Verslag plenaire vergadering
Verslag
Bespreking
Dames en heren, de bespreking is geopend.
Mevrouw Van Linter, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik verwijs naar het schriftelijk verslag, maar voeg vanuit onze fractie enkele bemerkingen toe.
De problematiek van de grotere zorgbehoevendheid is een belangrijk aspect in de vergrijzing. Ouderen worden terecht door het beleid gestimuleerd om zo lang mogelijk thuis trachten te blijven, en daar van alle door het beleid voorziene zorgen te genieten. De leeftijd van de instroom naar de residentiële sector verhoogt dus, maar ook de graad van zorgbehoevendheid, die gaat tot totaal bedlegerig.
De programmatienorm voor serviceflats moet dus zoveel mogelijk worden ingevuld. Dit maakt punt twee van dit voorstel van resolutie zeer belangrijk. Door de grote behoefte en de onvoldoende invulling van de programmatie, is het ook evident dat de procedures en de duurtijd van de administratieve behandeling voor erkenning en vergunning moeten worden ingekort.
Het voorstel kaart enkele reële problemen aan bij de ouderenzorg en doet terechte aanbevelingen. Onze fractie heeft dit voorstel van resolutie inhoudelijk behandeld en zal het vanuit een positieve ingesteldheid goedkeuren vanuit de oppositie. Onze houding staat in contrast met die van de meerderheidsfracties, die gedane voorstellen niet om inhoudelijke redenen wegstemmen, maar enkel en alleen omdat ze vanuit de oppositie en vooral vanuit onze fractie komen.
Mevrouw Van der Borght heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, als hoofdindiener van dit voorstel van resolutie, wil ik het even toelichten. Mevrouw Van Linter heeft al een eerste toelichting gegeven.
De uitdaging van de komende jaren op welzijnsvlak is zoals geweten de vergrijzing. Wie nog recentelijk voor zijn ouders of grootouders opvang heeft gezocht, heeft ervaren dat het vandaag binnen een kort tijdsbestek niet zo evident is om een opvangplaats te vinden. In de afgelopen jaren zijn al maatregelen genomen, onder andere om sneller subsidies te kunnen toekennen aan rustoorden die verbouwen of die bijkomend bedden willen aanbieden. Niettemin stellen we vast dat in Vlaanderen zowel de programmatie van rustoordbedden als die van serviceflats nog niet volledig is ingevuld. Serviceflats scoren met een invulling van 50 percent helemaal niet goed. Bij rustoordbedden zitten we aan een invulling van bijna 80 percent.
Met dit voorstel van resolutie vragen we de minister om enkele bescheiden maatregelen te nemen die moeten toelaten dat initiatiefnemers deze programmatienormen gemakkelijker kunnen invullen. Ten eerste willen we dat de geldigheidsduur van de voorafgaande vergunningen die in de tijd beperkt wordt tot vijf jaar, eenmalig te verlengen met drie jaar, op voorwaarde dat een bouwvergunning is afgeleverd. Door strenger te zijn bij de toekenning van de verlenging en de totale duur van de voorafgaande vergunning in te perken, hopen we dat niet-gebruikte voorafgaande vergunningen vlugger zullen vervallen. Ze kunnen dan sneller opnieuw worden toegekend aan initiatiefnemers die op korte termijn wel bijkomende rustoordbedden willen realiseren.
Ten tweede willen we voor de serviceflats af van de regel die de opnamemogelijkheden van een serviceflatgebouw beperkt tot een derde van de totale opnamemogelijkheden van het rusthuis of de rusthuizen waarmee een samenwerkingsovereenkomst is gesloten. Deze afwijking moet wel gemotiveerd zijn op basis van de draagkracht van het rustoord. Dit moet toelaten dat meer serviceflats kunnen worden gebouwd. Gelet op de slechte invulling van de programmatiecijfers lijkt ons dit een goede weg om te bewandelen en hopelijk de opgelopen achterstand weg te werken. We moeten ermee rekening houden dat we in de komende decennia heel wat ouderen zullen hebben die niet noodzakelijk zorgbehoevend zijn, maar die wel nood hebben aan een aangepaste woning die hen een zeker veiligheidsgevoel geeft. Een serviceflat beantwoordt perfect aan die behoefte.
We willen ook voor elke gemeente het aantal geprogrammeerde, vergunde en gerealiseerde rustoord- en serviceflatplaatsen halfjaarlijks publiceren. We vragen de minister dit te doen op de website van het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Op die manier kan elke kandidaat-initiatiefnemer vrij makkelijk inschatten in welke mate zijn uitbreidingsplannen haalbaar zijn binnen de programmatie, en of hij die moet bijsturen of moet herlokaliseren.
Ten slotte pleiten we ook voor een inkorting van de duurtijd van de administratieve behandelingstermijn van de erkennings- en vergunningsaanvragen en van de zorgstrategische en financieel-technische plannen. We weten allemaal dat dit een lijdensweg is. We zijn dan ook verheugd dat er een voorstel voor vereenvoudiging op de regeringstafel ligt. Er zal trouwens ook een maximumtermijn worden ingesteld voor de behandeling van deze aanvragen. Een vereenvoudiging van de regelgeving is daar ook op zijn plaats.
Deze op het eerste zicht kleine ingrepen kunnen het toch voor initiatiefnemers iets makkelijker maken om hun kansen op een erkenning in te schatten, en in een tweede fase hun project te realiseren binnen een aanvaardbare termijn. Ik hoop dat zij zullen bijdragen tot een betere invulling van de programmatienormen. Ik dank de leden die dit voorstel van resolutie mee hebben ondertekend en iedereen die het zal goedkeuren. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van resolutie houden.