Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de gevolgen voor Vlabinvest en de Vlaamse Rand van de regeringsbeslissing om een bouwgrondfonds op te richten
Actuele vraag over de gevolgen voor Vlabinvest en de Vlaamse Rand van de regeringsbeslissing om een bouwgrondfonds op te richten
Verslag
Mag ik u er even op wijzen dat de eerste drie vragen die nu worden behandeld, specifiek gaan over de Vlaamse Rand. De andere twee vragen die zullen worden gesteld door mevrouw De Waele en mevrouw Van Volcem gaan over het grondfonds in het algemeen. Ik zeg dit zodat er geen vragen zouden worden gesteld die betrekking hebben op de tweede reeks vragen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag heeft betrekking op de beslissing van de Vlaamse Regering om een rollend fonds te creëren van ongeveer 50 miljoen euro om sociale bouwmaatschappijen of privémaatschappijen de mogelijkheid te geven om in de regios waar er een enorme stijging van de grondprijs is, woningen te bouwen aan betaalbare prijzen.
Hoeveel van die 50 miljoen euro gaat naar de Vlaamse Rand? We hebben vorige week een interessante discussie gehad in de commissie Vlaamse Rand met minister Bourgeois over heel het aspect van het betaalbaar wonen. We zien een enorme inwijking uit Brussel en een dorpsvlucht in de Vlaamse gemeenten rond Brussel. Veel jongeren hebben niet meer de mogelijkheid om zich daar te vestigen.
Hoeveel van die 50 miljoen euro gaat naar de Vlaamse Rand? Als het naar de Vlaamse Rand gaat, kan dit dan via Vlabinvest, dat tegenwoordig met een tekort aan middelen kampt om nieuwe projecten te realiseren?
In gemeenten als Vilvoorde, Zaventem en Sint-Pietersleeuw voeren wij al een aantal jaren een politiek van het aankopen van gronden om die nadien te verkavelen aan lagere prijzen. Wij stellen daarbij de voorwaarde dat de mensen die bereidheid tot integratie tonen waarvan taal een onderdeel is , prioriteit krijgen.
Over welk bedrag gaat het? Aan wie zal dat worden toebedeeld? Is daar een mogelijkheid om dit ook aan de gemeenten te bedelen, naast Vlabinvest? Het probleem met Vlabinvest is namelijk dat daar een inkomenscriterium bepaald is en dat het profiel van de jonge gezinnen in de Vlaamse faciliteitengemeenten, vaak boven die inkomensgrenzen valt. Als gemeente voeren wij daarentegen vaak een politiek waarbij die criteria van inkomen niet gesteld worden, maar wel een aantal andere criteria, bijvoorbeeld dat je nog geen eigendom mag hebben.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Minister Van den Bossche, minister Bourgeois, mijn vraag gaat uiteraard in dezelfde richting. De problematiek in de Vlaamse Rand is dubbel. Ze is sociaal en taalkundig communautair. Elke sociale woonpolitiek in de Vlaamse Rand heeft gevolgen op het communautaire, eventueel politieke en taalkundige vlak. De heer Van Rompuy heeft al gezegd dat we geconfronteerd worden met een serieuze immigratie vanuit anderstalige gebieden, vooral vanuit het Brusselse. Dat is nogmaals bevestigd door een studie van de studiedienst van de Vlaamse Regering.
Vlabinvest is er niet zomaar gekomen. Het is een instrument dat gecreëerd is in het kader van het vrijwaren van het Nederlandstalig karakter van de Vlaamse Rand, lees: om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk liefst jonge Vlaamse gezinnen in die Vlaamse Rand kunnen blijven wonen. Het heeft dus een beetje een andere finaliteit dan een louter sociale woonpolitiek.
Dat is de reden voor mijn vraag. Als dat geld gewoon gebruikt wordt op de sociale woningmarkt, zoals nu gebeurt, zitten we in een catch 22, minister. Dan dreigen we nog meer immigratie uit Brussel aan te trekken. Wij weten nu ook wel wie er in de sociale woonblokken en zo woont. Dat zou dan tegengesteld zijn aan de doelstelling van het zo veel mogelijk vrijwaren van het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse Rand, waarvoor Vlabinvest in feite is opgericht. Is het de bedoeling dat het gewoon naar de sociale huisvestingsmaatschappijen gaat of is Vlabinvest de prioritaire partner?
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mijn vragen gaan een beetje in dezelfde richting, uiteraard. We hebben met aandacht de beslissing van de Vlaamse Regering van afgelopen vrijdag gelezen, net als uw eigen persmededeling, minister Bourgeois. Ik heb ook een item gezien op Ring-tv waarin u meer uitleg hebt gegeven. Van de 50 miljoen euro voor het bouwgrondfonds in Vlaanderen gaat 10 miljoen euro naar Vlabinvest. Ik hoop dat u dat kunt bevestigen.
Voor wie niet zo vertrouwd is met de problematiek van de Vlaamse Rand, wil ik benadrukken dat Vlabinvest indertijd specifiek is opgericht om gezinnen met een laag maar ook met een middelgroot inkomen de kans te geven om in hun eigen streek te blijven wonen, omdat het sociale verdringingseffect daar heel hard speelt. Daarbij is er voorrang voor mensen die een band met de streek kunnen aantonen. Op die manier kun je het verdringingseffect en de ontnederlandsing van die streek gedeeltelijk opvangen. We hebben Vlabinvest altijd een zeer warm hart toegedragen.
Klopt het dat we dat in die orde mogen zien? Dan is het inderdaad een belangrijke injectie voor een fonds dat met geldproblemen zat. Als het zijn taak wil vervullen, moet het voldoende grondaankopen kunnen doen. U weet dat het werkingsgebied van Vlabinvest is uitgebreid van 9 naar 39 gemeenten. Er is een grote vraag, maar er zijn ook steeds hogere grondprijzen. Denkt u dat u daarmee de nood aan zuurstof voor Vlabinvest voor de nabije toekomst hebt kunnen lenigen? Engageert de Vlaamse Regering zich om te garanderen dat dit instrument voldoende slagkracht zal kunnen behouden?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collegas, de vraagstellers hebben het probleem geschetst. Het probleem is dubbel. We hebben er herhaaldelijk over gediscussieerd in de commissie. Ten eerste zijn in de Vlaamse Rand de prijzen voor het kopen van grond en woningen en voor het huren veel hoger dan in de rest van het Vlaamse Gewest. Ten tweede is er een verhuisbeweging die tot een verdringing leidt. Er is een netto-instroom van Franstalige Brusselaars, dertigers met een Franstalig diploma. Er is een netto-instroom van buitenlanders in de Vlaamse Rand. En er is een netto-uitstroom van Vlamingen uit de Vlaamse Rand, richting Vlaams-Brabant en richting de rest van Vlaanderen. Dat zijn meestal twintigers met een Nederlandstalig diploma.
Er is dus een dubbele beleidsuitdaging voor de Vlaamse Regering. Er is een sociale verdringing. Lage en middelgrote inkomens kunnen die prijzen niet aan. Ze worden weggedrukt uit die woningmarkt en verhuizen. Daarbij is er de problematiek van de ontnederlandsing. Die pakken we horizontaal aan met alle mogelijke beleidsdomeinen, onder andere ook met het instrument Vlabinvest. Terecht hoor ik dat men Vlabinvest een warm hart toedraagt. Vlabinvest heeft als taak tegemoet te komen aan die woonproblematiek voor de lage en middelgrote inkomens en voert ook een woonbeleid waarbij er verkocht of verhuurd wordt aan mensen die een band met de streek hebben.
De Vlaamse Regering heeft vorige vrijdag beslist dat ook de woningen gerealiseerd op gronden van Vlabinvest, altijd door partners, in aanmerking komen om de sociale doelstelling van het grond- en pandenbeleid te realiseren. Dit geldt ook voor de middelgrote inkomens. Ook hebben we beslist dat uit het rollend grondfonds, waarover minister Van den Bossche meer uitleg zal geven, 10 miljoen euro zal worden aangewend om strategische gronden te kunnen laten aankopen door Vlabinvest.
Het probleem van Vlabinvest is nu niet een tekort aan middelen om huizen te bouwen, maar een tekort aan middelen om grond aan te kopen. Minister Van den Bossche zal meer uitleg geven over dat strategisch rollend grondfonds. Alleszins laat dit Vlabinvest toe om voldoende grond aan te kopen, met 10 miljoen euro, zodat er, bovenop wat is geprogrammeerd, een bijkomend bouwprogramma kan gebeuren. Dit zal toelaten dat Vlabinvest vanaf 2013 bijkomend 84 woningen per jaar realiseert. Voor 2013 zullen er dus 267 woningen kunnen worden gerealiseerd.
Mijnheer Van Rompuy, u weet dat iets dergelijks altijd samen met partners gebeurt. U stelde een vraag over de samenwerking met de gemeenten. Vlabinvest kan bij mijn weten alleen maar deelnemen aan een samenwerkingsproject met de gemeenten. Vlabinvest legt zijn voorwaarden op met betrekking tot het inkomen en de band met de streek. In de Wooncode staat alleen de taalbereidheidsvereiste wat sociale woningen betreft. Er zijn gemeenten die bijkomende inspanningen doen, maar dat valt buiten de doelstellingen van Vlabinvest. Mijnheer Demesmaeker, ik ben ervan overtuigd dat Vlabinvest een nieuwe impuls zal krijgen met deze injectie; dat het heel wat woningen op de markt kan brengen om die heel grote nood te lenigen die werd geschetst.
Minister Van den Bossche heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, het is de bedoeling dat dit rollend fonds grote stukken grond, strategische grondvoorraden koopt. Het gaat over gronden die eigenlijk te groot zijn om door één bouwheer te laten bebouwen, gronden waarvoor het niet wenselijk is dat ze enkel met sociale huisvesting worden bebouwd, maar waarbij sociaal wonen en Vlabinvestwonen wel voor minstens een gedeelte belangrijk is. Het is zeer zeker mogelijk dat een deel van die grond aan de gemeente wordt verkocht, als die wil meewerken aan een sociaal woonbeleid en een woonbeleid in het algemeen. De gemeenten zouden overigens zelf die vraag kunnen stellen aan het rollend fonds.
Het is voor mij zeer belangrijk dat op die grotere stukken grond wordt voorzien in een goede mix, ook qua inkomen. We verlaten de filosofie van de grote torens met enkel sociale woningen. We denken veeleer aan een mix, ook in wijken. We willen dus voorzien in projecten die zowel neerkomen op sociaal wonen als, specifiek voor de Vlaamse Rand, op Vlabinvestwonen. Misschien kan er in uw geval ook sprake zijn van andere projecten, van privéverkavelaars of een gemeente. Dan juich ik dat toe, zolang we daar, in de totaliteit en in afspraak met die gemeente, een slim woonbeleid kunnen maken. Dat is eigenlijk de bedoeling van het fonds. Het koopt dus stukken grond, soms zelfs op vraag van een gemeente, neem ik aan, die te groot om te verwerven zijn voor één persoon, maar toelaten dat diverse projecten erop kunnen plaatsvinden.
Ik kan me bijvoorbeeld ook voorstellen dat een gemeente op een bepaald ogenblik overweegt een stukje van die grond te gebruiken om er een zorgvoorziening te installeren: een dienstencentrum, indien we seniorenflats bouwen, of een crèche, als het gaat over een wijk voor jonge gezinnen. Het moet de bedoeling zijn dat we een slim grondenbeleid voeren, met wonen als eerste aandachtspunt, maar waarbij de gemeente de belangrijke regiefunctie op zich neemt en nadenkt over de invulling van die gronden.
Minister Bourgeois heeft de andere vragen naar best vermogen beantwoord.
Ik dank de beide ministers voor hun antwoord. Dit is eens een concreet initiatief. We praten hier heel dikwijls over. We praten over Brussel-Halle-Vilvoorde, over verfransing en zo, maar dit gaat over het woonbeleid en er is ook een gerichtheid op het meer sociale aspect. Het gaat over het feit dat men wil blijven wonen in zijn gemeente. Als dit kan gebeuren via Vlabinvest en als er ook samenwerking met de gemeenten mogelijk is, dan is dat een zeer goed initiatief. Het beantwoordt aan een zeer grote vraag in de Vlaamse Rand.
Ik dank de beide ministers. Het geld gaat dus in feite naar Vlabinvest. Zo heb ik het begrepen. Vlabinvest is ter zake de prioritaire partner. Zo heb ik het toch menen te mogen begrijpen. Blijkbaar niet? (Opmerkingen van minister Freya Van den Bossche)
Laten we zeggen dat een deel naar de Rand gaat en dat Vlabinvest daar hoe dan ook een belangrijke rol in zal spelen. Het was tijd, want Vlabinvest zat in nood. Als men natuurlijk het werkgebied van Vlabinvest uitbreidt, van 9 naar 39 gemeenten, dan kan men die noden ook niet lenigen, en naar mijn bescheiden mening is wat Vlabinvest kan doen, nu al een druppel op een hete plaat. Vlabinvest heeft immers een ander oogmerk dan het louter creëren van sociale woonvoorzieningen.
Ja goed, het is een druppeltje bij op de hete plaat. Want we zitten inderdaad met de uitdaging van de immigratie uit Brussel, die bekend is, en de emigratie van Vlamingen, die wegtrekken. Mevrouw de minister, dat is zo belangrijk. Dat is het verschil met andere plaatsen waar het voor jonge mensen ook moeilijk is om in de eigen gemeente te blijven wonen. Ik onderschat die problematiek niet. Maar bij ons is er nog een ander effect, een effect van ontnederlandsing, met eventueel nog altijd politieke gevolgen. Een sociale woonpolitiek voeren in de Vlaamse Rand is iets anders dan in de rest van Vlaanderen.
Ook in naam van mijn fractie dank ik de ministers voor de antwoorden. We kunnen deze maatregelen en beslissingen alleen maar toejuichen. Ik hoop dat ze ook prioritair gebruikt worden in die gemeenten waar het verdringingseffect het grootst is. Ik denk dan aan de faciliteitengemeenten, aan een aantal andere gemeenten. Ik hoop ook dat het een instrument voor de toekomst blijft, zeker als we denken aan de uitdagingen die op ons afkomen, de demografische evolutie die bezig is en die zich de volgende jaren zal doorzetten. Het effect van de sociale verdringing zal, vrees ik, alleen maar erger worden.
Mevrouw Heeren heeft het woord.
Het initiatief voor een verdere ondersteuning van Vlabinvest is, zoals de indieners hebben aangeduid, een zeer belangrijk signaal voor deze regio.
Ik heb nog een bijkomende vraag aan de beide ministers. In het verleden hebben we altijd gepleit voor een grondregie. In die zin zijn we blij met het Grondfonds. De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) heeft echter negen jaar geleden de bouwmaatschappijen verplicht om de grondreserves over te nemen omdat ze vond dat het niet haar corebusiness is. Als ik het goed heb gelezen, is het nu de bedoeling om ze opnieuw op te richten binnen de VMSW. Is het dan niet aangewezen dat er wordt gezorgd voor een samenwerking met die bouwmaatschappijen? Het mag zeker niet gaan om een politiek van uitsluiting. Er mag niet tegen elkaar worden opgeboden om grondreserves aan te kopen. Als ik goed heb gehoord, heeft de minister van Wonen gezegd dat het over heel grote projecten, over verschillende hectares gaat, ik veronderstel ook in woonuitbreidingsgebied.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw de minister, mijnheer de minister, de problematiek in de ruime Vlaamse Rand is ondertussen zeer goed bekend. Ze werd ook goed geschetst door de vraagstellers. Ik heb wel zaken gehoord waarover ik me vragen stel. Het is goed dat er zuurstof wordt gegeven aan Vlabinvest, dat er wordt gezorgd voor een kapitaalinjectie. Er is immers een grote vraag van jonge gezinnen naar betaalbare woningen.
Mevrouw de minister, u had het altijd over grote stukken. In de Vlaamse Rand is er een grote schaarste aan bouwgronden. De gronden en woningen zijn dan ook zeer duur. Ik had dan ook graag van u gehoord hoe u staat tegenover renovatieprojecten. Ik heb het gevoel dat dat allemaal nog in de kinderschoenen staat. Hoe ziet u de samenwerking tussen Vlabinvest en het fonds? Kunt u al iets meer zeggen over de voorwaarden, de modaliteiten?
Mevrouw De Waele heeft het woord.
Voorzitter, de problematiek van de Vlaamse Rand is hoofdzakelijk te wijten aan de hoofdstedelijke functie die Brussel in Europa gekregen heeft. Dat is een specifieke taak, die ook heel wat mensen met een goed loon aantrekt. Daaruit vloeit het probleem hoofdzakelijk voort.
Ik vind wel dat de overheid zich meer en meer als een vastgoedmakelaar of projectontwikkelaar begint te gedragen. U zult wel begrijpen dat ik daar vanuit mijn positie wel wat vragen bij heb. De drie vraagstellers houden bijna een pleidooi om die 50 miljoen euro zo veel mogelijk voor de Vlaamse Rand te besteden. Mevrouw de minister, u weet dat een van de elementen die maakt dat bouwen, of althans wonen, zeer duur is, de belasting is.
We hebben er in de commissie al vaker over gesproken. In hoeverre wilt u de optie onderzoeken om de lasten op bouwen en wonen te helpen verminderen?
Mevrouw De Waele, de vraag die u straks zou stellen, hebt u eigenlijk nu al gesteld.
Mijn vraag voor straks gaat over iets anders.
U had het heel duidelijk over de overheid die optreedt als projectontwikkelaar. U hebt natuurlijk vrijheid van spreken maar de minister hoeft enkel te antwoorden op de vragen die betrekking hebben op Vlabinvest.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Ik ben het niet helemaal eens met de problematiek waarvan hier sprake is. Ik wil onderstrepen dat het in sommige gemeenten moeilijk is voor jongeren, zelfs uit Franstalige gezinnen, om in die gemeenten te kunnen blijven.
Mijn vraag betreft de aankoop van gronden. U hebt het specifiek over de aankoop van bouwgronden in faciliteitengemeenten of gemeenten in de Rand. Wanneer u de toestand ter plaatse bekijkt, dan zult u vaststellen dat er vandaag weinig beschikbare bouwgronden zijn op de markt. U zou wel kunnen overgaan tot een wijziging van het gewestplan of het stedelijk gebied rond Brussel. Daarvan is de afbakening nog lopend. Zult u voor de uitvoering van uw project, bestemmingswijzigingen doorvoeren van een aantal gronden in die gemeenten om die als bouwgronden om te vormen? In uw beleidsnota, minister Bourgeois, staat duidelijk dat in de Rand de groene gordel behouden moet blijven. Hoe valt dat dan eigenlijk te rijmen?
Wat die bouwgronden betreft, hebben wij een inventaris van gronden voor ongeveer 10 miljoen euro gevonden. Er zijn dus zeker nog gronden. Dat die gronden steeds duurder en schaarser worden, weten wij ook. Dat is de reden waarom wij net nu willen optreden en kopen.
Ik zal wat verder ingaan op de relatie tussen Vlabinvest en dat fonds. Dat fonds zal de stukken grond opkopen. In de Vlaamse Rand kunnen die stukken kleiner zijn dan daarbuiten, vanwege de specificiteit van de gronden die daar nog gekocht kunnen worden. Vlabinvest zal die aangekochte gronden bebouwen, samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen. Vandaag is het vaak zo dat de bouwmaatschappij bouwt, dat Vlabinvest financiert voor het bouwen van die woning en dat die woningen dan worden verhuurd aan Vlabinvest-voorwaarden. Wanneer het gaat om koop, worden die gronden mee verkocht. Wanneer het gaat om huur, wordt er een erfpachtregeling afgesproken voor 99 jaar. In dat specifieke geval moet de prijs van de grond mee verrekend worden in de prijs van de huur. Dan vind ik het enkel verdedigbaar wanneer men dit kan spreiden over een periode die lang genoeg is. Zo kan de huurder zich die woning voor een redelijke prijs veroorloven. Het is ook mogelijk dat bijvoorbeeld een onderwijsinstelling die studenten wil huisvesten, eventueel een beroep moet doen op een erfpachtregeling. Dankzij die erfpachtregeling is het mogelijk dat Vlabinvest onmiddellijk gronden begint te bebouwen, ook wanneer het die niet meteen zelf kan verwerven. De relatie tussen Vlabinvest en dat fonds is pragmatisch van aard. Er kan onmiddellijk gebouwd worden. Daarbij wordt bekeken waar de gronden mee verkocht kunnen worden en waar ze in erfpacht worden gegeven.
Op de andere vragen heeft de voorzitter voorgesteld om ze mee te nemen bij de bespreking van het tweede deel van het fonds.
Mijnheer Van Eyken, het is natuurlijk niet de bedoeling van de Vlaamse Regering om het beleid inzake ruimtelijke ordening in de Vlaamse Rand te wijzigen. Het beleid is er gericht op open ruimte, op de groene gordel. De Vlaamse Rand is de dichtstbevolkte regio van Vlaanderen. Wat we hier dus doen, is niet alleen een slim rollend fonds installeren, maar ook een slim woonbeleid voeren dat erin bestaat om de bestaande zones voor woningbouw op een goede manier aan te wenden om de sociale verdringing en de ontnederlandsing tegen te gaan.
Voorzitter, minister, ik heb mij verkeerd uitgedrukt. Vlabinvest krijgt natuurlijk geen 10 miljoen euro. Ik heb uw uitleg goed begrepen.
Mevrouw De Waele, u moet het eens gaan weten. U draagt Vlabinvest ook een warm hart toe maar de overheid mag niet tussenkomen en geen projectontwikkelaar worden. Dat is misschien het verschil tussen u en mij. Ik ben wat dat betreft geen liberaal. Als er problemen zijn, moet het mogelijk zijn dat en over de manier waarop kunnen we discussiëren de overheid tussenkomt. Het tegengaan van de ontnederlandsing in de rand is een nobele doelstelling. Als daar overheidsinterventie voor nodig is, dan moet dat maar.
Minister, ik dank u voor het antwoord.
Mijnheer Van Eyken, uw bezorgdheid om het groene karakter van de Vlaamse Rand ontroert ons zeer. Ik moet er toch op wijzen dat u zeer lang burgemeester bent geweest van een faciliteitengemeente die net de projecten van Vlabinvest lange tijd heeft geboycot. U weet, net als ik, heel goed waarom: om de heel specifieke, politieke agenda.
Ik ben heel blij dat deze Vlaamse Regering investeert en injecteert in dit fonds en het werkingsgebied heeft uitgebreid, maar er ook de gevolgen aan verbindt en de nodige armslag en slagkracht aan Vlabinvest geeft.
Het incident is gesloten.