Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Jans, verslaggever, verwijst naar het schriftelijke verslag.
Mevrouw Dillen, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik verwijs naar het uitgebreide schriftelijke verslag.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik wil toch nog even het standpunt van mijn fractie geven. Vandaag beseffen we allemaal dat, omwille van diverse factoren, de armoedeproblematiek in Vlaanderen nog nooit zo groot is geweest. Regelmatig worden we in de media geconfronteerd met zeer negatieve berichten. Zo blijkt de helft van de alleenstaande ouders er nauwelijks of niet in te slagen de eindjes aan elkaar te knopen. Daarenboven vormt er zich een steeds groter wordende groep bestaansonzekeren, die in de huidige economische situatie snel in armoede dreigen te verzinken, onder andere door de stijging van de energieprijzen, van de voedselprijzen.
Mijnheer de minister, onze fractie dringt er dan ook op aan dat deze Vlaamse Regering dringend een tandje bij steekt en meer werk maakt van het voeren van een armoedebeleid. We steunen dit ontwerp van decreet. We hopen dat de wijzigingen die vandaag worden doorgevoerd, zullen zorgen voor wat meer dynamiek bij de armoedebestrijding in Vlaanderen.
Er moet me echter wel iets van het hart. De vervanging van de term 'armoedebeleid' door 'armoedebestrijdingsbeleid' zal deze dynamiek niet realiseren. Daarvoor zijn andere zaken nodig. Ik denk wel dat u dat beseft.
Mijnheer de minister, ik wil vooral wijzen op uw rol binnen deze regering als coördinerend minister inzake het armoedebeleid. Dat beleid moet een horizontaal beleid zijn, waarbij alle ministers betrokken zijn en waarbij alle ministers hun verantwoordelijkheid moeten nemen. Ik durf u dan ook te vragen uw collega's aan te sporen meer aandacht te besteden aan de armoedeproblematiek. Dat zal nodig zijn wil deze regering de doelstellingen van het Vlaamse regeerakkoord bereiken.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik sluit me aan bij de inleiding van mevrouw Dillen, die het net over de toename van het aantal armen heeft gehad. Zelf wil ik me hier tot de voorliggende wijzigingen aan het decreet van 21 maart 2003 beperken.
Met het decreet van 21 maart 2003 betreffende de armoedebestrijding heeft de vorige Vlaamse Regering het fundament gelegd voor het betrekken van organisaties waar armen het woord nemen bij het tot stand komen en het uitvoeren van het armoedebeleid, evenals ook voor het betrekken van alle beleidsverantwoordelijken bij dat beleid.
Met de subsidiëring van de organisaties waar armen het woord nemen en het aanduiden van het Vlaams Netwerk van verenigingen waar armen het woord nemen als coördinator en als forum voor uitwisseling van ervaringen en kennis zijn zeer belangrijke stappen gezet.
Na vijf jaar werking is gebleken dat dit decreet de goede aanpak was. Het decreet blijft dan ook voor 99 percent overeind. Tegelijkertijd zijn wel een paar zwakheden gebleken. Wat we met dit decreet doen is toch wel een groot pijnpunt wegwerken, met name het feit dat het Vlaams Netwerk én ondersteunt, begeleidt, coördineert - en dus een partner van de verenigingen is - én tegelijkertijd ook moet beslissen over de subsidies voor deze verenigingen, hetgeen eigenlijk ook een waardeoordeel impliceert over de werking van een vereniging. In het verleden is meermaals gebleken dat het niet aangewezen is om welzijnsvoorzieningen tegelijkertijd rechter en partij te laten zijn. Met dit decreet maken we een einde aan die dubbelzinnigheid. Vanaf nu zal de Vlaamse overheid erkennen en subsidiëren en zal het Vlaams Netwerk zijn andere opdrachten ten volle kunnen uitoefenen.
Op het vlak van de subsidiëring, zullen we met aandacht uitkijken naar de subcategorieën waarmee de Vlaamse Regering wil gaan werken. Hier zal het belangrijk zijn om na te gaan welke criteria zullen worden gehanteerd om die subsidies te verlenen.
Dit decreet verlengt tot slot ook de termijn waarbinnen de Vlaamse Regering een Vlaams Actieplan Armoedebestrijding moet opstellen na haar aantreden. Daardoor zal de volgende Vlaamse Regering twaalf in plaats van negen maanden de tijd krijgen om haar plan uit te werken. Ik denk dat dit een goede zaak is. Een goed doordacht plan is beter dan een plan dat snel ter tafel wordt gelegd.
De heer Caron heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik ben blij dat we dit ontwerp van decreet vandaag kunnen goedkeuren. Het betreft hier het resultaat van een hervorming die een tijd geleden is aangevat. We omschrijven onder meer de rol van de verenigingen waar armen het woord nemen preciezer. Het gaat dan vooral om de wijze waarop de Vlaamse overheid deze verenigingen wil benaderen en subsidiëren. In feite is dit echter een secundair element van het ontwerp van decreet. Het centrale element betreft de erkenning en de herkenning van de rol van deze verenigingen. We willen hun rol in het Vlaams armoedebeleid versterken. De rol van de Vlaamse overheid wordt preciezer bepaald.
Ik vind het een goede zaak dat het verband met het opbouwwerk wordt gelegd. Door de termijn op elkaar af te stemmen, zullen we een krachtiger armoedebestrijdingsbeleid krijgen. Dat is de essentie van de zaak. We zullen in een breder kader werken. We zullen niet enkel vanuit de armoede of vanuit de personen in armoede vertrekken. We zullen vertrekken vanuit structuren die hier iets aan kunnen doen. Ik vind het eveneens belangrijk dat we wat meer tijd en ruimte in het ritme van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding inbouwen. Dit ritme wordt gepreciseerd.
Mijnheer de minister, ik heb ter zake een wens. Ik wens dat u, als coördinerend minister van het armoedebestrijdingsbeleid, nog meer op de bevoegdheden van de overige leden van de Vlaamse Regering zou kunnen wegen. Dit is een wens en geen verwijt. Ik wens dat zij, samen met u, nog actiever aan de armoedeproblematiek aan de samenleving kunnen werken. Deze groeiende problematiek treft niet enkel de lagere klassen, maar ook een gedeelte van de middenklasse van onze bevolking. Ik vind het voorliggend ontwerp van decreet erg belangrijk. De Vlaamse overheid moet haar rol kunnen vervullen. Ik verwacht van u een sterk leiderschap ten aanzien van de andere leden van de Vlaamse Regering.
Minister Vanackere heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, eerst en vooral wil ik me aansluiten bij de mensen die hebben verklaard dat de strijd tegen armoede een aangelegenheid is die elke vezel van elk stuk van de politiek moet bezighouden. Het gaat hier niet enkel om een coördinerend minister of om zijn bevoegdheden.
Ik wil hier verwijzen naar wat in België wordt erkend. Het federale armoedebeleid is pas in een stroomversnelling terechtgekomen op het ogenblik dat een premier zich er persoonlijk mee heeft ingelaten. Ik wil dit niet polemiseren. Dit heeft voor een echte impuls gezorgd.
Ik bedoel het niet polemisch, maar op het ogenblik dat diegene die de leiding van de regering in handen heeft, aanstuurt wat in de verschillende deeldomeinen moet gebeuren, wordt er vooruitgang geboekt.
Dit ontwerp van decreet heeft een ambitieuze titel. Wat mevrouw Dillen zegt, is terecht. We stellen vast dat de laatste jaren de armoede niet is afgenomen, maar toegenomen. Dat moet ons interpelleren. Anderzijds heeft mevrouw Van der Borght ook gelijk. Datgene wat in het decreet wordt besproken, is eerst en vooral de manier waarop we het beleid gestalte proberen te geven, in de vorm van het opmaken van een actieplan en in de vorm van een goed overleg met verenigingen waar armen het woord nemen. De ambitie van dit decreet is misschien niet helemaal in overeenstemming met de titel.
Ik wil erop wijzen dat de Vlaamse Regering zich niet beperkt tot dit decreet om de strijd tegen armoede op te voeren. Ik geef maar één voorbeeld uit mijn beleidsdomein: de Vlaamse zorgverzekering. Blijkens een recente studie van het HIVA beperkt die de objectieve bestaansonzekerheid in Vlaanderen met 14 percent. Zonder de Vlaamse zorgverzekering zou de armoede met 14 percent meer in Vlaanderen een realiteit zijn. Er worden buiten de instrumenten van dit decreet echt wel stappen gezet.
Armoede is een kwestie van centen, maar niet alleen een kwestie van centen. Als het alleen een kwestie van centen was, dan zou de discussie met een groot zwaartepunt in het federale parlement moeten gebeuren. Daar krijgt het inkomensbeleid gestalte. Het is goed dat men ook in het Vlaams Parlement en de Vlaamse Regering beseft dat armoede niet alleen een centenkwestie is. Het heeft ook impact op kansen in onderwijs, in cultuur, in participatie, in wonen, in gezondheid, enzovoort.
Ik ben blij dat we in de commissie tot unanimiteit zijn gekomen met betrekking tot twee wijzigingen die de rol van het netwerk duidelijker stelt. Het zal niet langer subsidies uitdelen en zich daardoor beter op zijn taak kunnen richten. Die bestaat er - wat mij betreft - ook in om voldoende beleidsaanbevelingen te formuleren. De andere kleine wijziging bestaat erin dat we drie maanden meer de tijd geven voor de opmaak van het actieplan. Het moet in ieder geval geen aanmoediging zijn voor de regering om drie maanden langer na te denken. Het moet vooral een aanmoediging zijn om drie maanden langer met de sector goed te overleggen. De bedoeling van de drie maanden is om er ons van te verzekeren dat ons voornemen van het begin van de legislatuur voldoende wordt gedragen door iedereen die betrokken is en zich geëngageerd voelt.
Mijnheer de minister, er is werk aan de winkel. Op de cover van de Knack van vandaag staat: 'Leterme maakt ons armer." Dat is natuurlijk een parafrasering van het beleid, maar het geeft wel aan dat koopkracht en armoede in de samenleving een zeer reëel probleem zijn. Laat ons met zijn allen u bekrachtigen in uw rol en verantwoordelijkheid om er voluit voor te gaan.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2007-08, nr. 1702/1).
De artikelen 1 tot en met 21 worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.