worden gesteld van de keuze van woonvorm van de betrokken budgethouder. Ik had graag van de drie meerderheidspartijen gehoord of ze zich daarachter kunnen scharen. Voldoet het concept van de Thomashuizen en van Huize De Graef aan uw omschrijving van sociaal ondernemen? U hebt blijkbaar een probleem met het woordje Thomashuizen. In het derde punt van ons voorstel hebben we duidelijk proeftuinen of een experimentele fase willen vragen, en we hebben dat een benaming willen geven om duidelijk aan te geven welk soort experiment we wensen. We vreesden immers dat, indien we dat niet duidelijk zouden omschrijven, dit opnieuw een vrijblijvend iets zou worden. Met die benaming hebben we heel expliciet de nieuwe woonvormen die mogelijk zijn, in de schijnwerpers willen zetten en die willen onderwerpen aan een proefproject en een latere evaluatie. Bent u het daarmee eens?
Voorzitter, de examentijd is voorbij, maar dit lijkt toch enigszins op een mondeling examen. Er worden echter een aantal foutieve vaststellingen gemaakt. Mevrouw Van der Borght, u maakt de vaststelling dat er momenteel een belemmering is. Die is er niet. De financiering is op dit moment wat ze is. De sector is op een bepaalde manier georganiseerd. Onze ambities op dat vlak zijn groot en we weten dat er op relatief korte termijn fundamentele, ingrijpende wijzigingen zullen plaatsvinden. Daarom hebben we in ons voorstel mee opgenomen dat de huidige inzet van de middelen voor bestaande en grote voorzieningen die, zoals daarnet al is gezegd, vaak prachtig werk leveren geen belemmering mag zijn voor nieuwe dingen die ontstaan.
Wat uw vraag over de hoogte van het PAB betreft, ik denk dat alle partijen in dit parlement ook in de commissie heel duidelijk hebben gemaakt dat het niet kan dat de administratie aangeeft dat er bepaalde verminderingen halveringen, heb ik me laten vertellen plaatsvinden, terwijl daarover in de regelgeving niets terug te vinden is. Daarom zeggen we duidelijk in ons voorstel van resolutie dat we deze en mogelijke andere barrières willen opheffen.
Passen de Thomashuizen in het kader van sociaal ondernemen? Ja, natuurlijk, net zoals heel veel andere projecten daarin passen. Mevrouw Van der Borght, u weet ook dat iemand die momenteel in Vlaanderen met een Thomashuis wil beginnen, wordt geconfronteerd met het probleem dat de PABs nog niet op voldoende grote schaal zijn toegekend. Dát is de kern van het probleem. Er is niets in de formele regelgeving dat mensen verhindert te beginnen met een Thomashuis. Dat heb ik zelfs aan de stichter van de Thomashuizen gevraagd, en die heeft dat bevestigd. Wel zijn er barrières, en die moeten we wegwerken. Houd nu toch op met dat wantrouwen en het zoeken naar problemen die er eigenlijk niet zijn. Laten we voortwerken aan het plan waarmee we zijn begonnen. De ambities zijn duidelijk: we evolueren naar een persoonsvolgende financiering. We gaan uit van de persoon met een handicap en diens zorg- en ondersteuningsvraag.
Mevrouw Van der Borght, deze meerderheid heeft beslist om een veranderingsmanager aan te stellen. Dat woord op zich maakt duidelijk dat we, ondanks de inzet en het goede werk van duizenden mensen in instellingen voor personen met een handicap, niet tevreden zijn met het status quo. De huidige toestand is niet aangepast aan de vragen en noden die deze tijd aan ons stelt, en ook niet aan de vragen van personen met een handicap zelf. Het feit dat we zeggen dat we willen veranderen, duidt aan dat we ruimte zien om te verbeteren. Daar zijn we het allemaal over eens.
U reduceert het hele debat tot drie vragen. Het is net onze stelling dat die reductie afbreuk doet aan de noden op het terrein. We hebben de ambitie om elke barrière weg te werken, om alle initiatieven mogelijkheden te geven. Dit reduceren tot drie projecten, drie vragen, drie Thomashuizen, is niet het juiste antwoord op vragen van personen met een handicap.
Ik ben al veel wijzer geworden.
Het is niet onlogisch dat wij, als oorspronkelijke indieners, wantrouwen hebben in de intenties van de meerderheid. We horen tegenstrijdige argumentaties. Mevrouw Jans en mijnheer Van Malderen, u zegt dat uw ambities groot zijn. Maar de financiering is wat ze is. Wij vrezen dat er geen boter bij de vis zal zijn.
We kunnen deze discussie tot in het oneindige rekken, maar dat kan niet de bedoeling zijn. Toen de oorspronkelijke indieners, Groen!, Open Vld en LDD, dit voorstel van resolutie eind vorig jaar hebben opgesteld, waren we ervan overtuigd dat we de problemen zagen, dat nieuwe concepten voor wonen noodzakelijk zijn. Daarom hebben we de koppen bij elkaar gestoken. We wilden ervoor zorgen dat er ook kleinschalige, private woonconcepten mogelijk zouden worden, omdat de overheid niet in staat is de zorgverlening alleen te bewerkstelligen. De private initiatieven moeten complementair zijn aan de overheidsinitiatieven.
U hebt een voorstel van resolutie gebouwd op ons voorstel van resolutie, en zinnen letterlijk overgenomen. Nu zit u te vitten op die drie Thomashuizen. Maar goed, dat is uw zwaarste argument, en dat vind ik maar wat magertjes. In elk geval hebben we de verdienste dat we bij u het besef hebben doen groeien dat de overheid niet alleen kan instaan voor de zorgverlening en het wegwerken van de wachtlijsten, dat nieuwe woonvormen en kleinschalige private concepten nodig zijn. Dat is onze verdienste.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, onze fractie zal in dit verhaal heel positief optreden. We hebben geen wantrouwen tegen de motie van de meerderheid, we hebben dat ook niet tegen de motie van de oppositiepartijen. We zijn ervan overtuigd dat ze allebei de positieve bedoeling hebben verandering te brengen op het terrein.
Wij zullen dus beide voorstellen van resolutie steunen, hoewel we betreuren dat er geen gezamenlijk eensgezind voorstel is dat zo breed mogelijk wordt gedragen, maar wij zijn tevreden met het resultaat.
Onze fractie is al jaren pleitbezorger voor nieuwe concepten van wonen voor personen met een handicap. Al lang zijn we vragende partij voor alternatieve woonvormen. En dit pleidooi is niet geïnspireerd door de veel te lange wachtlijsten omdat de overheid niet in staat is voldoende middelen te investeren waardoor wachtlijsten in de sector van personen met een handicap blijven bestaan en zelfs blijven toenemen, maar door het principe zelf. Want inderdaad, Vlaanderen heeft behoefte aan nieuwe recepten om de zorgvernieuwing tot stand te brengen. Hierbij is het van bijzonder groot belang dat personen met een handicap in alle vrijheid zelf moeten kunnen beslissen en moeten kunnen kiezen welke vorm van wonen hun voorkeur geniet.
Dit is trouwens niet alleen onze overtuiging en vandaag de overtuiging van alle partijen in dit Vlaams Parlement. Het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap streeft al lang naar een evolutie waarbij een persoonsgebonden budgettering wordt gerealiseerd zodat de persoon met een handicap zelf kiest welke zorg hij wil.
Wij zijn ervan overtuigd dat kleinschalige initiatieven bijzonder zinvol kunnen en zullen zijn. Deze alternatieve woonvormen hebben zeer veel voordelen. En ik wil hierbij onder meer de klemtoon leggen op de kleinschaligheid en vooral op het creëren van een familiale sfeer. Uitgangspunt is de zorgvraag van personen met een handicap. De overheid dient deze keuzevrijheid te stimuleren en het is belangrijk dat hierbij voldoende flexibiliteit aan de dag wordt gelegd. We moeten ons ervoor hoeden om niet te veel administratie, regeltjes, voorwaarden op te leggen, want dit werkt ontmoedigend. Dat betekent niet dat er niet dient over gewaakt te worden dat de kwalitatieve dienstverlening wordt gewaarborgd.
Belangrijk en hoopgevend is ook dat ouders mee worden ondersteund en de mogelijkheid krijgen om te investeren in een woning voor hun kind. Hier is op het terrein inderdaad grote nood aan. Veel ouders zitten vandaag immers met de handen in het haar en zijn bang dat er, door de ellenlange wachtlijsten, voor hun kind geen oplossing zal zijn als zij niet meer in de mogelijkheid zullen zijn om voor hun kind te zorgen. Daarom zijn wij zeer tevreden dat van deze mogelijkheid werk gemaakt wordt.
Het voorstel van de oppositie heeft zijn verdienste. Ik wil er wel voor waarschuwen dat het niet beperkt mag blijven tot de opgesomde initiatieven in het beschikkende gedeelte dat vooral belangrijk is. De rest zijn maar overwegingen. Alle kleinschalige initiatieven, niet enkel de Thomashuizen, moeten worden gestimuleerd. Ik zou een oproep willen doen om dit in het beschikkend gedeelte van het voorstel van resolutie duidelijk te maken en uit te breiden. Wij zullen dit steunen.
De opdrachten die in de beide voorstellen van resolutie aan de Vlaamse Regering worden gegeven, zijn terechte bekommernissen waarop dringend een antwoord dient te worden gegeven. De Vlaamse Regering krijgt vandaag een opdracht een kader te creëren om alternatieve woonvormen mogelijk te maken, te ondersteunen en te stimuleren. Ze moet hierbij in de nodige persoonsgebonden financiering voorzien en de beperkingen in de huidige regelgeving wegwerken.
Ik denk bijvoorbeeld aan de regelgeving van het VAPH die het om voor onze fractie onduidelijke redenen onmogelijk maakt dat mensen die een PAB krijgen gaan samenwonen, want dan is er een halvering van het budget. Dergelijke beperkingen dienen dringend te worden weggewerkt. Minister, ik dring erop aan dat u deze boodschap bij hoogdringendheid overmaakt aan uw collega Vandeurzen. Het kost niet meer, want de vaststelling is dat die twee personen vandaag officieel niet gaan samenwonen om financiële redenen. Ik kan hen alleen maar gelijk geven.
Dergelijke beperkingen wegwerken, vereist niet heel veel initiatief of inspanningen, dus maak daar alstublieft werk van.
Tot slot wil ik beklemtonen dat het hierbij wel bijzonder belangrijk is dat deze voorstellen van resolutie ook worden gekoppeld aan een duidelijke en concrete timing. Dat mis ik in de beide voorstellen van resolutie. Het mag zeker niet de bedoeling zijn, voorzitter, dat deze voorstellen van resolutie vandaag worden goedgekeurd maar dat de concrete verwezenlijkingen op de lange baan worden geschoven. Het is vandaag cruciaal dat deze voorstellen van resolutie niet alleen goedgekeurd worden maar dat er op het terrein ook effectief iets in beweging wordt gezet. (Applaus bij het Vlaams Belang en LDD)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de voorstellen van resolutie houden.