Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, mijn actuele vraag heeft betrekking op de toepassing van de Europese Nitraatrichtlijn. Die richtlijn is bedoeld om de waterkwaliteit in heel Europa op peil te brengen. De lidstaten zijn verplicht kwetsbare gebieden aan te duiden waar het oppervlaktewater en het grondwater te veel vermestingsproblemen en verontreiniging met nutriënten kennen. Elke lidstaat moet voor die kwetsbare gebieden vierjaarlijkse actieprogrammas opstellen. Dit heeft bij ons veel voeten in de aarde gehad.
In 2005 is ons land door het Hof van Justitie van de Europese Unie veroordeeld omdat onze mestwetgeving de Europese toets niet kon doorstaan. We hebben ons naar dat vonnis geschikt. Het Mestdecreet dat we toen hebben uitgetekend, heeft wel de goedkeuring van de Europese Commissie gekregen. Ik denk dat de minister daar toen, als lid van het Vlaams Parlement, nog aan heeft meegewerkt.
In het kader van het Mestdecreet hebben we gebruik gemaakt van een mogelijkheid waarin de Europese regelgeving voorziet. We hebben namelijk bij de Europese Commissie een derogatieverzoek ingediend. De Europese Commissie kan, indien dit wetenschappelijk kan worden verantwoord, voor bepaalde gewassen en voor gebieden waar de gewassen meer nutriënten dan elders kunnen opnemen, toestaan dat soepeler bemestingsnormen dan elders worden toegekend.
Het probleem is dat die derogatie, een afwijking die ons door de Europese Commissie is toegestaan, eind dit jaar ten einde loopt. Indien ik goed ben ingelicht, is bij de Europese Commissie een nieuw derogatieverzoek ingediend. Dit verzoek is echter nog altijd niet goedgekeurd.
U bent nu al meer dan een jaar aan het onderhandelen met de Europese Commissie om een nieuw vierjaarlijks actieprogramma goedgekeurd te krijgen. Blijkbaar hebt u daar de Commissie nog altijd niet van kunnen overtuigen. Ik denk dat het dringend tijd wordt dat de landbouwers en iedereen in Vlaanderen weten waar we aan toe zijn. De huidige versoepelde normen lopen eind dit jaar af. Mijn vraag is heel eenvoudig. Hebt u een zicht op een akkoord met de Commissie? Als dat akkoord uitblijft, betekent dat dan dat onze landbouwers geen gebruik meer kunnen maken van de versoepelde bemestingsnormen die in de vorige vierjaarlijkse periode door Europa nog werden toegestaan?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Martens, er is nog geen nieuw verzoek ingediend. Het klopt dat het derogatiebesluit afloopt op 31 december 2010. U weet ook dat de derogatie is gekoppeld aan het Mestactieplan, dat ook in 2010 afloopt. We moeten een nieuw Mestactieplan opmaken. Op basis daarvan kan een nieuwe derogatie worden aangevraagd.
Voor het nieuwe Mestactieplan zijn we volop in bespreking met de Europese Commissie. We hebben dat binnen de commissie Leefmilieu ook al een aantal keren besproken. Het zijn geen eenvoudige besprekingen. Van onze kant wordt gezocht naar enerzijds de verbetering van de waterkwaliteit en anderzijds de economische leefbaarheid van de landbouw. Dat is een moeilijk evenwicht dat we samen met de Europese Commissie proberen te bereiken.
U weet dat als het Mestactieplan is goedgekeurd, een derogatie moet worden aangevraagd. De derogatie moet worden goedgekeurd door een nitraatcomité dat in februari en mei bijeenkomt binnen Europa. Dat is in het verleden ook zo gebeurd. De derogatie is ook pas besproken in het jaar zelf van de derogatie op een nitraatcomité. We gaan ervan uit dat het op het nitraatcomité van februari of mei zal kunnen worden behandeld.
Minister, ik dank u. Ik stel vast dat het blijkbaar nog moeilijker is om met Europa een akkoord te vinden over een nieuw Mestactieplan dan een nieuw federaal regeerakkoord te maken. Men is daar al meer dan een jaar over aan het discussiëren met Europa.
De tijd dringt op het vlak van milieu en natuur. We stellen vast dat op één op de drie meetplaatsen in landbouwgebied de drinkwaternormen worden overschreden. Bijna 40 procent van de grondwatermetingen toont een overschrijding van de normen aan. We moeten dringend een verbetering van de milieukwaliteit kunnen realiseren. We moeten ook aan onze landbouwers duidelijkheid kunnen bieden of ze al dan niet van de versoepelde bemestingsnormen gebruik kunnen maken. Ze moeten binnenkort hun aangifte doen bij de Mestbank waarin staat welke teeltplannen, bemestingsregimes en veebezetting ze hebben. Ze moeten toch weten waar ze aan toe zijn. Kunnen ze al dan niet rekenen op de versoepelde normen die in sommige gevallen inderdaad wetenschappelijk verantwoord kunnen zijn?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de vraag van de heer Martens. Ik ben blij dat hij de bezorgdheid omtrent de derogatie en het belang ervan voor de landbouwsector aanhaalt. Ik heb begrepen uit het antwoord van de minister dat eerst over het actieplan een akkoord moet worden bereikt. Ik heb ook begrepen dat het een heel moeilijke discussie is. Dat weten we uit het verleden.
Belangrijk is dat wordt meegeven en dat er systematisch oog is voor een evenwicht tussen de resultaten voor het leefmilieu en de economische haalbaarheid. Ik hoop dat de minister dat kan bevestigen We hebben de afgelopen jaren kunnen aantonen dat we wel degelijk stappen voorwaarts zetten wat betreft leefmilieu. Daarnaast moet er ook oog zijn voor de economische haalbaarheid vanuit de sector. Ik weet niet of dat voldoende aan bod komt. Ik reken er alleszins op dat de minister er voldoende op drukt om dat mee te nemen. Ik heb begrepen dat er in februari de nodige tijd is om effectief in te zetten op de derogatie gezien het belang ervan voor de sector.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, deze ochtend kon een toch wel vermoeide minister-president in de commissie Landbouw toch enigszins triomferen. Er is de voorbije twee dagen immers een highlevelgroep voor de varkenssector opgericht, en er is een akkoord binnen de visserijsector. Minister, voor u loopt het Europees echter blijkbaar heel wat moeilijker. Mijnheer Martens, ik vind het wat jammer dat u dit in uw hoedanigheid van commissievoorzitter niet op de agenda hebt gezet. Als ik me niet vergis, is daarover in oktober geïnterpelleerd. Toen was er een hele discussie over dit dossier. We hadden min of mee afgesproken dat de vooruitgang met betrekking tot dit dossier regelmatig zou worden meegedeeld in de commissie. Minister, u hebt dat ook toegezegd.
Ik kom dan tot de grond van de zaak. Iedereen is het ermee eens dat mestverwerking, maar zeker ook derogatie cruciale schakels zijn in dit dossier. Er werd gesproken over die bijeenkomst van de nitraatcommissie in februari, maar als er geen akkoord wordt bereikt, zitten we toch in de knoei. Ik hoop dat ook ik binnenkort niet zal moeten schrijven wat de voorzitter van de Boerenbond op zijn webstek schrijft: Wat wil de Commissie eigenlijk? Een Opel Antwerpenscenario voor de Vlaamse land- en tuinbouw? Hij begrijpt ook niet waarom u er niet in slaagt de Europese Commissie te overtuigen met betrekking tot de maatregelen die de voorbije jaren al zijn genomen. Wat dat betreft, heb ik wat twijfels bij de intenties van de heer Martens. De waterkwaliteit is de voorbije jaren wel degelijk verbeterd in Vlaanderen.
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Minister, zoals u zelf ook zegt, moet er een heel goed evenwicht zijn tussen het verbeteren van die waterkwaliteit en de verzuchtingen van de landbouwers wat de leefbaarheid betreft. Ik wil echter ook vragen dat er heel snel duidelijkheid zou komen. Ik begrijp dat u dat zelf ook wel wilt, maar wat is dan nog het probleem met de Europese Commissie? Waar zit het knelpunt dan nog precies? Iedereen wil immers dat dit zo snel mogelijk van kracht wordt en vooral dat er rechtszekerheid is.
De heer Peeters heeft het woord.
Minister, derogatie heeft ons niet daar gebracht waar we hadden gehoopt te staan na een paar jaar toepassing ervan. Met het voorbije mestactieplan MAP3 zijn er inderdaad kleine stapjes voorwaarts gezet op het vlak van de waterkwaliteit, maar recent heeft de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) cijfers gepubliceerd over het Maas- en IJzerbekken, die duidelijk maken dat we met problemen blijven kampen op het vlak van nitraat en fosfaat. In de commissie hebt u ook naar aanleiding van dit debat gezegd dat we tijdig op de hoogte zouden worden gebracht van de vorderingen in de gesprekken met Europa, en dat we daar tekst en uitleg bij zouden kringen in de commissie. Nu, het jaar is voorbij. Dit jaar is er geen commissievergadering meer. Wanneer zullen we uw eerste toelichting krijgen in de commissie bij de stand van zaken in dit dossier op Europees niveau?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, ik ben blij te horen dat iedereen ons steunt om de derogatie te verkrijgen. Dat is goed nieuws. Dat is ook net wat we proberen te verkrijgen van de Europese Commissie. Willen we die verkrijgen, dan moeten we een mestactieplan hebben, waarbij we er op voorhand vrijwel zeker van zullen zijn dat die derogatie er ook kan komen. Daarover onderhandelen we dus met de Commissie. Mevrouw Rombouts, ons uitgangspunt is uiteraard een evenwicht tussen enerzijds het verbeteren van de waterkwaliteit en anderzijds het zeker mee in overweging nemen van de economische haalbaarheid voor de landbouw.
Er zijn inderdaad nog geen teksten. We zijn nog aan het onderhandelen en aan het bekijken hoe we dat MAP kunnen opmaken zodat die derogatie er kan komen. Ik denk niet dat de landbouwers nu geen zekerheid hebben. We gaan ervan uit dat de derogatie wordt voortgezet. Ik denk dat we voor het volgende bemestingsseizoen eraan komt, in februari of mei, een uitspraak van de nitraatcommissie zullen hebben.
Ik hoop alleszins dat we in dit dossier geen bemiddelaars en facilitatoren nodig zullen hebben om een akkoord te bereiken. Dat akkoord is heel dringend. Minister, gezien het feit dat u al een jaar aan het onderhandelen bent, leggen we onze lat misschien te hoog. Ik denk dat we echt op een redelijke manier met Europa tot een akkoord moeten komen, waarbij we inderdaad ook in staat zijn om die waterkwaliteitsnormen te halen.
Het klopt dat er het voorbije decennium een verbetering is geweest, maar die verbetering is ook gestagneerd. Het blijft zo dat in een op de drie meetpunten de normen worden overschreden. We kunnen dat niet tolereren. We hebben nog een hele weg te gaan en we moeten die stappen nu zetten, in het kader van een nieuw Mestactieplan.
Het incident is gesloten.