Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Eerlingen heeft het woord.
Minister, afgelopen vrijdag bracht de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) haar rapport Inventarisatie huishoudelijke afvalstoffen 2009 uit. Daaruit bleek dat de totale hoeveelheid huishoudelijk afval opnieuw is gestegen ten opzichte van 2008. De stijging is weliswaar niet zo groot, maar dat zou toch een aandachtspunt moeten zijn. Globaal genomen zijn we de laatste 10 jaar wel gezakt qua hoeveelheid, van 560 kilogram per inwoner naar 551 kilogram per inwoner.
Het positieve in de studie is dat de Vlaming zeer goed selecteert en sorteert, waardoor de hoeveelheid restafval die nog wordt opgehaald, is verlaagd tot 149 kilogram per inwoner, gemiddeld genomen over de gemeentes. Dat is heel positief, want daarmee halen we ook voor het eerst onze doelstelling van 150 kilogram per inwoner. Het blijkt echter dat er nog altijd een aantal gemeenten zijn die het niet zo goed doen en die nog steeds boven de 180 kilogram per inwoner zitten, terwijl andere gemeenten soms onder de 100 kilogram per inwoner zitten.
U hebt al gezegd dat u de gemeenten die het niet zo goed doen, intensief zult begeleiden. Hoe gaat u dat concreet aanpakken? Welke maatregelen neemt u daartoe?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Eerlingen, we hebben nooit beter gerecycleerd dan in 2009. We hebben de grens van 150 kilogram restafval per inwoner, wat ons streefdoel was, gehaald. We zitten nu op 149 kilogram restafval per inwoner. Dat is bijzonder positief.
De andere kant van het verhaal is echter dat er meer huishoudelijk afval is opgehaald. Wat zijn de oorzaken daarvan? Er was meer tuinafval, wat onder meer te maken had met een nat voorjaar en een natte zomer. Ook het feit dat de opgehaalde batterijen nu mee zijn opgenomen in het gewicht, heeft het percentage doen stijgen. Er zijn ook meer afgedankte elektronische en elektrische apparaten binnengebracht, wat uiteraard zijn effect heeft op het gewicht van het afval.
Er zijn zeventien gemeenten die niet zo goed scoren en die nog niet onder de 180 kilogram restafval per inwoner komen. Hoe gaan we dat nu aanpakken? We gaan die gemeenten specifiek begeleiden. Eerst gaan we een inventaris maken van wat er al gebeurt in die gemeenten, wat men ophaalt aan huis, wat via het containerpark. We gaan de oorzaken in kaart proberen te brengen. Vervolgens gaan we samen met de VVSG en Interafval bekijken hoe we pilootprojecten kunnen opzetten. Die zullen een paar maanden lopen.
Tegen het einde van 2011 moet voor die zeventien gemeenten een heel concreet stappenplan worden opgemaakt met heel concrete maatregelen. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een aantal ingrepen die op het containerpark moeten gebeuren, of door mensen nog beter te informeren met een aantal heel concrete en gemakkelijke sorteertips. Dat zijn maar een paar suggesties. We zullen dit ook verder bespreken met het Overlegplatform Huishoudelijk Afval en op die manier tot een gedragen voorstel komen, zodat ook die zeventien gemeenten nog beter kunnen recycleren en selectief ophalen.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik ben blij dat er heel intensief zal worden samengewerkt met die gemeenten.
Die gemeenten hadden in het verleden natuurlijk ook wel al incentives om deel te nemen aan het selecteren. Daar is ook een subsidiebesluit over.
Collegas, als u overleg wenst te plegen, staat het Koffiehuis ter beschikking. Ik kan de gesprekken tot hier volgen, mijnheer van Rouveroij. Ik kan perfect horen wat de problemen zijn van Open Vld. (Gelach)
Het was maar een grapje, mijnheer van Rouveroij.
Minister, als blijkt dat dat toch niet het gewenste effect heeft en de gemeenten toch niet voldoende inspanningen doen, zult u dan sanctioneren? Of ziet u het voorlopig enkel nog in de richting van begeleiding?
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister, dat die cijfers zijn gedaald, is bemoedigend. Hebt u er ook een zicht op of er ook een dalende trend is bij het sluikafval of het niet-geregistreerd afval? Het is waarschijnlijk niet moeilijker om dat te registreren. Aan de hand van steekproeven, van een aantal representatieve stalen, kan worden bekeken of er ter zake ook een daling is, zodat we ervan kunnen uitgaan dat de volledige afvalberg op alle niveaus daadwerkelijk aan het afnemen is. Misschien kan ook worden bekeken of er trafieken naar het buitenland zijn die misschien niet in rekening worden gebracht.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, wie wist dat vorige week de Europese week van de afvalvermindering was? Ik heb de indruk dat die actie op Europees niveau geruisloos voorbij is gegaan. Minister, wat heeft de Vlaamse Regering precies gedaan in het kader van die Europese week? Het is alleszins een heel mooi project. Duurzame acties en initiatieven voor afvalbeperking worden in heel Europa gepromoot. Ik lees ook op de site van de OVAM dat vorig jaar, toen de week voor de eerste maal werd georganiseerd, er zeven organisaties deelnamen. Dit jaar zijn dat er tien. Ook geen enkele gemeente doet mee. Ik vind het bovendien heel jammer dat het Vlaams Parlement hier al evenmin aan deelneemt. Het is trouwens opmerkelijk dat in het Vlaams Parlement nog altijd niet wordt gesorteerd.
Minister, zult u in het kader van die Europese week van de afvalvermindering vanaf volgend jaar toch iets meer promotie voeren? Zo is op de site van de OVAM een mooi filmpje ter promotie van afvalvermindering beschikbaar, maar we hebben dat nergens in de media gezien. Dat is een gemiste kans.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, het is een goede zaak dat de hoeveelheid restafval is gedaald tot onder 150 kilogram per inwoner. Het is ook een goede zaak dat u de gemeenten die het slechtst scoren, zult begeleiden. Die daling van de hoeveelheid restafval heeft natuurlijk ook een rechtstreeks effect op de verwerking van het restafval. Het grootste deel ervan wordt verbrand. Slechts een heel klein percentage, 0,9 percent, wordt gestort. In de commissie Leefmilieu hebben we het al uitvoerig gehad over de huidige overcapaciteit van de afvalverbrandingsovens. We hebben er zelfs een hoorzitting aan gewijd. Op welke manier zult u uw vergunningenbeleid voeren, gezien de dalende trend van de hoeveelheid restafval?
Ik verklaar me nader. Er zijn veel nieuwe afvalverbrandingsovens gepland. Een voorbeeld is die van Recover Energy in Kampenhout, maar er zijn er nog veel meer gepland in Vlaanderen. Hoe zult u uw vergunningenbeleid toepassen? Zult u nieuwe ovens toestaan in Vlaanderen? Welk beleid zult u voeren met betrekking tot bestaande ovens waarvan de vergunningen moeten worden vernieuwd?
Ten behoeve van de leden wil ik erop wijzen dat er geen drie vragen mogen worden gesteld naar aanleiding van een actuele vraag aan de minister. De minister kan daar immers onmogelijk op antwoorden binnen de toegemeten tijd. U kunt één vraag stellen. Ik pas gewoon het reglement toe. Stelt u er meer aan de minister, dan zult u naderhand gefrustreerd zijn, omdat ze niet op al uw vragen heeft geantwoord. Het reglement is heel duidelijk in dezen: u stelt één vraag aan de minister. De minister is ook maar een mens van vlees en bloed.
Minister, dan luidt mijn vraag op welke manier u uw vergunningenbeleid zult aanpassen met betrekking tot afvalverbrandingsovens, gezien de dalende trend.
Mevrouw Eerlingen, ik geloof in een positieve aanpak. We hebben in het verleden gezien dat die de beste resultaten geeft. We hebben gemeenten goed begeleid. Ook onze subsidies werpen vruchten af. Dat we nu voor het eerst tot onder de grens van 150 kilogram restafval per inwoner zijn gedaald, toont aan dat dit beleid ook loont en in de praktijk het best werkt. Ik geloof dus in die begeleiding. Ik geloof niet in bestraffen en in het wegnemen van subsidies. Het is niet altijd gemakkelijk. Gemeenten zijn soms klein en hebben diensten die overbevraagd zijn. Vallen die subsidies dan ook nog weg, dan zullen sommige containerparken misschien minder goed functioneren. Dat is niet onze bedoeling. Laten we eerst die positieve begeleiding doen en er zo voor zorgen dat de hoeveelheid restafval daalt.
Mijnheer Sanctorum, u kunt de Vlaamse overheid moeilijk verwijten dat we niet voldoende aan sensibilisatie doen, want dan zouden de resultaten niet zo positief zijn. Ik verwijs ook naar de heel goede acties inzake milieuzorg die we op de scholen doen, want daar wordt echt ingezet op het selectief ophalen, op het sorteren van afval. Dat werkt heel goed en kinderen brengen de boodschap ook over naar hun ouders zodat ook thuis meer afval wordt gesorteerd.
Mijnheer Sabbe, u vroeg naar het sluikafval. De cijfers die we nu hebben, hebben betrekking op het restafval, dat dus niet selectief is opgehaald. Er is een duidelijk dalende trend merkbaar.
Mevrouw De Vroe, de vraag die u stelt, hebben we al heel vaak in de commissie behandeld, we hebben er al uren over gediscussieerd. Ik heb daar gezegd dat we heel binnenkort met het Materialendecreet naar het parlement komen het ligt nu bij de Inspectie van Financiën en daarin zal een duidelijke definitie staan op basis waarvan we de bijkomende capaciteit in Vlaanderen zullen bepalen. Het is te vroeg om daar nu heel diep op in te gaan, maar we zullen de keuze heel binnenkort maken, samen met het parlement naar aanleiding van de bespreking van het Materialendecreet.
Minister, het klopt dat het veelal kleinere gemeenten zijn die problemen hebben. Ik hoop dat de begeleiding heel snel van start kan gaan zodat ook zij mee kunnen doen en beter kunnen presteren. (Applaus bij de N-VA en van de heer Bart Martens)
Het incident is gesloten.