Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, aan de orde is de verklaring van de Vlaamse Regering.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, om te beginnen wil ik nogmaals onderstrepen dat de Vlaamse Regering verheugd is dat minister Heeren het belangrijke werk in de welzijns- en gezondheidssector zal kunnen afronden dat de ministers Vervotte en Vanackere op de sporen hebben gezet, en dat natuurlijk in overeenstemming met het regeerakkoord.
De politiek heeft net zoals het leven soms verrassingen in petto. De benoeming van Steven Vanackere tot federaal vice-premier is zo'n verrassing. (Opmerkingen van het Vlaams Belang)
Ik wil de heer Vanackere danken voor het werk dat hij verricht heeft voor de welzijns- en de gezondheidszorg. In de afgelopen jaren werd er niet alleen voor gezorgd dat het welzijnsbudget tijdens deze legislatuur met 38 percent is gestegen, ook het aanbod is sterk gegroeid.
De heer Vanackere dacht toekomstgericht, vooral wat het ouderenbeleid betreft. Dat is ook nodig, dat weet u. Het aandeel van de 65-plussers stijgt van 18 naar 26 percent tegen 2030. Dat is een zeer gegronde reden om daar beleidsmatig extra aandacht aan te besteden. Vanuit die gedachte heeft de heer Vanackere een woon- en zorgconcept ontwikkeld als basis voor het Vlaams ouderenbeleid. Het is aan minister Heeren om het belangrijke Woonzorgdecreet in goede banen te leiden en in de praktijk om te zetten. De ouderen moeten de mogelijkheid krijgen om zo lang mogelijk thuis te blijven op een zo comfortabel mogelijke manier, ongeacht of ze zorgbehoevend zijn of niet. Een ander belangrijk dossier is de praktische uitvoering van de regeringsbeslissingen in verband met de operationalisering van het concept betaalbare kinderopvang en de uitbreiding van het aanbod.
Minister Heeren beschikt over een ruime parlementaire ervaring en dossierkennis en wordt daarom door iedereen terecht gewaardeerd. Ze werd gevraagd om mee het werk af te ronden dat in het regeerakkoord staat. Dat is het bewijs dat de meerderheid eensgezind, zowel vanuit de regering als vanuit het parlement, wil samenwerken aan de uitvoering van het regeerakkoord, en dit tot op het einde van deze legislatuur.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, ik wil zeer uitdrukkelijk onderstrepen dat de uitdaging vandaag die we allemaal moeten aangaan en beantwoorden, is hoe we Vlaanderen zo ongeschonden mogelijk door deze periode van economische teruggang loodsen. Het welzijnsbeleid, de strijd tegen de armoede en voor bestaanszekerheid zijn hierbij wezenlijk. Minister Heeren zal hier samen met de collega's in de Vlaamse Regering - elk op zijn of haar domein - de komende weken en maanden aan bijdragen.
Ik neem aan dat u elke dag vaststelt hoe ernstig de situatie is. De recentste cijfers tonen dat overduidelijk aan. De werkloosheid neemt voor het eerst sinds lang opnieuw toe. Vlaanderen telde eind december 2008 178.037 niet-werkende werkzoekenden. Dat zijn er 6740 of 3,9 percent meer dan vorig jaar. In 2008 ging één onderneming op 167 failliet in Vlaanderen. Hoewel de andere gewesten nog zwaarder getroffen zijn, benadert het aantal faillissementen - in totaal 3897 - in Vlaanderen het recordniveau van 2004. De groeivoorspellingen voor ons land zijn dit jaar negatief en krimpen van -0,2 percent van het BBP volgens de Nationale Bank tot -0,75 percent volgens het IMF.
In deze crisisperiode verwacht de bevolking vooral dat we een beleid voeren waardoor we maximaal onnodige ongelukken met goede bedrijven vermijden, maar vooral maatregelen nemen opdat de Vlaamse economie als open economie zeer snel in staat zal zijn om in te pikken op de heropleving die er sowieso zal komen.
Mevrouw de voorzitter, collega's, de Vlaamse Regering heeft hier heel duidelijk haar verantwoordelijkheid opgenomen en schouder aan schouder, ook met de andere gewesten en de federale overheid, oplossingen gezocht en gevonden voor de dossiers Ethias, Dexia, de Gemeentelijke Holding. Wij nemen maatregelen om bedrijven toegang te blijven garanderen tot krediet, en blijven investeren in wetenschappelijk onderzoek dat de basis kan vormen voor economische vernieuwing. Wij zijn ook bezorgd over de koopkracht van de mensen. Net als in 2008 blijft de Vlaamse Regering in 2009 de koopkracht op een gedifferentieerde manier ondersteunen.
U weet, collega's, dat wij in november als een van de eersten in dit land een actieplan 'Herstel het vertrouwen' hebben goedgekeurd met een drietal concrete krachtlijnen: de versterking van de kredietverstrekking aan bedrijven in het kader van een flankerend economisch beleid, de versterking van het activerend arbeidsmarktbeleid onder meer inzake herstructurering en ouderen en het versnellen en versterken van de publieke en private investeringen.
In het kader van het VESOC wordt de uitvoering van het actieplan nauwlettend opgevolgd via een monitoringtabel. Ik kan nu al enkele belangrijke, concrete realisaties van dit actieplan vermelden, zoals de verruiming en de versoepeling van de waarborgregeling voor kmo's, de concrete voorbereiding van een waarborgregeling voor grote bedrijven. Er werd een XL Fonds opgezet samen met de GIMV en de VPM of Vlaamse Participatiemaatschappij om bedrijven stabiele groeikansen te bieden. Voor sociale-economiebedrijven is een Vlaams Kringloopfonds in voorbereiding. De Vlaamse Regering heeft het activeringsbeleid versterkt door de premie op te trekken die de bedrijven kunnen krijgen als ze een 50-plusser aanwerven. Met de sectoren werden afspraken gemaakt rond extra inspanningen op het vlak van opleiding en vorming. Minister Vandenbroucke heeft daarover heel wat overleg gepleegd. Hetzelfde geldt voor de overheveling van het Herplaatsingsfonds naar de VDAB, de Actie DirecT waarbij het uitgangspunt van de afspraken is dat uitzendkrachten moeten kunnen rekenen op de nodige steun en begeleiding in het zoeken naar een nieuwe job.
Mevrouw de voorzitter, ik hoop dat het duidelijk is dat deze concrete maatregelen belangrijk zijn voor de mensen die hun job verliezen. De Vlaamse Regering is daarover terecht zeer bekommerd. Om het noodzakelijke socio-economische beleid coherent te kunnen voeren samen met de andere overheden elk op zijn terrein willen we onder meer ruime sociaaleconomische bevoegdheden voor de deelstaten en meer fiscale en financiële verantwoordelijkheid.
Daarom willen we op communautair vlak duidelijke taal hanteren. Wij willen, mijnheer Peumans, snel tot concrete resultaten komen om zo alle deelstaten de mogelijkheid te geven om een krachtdadig beleid, een beleid op maat van de eigen noden en behoeften te kunnen voeren in het belang van de welvaart en het welzijn van allen.
Ik wil ook uitdrukkelijk vermelden dat als wij zeer snel alles willen opvolgen in deze sociaaleconomisch moeilijke situatie, het zeer belangrijk is de langetermijnvisie niet uit het oog te verliezen. We zijn een van de weinige regeringen in dit land die een langetermijnstrategie heeft ontwikkeld en deze ook gaat finaliseren op 20 januari 2009.
Ik ben zeer blij, mevrouw de voorzitter, dat u bereid bent gevonden om die dag geen commissies te organiseren zodat alle parlementsleden aanwezig kunnen zijn in de Grenslandhallen in Hasselt.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik wil even in herinnering brengen dat tijdens het actualiteitsdebat dat dit parlement op 17 september heeft gehouden over de gemeenschapsdialoog, uitdrukkelijk is gesteld dat de Vlaamse Regering alles in het werk zou stellen om de belangrijke stappen in de staatshervorming te zetten. De Vlaamse Regering blijft ijveren voor de maximale uitvoering van haar regeerakkoord, ook op het gebied van de staatshervorming. Zoals verschillende parlementsleden herhaaldelijk hebben gevraagd, zijn wij niet aan de kant blijven staan en hebben wij onze verantwoordelijkheid opgenomen door de dialoog aan te gaan.
In de federale regeringsverklaring van 31 december 2008 staan belangrijke passages over de gemeenschapsdialoog. Het is belangrijk en positief dat in de federale regeringsverklaring wordt gesteld "dat het van belang is dat de gemeenschapsdialoog snel wordt heropgestart en voor de regionale verkiezingen tot resultaten leidt." Er wordt aan toegevoegd: "Er moeten deelakkoorden worden gesloten op domeinen zoals arbeidsmarkt, grootstedenbeleid en justitie, waar reeds grote vooruitgang werd geboekt, naast wat reeds eerder op het jaar was overeengekomen en waar nu ook problemen ter zake zijn opgelost."
Het is positief dat in een snelle doorstart van de dialoog wordt voorzien en dat deelakkoorden in het vooruitzicht worden gesteld voor de verkiezingen van juni. Ik zal namens de Vlaamse Regering bij alle Franstalige partners nagaan welke deelakkoorden mogelijk zijn en binnen welke timing, en zal daarover binnen de Vlaamse delegatie overleg plegen. Het heeft immers pas zin om de gemeenschapsdialoog opnieuw op te starten als alle deelnemers ervan zich inschrijven in het engagement om zeer snel tot akkoorden te komen.
Ik heb in de plenaire vergadering van dit Vlaams Parlement van 17 december een stand van zaken gegeven en heb onderstreept dat we dankzij het reeds gepresteerde werk nu verdere stappen kunnen en moeten zetten. We moeten daarover ook absolute duidelijkheid hebben. Ik heb het nu niet over bijkomende garanties, maar wel over duidelijkheid over wat op tafel ligt en binnen welke termijn we akkoorden kunnen afsluiten. Ik koop geen kat in een zak. Ik heb de thema's op 17 december al opgesomd. Het gaat over belangrijke zaken zoals het arbeidsmarktbeleid, grootstedenbeleid, justitie, fiscale aftrekken.
Collega's, het heeft pas zin om de gemeenschapsdialoog opnieuw op te starten als er zeer snel resultaten zijn, als er snel deelakkoorden worden afgesloten. Zo niet, is het niet mogelijk om de gemeenschapsdialoog op een geloofwaardige manier te voeren. (Opmerkingen bij de Vlaams Belangfractie)
Wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, stelt de federale regeringsverklaring het volgende: "Anderzijds moet snel in de schoot van het Overlegcomité, dat gevat is over een belangenconflict over wetsvoorstellen over de kieskring BHV, een groep worden belast met het uitwerken van voorstellen voor oplossingen, zoals trouwens door de Senaat in mei jongstleden werd gevraagd. De besluiten hiervan moeten vanaf de zomer van 2009 besproken en uitgevoerd worden."
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, het gaat over het uitwerken van mogelijke oplossingen, over het oplijsten door een werkgroep van voorstellen tot oplossing. Het gaat hier dus niet - wat mij betreft en wat de Vlaamse Regering betreft - over parallelle onderhandelingen. (Rumoer bij het Vlaams Belang)
U vraagt een verklaring van de Vlaamse Regering over ons standpunt. Ik geef u ons standpunt. (Opmerkingen van de heer Van Hauthem)
Mijnheer Van Hauthem, uw fractie krijgt zo meteen het woord.
Ik ben ervan overtuigd dat dit in overeenstemming is met wat de Vlaamse Regering heeft gesteld, met name dat er over BHV niet wordt onderhandeld. Ik verwijs naar de commissievergadering van 9 december, waar ik zeer uitdrukkelijk heb gezegd: "Ik heb voor de start van de gemeenschapsdialoog alles gedaan om duidelijk te maken dat er niet onderhandeld wordt over BHV."
De federale regering heeft een doorstart genomen. Ook voor Vlaanderen is het goed dat de federale regering binnen de bevoegdheden verder een duidelijk en krachtig optreden kan ontwikkelen. Onze financiële wereld, ons bedrijfsleven en de mensen hebben in de huidige onzekere economische tijden behoefte aan regeringen - in eerste instantie een Vlaamse, maar ook een federale - die daadkrachtig optreden.
We debatteren hier vandaag omdat de herschikking binnen de federale regering ook een wijziging heeft veroorzaakt in de samenstelling van de Vlaamse Regering. Deze Vlaamse Regering gaat voor een sterk sociaaleconomisch beleid, om Vlaanderen sterker uit deze economische crisis te laten komen. Dat is een van de topprioriteiten waarvoor ik alles zal doen. De discussie over bijkomende bevoegdheden, zeker in verband met de arbeidsmarkt, is hiervoor wezenlijk en daarom blijven we daar hard aan werken. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, mevrouw de voorzitter, collega's, "als er een vice-premier nodig is, kun je moeilijk gezellig voortdoen met wat je aan het doen was." Vlaamse ministers, dat zijn de woorden van een ex-collega van u, Steven Vanackere, die zich kortstondig heeft opgewarmd in de Vlaamse Regering om uiteindelijk vanuit de B-ploeg naar de A-ploeg te verhuizen en nu federaal vice-premier is geworden.
"Je kunt moeilijk gezellig voortdoen met wat je aan het doen was." De woorden van Vanackere kunnen niet in een schriller contrast geplaatst worden met wat de minister-president hier zojuist op een bijna krampachtige manier heeft proberen te doen, namelijk aantonen hoe belangrijk het departement Welzijn, Gezondheid en Gezin wel is voor deze Vlaamse Regering en vooral voor zijn eigen partij, die over enkele maanden naar de verkiezingen moet trekken onder een zeer slecht gesternte.
Weet u nog wat de vorige minister-president Yves Leterme zei naar aanleiding van de campagne in 2004? "Onze absolute topprioriteit in de Vlaamse Regering is het wegwerken van die wachtlijsten in de zorg die de spuigaten uitlopen. Wij als CD&V halen ons beste paard van stal om minister van Welzijn te worden." Inge Vervotte was haar naam.
Ondertussen behoort ook zij tot de politieke geschiedenis van dit land. We zijn nu toe aan de derde minister van Welzijn, die nu, drieënhalve maand voor dit parlement wordt ontbonden, nog even haar neus aan het venster mag komen steken om hopelijk nog een paar punten te scoren, of misschien ook weer niet. Het feit dat een relatief onbekend parlementslid uit de Kataraktstreek werd gekozen, heeft ongetwijfeld alles te maken met interne partijpolitieke aangelegenheden binnen de CD&V-fractie, waar ik me verder niet mee bemoei. Wellicht heeft het ook te maken met het feit dat men het dossier welzijn, de wachtlijsten in de zorg, de gehandicaptensector en de rust- en verzorgingstehuizen maar liever low profile houdt, en niet te veel aandacht wil trekken op de nieuwe minister.
De resultaten zijn barslecht. Mijnheer de minister-president, na bijna vijf jaar Vlaams beleid zijn de wachtlijsten vandaag langer dan toen uw voorganger het voor het zeggen kreeg.
De heer Dehaene heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, ik stel voor dat u naar de commissie komt of de verslagen van de begrotingsbespreking leest. Dan zult u merken dat u de bal compleet misslaat.
Sla ik de bal mis? Er zijn 16.000 zorgvragen op dit moment.
U zegt dat minister Vanackere zich heeft opgewarmd in de Vlaamse Regering. Dat is een serieuze miskenning van de inspanningen die de minister heeft gedaan. U mag een rondvraag doen in de sector. Heel veel mensen zullen u bevestigen dat de minister zeer goed werk heeft geleverd, zeer veel tandjes heeft bijgestoken en veel middelen heeft binnengehaald in de begroting.
U haalt andermaal de wachtlijsten aan. Die discussie is al twintig keer gevoerd.
Hoe zou dat komen?
Ik herhaal wat ik tijdens de begrotingsbespreking heb gezegd. We hebben het meerjarenplan uitgevoerd zoals het door de vorige regering is goedgekeurd. We gingen er allemaal van uit dat als we dat meerjarenplan zouden uitvoeren, de wachtlijsten zouden zijn weggewerkt. We stellen allemaal vast dat dit niet is gebeurd, maar we hebben wel het meerjarenplan, zoals het is goedgekeurd, uitgevoerd.
Mijnheer Dewinter, u zegt ook dat dit heel slecht is voor de sector. Ik neem daar akte van. Ik vraag u een voorbeeld te geven van waar de sector nadelige gevolgen heeft gehad van de ministerswissels tot nu toe. Zowel de begroting als het creëren van bijkomende plaatsen in de gehandicaptensector en de kinderopvang, het wegwerken van de wachtlijsten bij de VIPA-subsidiëring, alles is heel vlot verlopen. U kunt niet zeggen dat de ministerswissels negatieve gevolgen hebben gehad. (Applaus bij CD&V)
Gisteren is een belangenvereniging van gehandicapten bij de minister langsgeweest met de dringende verzuchting om eindelijk wat te doen aan de wachtlijst. Er zijn 16.000 zorgaanvragen, waarvan 10.508 dringend. Dat is de realiteit, en dat is wat anders dan de praatjes die u hier komt vertellen.
De realiteit is dat de ratten het zinkende schip van de Vlaamse Regering verlaten. Dat was zo met mevrouw Vervotte en met de heer Leterme, dat is zo met de heer Vanackere. Ik vraag me af waarom de bevoegdheden van ex-minister Bourgeois indertijd aan die van de minister-president konden worden toegevoegd, en waarom het niet mogelijk is om de bevoegdheden van minister Vanackere toe te voegen aan een andere minister.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Mijnheer Dewinter, u had het daarnet over de wachtlijsten voor personen met een handicap.
Mijnheer Dewinter, u verwijst graag naar die wachtlijsten. Het gaat dan over één cijfer en dat cijfer neemt inderdaad toe zoals wij in de talloze discussies in de commissie hebben erkend. Wat u echter krampachtig verzwijgt, is dat het aantal opgeloste zorgvragen, het aantal gecreëerde nieuwe plaatsen een veelvoud is van de wachtlijsten die we aantroffen bij het begin van deze legislatuur. Dat mag ook wel eens duidelijk gezegd worden.
U hebt het niet over de kinderopvang waar er eveneens volgens velen wachtlijsten zouden zijn. Vanaf het begin van deze legislatuur tot december 2008 zijn er 17.000 extra nieuwe plaatsen gecreëerd. Ik herhaal dan ook de vraag van de heer Dehaene: waar heeft de sector nadeel ondervonden van de opvolging van de verschillende ministers binnen het beleidsdomein Welzijn? Gisteren was er de eerste commissievergadering met minister Heeren. De toelichting van het Woonzorgdecreet heeft plaatsgevonden, de vragen zijn beantwoord. Ook de volgende decreten zullen worden behandeld zoals gepland. Ik ben nog altijd in blijde verwachting van uw eerste opwachting in onze commissie. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mijnheer Dehaene, ik zou u willen terechtwijzen. U verwijt mijn fractieleider dat hij niet aanwezig is in de commissie Welzijn. Ook uw fractieleider is er nooit, en dat is geen verwijt. Uw partij is tijdens de vorige verkiezingen naar de kiezer getrokken met de absolute belofte om alle wachtlijsten in het algemeen, en de wachtlijsten in de gehandicaptensector in het bijzonder, weg te werken. U kent de cijfers en de problematiek. In het regeerakkoord staat ook heel uitdrukkelijk vermeld dat de wachtlijsten tegen het einde van de legislatuur opgelost zullen zijn. Vandaag stellen wij vast dat er 10.508 dringende zorgvragen zijn in de gehandicaptensector. Er zijn ook heel wat wachtenden voor een persoonlijke-assistentiebudget en binnen de kinderopvang. Ik ken die dossiers goed en kan dus nog een tijdje doorgaan. U mag niet zeggen dat op het terrein iedereen tevreden is.
Gisteren was in dit parlement de gehandicaptensector aanwezig, die aan de minister de 10.508 suikerbonen heeft overhandigd als duidelijk symbool van de wachtenden in de gehandicaptensector. Ik denk dan ook dat het hoog tijd is dat er werk wordt gemaakt van die kiesbelofte en van het regeerakkoord en dat deze mensen een recht op zorg wordt gegarandeerd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik heb even wat verduidelijking nodig. U had het daarnet over de verklaring van de minister-president. Die ging over de stoelendans binnen deze Vlaamse Regering. Nu geraak ik hier verzeild in een nochtans zeer boeiend debat over het gehandicaptenbeleid. De collega uit de oppositie beweert dat die wachtlijsten er nog altijd zijn. Sinds 2003 zijn er al vijf ministers die elkaar hebben opgevolgd binnen Welzijn.
Is dit nu een debat, want dan doen we mee, of wachten we op de verklaringen van de fracties en van de minister-president?
Er is repliek mogelijk, maar wanneer iemand op een van die elementen wil ingaan, dan kan dat.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Mijnheer Verstrepen, de verkiezingsbelofte van CD&V was inderdaad het wegwerken van alle wachtlijsten. Die belofte, mijnheer Dehaene, was niet het creëren van meer plaatsen of het voorzien in meer geld voor de sector.
En ik kan vandaag alleen maar vaststellen dat en in de gehandicaptensector, en in de ouderenzorg, en in de geestelijke gezondheidszorg - want die zouden we nog vergeten -, en in de kinderopvang die wachtlijsten langer zijn dan ooit. CD&V heeft, met andere woorden, haar verkiezingsbeloften verbroken.
En, mijnheer Dehaene, het is erg goedkoop om hier te zeggen dat u het plan van de vorige regering hebt uitgevoerd. Ik herinner me nog wat mevrouw Becq hier op de tribune heeft gezegd toen ik nog minister van Welzijn was. Ze zei dat als het plan er niet toe leidde dat de wachtlijsten werden weggewerkt, het plan moest worden bijgestuurd. CD&V zou dat al lang gedaan hebben, voegde ze eraan toe.
Na vijf jaar komt u hier zeggen dat u gedurende vijf jaar gewoon kritiekloos hebt uitgevoerd wat door ons was beslist. Mijn conclusie is en blijft dat van uw verkiezingsbelofte - het wegwerken van de wachtlijsten - helemaal niets in huis is gekomen. Geef dat toch gewoon toe!
Mevrouw de voorzitter, ik heb er helemaal niets op tegen dat hier verder wordt ingegaan op het verkiezingsprogramma van CD&V.
Het is echter wel belangrijk dat het regeerakkoord wordt uitgevoerd. Ik kan u verzekeren dat niet alleen minister Heeren, maar de hele Vlaamse Regering er de volgende weken en maanden alles aan zullen doen om het Vlaams regeerakkoord uit te voeren, ook voor wat deze zeer belangrijke problematiek betreft. Het is dan ook goed dat daarover wordt gediscussieerd.
Mijnheer Dewinter, ik wil ook verder in de commissie en op andere plaatsen het debat voeren. We moeten dan wel een volledig overzicht hebben, met de elementen die er de afgelopen jaren aan zijn toegevoegd. Ik heb u al gezegd dat het welzijnsbudget met 38 percent is gestegen tijdens deze legislatuur. Als u er andere cijfers aan wilt toevoegen, dan wil ik daar zeker over discussiëren. De uitvoering van het regeerakkoord, ongeacht de wissels die werden doorgevoerd, is voor mij en de Vlaamse Regering het alfa en het omega. En daarover gaat het. (Applaus bij CD&V)
Mevrouw de minister, u mag ook zelf het woord voeren over departementen waarover u bevoegd bent. Aan de schaduwminister van Welzijn, mevrouw Jans, zou ik toch willen zeggen dat indien dit zo belangrijk was, dan had op de plaats van minister Heeren nog altijd mevrouw Vervotte, of misschien minister Vanackere gezeten, maar niet minister Heeren.
Mijnheer Dewinter, de helft van uw spreektijd is voorbij.
Dat zegt natuurlijk alles over de prioriteit der prioriteiten van CD&V, met name het wegwerken van de wachtlijsten in Welzijn.
Maak u daar maar geen zorgen over!
En veel belangrijker dan dit, mijnheer de minister-president, is het feit dat deze regering in hetzelfde bedje ziek is als de paarse regering die u is voorafgegaan. Uiteindelijk is de Vlaamse Regering niet veel meer dan de reservebank van de federale regering, en stellen we vast dat dit een duiventil is geworden, waarbij we ondertussen toe zijn aan de zesde herschikking van de regering, dat slechts de helft van de Vlaamse ministers de rit ook daadwerkelijk zullen uitzitten, dat we toe zijn aan de derde CD&V-minister die van het Vlaamse niveau overstapt naar het federale niveau. Moet ik u aan herinneren aan de namen: Yves Leterme, Inge Vervotte en nu ook de man met de grote talenten die het allemaal ging doen, Steven Vanackere? We zijn ook toe aan de derde minister van Welzijn. Dat is de realiteit van de Vlaamse Regering anno 2009. En u doet het dus niet beter dan Dewael. U doet het niet beter dan Somers. Integendeel, u doet het even slecht.
En mag ik uw eigen parlementslid, die tegenwoordig monddood is gemaakt - want zijn broer is nu eerste minister en hij mag dus niets meer zeggen -, even citeren. In het verleden heeft hij wel veel gezegd, toen diezelfde herschikkingen en opvolgingen van ministers zich aan de lopende band voordeden bij de vorige regering. En wat zei de heer Van Rompuy toen? Ik citeer graag uit de Handelingen van 26 mei 2003. Hij zei: "Dit parlement, mijnheer de minister-president," - hij richtte zich tot de nieuwbakken minister-president Somers - "is een schaakbord geworden van het federale niveau". "Een nooit geziene stoelendans", zo zei de toenmalige fractieleider van CD&V, "waardoor het Vlaamse niveau de speelbal wordt van de strategie in een aantal partijhoofdkwartieren. De Vlaamse Regering wordt tot de federale regeringsvorming achter de rug is. Dit toont duidelijk aan dat het Vlaamse niveau ondergeschikt is aan het federale."
Ik moet daar niets meer aan toevoegen. "I rest my case", zouden ze in een Amerikaanse rechtbank zeggen. Wat uw toenmalige fractieleider, de broer van de huidige federale eerste minister, toen zei, is duidelijk en geldt vandaag meer dan ooit ondanks alle beloften die CD&V toen in dit halfrond plechtig heeft afgelegd. U doet het niet beter dan Dewael en Somers, u bent allemaal in hetzelfde bedje ziek. Als het erop aankomt, gelden de partijpolitieke belangen, de macht en de postjespakkerij. Dat is vandaag bij deze Vlaamse Regering hetzelfde als drie, vier en vijf en zes en zeven en acht jaar geleden. Zeg dat Eric Van Rompuy het gezegd heeft. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Dames en heren, er is natuurlijk meer aan de hand dan de zoveelste reshuffle van de Vlaamse Regering. U wordt onder curatele van de federale regering geplaatst, onder curatele van de gebroeders Van Rompuy. Waarom? Omwille van het simpele feit dat vandaag zelfs de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap en het hele Brussel-Halle-Vilvoorde-dossier vanuit het federale niveau worden geregeld. Herman Van Rompuy heeft in zijn federale regeringsverklaring duidelijk gesteld wat er met de fameuze dialoog van gemeenschap tot gemeenschap zal gebeuren. Het staat in de notulen van de Kamer. Hij zegt duidelijk er te zullen op aandringen dat er opnieuw mee begonnen wordt om het eerste pakket van de deelakkoorden te bereiken. En dan, mijnheer de minister-president, mag u het veld in om het vuile werk te doen. Maar u bent bang, want u hebt niet alleen naar premier Van Rompuy geluisterd maar ook naar anderen, zoals minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht, die op de VRT-radio laconiek, zoals meestal, zei dat hij geen zin had in overdreven verwachtingen wat betreft de staatshervorming en de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap. "Ik geloof niet," zegt De Gucht, "dat er al voor juni deelakkoorden zullen zijn en de meeste mensen denken er net zo over." Dus begrijp ik dat u aarzelt, twijfelt en zekerheden wilt vooraleer u die dialoog opnieuw opstart want u weet dat men u het niet zal gunnen. Niet alleen aan de overkant van de taalgrens. Uw ergste tegenstanders zitten niet aan de overkant. Zij zitten bij de VLD. Zij gunnen u niet dat er nog resultaat komt voor wat betreft de dialoog van gemeenschap tot gemeenschap.
Dan is er natuurlijk ook nog het monster van Loch Ness, dat steeds opduikt: het Brussel-Halle-Vilvoorde-dossier. Mevrouw de voorzitter, ik heb dat voor het laatste gespaard omdat het zo pijnlijk is. Ook daar moet ik als oppositieleider niet veel méér doen dan een paar citaten uit het verleden tegenover elkaar plaatsen, om dan vast te stellen dat men vandaag a en morgen b zegt. Van Rompuy zegt dat er binnen het overlegcomité van de verschillende regeringen een werkgroep wordt opgesteld, die voorstellen moet uitwerken voor oplossingen voor het probleem van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. En hij zegt dat de besluiten hiervan vanaf de zomer van 2009, na de verkiezingen van het Vlaams Parlement welteverstaan, zullen worden besproken en uitgevoerd. U zegt vandaag laconiek, met een massage van woorden, dat dit geen parallelle onderhandelingen zijn. Een werkgroep die voorstellen van een werkcomité van verschillende regeringen, waar u dan toch ook moet in zetelen, voor oplossingen moet uitwerken om het probleem van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde tot een goed einde te brengen: dat is de realiteit. Dan mag u in de marge nog wat komen pruttelen en de indruk wekken dat het niet zo is, maar het zal zo zijn en dat weet u zeer goed. Dan volstaat het niet om hier te komen meedelen dat dit geen parallelle onderhandelingen zijn want dan draait u de kiezer en heel Vlaanderen een rad voor de ogen.
Zeg dan duidelijk waar het op staat. Zeg dan duidelijk dat de Vlaamse Regering niet zal deelnemen aan die werkgroep binnen het overlegcomité van de verschillende regeringen omdat wij niet willen dat er wordt onderhandeld over Brussel-Halle-Vilvoorde.
De minister-president was trouwens niet van plan te onderhandelen. Hij heeft in het verleden duidelijk verklaard dat hij hiertoe op geen enkel moment bereid zou zijn. Toen in september 2008, naar aanleiding van het eerste debat over de gemeenschapsdialoog, de eerste vragen hierover zijn gesteld, heeft hij het volgende gezegd: "Er zijn garanties gegeven. BHV komt niet op de gemeenschapsdialoog en zal niet op basis van een verklaring van de premier op 21 september op een parallelle wijze behandeld worden".
De oprichting van een werkgroep van het Overlegcomité houdt natuurlijk een parallelle behandeling en een zoektocht naar een compromis in. Over BHV moeten echter geen compromissen worden bereikt. Het federale parlement moet hier enkel over stemmen. Op die manier kunnen we de splitsing van BHV daadwerkelijk realiseren.
De minister-president moet nu zijn staart niet intrekken. Hij moet geen woorden verdraaien of een eigen interpretatie van de woorden van premier Van Rompuy zoeken. De woorden van de premier zijn helder en laten aan duidelijkheid niets te wensen over. De woorden van de minister-president zijn daarentegen slechts woorden in de wind. Hij probeert te verdoezelen wat premier Van Rompuy heeft gezegd. Hij zou vandaag duidelijk moeten stellen dat de Vlaamse Regering geen deel van het Overlegcomité wenst uit te maken indien het de bedoeling is om daar over BHV te marchanderen.
We hadden van deze Vlaamse Regering meer en beter verwacht. Alle fouten die in het verleden, tijdens een vorige legislatuur, zijn gemaakt, worden vandaag opnieuw gemaakt. Dit geldt voor de communautaire problematiek. Vlaanderen wil, kan of durft geen vuist te maken. Dit geldt ook voor de economische problematiek of voor het wegwerken van de wachtlijsten. Ook ViA is een doodgeboren kind. Naar het schijnt, zou binnenkort een slotzitting plaatsvinden. We vroegen ons eigenlijk af wanneer Vlaanderen in Actie zou beginnen. Dat is niet echt een succes geworden.
Het wegwerken van de wachtlijsten is een dramatische aangelegenheid. De minister-president slaagt er niet in zijn verkiezingsbeloften in de praktijk te brengen. We stellen vast dat de minister-president met betrekking tot een aantal essentiële aangelegenheden het Vlaams Parlement een rad voor de ogen probeert te draaien.
Ik kan enkel citeren wat de vorige minister-president, de heer Leterme, ooit over de toenmalige Vlaamse Regering heeft gezegd: "Wie gelooft deze mensen nog?" (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Caluwé heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil mijn toespraak beginnen met te uiten hoe blij ik ben met de reden waarom we hier nu debatteren. Ik ben immers blij dat Veerle Heeren minister is geworden.
In de eerste plaats ben ik blij omwille van de persoon die Veerle is. Het grootste gedeelte van de voorbije 9,5 jaar heeft Veerle in het Vlaams Parlement naast mij gezeten. De eerste vijf jaar zaten we achteraan, bij de backbenchers. De voorbij 4,5 jaar zaten we samen vooraan. Het zal voor mij dan ook even wennen worden. Net zoals iedereen, heb ik aan de hand van haar parlementair werk kunnen vaststellen wat voor een fijne en gedreven collega Veerle is.
In de tweede plaats ben ik blij omdat Veerle een pak parlementaire ervaring in de Vlaamse Regering binnenbrengt. Met haar bijna veertien jaar durend parlementair mandaat is ze meteen de minister met de langste staat van dienst als parlementslid. Tot nu toe was dat minister Van Mechelen, die twaalf jaar lang parlementslid is geweest voor hij minister werd. Veerle is misschien het kadetje van de Vlaamse Regering, maar zij is nu de minister waarvoor haar collega's het meest respect moeten opbrengen. Ik ben er in elk geval van overtuigd dat ze die gedurende veertien jaar opgebouwde parlementaire reflex als lid van de Vlaamse Regering zal behouden.
Bovendien kent Veerle de materie waarvoor ze bevoegd wordt. Ze heeft geen inrijperiode nodig. Gisteren legde ze in de voormiddag de eed af.
Ik wil alleen even cynisch opmerken dat u de lof zwaait van mevrouw Heeren op basis van het feit dat ze een van de langst zetelende parlementsleden is die eindelijk minister wordt, en dat het een absolute voorwaarde is om een goed minister te zijn. Ik weet niet hoe het gesteld is met de lijstvorming bij CD&V, maar uw plaats staat dan alleszins op de tocht. Mag ik u erop wijzen dat de minister-president, die ons land moet redden, uiteindelijk nul dagen, nul minuten, nul seconden parlementaire ervaring had toen hij aantrad als minister? Dat ziet er dus niet goed uit voor u. (Gelach bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Dewinter, ik ben blij dat u bezorgd bent om mijn politieke toekomst, maar ik kan u verzekeren dat u zich daarover geen zorgen hoeft te maken. Voor het overige is het altijd goed dat een team verschillend is samengesteld en dat het bestaat uit mensen met een gemengde ervaring. Ik hoop dat ik daarmee uw cynisme enigszins beantwoord heb.
Ik wou zeggen dat ik tevreden ben dat mevrouw Heeren minister is geworden, omdat ze er meteen kan invliegen. Ze heeft geen inrijperiode nodig. Gisteren legde ze in de voormiddag de eed af, in de namiddag beantwoordde ze in de commissie meteen een aantal vragen en deed ze met verve de ministeriële toelichting bij het Woonzorgdecreet, een onderwerp dat ze tot in de puntjes kent. (Opmerkingen van mevrouw Marijke Dillen)
Mevrouw Dillen, je kunt ook vanuit je bureau luisteren naar de commissiezittingen, je hoeft niet lijfelijk aanwezig te zijn.
Het is niet het enige decreet dat minister Heeren nog door dit parlement zal begeleiden. Ook een nieuw decreet op het algemeen welzijnswerk, een decreet op de vrijwilligerszorg en een decreet aangaande het platform voor welzijns- en gezondheidsinformatie staan nog op haar programma. U ziet, Veerle is wel minister geworden, maar we zullen haar de komende weken nog vaak in het parlement zien.
Ben ik blij dat Veerle Heeren minister is geworden, dan betreur ik uiteraard het afscheid van Steven Vanackere. Steven deed het werk van minister van Welzijn niet alleen met grote deskundigheid, maar ook met grote persoonlijke voldoening. Ik heb hem zien genieten van de vele contacten met het veld. Ik kan ook getuigen dat het zijn ambitie was om dit in de komende legislatuur verder te zetten. Maar ik begrijp dat de vraag om federaal vicepremier te worden bij hem is terechtgekomen, en ik weet dat Steven te veel plichtsbesef heeft om daar dan negatief op te antwoorden.
Toch beschouwt hij die overstap niet als evident. Als hij toch ja heeft gezegd, is het ook omdat hij wist dat hij over een stevige ploeg medewerkers beschikt, die het werk kunnen voortzetten en omdat hij wist dat in onze fractie verschillende collega's klaarstonden - niet alleen Veerle, maar ook nog anderen, we hadden l'embarras du choix - om zijn beleid zonder inrijperiode voort te zetten. Hij deed dit ook omdat hij wist dat hij, ondanks het vele werk dat nog op de plank ligt, al een palmares had om u tegen te zeggen.
Mevrouw de voorzitter, ik vraag me af of de fractievoorzitter van CD&V zich niet van speech heeft vergist. Dit lijkt me veeleer een speech voor zijn fractie of voor een nieuwjaarsreceptie, maar het is geen politiek inhoudelijke speech voor het Vlaams Parlement. De lofbetuigingen voor de ministers die heengegaan zijn, zijn voor op een andere plaats. Wij verwachten van u hier een politieke uitspraak.
Misschien hoort u een aantal dingen die ik zeg niet graag. Ik was net aan het zeggen dat deze minister kon weggaan omdat hij een palmares had om u tegen te zeggen.
Onder het beleid van Inge Vervotte en Steven Vanackere is het budget voor Welzijn met meer dan 1 miljard euro gestegen.
Dat is nu het adagium van CD&V: het welzijnsbudget is met zo veel euro gestegen. Dat klopt, maar met cijfers kan men alles bewijzen. Ik heb het relatieve aandeel van het welzijnsbudget eens bekeken voor deze en de vorige legislatuur. Ik kan u zeggen dat het relatieve aandeel van Welzijn met 0,75 percent is gedaald. Alle budgetten in Vlaanderen zijn gestegen, want Vlaanderen is een rijke regio. Maar de budgetten van Welzijn zijn relatief niet meer gestegen dan de andere. Integendeel, het aandeel van de welzijnsbegroting in de totale begroting is gedaald, in plaats van gestegen.
Ik vind het pleidooi van de fractieleider van CD&V hoogst amusant, want hij geeft heel de tijd een uitleg die voor mij zeer verhelderend is. Of mevrouw Heeren daar nu zit als minister of niet, dat speelt eigenlijk geen rol. Mijnheer Caluwé, u bent alles netjes aan het linken en zegt dat het allemaal overbodig is, want het kabinet en de medewerkers doen het allemaal. Het speelt eigenlijk geen rol wie er minister is. U bevestigt eigenlijk wat het gevoel is over deze Vlaamse Regering: wie daar zit, maakt niet uit, als het postje maar bezet blijft. Of dat nu mevrouw Heeren is of iemand anders, dat speelt geen rol.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, we hebben hier de voorlaatste week van december een heel uitgebreid debat gevoerd, gedurende drie dagen, over de begroting 2009. Ik heb tijdens de vergadering van het Bureau gezegd dat ik graag zou weten waar de verklaring van de minister-president over zou gaan. Ik stel vast dat we weer een debat krijgen dat hier drie weken geleden uitgebreid aan bod is gekomen. Het wordt nu nog eens overgedaan.
Onze vraag en de vraag van het Vlaams Belang was, aangezien er op het vlak van de dialoog en BHV een aantal dingen gewijzigd waren, om de regering daarover te ondervragen. Die vraag werd afgewezen, en de minister-president steekt hier nu de loftrompet over de ministers. Dat mag hij doen, en ik denk dat voormalig minister Vanackere een van de weinige ministers was die de alternatieve financiering op de sporen heeft gezet, onder meer voor de ouderenzorg. Dat mag ook eens gezegd worden. Maar als de minister-president de loftrompet steekt over wat hier eigenlijk drie weken geleden al is gezegd - en ik hoor weer het verhaal over Ethias, over Dexia enzovoort -, vraag ik me af wat we hier aan het doen zijn. We zijn gewoon een heruitzending aan het houden van wat drie weken geleden is gezegd. Voor de waardigheid van het parlement betreur ik dat.
Ik wil toch graag mevrouw Vogels van antwoord dienen. Ik begrijp niet goed dat zij eigenlijk niet beschaamd is om telkenmale opnieuw te beginnen over haar eigen beleid, als we zien dat deze legislatuur het uitbreidingsbeleid inzake gehandicaptenzorg meer dan verdubbeld is en men dus dubbel zoveel extra investeringen in het uitbreidingsbeleid heeft gedaan als in de vorige legislatuur.
Daarbovenop komt de alternatieve financiering. Door het feit dat minister Vanackere zo heeft doorgewerkt en hij als eerste klaar was met betrekking tot de alternatieve financiering en voor Welzijn de alternatieve financiering het eerst van start kon gaan, zijn er sinds oktober 2008 akkoorden gesloten voor een totaal bedrag van bijna 800 miljoen euro aan investeringen in de welzijnssector. Dat bedrag ziet men natuurlijk niet in het gewone budget staan, maar moet uiteraard wel worden meegerekend.
Het uitbreidingsbeleid inzake kinderopvang gaat over 17.000 extra plaatsen. Er is het Globaal Plan Jeugdhulpverlening, de toename van de premie inzake zorgverzekering en ik kan zo doorgaan. Het is duidelijk dat onze welzijnsministers niet met rode kaken moeten staan, maar integendeel grote fierheid kunnen betonen.
Ik wil ook helemaal niet uw welzijnsministers met rode kaken zien, maar u moet wel eerlijk zijn. Met cijfers, nog eens, kunt u alles bewijzen. Nu begint u over het tweede stokpaardje, de pps-constructie en de bouw van rusthuizen en ziekenhuizen.
Het moet gezegd dat binnen de pps-formules Welzijn zowat het enige domein is waar er op het terrein al realisaties zijn. Maar eigenlijk is het geen echte pps. Het is een soort debudgettering, waardoor via een onkostenvergoeding nu meer rusthuizen worden gebouwd en op lange termijn worden terugbetaald.
Ik zal u op zeer korte termijn aantonen dat dat mooie liedje al uitgezongen is. Want ook hier slaat de financiële crisis toe. Rusthuizen kunnen nog wel kredieten krijgen om in dat soort debudgettering versneld te bouwen, maar die kredieten zullen veel duurder betaald worden.
Vorige week reeds heeft het Verbond der Verzorgingsinstellingen (VVI) aan de alarmbel getrokken wat betreft de bouw van de ziekenhuizen, zeggende: dit is voor ons niet meer te betalen. De pps-constructie die Vlaanderen heeft vooropgesteld, is een constructie die goed was in tijden van hoogconjunctuur, maar die absoluut faalt op een moment van economische crisis. De minister-president heeft daarnet op de tribune terecht onderschreven dat de toestand op dit moment ernstig is. Wel, de toestand op dit moment is ook ernstig voor de bouw van ziekenhuizen en rusthuizen. Ik zou maar oppassen met dat op uw palmares te schrijven, want dat zou wel eens een zeer kortdurend succes kunnen blijken.
De heer Dehaene heeft het woord.
Mevrouw Vogels probeert een punt te maken dat in absolute cijfers de begroting niet zou zijn gegroeid.
Ik heb het over relatieve cijfers.
Dat is andermaal een zeer vreemde redenering, terwijl ze zeer goed weet dat er ingevolge Beter Bestuurlijk Beleid een aantal zaken zijn verschoven naar andere departementen. Daar houdt ze dan gemakkelijkheidshalve geen rekening mee. Bovendien leidt de alternatieve financiering ertoe dat er per jaar budgettair minder moet worden ingeschreven en dat dat gespreid wordt over verschillende jaren. Zo is het natuurlijk gemakkelijk om te zeggen dat de begroting maar met een aantal percenten stijgt in vergelijking met de andere departementen, maar dat is een verkeerde voorstelling van zaken als u het mij vraagt.
Ik wil mijn fractieleider aanvullen als hij een lijstje maakt met belangrijke inspanningen, zeker in vergelijking met de vorige legislatuur. U, mevrouw Vogels, slaagde erin om in 1 percent uitbreiding te voorzien in de uren voor gezinszorg. Wij hebben al twee jaar op rij in 4 percent voorzien. Over de hele legislatuur maken we ons sterk dat we dicht bij die 4 percent zullen zitten.
Ik moet niet herhalen wat de minister-president daarnet heeft gezegd, namelijk dat niet alleen de welzijnsministers, maar heel de Vlaamse Regering fierheid kunnen uitstralen. We maken donkere tijden mee: niet alleen de temperaturen zitten diep onder het vriespunt, maar ook de percentages van economische groei. Dat we in deze tijden een regering hebben met een begroting en een beleid dat een investeringsbeleid is zodat men de economische problemen kan tegengaan en met een relanceplan waarin de gepaste maatregelen staan om daartegen in te gaan, betekent dat we op het goede pad zijn. We kijken ook uit naar wat op 20 januari zal worden gepresenteerd, en dat deels in dialoog is gerealiseerd, namelijk het toekomstgericht beleid in de richting van 2020.
De wissel in de regering is er inderdaad gekomen omwille van een nieuwe federale regering. Wij denken dat het belangrijk is dat deze federale regering er is. Wij zijn principieel tegen samenvallende verkiezingen omdat we van oordeel zijn dat de kiezer zich afzonderlijk moet kunnen uitspreken ten aanzien van het Vlaamse beleid. Maar dit jaar zijn we nog meer dan anders tegen samenvallende verkiezingen, omdat het werkelijk onverantwoord zou zijn dat in een jaar waarin we de ergste economische crisis meemaken die wij ooit hebben meegemaakt, er geen regering zou zijn om deze problemen aan te pakken en we in een complete destabilisering zouden terechtkomen. Wij hebben een regering nodig die het sociaal akkoord uitvoert, die mee het relanceplan ontwikkelt en die klaarstaat voor het geval er nog ergere schokken zouden komen. Het is best mogelijk dat we het ergste nog niet hebben meegemaakt. Als zich opnieuw problemen voordoen op de financiële markten, moet men klaar staan om op te treden.
We zijn ook blij dat in de federale regeringsverklaring duidelijk staat dat er met betrekking tot de dialoog op het vlak van justitie, arbeidsmarktbeleid, hoofdstedelijk beleid en tal van andere punten deelakkoorden moeten worden afgesloten voor de regionale verkiezingen.
Ik heb hier weer veel misbaar gehoord over de paragraaf met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde. Eerlijk gezegd, ik begrijp dat niet. Ik herhaal: we hebben ervoor gekozen om ter zake de parlementaire procedure te volgen en niet te onderhandelen om een akkoord te bereiken over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde.
En ja, die parlementaire procedure houdt nu eenmaal in dat er belangenconflicten kunnen worden ingesteld. Ik heb die belangenconflicten niet uitgevonden. Ik behoor tot de eerste generatie die daar examenvragen over heeft gekregen. Er is nu eenmaal bepaald dat het Overlegcomité zich daarover uitspreekt. Het is evident dat daar dan over wordt gepraat in het Overlegcomité. Bovendien herhaal ik hier nogmaals dat er één goede oplossing is, die wij als Vlamingen hebben voorgesteld, met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde, namelijk het voorliggende wetsvoorstel. Eerlijk gezegd heb ik er geen probleem mee dat daarnaast een lijst wordt gemaakt van andere oplossingen.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer Caluwé, we moeten toch een beetje ernstig blijven. Lees het federale regeerakkoord: er wordt een groep opgericht binnen het Overlegcomité. Van dat Overlegcomité maakt de Vlaamse Regering toch deel uit, neem ik aan? Zegt de Vlaamse Regering nu dat ze niet meedoet aan die werkgroep? Ik zou het graag horen.
Er is al eens een vergadering van het Overlegcomité geweest, over het eerste belangenconflict. De Vlaamse Regering heeft toen verklaard akte te nemen van het advies van de Senaat. Dat advies luidde dat er een onderhandelde oplossing moest zijn.
Neen.
In het federale regeerakkoord staat dat er een onderhandelde oplossing moet zijn, zelfs in de schoot van het Overlegcomité, waarvan de Vlaamse Regering deel uitmaakt. De Vlaamse Regering zal dus worden uitgenodigd om een groep te vormen om te onderhandelen over Brussel-Halle-Vilvoorde. De besluiten daarvan zullen na juni 2009 worden uitgevoerd. Dat staat letterlijk in het federale regeerakkoord.
Voor wie gisteren Wilfried Martens in Terzake heeft gezien, is het toch wel duidelijk. Hij zegt dat het evident is dat er een belangenconflict moest komen. Het is evident dat Brussel-Halle-Vilvoorde nooit voor de regionale verkiezingen van 2009 zou kunnen worden behandeld. Dat heeft de weg vrijgemaakt om Van Rompuy premier te maken en die doorstart mogelijk te maken.
De minister-president komt hier sibillijns zeggen dat een werkgroep in het Overlegcomité en de tekst van het federale regeerakkoord geen parallelle onderhandelingen zijn. Dat is dus volstrekte onzin. Natuurlijk is dat onzin, want u zult onderhandelen. Het zijn trouwens de Vlamingen zelf die hebben gevraagd nog eens een belangenconflict in te dienen, om zoveel tijd te winnen dat dit over de verkiezingen van 2009 wordt getild. Zelfs de uitvoering van dat element van het regeerakkoord wordt minister-president Peeters niet gegund.
Ik vind het vrij cynisch dat uitgerekend de huidige premier zegt dat het logisch is dat er een belangenconflict komt, dat er een werkgroep zal worden opgericht en dat er voor de regionale verkiezingen niet zal worden gestemd over Brussel-Halle-Vilvoorde. Mijnheer Caluwé, wie heeft het wetsvoorstel om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen, waartegen opnieuw een belangenconflict zal worden ingeroepen, ondertekend?
Dat is onder meer ondertekend door de huidige eerste minister.
Door de heer De Crem en door de heer Van Rompuy. De premier heeft dus zelf onderhandeld met de Franstalige partijen opdat er een belangenconflict zou worden ingeroepen tegen zijn eigen wetsvoorstel, zodat er nooit voor juni 2009 over zou worden gestemd. En dan komt u hier de hypocriet uithangen.
Houd daar in godsnaam mee op en zeg dat ook minister-president Peeters inderdaad onder de curatele van de federale regering staat. Zeg dat u het pleit met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde voor juni 2009 hebt verloren. U moet tenminste de eerlijkheid hebben om dat te zeggen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Van Hauthem, wat is uw alternatief? Ofwel onderhandelen we, ofwel volgen we de parlementaire procedure. Die parlementaire procedure houdt dat nu eenmaal in.
Het alternatief staat in uw regeerakkoord: niet in het mijne, wel in het uwe. Het zou onverwijld gebeuren, weet u nog? Was dat toen een grap?
Minister Anciaux heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: het is de Vlaamse Regering die zal bepalen of ze aan welke werkgroep dan ook zal deelnemen. Het is niet de federale regering die zal opleggen waaraan de Vlaamse Regering zal deelnemen.
Verder heeft de minister-president daarnet opnieuw verklaard dat de Vlaamse Regering niet zal onderhandelen over Brussel-Halle-Vilvoorde. (Opmerkingen)
Ik spreek namens de Vlaamse Regering en als u daar problemen mee hebt, dan moet u dat maar zeggen.
Uiteraard zal er niet onderhandeld worden.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik mag toch wel reageren als minister Anciaux iets te zeggen heeft? Zijn politiek statuut is voor mij niet 100 percent duidelijk. (Gelach)
Mijnheer Anciaux, namens wie praat u? Hopelijk namens de Vlaamse Regering, maar namens welke partij zit u in de Vlaamse Regering? Dat zou ik ook wel eens willen weten na al die tijd. (Rumoer)
De heer Sannen heeft het woord.
Mijnheer Decaluwe, maak u geen zorgen. Mijn fractie heeft drie mensen afgevaardigd in de Vlaamse Regering, waaronder Bert Anciaux. Hij behoort helemaal tot mijn fractie. En die fractie is de sp.a-fractie, dat heeft de voorzitter al vermeld. (Rumoer)
Ik herhaal dat ik al dat misbaar niet begrijp. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Eén, er wordt niet onderhandeld. Twee, er gebeurt niets parallel. Als u dan toch rekening houdt met het federale regeerakkoord, dan moet u daarin lezen dat er deelakkoorden moeten zijn voor juni 2009. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Neen, ze moeten er zijn voor juni 2009. er staat uitdrukkelijk dat de eventuele resultaten van de werkgroep na 7 juni worden besproken, en bij mijn weten begint de zomer op 21 juni. Ik zie dus geen parallel, absoluut niet. De deelakkoorden moeten er zijn voor 7 juni.
Komt de splitsing er ook voor 7 juni? Neen, hé?
Mijnheer Van Hauthem, zeg mij nu toch eens hoe u tot een splitsing zou komen voor 7 juni zonder daarover te onderhandelen.
U wilt dus toch onderhandelen?
U vraagt om te onderhandelen. (Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Er is 5 minuten politieke moed nodig om te stemmen, maar daarna volgt er een parlementaire procedure.
Neen, neen, mijnheer Caluwé. U moet de zaken niet omdraaien. Het Vlaams regeerakkoord is wat het is. het is uw regeerakkoord, niet het mijne. In 2004 stond daarin "onverwijld". Het is natuurlijk belachelijk om dat nu nog uit te spreken. Maar dat is uw verantwoordelijkheid, niet de mijne.
In het kader van het coöperatief federalisme ging de Vlaamse Regering daar van alles rond doen, maar ze heeft niets gedaan. Als wij dat willen als Vlaams Parlement, dan kunnen wij de Franse Gemeenschap ook lam leggen. Wij kunnen ook met belangenconflicten beginnen, het ene na het andere. Wij kunnen als we willen ook onze tanden laten zien, en als het ons menens is, blokkeren we ook de zaak. Het is uw regeerakkoord en u slaagt er niet in om het uit te voeren. U wil er zelfs niet in slagen om het uit te voeren. U vraagt de Franstaligen zelfs keer op keer om belangenconflicten in te dienen en de zaak te rekken. En nu gaat u aan de oppositie verwijten dat u er niet in slaagt om uw eigen regeerakkoord uit te voeren: dat is de wereld op zijn kop. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijn fractie staat vol overtuiging achter deze vernieuwde regeringsploeg om de toekomst verder voor te bereiden en het Vlaams regeerakkoord uit te voeren. (Applaus bij CD&V)
De heer Gatz heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren van de regering, beste collega's, dit debat is er inderdaad gekomen naar aanleiding van de verklaring van de minister-president als gevolg van de lichte herschikking binnen de regeringsploeg. De Open Vld-fractie wil vanop deze tribune mevrouw Heeren proficiat wensen met haar nieuwe mandaat. Wij denken wel dat zij als persoon, als minister, haar departement goed zal kunnen beheren en besturen.
Dat neemt niet weg dat we wat bezorgd zijn om de continuïteit op Welzijn. Drie ministers in vijf jaar is niet simpel, voor om het even welk departement. Wij hopen, mijnheer de minister-president, dat u kunt garanderen dat de cohesie en de ambitie binnen uw ploeg nog stevig genoeg zijn om de laatste maanden van de legislatuur in een rechte lijn af te leggen.
Ik ga hier niet een vroegere kartelpartner verdedigen. Mevrouw Heeren zou ik nog wel verdedigen, want het was een heel aangename dame. Hoeveel ministers van Huisvesting zijn er aan liberale kant in de vorige regering geweest? Ik denk een viertal.
Dat zou kunnen.
Als u zich nu tot CD&V wendt en dat betreurt - het gaat niet om ons, want onze minister is eruit gezet -, dan hebt u toch wel wat boter op het hoofd.
Ik mag wel mijn bezorgdheid uitdrukken, net als u trouwens, over de slagkracht van deze ploeg waaraan ik niet twijfel.
Natuurlijk.
Het is wel belangrijk dat een departement met een zekere continuïteit kan worden bestuurd. Daarover zijn we het toch eens? Ik denk dat het belangrijk is dat deze ploeg kan voortwerken, en vooral dat zij haar werk kan afmaken.
De minister-president heeft het in het eerste deel van zijn toespraak al duidelijk aangehaald: het gaat niet goed met onze economie. Ik trap een open deur in als ik dit nog eens herhaal. Het moet ons allemaal aanbelangen. Mensen zijn bang, ze zijn hun job soms al kwijt. Bedrijven sluiten meer dan vroeger hun deuren. Dat zijn ernstige tekenen. Het zijn situaties die we de laatste twintig jaar in onze contreien niet meer hebben meegemaakt. Vooral op dergelijke zaken moeten we een antwoord kunnen bieden. En daarom ook moeten we bepaalde dingen doen.
Ik zal niet te langdradig zijn, want ik val niet graag in herhaling. De heer Peumans heeft gelijk dat we aansluiten bij het begrotingsdebat van enkele weken geleden. We moeten alles wat binnen deze meerderheid is afgesproken en met enthousiasme is goedgekeurd, ook uitvoeren.
Wij moeten werk maken van de jobkorting om werkende mensen te belonen. We moeten net zo goed in het departement Welzijn de wachtlijsten wegwerken en het Woonzorgdecreet aanpakken. We moeten evengoed het aanbod mee vergroten door meer ruimte te laten voor commerciële initiatieven. Wij moeten vooral de relance van de economie op gang trekken. We moeten dat niet alleen voor KMO's doen, wat wel zeer belangrijk is - een aantal beleidsmaatregelen worden dezer dagen voorgesteld en klaargemaakt -, we moeten het ook doen voor grote bedrijven en kleine zelfstandigen.
We moeten eveneens in openbare werken investeren. Dat geldt evengoed voor moeilijke en grote dossiers als de ring rond Antwerpen en de ring rond Brussel als voor het fietspadenbeleid. Het gaat ook over inburgering wat een cement in onze samenleving kan installeren waarop we kunnen voortbouwen. Het gaat om een waslijst van maatregelen die ik niet allemaal ga opsommen. Ze zitten verankerd in het regeerakkoord. We hopen dat de ploeg die u leidt, mijnheer de minister-president, deze stevig zal aanpakken.
U hebt een tweede element aangehaald, de communautaire dialoog. Het zal u niet verwonderen dat wij onverkort achter u blijven staan om de dialoog tot een goed einde te brengen. We hebben er altijd al naar gestreefd om op basis van gesprekken en dialoog tot een verdere stap in de staatshervorming te komen. We geloven nog altijd in een rechtstreeks gesprek met de Franstaligen om dat te realiseren.
U hebt overschot van gelijk dat het hoog tijd is voor resultaten. Of het nu om deelresultaten, kleine of grote resultaten gaat, dat zullen we op tijd en stond wel appreciëren als ze er zijn, maar er moeten resultaten komen. Een dialoog kan immers alleen maar werken op basis van vertrouwen. Als er niet op korte termijn resultaten worden geboekt, zal het vertrouwen tussen de partners en de dialoog als werkingsmiddel zo worden aangetast dat het voortzetten ervan heel moeilijk wordt. Resultaten moeten er dus komen omdat het vertrouwen nodig is.
Wat Brussel-Halle-Vilvoorde betreft, staan we uiteraard onverkort achter wat dit parlement ervan denkt en de regering zal uitvoeren. De splitsing van het kiesarrondissement is noodzakelijk, maar ik wil benadrukken dat het resultaat telt. Over de wijze waarop dat tot stand zal komen, kan men een boek schrijven. Het debat tussen de heer Van Hauthem en de heer Caluwé kunnen we nog uren voortzetten. Dat is niet nodig. Het is belangrijk dat de splitsing er komt. Daarover zijn we het eens. U kunt op dat punt op onze absolute steun rekenen, mijnheer de minister-president.
Ik besluit. Ik heb vandaag een korte tussenkomst gehouden. Men kan zichzelf niet altijd herhalen, al zegt men dat het soms nuttig is. Dit is geen doorstart. Daarvoor is de herschikking van de ploeg te beperkt. Het gaat immers over de vervanging van slechts één minister. Het gaat wel over de continuïteit van bestuur, de continuïteit van goed en krachtig bestuur. De werkelijke uitdaging van deze ploeg ligt in het veilig stellen van de welvaart in Vlaanderen. Dat moet de prioriteit zijn en blijven van deze regering. Dat is in ieder geval de topprioriteit van Open Vld.
De heer Sannen heeft het woord.
Mevrouw de minister, eerst en vooral wil ik u proficiat wensen met deze prachtige opdracht die u van ons gekregen hebt. Minister zijn, is een van de mooiste dingen die je kunt doen, omdat je dan echt ten dienste kunt staan van de samenleving, door concrete zaken te doen.
Ik was blij toen u in uw eerste interview als minister duidelijk maakte dat u voor continuïteit wilt gaan - continuïteit door het beleid voort te zetten waarmee deze regering gestart is. Ik denk bijvoorbeeld aan het Woonzorgdecreet.
Mijnheer de minister-president, ik ben blij dat u in uw korte toelichting gewag hebt gemaakt van het operationaliseren van de beslissing omtrent de kinderopvang die uitgebreid moet worden en betaalbaar moet zijn. Ik ga ervan uit dat u dat ter harte neemt en snel met resultaten naar voren komt. Ik ben ervan overtuigd, mevrouw de minister, dat u daar ook werk zult van maken. En op basis van uw jarenlange parlementaire ervaring ga ik ervan uit dat u dat zult doen op een constructieve manier, samen met dit Vlaams Parlement. U weet hoe belangrijk een parlement is. Ik denk dat u het parlement ten volle zult betrekken bij het verder uittekenen van dit beleid.
Mijnheer de minister-president, er is niet alleen de wissel van de heer Vanackere en mevrouw Heeren. Er zijn ook nog maar 150 dagen te gaan voor het einde van deze legislatuur. U hebt nog 150 dagen om echt werk te maken van de uitdagingen waar we nu voor staan. Het gaat mijns inziens om sociaaleconomische uitdagingen. De Vlaamse Regering heeft daar weliswaar al deels op geantwoord. Ik denk aan de nota 'Herstel het Vertrouwen', die we hier al uitvoerig ter sprake hebben gebracht. Toch moet bijvoorbeeld de sterke toename van de werkloosheid in december ons waakzaam houden. Het is onvoldoende krachtlijnen uit te tekenen in een nota als 'Herstel het Vertrouwen'. Als Vlaamse Regering moet je voortdurend blijven monitoren op welke manier je het best een antwoord kunt geven, om de economische crisis zo ongeschonden mogelijk te doorstaan.
Het is natuurlijk niet fout dat er tegelijkertijd werk wordt gemaakt van een langetermijnvisie. Op 20 januari wilt u het Pact 2020 ondertekenen, een pact voor heel Vlaanderen, waarin u met de sociale partners - tot op heden weliswaar vooral met de traditionele sociale partners - doelstellingen wilt formuleren over waar Vlaanderen in 2020 moet staan. Ik hoop dat die doelstellingen voldoende ambitieus, creatief en motiverend zijn.
Daarom hoop ik, mijnheer de minister-president, dat het pact zich niet beperkt tot de regering en de traditionele sociale partners, maar dat ook het totale middenveld en alle actieve actoren op dat middenveld betrokken worden en zich mee kunnen engageren. Dat is mijns inziens de enige manier om een voldoende draagvlak te krijgen. De doelstellingen die we nu formuleren in het pact 2020 zullen als uitgangspunt moeten dienen voor het economisch beleid dat wij nu uittekenen.
Mijnheer de minister-president, de sociaaleconomische crisis, de recessie waarin we beland zijn, de werkloosheidscijfers van december: het maakt ons ongerust. Het is dan ook essentieel dat we in de laatste 150 dagen van deze legislatuur blijven investeren. In de eerste plaats moeten we investeren in mensen. Het arbeidsmarktbeleid geeft ons mogelijkheden. U verwees naar de bijkomende impulsen die worden gegeven voor doelgroepen zoals de vijftigplussers: direct monitoren wat de behoeften zijn, op maat werk leveren aan mensen die soms massaal afgedankt worden in een bedrijf. Dat is belangrijk.
Maar tezelfdertijd moeten we er als Vlaamse Regering voor zorgen dat de vraag op de markt blijft bestaan. Dat kan door te investeren, bijvoorbeeld in infrastructuur. En dan liefst in infrastructuur die duurzaam is en die de toetssteen van de uiteindelijke doelstellingen van 2020 kan doorstaan. Anders zijn die investeringen verloren investeringen.
Wat ons betreft, moeten die investeringen zo voluntaristisch mogelijk zijn. Hierbij botsen wij op de merites van de Vlaamse Regering. We hebben heel wat pps-constructies in het leven geroepen, maar ze houden beperkingen in. Mevrouw Vogels stelt terecht dat ze beperkingen inhouden in een laagconjunctuur wanneer je op een snelle manier moet kunnen reageren en snel nieuwe investeringen moet kunnen uitvoeren.
De pps-constructies hebben al een lang proces achter de rug. Sommige kunnen nu hopelijk gefinaliseerd worden. Ik hoop dat de closing van de pps-constructie voor Onderwijs weldra kan plaatsvinden.
Mijnheer de minister-president, als we nu op korte termijn bijkomende investeringen willen doen, moeten we misschien andere instrumenten aanwenden. Het enige dat je dan kan doen als Vlaamse overheid is lenen. Maar we hebben tot op heden de afspraak met de federale overheid dat wij als deelregering niet zullen lenen. Ik vraag me af of deze afspraak overeind kan blijven.
De SERV wijst er in zijn laatste advies op dat je, als je een echte investeringsregering wil zijn, soms investeringen zelf in handen moet nemen, in plaats van te werken via ondoorzichtige of moeilijke constructies, die niet altijd een meerwaarde realiseren. Dat kan je enkel als je als overheid de mogelijkheid hebt om te lenen, weliswaar binnen een orthodox begrotingskader. Op geen enkele manier mag onze begroting naar tekorten gaan.
Het pps-debat hebben we meer dan voldoende gevoerd. Daarstraks vroeg Carl Decaluwe aan minister Anciaux tot welke partij hij behoort. Nu hoor ik sp.a kritische vragen stellen bij deze regering. Ik dacht dat het schooldossier in orde was. U zegt dat het een closing gaat krijgen. Maar u zegt wel fijntjes naar de andere toe dat de pps-constructies veel te ingewikkeld zijn. Ik veronderstel toch dat u nog achter dit beleid staat en de legislatuur mee uitdoet tot aan de verkiezingen van 7 juni.
Mijnheer Sannen, we voeren hetzelfde debat als tijdens de begrotingsbeprekingen. De Vlaamse Regering zal de komende weken bepaalde belangrijke investeringen doen, al dan niet via pps. U zegt dat we nu moeten gaan lenen en moeten versnellen. Als de Vlaamse Regering erin slaagt - en waarom zou ze dat niet doen? - om de projecten die ze nu op stapel heeft, op het terrein te realiseren, zal dat een enorme boost aan het sociale weefsel en aan de economie geven. U wilt sneller lopen dan u kunt gaan. U hebt er aan het einde nog even aan toegevoegd dat u dat allemaal wil binnen een budgettaire orthodoxie. Het zou er nog aan mankeren.
Dan moeten we even naar de federale regering kijken.
Onze fractie vindt dat nu eerst moet worden ingezet op de projecten die op stapel staan. Dat zijn er dermate veel dat er geen nood is aan improvisatie. Ik heb het gevoel dat dit improvisatie dreigt te worden, mijnheer Sannen.
De heer Tavernier heeft het woord.
Mijnheer Sannen, u maakt enkele interessante bedenkingen. U hebt het over financiële en budgettaire orthodoxie. Globaal bekeken dacht ik dat dit voor de Vlaamse Regering betekent: geen nieuwe schuldopbouw behalve de pps-constructies. Op zich zijn die wanneer ze in voege gaan een impliciete opbouw van een schuld.
Ik heb er geen enkel probleem mee dat de pps-constructie voor scholenbouw van start zou gaan. We wachten er al drie jaar op. Mijnheer Sannen, ik heb er wel een probleem mee als uw verwijzing naar het eventueel aangaan van leningen zou kunnen inhouden dat je ook projecten hebt zoals het graven van nieuwe kanalen. Dat wordt door de vice-minister-president gesuggereerd. Bij alle projecten moeten we ook kijken naar het economische rendement, en niet enkel het ecologische. Laten we ook opletten met zomaar investeren, wat ook het economische en ecologische resultaat is. Ik vrees dat u een gevaarlijke weg opgaat van schuldopbouw, om zomaar de economie te relanceren.
Mijnheer Tavernier, u moet goed luisteren naar wat ik zeg. Ik heb gezegd dat investeringen moeten kunnen op basis van een duurzaamheidsvoorwaarde die we hopelijk ook terugvinden in het pact 2020. Niet investeren om te investeren.
Ik heb ook naar minister Vandenbroucke geluisterd.
Mijnheer Gatz, ik raad u aan om De Tijd van het voorbije weekend te lezen. Daarin staat hoeveel huidige pps-constructies op dit moment dreigen vast te lopen en waarschijnlijk tussen nu en over een half jaar niet kunnen worden gerealiseerd. Ik pleit er wel voor om deze pps-constructies voort te zetten. Als we niet nadenken over de vraag of we in de toekomst met meer fiscale verantwoordelijkheid ook zelf leningen kunnen aangaan, dan rijden we ons vast. Ik wil onze beperking als Vlaamse overheid aankaarten wanneer we enkel via pps-constructies kunnen investeren.
Op die manier wil ik bij de gemeenschapsdialoog komen. Ik ga ervan uit dat ook deze afspraken, waarvan de SERV zegt dat ze in vraag moeten worden gesteld, mee op de tafel worden gelegd van de onderhandelingen in de gemeenschapsdialoog. Een volwaardige regering moet een regering zijn met meer fiscale verantwoordelijkheid, maar die ook zelf leningen kan aangaan om duurzame, ecologisch en sociaal verantwoorde investeringen te doen.
De gemeenschapsdialoog is voor ons belangrijk. We hebben ons tot vandaag altijd al geëngageerd in elke dialoog over het communautaire, omdat we overtuigd zijn dat bepaalde nieuwe stappen in de staatshervorming nodig zijn en goed zijn voor Vlaanderen. Mijnheer de minister-president, u hebt zelf verwezen naar het arbeidsmarktbeleid. Als we een doelgroepenbeleid voor de vijftigplussers willen voeren - de federale stimulansen voor die groep verdwijnen -, dan moeten we de bevoegdheid krijgen om zelf een beleid op maat te maken.
Onze partij heeft al concrete voorstellen gedaan. Ik denk aan het akkoord dat minister Vandenbroucke met minister Marcourt heeft gesloten. Er ligt een nota op tafel die inspirerend kan zijn voor de gemeenschapsdialoog.
Wat zegt mevrouw Milquet als minister van Tewerkstelling daarover?
Ik heb met mevrouw Milquet nog geen dialoog gevoerd. Het is niet omdat de heer Maingain, mevrouw Milquet, de heer Di Rupo of de heer Reynders wat zeggen, dat wij niet meer vanuit ons eigen zelfvertrouwen naar de onderhandelingen mogen gaan, daar nota's op tafel leggen en zaken proberen te realiseren.
Mijnheer Sannen, ik heb u een eenvoudige vraag gesteld.
Ik zal antwoorden op de vraag van de heer Peumans. Het antwoord kunt u lezen in de federale regeringsverklaring. Mevrouw Milquet maakt deel uit van die regering. Er staat dat er voor juni deelakkoorden moeten worden gesloten over het arbeidsmarktbeleid.
Waarover? U moet zeggen waarover deelakkoorden moeten worden gesloten. De minister-president had het een tijd geleden over een hele hoop bevoegdheden. Daarover moeten we geen deelakkoorden sluiten, want die staan in de Bijzondere Wet en die behoren tot de bevoegdheden van de gewesten en gemeenschappen. Ik zie niet in waarom we daarover deelakkoorden moeten afsluiten.
En wat minister Vandenbroucke doet, is altijd leuk voor de façade. Hij zegt dat hij een akkoord heeft met de heer Marcourt, maar een aantal andere Franstalige partijen zijn het daar niet mee eens.
Nu we het toch hebben over die deelakkoorden, mijnheer de minister-president, ook voor ons is het belangrijk dat er snel duidelijkheid komt over die gemeenschapsonderhandelingen. We moeten snel stappen vooruit kunnen zetten. Eind februari is een eerste moment om te oordelen hoe ernstig de partners binnen die gemeenschapsdialoog elkaar nemen. Wat ons betreft, gaat het dan niet alleen over de Franstalige partners. Volgens de heer De Gucht van Open Vld zullen er geen deelakkoorden gesloten worden voor de verkiezingen van 7 juni 2009. Ik heb u het tegenovergestelde horen vertellen.
Minister Van Mechelen heeft het woord.
Mijnheer Sannen, ik heb het genoegen te mogen deelnemen aan de dialoog. Ik daag iedereen van uw partij, maar ook de minister-president uit om eventueel te stellen dat wij daar niet op een heel constructieve manier proberen mee te werken aan oplossingen. Onder meer voor het grootstedenbeleid heb ik zelf een voorstel geformuleerd om eruit te geraken. Zoals u echter weet, mijnheer Sannen, om een akkoord te sluiten moeten er meestal twee partijen zijn.
Minister Van Mechelen, ik heb veel respect voor u. Het grootstedenbeleid is echter geen bevoegdheid van de federale overheid. Daar moet dus niet over onderhandeld worden. Minister-president Peeters heeft vorig jaar in een interview in het Belang van Limburg en in de Gazet van Antwerpen gezegd dat een aantal zaken tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en gewesten behoren. Deze zaken zijn via de Bijzondere Wet toegewezen. De federale overheid eigent zich deze bevoegdheden toe.
Ik heb gehoord dat er in februari een evaluatie moet komen. Het is niemand minder dan minister Anciaux die vorig jaar heeft gezegd dat er eind november een evaluatie moest komen over heel de dialoog. De minister-president heeft in december een uiteenzetting gegeven. De inhoud daarvan kent u. Hij vermeldde heel wat woorden zoals 'als', 'kunnen' en 'zullen', maar spijtig genoeg weinig concrete zaken.
Op dit ogenblik voert de regering inderdaad een grootstedenbeleid dat afwijkt van de huidige bevoegdheidsverdeling. Daarbij zijn er twee grote pakketten. Een eerste pakket betreft de veiligheid, het tweede betreft de huisvesting. De discussie gaat over het feit dat de federale regering zich in het grootstedenbeleid moet beperken tot het zuivere veiligheidsbeleid en dat de middelen die vandaag worden besteed aan huisvesting moeten worden getransfereerd naar de regio's. Dan is het debat: voor 100 percent of voor een ander percentage.
Mijnheer de minister-president, ik heb nog een bedenking bij de doorschuifoperatie binnen deze Vlaamse Regering naar het federale niveau. Het is mooi dat CD&V de federale regering wil depanneren. Ik heb ook de fractievoorzitter van CD&V de federale regering horen loven. Wij steunen die niet, en wij voelen ons dan ook helemaal niet geroepen om deze regering te depanneren, niet zozeer omdat we daar in de oppositie zitten, maar vooral omdat die federale regering haar legitimiteit in Vlaanderen verloren heeft. Zij steunt niet op een Vlaamse democratische meerderheid. In die zin is ze dan ook onvoldoende legitiem. Ik denk dat het niet goed is voor een belangrijke deelstaat als Vlaanderen een regering te hebben die niet wordt gedragen door de meerderheid van haar inwoners. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer de minister-president, het kan niet dat er voor de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde enige pasmunt vanuit het Vlaamse niveau zou worden gegeven. Ook voor een mogelijke deelname van de Vlaamse Regering aan de werkgroep binnen het Overlegcomité bedanken wij. Brussel-Halle-Vilvoorde moet op het federale niveau worden opgelost en kan daar met een gewone meerderheid worden opgelost.
Mijnheer de minister-president, dit is enkel een randbemerking bij wat er zich op het federale niveau afspeelt. Ik voelde me echter geroepen om die te maken na de loftuitingen van de fractieleider van CD&V over deze federale regering.
U hebt onze volle steun om de sociaaleconomische uitdagingen aan te gaan, vooral omdat deze regering moet en kan investeren. Een federale regering kan veel moeilijker investeren. Niet ik stel dat het belangrijk is dat een overheid nu in deze economische crisis moet investeren in zaken die noodzakelijk zijn, die ecologisch verantwoord zijn, die duurzaam zijn. Dat we nu moeten investeren, is een stelling die we over de hele wereld horen als het juiste antwoord op deze economische crisis. Vlaanderen kan dat. We hebben daar de middelen voor. Ik pleit er dan ook voor tijdens de overblijvende 150 dagen onze verantwoordelijkheid te nemen om de schade van deze economische crisis zo veel mogelijk te beperken. (Applaus bij sp.a)
De heer Daems heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden van de regering, beste collega's, namens onze fractie wensen we de minister van Welzijn en Gezondheid heel veel succes voor de komende zes maanden. In de praktijk zal dat allicht maar een maand of drie zijn.
Mevrouw de minister, in tegenstelling tot de woorden van minister-president Peeters zijn wij iets minder optimistisch over de erfenis die u van uw voorganger, de heer Vanackere, krijgt. Het debat is daarnet gevoerd. Dat bespaart me heel wat tijd. Ik moet niet verder ingaan op de wachtlijsten. We moeten ons echter geen illusies maken. U zult in de komende maanden geen potten kunnen breken. Wat dat betreft, wil ik vooral kijken naar de toekomst.
Als ik er de kranten op nasla, is de campagne begonnen. Minister-president Peeters gaat met zijn boek over landbouw en voeding al 'De boer op'. Als de campagne effectief begonnen is, dan doen we hier een oproep die op een serene manier te voeren. Ik richt me in het bijzonder tot CD&V, die er in 2004 een zootje van heeft gemaakt toen ze stelde dat ze de drie w's zou oplossen: wonen, werken en wachten. We zullen het debat niet opnieuw voeren. Op een aantal punten is deze regering daar niet in geslaagd. Ik doe dus nogmaals een oproep tot iets meer sereniteit als bepaalde zaken beloofd worden.
Voor het overige, mijnheer de minister-president, gaf uw uiteenzetting me een zeer groot déjà-vugevoel. Het was als het ware een copy/paste van uw speech bij de begrotingsbesprekingen. Kroonstuk was misschien de aankondiging van de hoogmis in de Grenslandhallen in Hasselt op 20 januari van dit jaar. Wat mij betreft, is dit ook een electorale hoogmis, waar u uw 'Vlaanderen in Actie'-plan zult presenteren. Ik heb u al gezegd dat er goede zaken in zitten. We zullen echter niet aanwezig zijn, en indien dat toch het geval zou zijn, dan zal het zijn om voor de deur de absurditeit van bepaalde onderdelen van dat plan nogmaals in de verf te zetten.
Voor de rest, mevrouw de voorzitter, collega's, en vooral degenen die aanwezig waren op de vergadering van het Bureau van de fractieleiders en secretarissen van vorige maandag, ben ik even verward over de inhoud van dit debat als de heer Peumans en, een beetje, de heer Gatz. Ik had begrepen dat op basis van de brieven van de heer Dewinter en de heer Peumans een debat zou worden gevoerd over, zeg maar, de gevolgen van de federale regeerverklaring met betrekking tot de gemeenschapsdialoog, en in het bijzonder over Brussel-Halle-Vilvoorde. Ik had me daarop voorbereid. Ik was van plan een korte verklaring voor te lezen. Ondanks alles wat hier vandaag al is gezegd, houdt ze nog grotendeels stand. Als u me toestaat, mevrouw de voorzitter, zal ik ze even voorlezen.
Ik heb wat opzoekingswerk verricht. Ik heb alle debatten opgelijst die hier werden gevoerd, ook in de commissies, over Brussel-Halle-Vilvoorde en aanverwanten. Ik zal u de data geven: 13 oktober 2004, 12 januari 2005, 27 februari 2008, 15 september 2008, 12 november 2008 en 26 november 2008. Ik verwijs voor ons standpunt naar deze debatten. Ons standpunt is ongewijzigd.
Mevrouw de voorzitter, collega's, na de 147ste vraag over de niet-benoeming van de burgemeesters - waarbij wij, voor alle duidelijkheid, de beslissing van minister Keulen ondersteunen en blijven ondersteunen -, na de talloze actualiteitsdebatten en interpellaties over Brussel-Halle-Vilvoorde, waarvoor we nota bene als Vlaams Parlement niet eens rechtstreeks bevoegd zijn, wenst onze fractie niet langer mee te spelen in het zoveelste rondje schijngevechten in dit gremium, waarbij partijen vooral proberen elkaar de loef af te steken om het meest Vlaams te zijn.
Laten wij alstublieft, collega's en mijnheer de minister-president, Brussel-Halle-Vilvoorde splitsen, als het kan zonder welke toegeving ook van Vlaamse kant. Maar laten we elkaar geen Liesbeth noemen, we moeten met de Franstaligen praten als we een oplossing willen vinden.
Laten we ook iets meer sereniteit in dit debat brengen en niet telkens dit huis op stelten zetten als een federaal of Franstalig politicus weer eens provoceert. Helaas is het meestal een Franstalig politicus, mijnheer Van Hauthem. Geef daarom de gemeenschapsdialoog alle kansen.
En laten we, collega's, voor het overige gebruik maken van dit forum om ook over andere, ernstige, maatschappelijke problemen te spreken: de vergrijzing, de toenemende werkloosheid, de toenemende kloof tussen rijk en arm, de zinloze oorlog vandaag in Gaza. En, om het met de woorden van de hoofdredacteur van een Vlaamse krant vorige week te zeggen, over de belangrijkste strijd van de wereld: de opwarming van de aarde.
Mijnheer Daems, als eerste stap zou ik toch voorstellen dat uw Franstalige collega's van Ecolo eens stoppen met belangenconflicten in te roepen. Met alle respect, maar als de minderheid van dit land aan de meerderheid iets wil opleggen, dat kan niet. Dat is uniek in deze wereld. Uw Franstalige collega's zijn wat dat betreft allesbehalve een goed voorbeeld van goed samenwonen.
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, eerst en vooral wil ik de nieuwe Vlaamse minister op mijn beurt van harte gelukwensen. Wij kennen mevrouw Heeren als een gedreven en joviale collega. Ik wens haar in elk geval veel moed en werkkracht om haar nieuwe verantwoordelijkheid in dit belangrijke beleidsdomein goed in te vullen.
Er is al gewezen op het belang van dit beleidsdomein. Daarom vroeg een Vlaamse krant zich vandaag af of vijf Vlaamse ministers van Welzijn in zes jaar tijd wel een goede zaak is. Het gaat al om de zesde herschikking in de Vlaamse Regering. Amper de helft van de Vlaamse ministers zal de rit uitdoen. De Vlaamse Regering is en blijft een duiventil. (Opmerkingen)
De reden waarom ministers de Vlaamse Regering de rug toekeren zijn zeer divers. Een enkele keer is dat inderdaad om puur inhoudelijke redenen, zoals bij de heer Bourgeois. Rechtlijnig en consequent handelen, ook al kost het je het ministerschap, je kunt er alleen maar respect voor opbrengen, mijnheer Van Rompuy.
Het ontslag van minister Vanackere is echter van een totaal andere orde. Hij heeft in interviews verklaard dat het om een soort roeping gaat: "Als er een vicepremier nodig is, kan je moeilijk gezellig voortdoen met wat je graag en behoorlijk aan het doen was. Als Marianne Thyssen en Herman Van Rompuy je daarvoor vragen, weiger je niet." Verkassen naar de overkant, naar het Belgisch niveau, wordt, merkwaardig genoeg, nog altijd als een promotie beschouwd. Ik heb er geen moeite mee te erkennen dat minister Vanackere uiterst bekwaam en intelligent is. Hij is een klassepoliticus. Zijn verhuis maakt echter opnieuw pijnlijk duidelijk dat het Vlaams Parlement nog steeds niet als volwaardig wordt aanzien. De federale regering blijft de ultieme ambitie van vele politici. Wie de federale politiek gedurende het afgelopen anderhalf jaar een beetje heeft gevolgd, kan zich nochtans afvragen of daar zo veel eer te rapen valt. We zien ginds enkel immobilisme, verlamming en lege kassen. De dynamiek zit hier in Vlaanderen. Vlaanderen beschikt over de middelen.
Mijnheer Demesmaeker, ik zit al wat langer in de politiek. Ik heb de voorbije dagen en weken heel wat zaken gelezen die me enorm enerveren. Hier zitten heel wat politici die in 1995, bij de afschaffing van het dubbelmandaat, zeer resoluut voor het Vlaams Parlement hebben gekozen en er vandaag nog steeds zijn. (Applaus bij Open Vld)
Dat siert hen zeker. Er zijn echter vele anderen die absoluut de vlucht naar het federale niveau willen nemen. De stoelendans binnen de vorige Vlaamse Regering heeft bij de toenmalige oppositie terecht veel kritiek uitgelokt. De heer Dewinter heeft daarnet al de heer Van Rompuy geciteerd. Ik heb nog een ander citaat bij de hand. In 2003 heeft de heer Van Rompuy naar aanleiding van het vertrek van minister-president Dewael snoeihard uitgehaald: "Dat de minister-president niet de moed heeft zijn project te voltooien, getuigt van weinig respect voor de instellingen. Hij stelt zijn carrièreplannen voor het algemeen belang en daardoor wekt hij de indruk dat het Vlaams niveau niet belangrijk is. Dat is een kaakslag voor allen die gevochten hebben voor onafhankelijke instellingen."
De heer Vermeiren heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het is niet mijn bedoeling de heer Van Rompuy te verdedigen. Dat is niet nodig. Ik heb echter de indruk dat de toonaard van de heer Demesmaeker is veranderd sinds hij in de oppositie zit. Dat is normaal. Wie in de meerderheid zit, spreekt een genuanceerdere taal dan wie in de oppositie zit. Ik maak dat vaak mee. Ik heb dat met mijn goede vriend de heer Van Rompuy al 25 keer meegemaakt. (Opmerkingen en gelach)
In juni 2004, na de vorige regionale verkiezingen, heeft de heer Leterme de vraag gekregen of hij vijf jaar lang minister-president zou blijven. Hij kwam net uit de oppositie en hij had terecht heel wat kritiek op dergelijke gebeurtenissen gehad. Hij heeft het volgende geantwoord: "Als ik het word, dan blijf ik vijf jaar. Ik maak graag mijn huiswerk af." Halverwege de legislatuur heeft hij, samen met toenmalig minister van Welzijn Vervotte, ander huiswerk gekregen. Hij moest de staatshervorming realiseren en BHV splitsen. (Opmerkingen)
De N-VA was daar inderdaad ook bij.
De ambities en de vastberadenheid waren groot. We kennen echter het pijnlijke vervolg. De heer Leterme en mevrouw Vervotte hebben het Vlaamse niveau verlaten om het op het federale niveau waar te maken. Ze zijn nu volledig van het politieke voorplan verdwenen. De staatshervorming is naar het regionale niveau teruggekaatst. Vlak voor het kerstreces heeft minister-president Peeters ons een stand van zaken in verband met de gemeenschapsdialoog gegeven. We hebben hieruit vooral onthouden dat er over verschillende zaken is gediscussieerd en dat verschillende dossiers op tafel hebben gelegen. Er is echter nog geen enkel akkoord of deelakkoord gesloten. Er is geen zicht op welke realisatie dan ook. Iedereen kan er de Franstalige commentaren op nalezen. Daaruit blijkt dat er, buiten een eventuele troostprijs, niets uit de bus zal komen.
Waar zijn dan die grote Vlaamse ambities, die grote vastberadenheid? Waar is die Vlaamse 'punch'? Hij is weg. Buiten ligt nog sneeuw en vriest het keihard, maar hier binnen, vrienden van CD&V, zijn uw Vlaamse ambities allang gesmolten als sneeuw voor de zon.
En dan is er BHV. De manier waarop dit dossier hier vandaag verkocht wordt, slaat echt alles. Mijnheer de minister-president, u hebt hier verkondigd dat, wat u betreft, er geen parallelle onderhandelingen zullen plaatsvinden. Er is al geciteerd uit de federale regeerverklaring. Ik lees letterlijk: "Een groep zal belast worden met het uitwerken van voorstellen voor oplossingen". Voorstellen voor oplossingen. Oplossingen? Ik dacht dat we het er over eens waren geworden dat er maar één oplossing voor het dossier mogelijk is. Die oplossing is voorgesteld. Die oplossing is ingediend. Die oplossing is ondertekend door zowat alle Vlaamse partijen. Dat is het wetsvoorstel tot splitsing van de kieskring. Welke andere oplossingen moeten er dan in hemelsnaam gezocht worden? Als u zoekt naar andere oplossingen, dan gaat u onderhandelen. Punt aan de lijn.
En dat terwijl de Vlaamse Regering in september nog had afgesproken dat niet meer te zullen doen. De N-VA had dat in de Vlaamse Regering afgedwongen nadat de communautaire onderhandelingen in de zomer van 2008 totaal geflopt waren en nadat de Franstaligen toen zelfs het eerste pakket van de staatshervorming hadden gekoppeld aan BHV en aan de mogelijke uitbreiding van Brussel. We hadden toen afgesproken om niet meer te onderhandelen over BHV, nooit meer.
Niet langer dan een maand geleden verklaarde u, mijnheer de minister-president, tot vijfmaal toe in de commissie: "De heropstart van de dialoog zal niet gebeuren als er voorwaarden worden gesteld dat er dan ergens moet worden onderhandeld over BHV of over de burgemeesters". En wat zien we? Premier Van Rompuy kondigde vorige week in zijn regeerverklaring aan dat er in de schoot van het Overlegcomité opnieuw zal worden gezocht naar oplossingen over BHV en opnieuw zal worden onderhandeld over BHV.
U en Open Vld hebben dit dus toegegeven aan de Franstaligen. Nochtans zitten ook zij in de Vlaamse Regering en daar is in dit akkoord duidelijk afgesproken: "Inzake de splitsing van het kiesarrondissement BHV ligt de oplossing voor de Vlaamse Regering en de Vlaamse regeringspartijen, in overeenstemming met het regeerakkoord, louter in de behandeling en de finale goedkeuring van de voorstellen terzake in het federale parlement."
Over BHV zijn al vele duren eden gezworen, te veel en te vaak opdat de mensen in Vlaams-Brabant ze zouden vergeten. Wie daarop rekent, zal zich sterk misrekenen, dat garandeer ik u.
U gaat nu opnieuw onderhandelen over wat in feite de zuivere toepassing is van de Grondwet en het simpele naleven van een arrest van het Grondwettelijk Hof. En opnieuw: over welke oplossingen wilt u dan praten, waarover wilt u onderhandelen? Waarom geeft u de Franstalige partijen opnieuw de ruimte en de kans om te komen aandraven met belachelijke corridors en Franstalige gebiedsuitbreiding? Gisteren nog liet FDF-voorzitter Maingain in De Standaard optekenen dat het heropstarten van het communautair debat nog altijd gekoppeld is aan onderhandelingen over het statuut en de grenzen van Brussel. De benoeming van de burgemeesters van Kraainem, Linkebeek en Wezembeek-Oppem zijn voor de partij een voorafgaande voorwaarde. Voor wie het niet moest weten: het FDF is een vleugel van de MR, een federale regeringspartij. Het FDF zit in de federale regering met een staatssecretaris, Bernard Clerfayt.
Ik heb minister Anciaux hier vandaag horen zeggen dat de federale regering de Vlaamse Regering niet zal kunnen dwingen om in de schoot van het Overlegcomité deel uit te maken van een werkgroep om te onderhandelen over BHV. Ik heb de heer Sannen hier horen zeggen: "Wat ons betreft: geen deelname aan de werkgroep in de schoot van dat Overlegcomité." Ik heb de heer Peeters hier vandaag iets heel anders horen zeggen.
Ik wil van hem duidelijkheid: wat is het nu? Gaat u deelnemen aan de werkgroep om te onderhandelen over BHV? Of niet, zoals hier de sp.a-fractie wil?
Mijnheer de minister-president, nu verklaart u dat u - hoe hebt u het genoemd - bijkomende duidelijkheid wilt over snelle resultaten. Geen garanties, maar bijkomende duidelijkheid. U speelt natuurlijk met woorden. Feit is dat u ongerust bent, dat u nerveus wordt en wel degelijk op zoek bent naar enige garantie. What's in a word? Duidelijkheid of garanties: het blijft hetzelfde.
Nu verklaart u dat u garanties wilt vooraleer u de dialoog voort wilt zetten. Ik vind dat een erg cynische uitspraak. Met het septemberakkoord van de regering, met N-VA er toen nog bij, hebben we duidelijk op papier gezet welke garanties dat waren. U beweerde eind september dat u die garanties van de Franstaligen gekregen had. Waar zijn die zogenaamde garanties nu? Nu moet u er opnieuw voor gaan bedelen. N-VA was toen de enige partij die haar woord heeft gehouden en consequent heeft gehandeld, ook al kostte dat de kop van onze minister.
Ik ga opnieuw, het spijt me, mijn goede vriend Eric Van Rompuy citeren. Op zijn weblog van 24 februari 2008 stond, en ik kaats de woorden meteen naar jullie terug: "Hebben we niet meer ambities dan dit? Shame on you." (Applaus bij de N-VA en het Vlaams Belang)
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik heb met zeer veel aandacht geluisterd naar dit debat en heb ook goed geluisterd naar uw mistgordijnverhalen. Ik zal het omschrijven als politieke smog.
Er is daarnet nog gezegd, maar eigenlijk is dat de essentie of het gevoel dat er heerst, dat de Vlaamse Regering een duiventil is. Een regering waar invallers en interimarissen worden gedumpt als men met een vingerknip, op bevel van de partij, moet overhuppelen naar het federale niveau. Het is eigenlijk een soort wisselregering. Niet iedereen doet eraan mee, maar er zijn er weinig die op post blijven en resoluut voor dit parlement kiezen.
Als we dan toch zo dynamisch zijn, stel ik voor dat het parlement een eigen politiek ministerinterimbureau opstart. Garantie op omzet en succes is verzekerd. Misschien kan het uitzendbureau de naam Vlaamse Jobhopper dragen of Federale Step Stone zou misschien mooier zijn.
Eigenlijk, met alle respect voor de nieuwe ministers, zijn het invallers die gewoon het zeteltje moeten warm houden tot aan de volgende verkiezingen. Ik sta soms perplex hoe sommige ministers dit parlement met minachting op het vlak van continuïteit en goed bestuur behandelen.
Dan denk ik: helaas is dit een poppenkast, met veel poppetjes op de ministerbanken van de Vlaamse Regering, maar de eigenlijke poppenspelers zijn de partijen. De handpoppen met hun kabinetten, de mimespelers zijn er, en ik stel voor dat we nog een sfeergordijn ophangen, zodat er nog een klein beetje verrassing is, want het circus is nu zeer voorspelbaar.
Aan de ene kant wordt heel de tijd stoer gezegd dat Vlaanderen belangrijker is geworden en er meer bevoegdheden moeten komen, en aan de andere kant stappen ministers, als partijslaafje, zonder morren en met de glimlach, op eenvoudig bevel over naar het federale niveau. Geef toe, het zijn geen mooie daden.
Als die overstappen nu nog iets zouden opleveren voor Vlaanderen, zou ik jullie dat eventueel, met veel 'als' en onder extreem voorbehoud, kunnen toestaan. Maar we hebben gezien wat al dat jobhoppen naar het andere niveau tot nu toe heeft opgeleverd: totaal niets, niente, nada.
Die stoere woorden kunnen we blijven oplijsten en citeren om de mensen vooraan op de ministerbanken in verlegenheid te brengen, maar ze worden weggelachen, omdat ze weten hoe pijnlijk ze zijn.
Leterme en Vervotte vertrokken naar de federale regering, onder het mom - en hier is zo een citaatje - "dat zij daar beter werk konden leveren met het oog op de staatshervorming". Dat zijn niet mijn woorden, maar van de vorige ministers die hier vertrokken zijn. (Opmerkingen van de heer Francis Vermeiren)
Dat zijn interne partijaangelegenheden, u bent beter op de hoogte hoe dat bij u wordt opgelost.
Ministers gaan vliegen als duiven uit een duiventil en sprokkelen voor het overige het meeste aantal bevoegdheden om hun imago op te smukken. Dat doet pijn: resoluut kiezen voor Vlaanderen en dan zien dat de Vlaamse Regering een b-elftal is van de nationale ploeg. Door de eedaflegging van minister Heeren gisteren, werd de Vlaamse Regering inmiddels voor de zesde keer herschikt. Slechts de helft van de ministers zal de rit daadwerkelijk uitdoen. Dat zegt veel over het soortelijk gewicht dat aan beide regeringen wordt gegeven. Overstappen naar de federale regering wordt nog altijd beschouwd als een beloning. Zelfs een debat over de federale regeerverklaring is een maat voor niets.
Het is hier al aangehaald: op het federale niveau heeft men in één en dezelfde legislatuur reeds voor de vierde keer commentaar gegeven op één en dezelfde regeringsverklaring, die nog steeds een kopie is van de door Leterme gemaakte beloften, die evenwel nooit zijn uitgevoerd. Sommigen noemen dat dan een regeringsverklaring. Bij afwezigheid van inhoud lijkt het veeleer op een nieuwjaarsbrief, vol loze beloften, die eens te meer naar alle waarschijnlijkheid niet zullen worden gerealiseerd. Het enige cement dat je hier heel de tijd voelt, is de angst voor de kiezer, die zoveel wanbestuur en politieke chaos kotsbeu is, na de economisch problemen. Deze regering blijft diezelfde fanfare van honger en dorst, maar vooral met veel honger en dorst naar het bestendigen van de macht. Het enige verschil is dat die fanfare een nieuwe dirigent heeft. Kortom, bij gebrek aan een inhoudelijk gestoffeerde federale regeerverklaring, hoeven we daarover geen debat te voeren.
Goed bestuur, dat hebben we hier al heel de tijd gehoord, maar dat is blijkbaar verworden tot het omzwachtelen van verkiezingsbeloften die niet worden gerealiseerd. Deze Vlaamse Regering is de regering van de schijn en de ministerwissels, van het instandhouden van beloften. Dat heet: een droomwereld creëren. Iedereen wil in een droomwereld leven, maar er is ook de realiteit. Er is ook de virtuele wereld. Ik hoop dat u over enkele maanden verplicht de realiteit weer onder ogen zult zien en erkennen, daarbij geholpen door de kiezer die die stoelendans in deze regering met lede ogen aanschouwt.
Ik heb het hier eerder al gezegd: blijkbaar speelt het geen rol wie daar in het bankje zit, blijkbaar is het niet belangrijk wie er minister is. Dat zeg ik niet, maar wel de vandaag meest geciteerde oude rot in het vak in dit huis, die resoluut voor Vlaanderen kiest. Hij heeft dat daarenboven niet de vorige legislatuur gezegd, maar gisteren tegen een journalist. Mijnheer Van Rompuy, op de vraag of zo een duiventil wel een degelijk beleid kan voeren, zegt u wat laconiek: ach, het beleid in de Vlaamse Regering ligt grotendeels vast, eigenlijk valt in Vlaanderen gemakkelijk te voorspellen wat er elk jaar zal gebeuren op politiek vlak. Die invallers vallen terug op een zeer vaste structuur. Daarmee is eigenlijk alles gezegd. Dat is correct. U zegt nu dat het eigenlijk geen rol speelt wie daar zit. Dat is de poppenkast, dat is het toneel. Daar hangt het gordijntje en wie er wisselt heeft helemaal geen invloed op het beleid. Daarmee is alles gezegd. Dit is een schijnregering.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, ik kan vrij kort zijn. Ik heb uitdrukkelijk benadrukt dat de sociaaleconomische situatie van Vlaanderen, met heel veel belangrijke uitdagingen de volgende weken en maanden, de grootste zorg is van de Vlaamse Regering op dit moment. Ik ben blij dat heel wat leden hebben bijgetreden dat we alles moeten doen om de juiste maatregelen te nemen de volgende dagen en weken, mocht dat nodig zijn.
Er zijn hier een aantal evaluaties gemaakt. Wat de evaluaties in bepaalde uiteenzettingen betreft, kan ik u zeggen dat die niet correct waren. Ze worden te vroeg gemaakt, omdat deze Vlaamse Regering de volgende weken en maanden zal doorregeren.
Ik heb ook veel problemen met diegenen die zeggen dat deze Vlaamse Regering een B-ploeg is. Wie dat hier zegt, maakt van dit parlement ten onrechte een B-parlement. (Opmerkingen. Rumoer)
Die doet onrecht aan dit Vlaams Parlement, en ook aan deze Vlaamse Regering. Ik zeg u dat in alle duidelijkheid. Ik heb niemand genoemd. Ik zeg u dat ik me ertegen verzet dat we hier onszelf zouden degraderen tot een niveau dat we niet hebben. Dat geldt noch voor het Vlaams Parlement, noch voor de Vlaamse Regering. We zijn geen B-ploeg en we zullen dat nooit zijn, tenzij we er zelf voor zorgen.
Mijnheer de minister-president, ik hoor u dat zeer graag zeggen. Minister Van Mechelen heeft het daarnet ook aangehaald. Heel wat politici kiezen doelbewust voor het Vlaamse niveau. Het zijn niet vaak politici, maar het zijn wel allerlei opiniemakers die een overstap van het Vlaamse niveau naar het federale als een bevordering duiden.
Het punt dat mijn fractie wou maken, is dat de voorbije legislatuur en de voorbije periode er mensen van de Vlaamse Regering naar de Belgische zijn gegaan, met de ambitie om daar het Vlaamse regeerakkoord tot uitvoering te brengen. Zoals u daarnet zelf zei, wilden ze alles in het werk stellen ter zake. We stellen alleen maar vast dat diegenen die doorgeschoven zijn, momenteel nergens staan. Ze zijn weg, en wat heel die ambitie betreft die wij hier allemaal hebben en die we ook zelf vierenhalf jaar zeer geëngageerd mee hebben uitgedragen, staan we allemaal terug bij af. Daarover gaat het.
Mijnheer de minister-president, ik voel me aangesproken door uw uitspraak over die B-ploeg. Eigenlijk zorgt u echter zelf, met uw partij, voor heel die sfeer van die B-ploeg. Bekijken we alle namen van de ministers die hier zijn opgestapt om het beter te gaan doen op het Belgische niveau. U weet toch uit welke partij die allemaal komen: dat zijn allemaal CD&V'ers. U hebt het lijstje ook. Het is dus eigenlijk zeer goedkoop dat u het hier nu hebt over die B-ploeg. U zou in eigen rangen dan eens moeten zeggen dat alle ministers die hier aan boord zijn voor uw partij, de hele rit uitzitten. Dan zou ik u geloven.
Wat ik hier probeer duidelijk te maken, is dat zowel het Vlaams Parlement als de Vlaamse Regering de ambitie moeten hebben, die ik heb proberen te vertalen in de term 'copernicaanse omwenteling', om voor iedereen, ook de journalisten, duidelijk te maken dat het zwaartepunt nu en in de toekomst nog meer bij dit Vlaams Parlement en bij deze Vlaamse Regering ligt. Daar ga ik voor, en ik zal ervoor blijven gaan, soms in moeilijke omstandigheden, maar dat moet de ambitie zijn. Het is een positief verhaal. Daar wil ik me voort voor inzetten, samen met de leden van de Vlaamse Regering.
Mijnheer Gatz, u hebt terecht gezegd dat het economische erg belangrijk is. Ook de heer Sannen heeft daar in zijn betoog op gewezen. In mijn verklaring heb ik ervoor gekozen om dat heel uitdrukkelijk namens de Vlaamse Regering mee in overweging te nemen. We zijn daar zeer bezorgd over, en moeten er de nodige aandacht aan besteden.
Over de gemeenschapsdialoog is al veel gezegd, ook in het Vlaams Parlement. Ik zeg u vandaag in alle duidelijkheid dat we die gemeenschapsdialoog niet zullen opstarten als we geen verduidelijkingen krijgen. Ik heb daarnet gezegd dat we geen kat in een zak willen. Gezien alles wat we de jongste weken hebben meegemaakt en ook wat in het federale regeerakkoord staat, denken sommigen misschien dat daar meteen mee zal worden begonnen door de federale regering en dat we onder curatele staan. Ze denken dat het marsbevel is gegeven en dat ik samen met mijn ploeg zal vertrekken.
Ik kan u verzekeren dat degenen die dat denken, zich vergissen. Wie denkt dat de Vlaamse Regering onder curatele staat van de federale regering, vergist zich. We zullen daar uitleg over geven. Ik heb heel goed geluisterd naar iedereen, onder meer over de werkgroep en het Overlegcomité. Over de werkgroep heb ik nog geen enkele verduidelijking gekregen. Ik weet niet hoe de mensen die dat hebben neergeschreven in de federale regeringsverklaring, dat zelf zien. Wie gaat daarin zetelen? Sommigen gaan er nu al van uit dat de Vlaamse Regering daaraan zal deelnemen. Dat is nergens neergeschreven en dat is nergens gezegd. (Rumoer)
Mijnheer de minister-president, begrijp ik u goed? Weet u niet wat dat juist inhoudt? Weet u niet precies wat er in het federale regeerakkoord staat?
Ik zit niet in die federale regering, mijnheer Van Dijck!
Uw partij heeft dat wel goedgekeurd!
Voor alle duidelijkheid: in het federale regeerakkoord staat wat er staat! Ik heb ook in de krant vernomen dat de samenstelling van de werkgroep zal worden behandeld in het kernkabinet. We hebben daarover informatie ingewonnen en er ligt daarover nog geen concreet voorstel op tafel.
Mijnheer de minister-president, als we u mogen geloven, zowel inzake de dialoog als BHV, wie zouden we zijn om dat niet te doen, dan is er binnen uw partij blijkbaar bijzonder weinig communicatie. Dat is misschien zo gewild.
Zegt u nu dat er in het federale regeerakkoord over de dialoog mag staan wat er wil, dat u niet gaat meedoen zonder garanties? Klopt dat? Over BHV zegt het federale regeerakkoord dat er binnen het Overlegcomité, het comité waar in principe alle deelstaatregeringen samenkomen, een groep komt die oplossingen zal bestuderen en onderhandelen. U weet daar nog niets van en de Vlaamse Regering gaat daar niet zomaar aan meedoen. Mag ik daaruit afleiden dat u volgende week op 14 januari, wanneer het Overlegcomité bijeenkomt in het kader van het tweede belangenconflict over BHV, namens de Vlaamse Regering opnieuw zult zeggen: wij nemen daar akte van? Mag ik daaruit afleiden dat u daar gaat zeggen: die werkgroep die u daar eventueel wilt installeren, daar doen wij niet aan mee? Mag ik uw woorden zo interpreteren?
Mijnheer de minister-president, u hebt de lofzang gezongen op gewezen minister van Welzijn Vanackere. Hij was een zeer goede minister. Hij zit nu in het federale kernkabinet. Daar zijn blijkbaar afspraken gemaakt, maar u zegt hier nu openlijk dat u niet meer met hem spreekt sinds hij vertrokken is. U weet niet wat daar allemaal gebeurt en afgesproken wordt. U kunt beter duidelijk zijn. Wilt u een akkoord of niet? In elk geval, minister Vanackere was een geweldig Vlaams minister maar als vicepremier bestaat hij niet meer voor u. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik heb een algemene vraag, mijnheer de minister-president. De schizofrenie viert hoogtij. Binnen een paar maanden worden de Vlaamse kiezers naar de stembus geroepen en uw partij, want u bent u hier niet alleen minister-president maar ook CD&V'er, hoop ik toch, zal dan worden beoordeeld. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
U zult dat in elk geval zijn als u binnen een paar maanden in campagne gaat. Wie moeten we nu feitelijk geloven? Uit hoeveel monden kan een partij spreken? Op het federale niveau zeggen de christendemocraten net het omgekeerde dan wat u hier nu verklaart. En dat gaat zo maar door. U permitteert het zich om niet alleen uit twee monden te spreken, maar ook om op twee paarden te wedden. Hier cultiveert u het Vlaamse profiel, aan de overkant doet u een beroep op het gezond verstand en de rede en op wat nog allemaal. Hoe lang gaat u dat blijven volhouden? Hoe lang kunt u de mensen een rad voor de ogen blijven draaien? Ik begrijp dat al lang niet meer. Ik vind het bijzonder pijnlijk en spijtig dat ook u zich dit allemaal blijft permitteren op nauwelijks enkele maanden van de verkiezingen. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Geloofwaardigheid, daar zal het over gaan. En als er één ding is wat CD&V, en dan heb ik het niet alleen over u, de jongste vijf jaar niet in de praktijk heeft kunnen brengen, dan is het toch wel geloofwaardigheid tentoonspreiden aan de publieke opinie. U bent daar vandaag de beste, of moet ik zeggen slechtste, getuige van. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, voor alle duidelijkheid, ik sta hier als minister-president. Als men naar CD&V-standpunten vraagt, zal de fractievoorzitter tussenkomen. Ik sta hier als minister-president, hoeder van het regeerakkoord, en spreek namens de hele Vlaamse Regering.
De verkiezingsoverwinning van de heer Leterme, 800.000 stemmen, ging toch over het feit dat men het anders zou aanpakken, een andere politiek in de praktijk ging brengen. CD&V zou het voor één keer aandurven om dingen die men in zijn verkiezingsprogramma had gezet, niet alleen hier, maar ook aan de overkant in één klap door te drukken.
Wat ziet men een paar maanden voor de verkiezingen? Het omgekeerde gebeurt. Dat is wat de man in de straat niet meer begrijpt en ook niet meer pikt. Ik geef de mensen daarin gelijk. Het is kotsmisselijk om altijd te moeten vaststellen dat binnen een en dezelfde partij, een en dezelfde politieke strekking nauwelijks op een paar meter van elkaar, net het omgekeerde doet. Men doet dat met een uitgestreken gezicht. En men moet daarover blijkbaar geen verantwoording afleggen. Men blijft dat maar doen. De mensen wordt niet alleen een rad voor de ogen gedraaid, maar ze worden feitelijk allemaal goed … - en de rest laat ik aan uw verbeelding over.
Mijnheer de minister-president, we moeten dus de vraag stellen aan de fractieleider van CD&V. U zit misschien nog niet lang in de politiek. Wij zitten er al lang genoeg in om te weten dat als de heer Herman Van Rompuy over zijn werkgroep in het regeerakkoord schrijft, 'afgetoetst in de schoot van het Overlegcomité', dit uiteraard ook politiek afgetoetst is met u. Dat is mijn vraag. U zegt dat u antwoordt als minister-president. Moet ik de vraag dan aan de fractieleider van CD&V stellen? Is de zaak afgetoetst of niet? Het is waarschijnlijk een retorische vraag maar ik denk dat het is afgetoetst. U zwijgt als vermoord, dat zijn we van u niet gewoon.
Als u vraagt wat ons standpunt is, herhaal ik wat ik daarnet heb gezegd. Ik beschik over geen enkele informatie als zou het over iets anders gaan. Het gaat over een vraag om iets op te richten of om iets op te lijsten? Punt.
Mijn vraag was of wat de heer Van Rompuy in het regeerakkoord had geschreven, was afgetoetst met de Vlaamse Regering.
Die vraag moet u aan de Vlaamse Regering stellen. (Rumoer)
Mijnheer Peumans, voor zover ik weet, is dat nooit met de Vlaamse Regering afgetoetst.
Het antwoord van de heer Sannen is terecht en juist.
Dat bevestigt u?
Ik bevestig dat dit niet is afgetoetst met de Vlaamse Regering. Laat iedereen zelf oordelen. U hebt uw oordeel klaar natuurlijk. Voor de geloofwaardigheid van onze partij zullen we zelf wel zorgen, maak u daarover geen zorgen.
Als minister-president heb ik daarstraks namens de hele Vlaamse Regering een verklaring afgelegd. Ik zeg u dat wij vrijdag in de schoot van de Vlaamse Regering met de delegatie die deelneemt aan de gemeenschapsdialoog, gaan kijken welke elementen belangrijk zijn om verder af te toetsen of we de gemeenschapsdialoog gaan opstarten. Als het Overlegcomité volgende week vrijdag samenkomt, en de vraag wordt gesteld hoe de werkgroep moet functioneren en wie er deel van uitmaakt, zullen wij als Vlaamse Regering daar eenduidig een antwoord op formuleren. We zullen dat ook binnen de schoot van de Vlaamse Regering nagaan. U zult mij of andere collega's daarover kunnen interpelleren.
Over de samenstelling van de werkgroep hebben we binnen de schoot van de Vlaamse Regering nog geen standpunt ingenomen. Wij zullen dat doen en ik heb trouwens heel goed geluisterd wat hier in dit debat aan bod is gekomen.
Mijnheer de minister-president, hoe meer u het woord 'duidelijkheid' gebruikt, hoe onduidelijker het wordt. Heeft minister Anciaux daarstraks namens de regering gesproken toen hij zei dat de regering niet zal deelnemen aan de werkgroep die de bedoeling heeft om te onderhandelen over BHV?
Mijnheer Bourgeois, de Vlaamse Regering zal geen deel uitmaken van een werkgroep die onderhandelt over BHV. De eerste vraag is: wat is de inhoud en de finaliteit van die werkgroep? En de tweede vraag: wie gaat daar deel van uitmaken? Maar als er in die werkgroep onderhandeld wordt over Brussel-Halle-Vilvoorde, dan zal de Vlaamse Regering daar geen deel van uitmaken. Als dat niet duidelijk is, dan weet ik het ook niet meer.
Ik rond af, collega's. Wat we op 20 januari gaan organiseren in Hasselt, zal een heel belangrijke vergadering zijn. Ik hoop dat daar zo veel mogelijk Vlaamse volksvertegenwoordigers aanwezig zullen zijn. Dat wordt een heel belangrijk evenement, omdat daar met de stakeholders, heel wat verenigingen en de sociale partners zal worden overlegd en omdat we daar nagels met knoppen gaan slaan. Ik dank u. (Applaus bij de meerderheid)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking naar aanleiding van de verklaring van de Vlaamse Regering is gesloten.