Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verklaringen van de minister-president in Sint-Petersburg betreffende de Vlaamse en Waalse exportcijfers
Verslag
Collegas, minister-president Peeters heeft mij bij brief van 3 september 2010 meegedeeld dat hij, in het kader van zijn opdracht als minister van Buitenlandse Zaken, op 18, 19 en 20 oktober 2010 in Sint-Petersburg verblijft. Het antwoord wordt daarom gegeven door minister Crevits.
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, collegas, de minister-president is misschien ver weg in Sint-Petersburg, maar in feite is hij heel dichtbij. De voorbije dagen heeft hij immers zijn licht laten schijnen over verschillende onderwerpen. Federale verkiezingen vond hij geen alternatief. Het indienen van voorstellen in het federale parlement ter splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde vond hij een gebrek aan de noodzakelijke koelbloedigheid en zakelijkheid. En de voorstellen van Franstaligen die gepleit hebben voor de onafhankelijkheid van Wallonië, vond hij onverstandig en onrealistisch: Wallonië heeft slechts 17 percent export, dus hoe zou Wallonië met die cijfers onafhankelijkheid kunnen organiseren? Voor de minister-president is dat blijkbaar een raadsel.
Ik weet niet of het aan de Siberische koude, de Russische matroesjkas of de Sint-Peterburgse wodka ligt, maar ik vraag me af waar de minister-president zich allemaal mee moeit. Federale verkiezingen, wetsvoorstellen in het federale parlement, Waalse politici die pro-onafhankelijkheid zijn: het zijn niet de themas waar de minister-president wakker van zou moeten liggen. Hij zou bijvoorbeeld wel wakker moeten liggen van de inhoud van het voorstel van de verduidelijker/clarificateur Bart De Wever en van wat de Vlaamse Regering daar, in functie van het regeerakkoord en de Octopusnota, allemaal van vindt. Dat ware relevant geweest. Al die andere zaken zijn naar mijn bescheiden mening interessant, maar niet relevant.
Mijn vraag aan de stand-in van de minister-president is dan ook heel duidelijk: wat heeft de minister-president bezield om dit, vanuit zijn winterresidentie Sint-Petersburg, allemaal aan ons mee te delen? Dat de minister-president zich uit als de behoeder van de Belgische federatie staat is zijn probleem, maar waarom is er geen duidelijk standpunt over die nota van de verduidelijker? Wat denkt de Vlaamse Regering daarover? Dat is wat we in dit Vlaams Parlement echt willen weten.
De heer Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik begrijp eerlijk gezegd niet goed waarom mijn vraag en die van de heer Dewinter gekoppeld zijn. Mijn vraag gaat eerder over de cijfers en het exportbeleid zelf.
We hebben gezien dat sommige Franstalige politici wel heel lange tenen hebben, tot in Sint-Petersburg, waar de minister-president verblijft voor een handelsmissie. Hij heeft daar gezegd dat de nieuwe cijfers van de Nationale Bank aangeven dat 82,6 percent van de Belgische export naar Vlaanderen gaat. 15 percent zou naar Wallonië gaan en een kleine 2 percent naar Brussel.
Het is misschien wel plezant om ons te vergelijken met Wallonië, en hoe beter Wallonië het doet, hoe meer we dat kunnen toejuichen, maar ik denk niet dat we ons al te veel mogen ijken aan Wallonië. Vlaanderen moet grotere ambities hebben. Wij moeten ons durven te vergelijken met Noord-Rijnland-Westfalen, met Nederland, met de betere departementen in Frankrijk.
Minister, we hebben gezien dat Vlaanderen in de eerste helft van dit jaar 17 percent meer export heeft. Daarmee zitten we echter nog niet aan het niveau van 2008. Hoe doen wij het op het vlak van export in vergelijking met andere, vergelijkbare regios in Europa?
Minister Crevits heeft het woord.
Collegas, ik zal proberen om het mysterie van de cijfers wat te duiden om vervolgens een antwoord te geven, vertrekkende vanuit het mysterie van de cijfers.
Er is inderdaad een discussie gerezen. Vanmorgen heeft de Waalse minister van Economie Marcourt gesteld dat de handelsbalans van België positief is dankzij Wallonië. Hij beweerde ook dat de minister-president verkeerde cijfers naar voren heeft gehaald.
Ik heb dan geprobeerd om uit te zoeken hoe het precies in elkaar zit. Het blijkt en de specialisten hier zullen dat wel weten dat die cijfers over twee concepten gaan: een nationaal en een regionaal concept. Het regionale concept is datgene wat overal wordt gebruikt. Het neemt de cijfers van de export en de wederuitvoeringscijfers mee: goederen die binnenkomen in een haven en vandaar naar het buitenland worden getransporteerd in opdracht van een buitenlands bedrijf. Als je die cijfers neemt, dan heeft de minister-president dat zeer correct weergegeven. Die cijfers zijn ook helemaal juist. Ik heb ze nog eens in een tabel bij. Als je dat concept bekijkt en je bekijkt de uitvoercijfers, dan kom je tot een aandeel voor 2009 van 82,26 percent en zelfs van 84,26 percent als je het procentuele aandeel bekijkt. Mijnheer Diependaele, als je Vlaanderen, Wallonië en Brussel naast elkaar zet, dan weegt de balans zeer zwaar door naar de kant van Vlaanderen.
De cijfers die ik meegegeven heb, zijn de cijfers die overal worden gebruikt, alleen niet in de tabellen van de Nationale Bank. Men zegt mij dat er een technische reden is waarom de wederuitvoer niet wordt gebruikt. Ze gebruiken wel de cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), van de World Trade Organization (WTO) en alle statistieken waarin wij ons meten.
Mijnheer Diependaele, u zegt dat we ons niet moeten vergelijken met Wallonië en Brussel, maar de cijfers worden nu eenmaal zo gepresenteerd. Het is dus logisch om te vergelijken. Aan de overkant zegt men dat de handelsbalans eigenlijk niet positief is, maar de Vlaamse handelsbalans was volgens het communautaire concept zowel in 2009 als in de eerste 6 maanden van 2010 zeer positief. U hoeft zich daar dus geen zorgen over te maken. U weet dat we in het kader van Vlaanderen in Actie de afspraak hebben gemaakt om ons systematisch te meten met de beste regios uit Europa. De door u geciteerde regios horen daar zeker bij.
Mijnheer Dewinter, de koppeling tussen de cijfers en uw vraag is natuurlijk een beetje logisch omdat in één citaat de cijfers zijn gebruikt als voorbeeld voor iets anders.
Gelukkig zijn de telefoonlijnen met Sint-Petersburg vrij helder. Ik heb aan de minister-president gevraagd wat hij precies heeft gezegd. Ik citeer wat hij mij heeft gezegd: De vraagsteller citeert mij onvolledig.
Ik zal even toelichten wat de minister-president heeft gezegd. Hij heeft er in eerste instantie voor gepleit dat men in het kader van de federale regeringsonderhandelingen de gesprekken over een verdere staatshervorming, die voor de Vlaamse Regering en ik zeg dit ook uit eigen naam bijzonder belangrijk is, op een zakelijke en rationele manier zou voortzetten. Er is nu een tekst die zich, zoals door ons gevraagd, inschrijft in de Octopusnota van de Vlaamse Regering en het is nodig dat men op basis daarvan zou verder werken. Een aantal zaken kunnen wellicht nog worden verbeterd, een aantal zaken moeten ook juridisch-technisch en budgettair worden uitgeklaard, maar laat ons nu daarop verder werken. De minister-president zegt: Ik heb vooral willen benadrukken dat men op een rationele wijze moet verder werken in het belang van een grondige staatshervorming en in het belang van die copernicaanse omwenteling waar ik reeds zo lang voor pleit. De zwaartekracht moet bij de deelstaten komen zodat die na een volgende staatshervorming, nog krachtiger een welvaart- en welzijnsbevorderend beleid kunnen voeren.
Ik denk dat dit de essentie is van wat in het regeerakkoord staat. U weet dat aan het regeerakkoord een Octopusnota is gehecht. Ik wil u ook een passage citeren uit die Octopusnota: De Vlaamse overheid wil de Belgische federale staat niet in vraag stellen of ondergraven, maar heeft integendeel de vaste wil om met toepassing van een aantal beginselen zoals subsidiariteit, verantwoordelijkheid en solidariteit, ons model te laten evolueren tot een voldragen federaal systeem.
Vanuit de tekst van de Octopusnota heb ik geprobeerd om een verantwoording te geven over wat de minister-president precies heeft gezegd.
Mevrouw Peeters-Crevits of Crevits-Peeters, ik weet niet hoe ik u moet aanspreken, ik dank u in ieder geval voor uw antwoord. Ik ben blij dat de lijnen naar Sint-Petersburg in elk geval helder zijn. Ik heb wel de indruk dat de minister-president niet helemaal helder was toen hij zijn uitspraken deed. Want over de uitspraken die hij heeft gedaan, zegt u eigenlijk niks. U probeert het allemaal een beetje te vergoelijken en te plaatsen in het kader van de Octopusnota. Het blijft me een raadsel waarom de minister-president zich denkt te moeten uitspreken over federale verkiezingen al dan niet, over het indienen van wetsvoorstellen over Brussel-Halle-Vilvoorde in het federale parlement en dergelijke meer.
Ik blijf niet alleen op mijn honger. Ook ben ik een beetje ontgoocheld omdat de minister-president in deze cruciale tijden van grote crisis in ons land zijn verantwoordelijkheid niet neemt. Hij is even in het buitenland. Ik neem hem dat niet kwalijk. De afspraken werden ongetwijfeld in het verleden gemaakt. Hoe dan ook, ook daar zou hij zijn verantwoordelijkheid kunnen nemen. De impasse is gigantisch op het federale niveau. Ik heb het al herhaaldelijk gezegd en ik blijf het zeggen. Het zal er ooit wel van komen, net zoals andere dingen die we de voorbije decennia hebben voorspeld. We zijn er niet ver meer van af. Ik denk dat het de taak is van de Vlaamse Regering om zelf het initiatief te nemen tot onderhandelen, rechtstreeks met de Waalse regering. Wat niet lukt op het federale vlak, kan misschien wel lukken op het niveau van de deelstaten, die ongetwijfeld meer verantwoordelijkheid aan de dag zullen leggen dan uw federale collegas in het verleden hebben gedaan. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Dewinter, meermaals heeft het Vlaams Belang geprobeerd om van de minister-president en andere ministers uitspraken te ontlokken over federale themas. Nu plots wordt hem dat kwalijk genomen. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Maar los daarvan, laten we terugkeren naar de cijfers. Minister, ik denk wel degelijk dat het belangrijk is ons te vergelijken met de tien andere speerpuntregios. U hebt dat ook bevestigd. In het kader van ViA komen die cijfers naar boven. We zullen wachten op die cijfers. Ik neem het u niet kwalijk dat u ze nog niet hebt gegeven.
Sinds 2003 en 2008 is de Vlaamse én de Waalse export gemiddeld met 10 percent gestegen. Buitenlandse handel is al geregionaliseerd sinds 1993. Beide landsdelen hebben het eigenlijk beter gedaan. Buitenlandse handel, export is een heel mooi voorbeeld waar de regionalisering wel degelijk een heel positief effect heeft gehad. Dat is de kernboodschap die we hier moeten onthouden.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, het is een wat vreemde discussie. En het klopt: het mysterie over de cijfers is een goede uitdrukking. De concepten van de regionale handelsbalans bestaan eigenlijk niet omdat het transitbalansen zijn. De minister heeft daar ook deels naar verwezen. Er is ook een breuk in die cijfers. Vroeger keek men naar de export per hoofdzetel en nadien niet meer. Wat wel belangrijk is, is het verschil in de samenstelling van de export en import. Dat moet goed bestudeerd worden, vooral vanuit Vlaanderen zelf. Dat is een veel interessanter aspect dan die import- en exportcijfers, dan heel dat mysterie van handelsbalansen die het eigenlijk niet helemaal zijn. Er is de Vlaamse handelsbalans met andere landen, maar er is geen Vlaamse handelsbalans als concept waar men een cijfer op kan plakken. Dat bestaat gewoon niet.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, in Sint-Petersburg wordt er op recepties nogal veel wodka gedronken. Ik denk dat de minister-president zich daar toch wat aan heeft bezondigd. In zijn uitspraken stapelt hij immers een reeks grondige fouten op.
Hij is aan het uitbazuinen dat Vlaanderen geen plan B heeft. Dat is het domste dat men kan doen. Zelfs al is er geen plan B, dan nog laat men dat niet uitschijnen. Anders maakt de tegenstander daar strategisch misbruik van. Iedereen die iets kent van onderhandelingsstrategie, weet dat.
Tweede fout: hij gebruikt de lage exportcijfers van Wallonië, in verhouding met Vlaanderen, om te zeggen dat Wallonië niet onafhankelijk mag worden. Als Wallonië niet onafhankelijk mag worden, wil dat zeggen dat Vlaanderen ook niet onafhankelijk mag worden. Dat is een tweede grote blunder. Nu is de export geen absolute waardemeter van de economische veerkracht van een land. Een land kan een grote mate van autarkie hebben. De minister-president bekijkt dit bovendien zeer statisch. Kijk maar naar Tsjechië en Slowakije. Tsjechië was ook de grote exporteur en Slowakije het zwakkere broertje. Slowakije heeft als economische tiger Tsjechië grotendeels ingehaald. Dat is de boodschap die aan Wallonië moet worden gegeven. We moeten Wallonië niet vastpinnen op een statisch slecht cijfer.
Collegas, ik ben het niet eens met diegenen die zeggen dat de minister-president onduidelijk is of was. Ik vond dat ik zelf bijzonder duidelijk was toen ik zijn woorden nog eens heb proberen over te brengen. In de Octopusnota staat duidelijk binnen welk kader wij als Vlaamse Regering willen dat er wordt onderhandeld. Dat heeft hij nog eens onderstreept. Hij zegt dat we wat ze in Wallonië zeggen voor niets moeten gebruiken. Wij moeten ons daar ook niet door laten intimideren. Er is maar één weg, en die is ook voor de Vlaamse Regering duidelijk.
Mijnheer Dewinter, ik vind het triest dat u zegt dat de minister-president naar Sint-Petersburg gaat op hetzelfde moment dat wij hier discussiëren over het belang van exportcijfers en buitenlandse handel. De minister-president doet wat hij moet doen: minister-president zijn en Vlaanderen op de kaart zetten, om ervoor te zorgen dat die cijfers zeer goed zijn. Ik ben het absoluut niet eens met uw opmerkingen. (Applaus bij CD&V)
Minister, ik heb alle begrip voor het feit dat de minister-president in het buitenland verblijft wegens eerdere aangegane afspraken. Ik heb dat uitdrukkelijk gesteld. Leg mij dus geen woorden in de mond die ik voor een keer niet heb uitgesproken.
Het debat verengt zich hier tot die exportcijfers. Dat is voor mij niet relevant. Ik ben overigens een positief iemand. De minister-president is een negatief iemand. Hij zegt dat Wallonië niet onafhankelijk mag worden omdat het maar 13 percent van de export van dit land heeft. Ik zeg dat Vlaanderen onafhankelijk moet worden, want wij hebben 87 percent van de export van dit land in handen. Wij hebben dus alle reden om voor onafhankelijkheid te tekenen. Wat Wallonië doet, is niet mijn probleem. Albanië is onafhankelijk. Kirgizië is onafhankelijk. Kazachstan is onafhankelijk. Burkina Faso is onafhankelijk. Wat hun exportcijfers zijn, zal mij een zorg zijn. Dat is het buitenland, net zoals Wallonië. Wij moeten onze eigen boontjes doppen. 87 percent van de export in dit land is afkomstig uit Vlaanderen: alle reden om voor onafhankelijkheid te kiezen. Dat heet positivisme. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik wil niet negatief klinken, maar het is 83 percent, geen 87 percent. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Crombez en mijnheer Bouckaert, het ontbreekt ons aan de tijd om hier in te gaan op de techniciteit en de theorie achter die cijfers. Ik heb vooral willen aanduiden dat ze belangrijk zijn om onze ambities voorop te stellen. Vlaanderen moet zich vergelijken met de betere regios in Europa. Wij moeten een streefcijfer hanteren. Daarvoor zijn die cijfers belangrijk. Hoe ze uiteindelijk worden ingevuld, is minder belangrijk. Als wij ons kunnen vergelijken met landen die ze op dezelfde manier invullen, kunnen we correcte vergelijkingen maken en kunnen we de juiste ambities hebben.
Het incident is gesloten.