Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Bruyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik ga een bekentenis doen: ik ben een niet-roker, ik heb nooit gerookt en ik ben bovendien een fervente antiroker. Ik weet dus niet uit eigen ervaring hoe moeilijk het is om te stoppen met roken, maar ik weet wel dat het zeer moeilijk is. Er zijn zonder enige twijfel collega's die daarvan kunnen getuigen.
Ik weet ook dat roken dodelijk is. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zal het in 2030 zelfs wereldwijd de grootste doodsoorzaak zijn, voor de grote killers van vandaag zoals malaria en aids.
Gelukkig zijn we ons al vele decennia bewust van de gevaren die roken en passief roken met zich meebrengen. Er worden dan ook heel wat middelen en inspanningen gewijd aan een beleid ter preventie van roken en een beleid dat rokers helpt om te stoppen. Een bijzondere doelgroep daarbij vormen - heel terecht - de jongeren. Mijnheer de minister, ook u hebt in uw beleidsbrief maatregelen aangekondigd rond rookpreventie.
Dat er nood is aan preventie, blijkt eens te meer uit het experiment dat De Standaard deze week publiceerde, waarbij min-16-jarigen op pad werden gestuurd om tabak te kopen. Uit het experiment bleek dat, op een enkele uitzondering na, er niet één tabaksverkoopspunt was dat zelfs maar een poging ondernam om de tabaksverkoop aan min-16-jarigen te voorkomen, terwijl hier reeds jaren een verbod op rust. Mijnheer de minister, het resultaat van dat experiment verbaast mij niet, maar het ontstelt mij wel.
Vanuit de wijsheid dat voorkomen nog altijd beter is dan genezen en vanuit de oprechte bekommernis voor een gezondheidszorg die onze jongeren ten goede moet komen, wil ik u een aantal concrete vragen stellen. Bent u er zich van bewust dat het voor jongeren nog altijd veel te eenvoudig is om tabak te kopen, ook al zou dat wettelijk gezien niet mogen? Welke initiatieven nam u, binnen uw beleidsbevoegdheden, die gericht zijn op deze doelgroep? Acht u het wenselijk om die initiatieven bij te sturen na de publicatie van de artikelen in De Standaard?
Ik leg even de link naar het federale niveau, want we zitten helaas nog altijd met een verdeelde bevoegdheid inzake gezondheidszorg. Kwam de problematiek reeds ter sprake op de interministeriële conferentie Gezondheidszorg?
Kan het nationaal kankerplan waarvan sprake is hier een aanzet geven of een middel zijn? Bent u van plan om binnen wat u in uw beleidsbrief een gecoördineerde aanpak met alle actoren noemt, initiatieven te ontwikkelen met uw federale collega's?
Minister Vanackere heeft het woord.
Ik ben zelf ook geen roker. De beste manier om te stoppen met roken is er nooit mee beginnen. Als twee niet-ervaringsdeskundigen moeten we erkennen dat het belangrijk is dat we zo veel mogelijk jongeren zover krijgen dat ze er nooit mee beginnen.
Ook niet roken moet een individuele verantwoordelijkheid zijn. Wanneer we het hebben over de problematiek van de tabaksverkoop, dan gaat het vooral over de individuele verantwoordelijkheid van ouders en sociale omgeving. Het is niet de bedoeling dat ons tabakontradend beleid op de schouders van de handelaars rust.
In ons land is er een verbod op de verkoop van tabak aan min-16-jarigen dat blijkbaar bijzonder moeizaam wordt nageleefd en gecontroleerd. Ik ben het met u eens dat dit geen gemeenschapbevoegdheid is en dat dit probleem dus op het federale niveau moet worden aangekaart. De inspanningen die ik lever vanuit mijn bevoegdheid sluiten vooral aan bij de logica van de Gezondheidsconferentie over het middelengebruik die nog door mijn voorgangster was georganiseerd. Het ging daarbij over het gebruik van tabak, alcohol en drugs.
In het kader van de strijd tegen overmatig tabakgebruik was het streefdoel dat het gebruik van tabak voor min-15-jarigen zou afnemen met 25 percent. Vandaag rookt 14,2 percent van de min-15-jarigen. Dat is minder dan vroeger, maar nog altijd te veel. Dat percentage moet dus met 25 percent afnemen.
In het kader van het actieplan plan ik een aantal maatregelen. Ik wilde echter niet wachten op dat actieplan om al een projectoproep te lanceren. Daarbij wordt een bedrag van 875.000 euro ingezet voor de algemene problematiek. Iets meer dan de helft van dat bedrag zijn budgetten voor de strijd tegen het tabaksgebruik. Ik zal twee initiatieven toelichten.
Het eerste initiatief komt van het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie. Dat wil de rookvrije speelplaatsen mee helpen organiseren. Het tweede initiatief is afkomstig van vzw De Sleutel die beschikt over een instrumentarium voor andere aspecten van overmatig middelengebruik. Het gaat dan over het aanleren van life skills aan jongeren. Zij moeten de kracht hebben om neen te zeggen tegen bepaalde dingen die hun gezondheid schaden.
Mijnheer De Bruyn, de interministeriële conferentie heeft nog niet vergaderd sinds het aantreden van de nieuwe federale regering. Er is een bijeenkomst gepland voor 11 maart. Ik heb de werking van het tabaksfonds op de agenda van de conferentie geplaatst. Het is belangrijk dat iedereen binnen zijn bevoegdheid blijft. Ik zal dan ook blijven benadrukken dat preventie een bevoegdheid is van de gemeenschappen. Verder zal ik nagaan hoe de federale middelen van het tabaksfonds, die via een systeem van een euro tegen een euro, een hefboomeffect kunnen hebben op onze initiatieven, maximaal kunnen worden ingezet.
U hebt daarnet verwezen naar een 'Nationaal Kankerplan'. We hebben minister Onkelinx ervan kunnen overtuigen die term niet meer te gebruiken, maar te spreken van een federaal plan. Daarin moet duidelijk het voornemen om te werken met samenwerkingsakkoorden, waarbij iedereen getaxeerd wordt op zijn verantwoordelijkheid, gerespecteerd worden.
Ik zal mijn actieplan ook agenderen bij de Cel Gezondheidsbeleid Drugs. In die cel zetelen zowel de federale overheid als de gemeenschappen. Vandaag komen daar alleen de ministers van Volksgezondheid samen. Ik heb het gevoel dat de tabaksverkoop en, wat gisteren ook werd besproken, de alcoholverkoop, vaak niet alleen de ministers van Volksgezondheid maar ook andere beleidsverantwoordelijken aanbelangen. Ik denk dan aan de ministers van Financiën, van Middenstand of van Consumentenzaken. Ze zouden meer betrokken moeten worden bij de aanpak van het probleem om zo betere resultaten te boeken. Eenieder moet zijn verantwoordelijkheid opnemen.
Het is mijn bedoeling de Cel Gezondheidsbeleid Drugs zo snel mogelijk om te vormen tot een algemene cel, waarin ook de andere ministers zitting nemen.
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. U geeft daarmee aan dat uw bekommernis dezelfde is als de mijne. De Vlaamse overheid heeft een bepaalde bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Ze moet die ten volle opnemen.
U hebt - terecht - verwezen naar de individuele verantwoordelijkheid, die uiteindelijk ook een belangrijk aspect vormt. Ik wil niet iedereen over dezelfde kam scheren. Toch heb ik een probleem met een deel van de verkopers in tabaksverkooppunten. Hun houding is dat als zij geen tabak verkopen, hun buurman het wel zal doen. Dat systeem is totaal verwerpelijk. Ook verkopers van tabak hebben de plicht om de bestaande wet na te leven, of ten minste een ernstige poging te leveren om dat te doen. Dat is helemaal niet hetzelfde als hun vragen politieagent te spelen. Daarnaast hebben ze vooral een ethische verplichting. Ze moeten goed beseffen dat tabak een erg verslavend en gevaarlijk product is. Bijgevolg mogen ze niet zonder meer hun verantwoordelijkheid afwentelen op iemand anders.
Mevrouw Dillen heeft het woord.
Mijnheer de minister, mijnheer De Bruyn, ook ik heb nog nooit gerookt. Ik zal dus evenmin problemen hebben om het af te leren. Ik ben ook geen fervent tegenstander. Roken behoort tot de individuele vrijheid.
Ik maak me echter wel zorgen over het feit dat steeds meer jongeren op jongere leeftijd beginnen roken. Een paar weken geleden hebben we in de commissie ook nog een discussie gehad over het passief roken.
Mijnheer de minister, ik deel uw standpunt over het belang van de individuele verantwoordelijkheid van de jongeren. Hoe jonger ze zijn, hoe meer ze te zeggen willen hebben. Naast de rechten die ze opeisen, staan natuurlijk ook bepaalde plichten. Een van die plichten is leren nee te zeggen tegen een aantal 'verleidingen'. Daarnaast dragen natuurlijk ook de ouders en eenieder die betrokken is bij het opvoedingsproces een verantwoordelijkheid.
Ik maak me ernstig zorgen over de resultaten uit het onderzoek dat de aanleiding vormt van deze vraag. Ondanks het feit dat er sinds 2004 een verbod is ingesteld om aan jongeren beneden de zestien jaar tabak te verkopen, lappen de meeste verkopers die regeling aan hun laars. Dat komt natuurlijk omdat er weinig of geen controles worden uitgevoerd.
Mijnheer de minister, het verwonderde mij toch enigszins dat de preventiemedewerkers argumenteerden dat een forse prijsverhoging de enige doeltreffende manier is om jongeren af te raden om te roken. Ik ben het niet eens met dat standpunt. De prijsverhogingen van de afgelopen jaren hebben geen enkel effect gehad. Wat is uw standpunt ter zake?
Mijnheer de minister, hoewel het uw bevoegdheid niet is, blijf ik er bovendien op aandringen dat u tijdens het overleg met de federaal bevoegde minister op meer controles op het verkoopverbod zou staan. Een gebrek aan regelmatige controles is een ernstige hinderpaal voor het goed ondersteund preventiebeleid dat u in Vlaanderen wilt voeren.
Mevrouw De Wachter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, in eerste instantie wil ik opmerken dat het spijtig is dat de heer De Bruyn gisteren niet langer in de commissie voor Welzijn kon blijven. Naar aanleiding van de discussie over de verkoop van alcohol aan jongeren is toen een belangrijk aspect van deze problematiek aan bod gekomen. Ik kan hem enkel vragen het verslag eens te lezen. (Opmerkingen van de heer Piet De Bruyn en van minister Steven Vanackere)
We hebben gisteren duidelijk verklaard dat het hier niet om een of-ofverhaal, maar om een en-enverhaal gaat. De minister heeft trouwens zelf al aangestipt dat deze problematiek op verschillende niveaus rijst. De federale overheid, de Vlaamse overheid en de lokale besturen dragen de verantwoordelijkheid voor bepaalde aspecten van het geheel.
We vinden het tevens belangrijk dat de minister onze bekommernissen tijdens de interministeriële conferentie ter sprake zou brengen. We streven naar een globale aanpak van de problematiek. Het gaat niet enkel om preventie- en sensibiliseringscampagnes met betrekking tot het gebruik van alcohol en van andere drugsgerelateerde middelen. Controle op de naleving van de bestaande wetgeving moet eveneens mogelijk zijn. In die zin is het een en-enverhaal en geen of-ofverhaal.
Zoals hier al is gesteld, moeten we verder werk maken van de weerbaarheid van de jongeren. Deze bevoegdheid berust bij ons.
We kunnen concluderen dat het hoe dan ook een en-enverhaal is. We moeten zorgen voor een omgeving waarin zo weinig mogelijk actief en passief wordt gerookt. We dulden geen tabaksreclame. We leggen de verkoop van tabak aan banden. Tegelijkertijd trachten we de mensen te sensibiliseren. Op zich zal dit echter nooit een oplossing bieden.
Mevrouw Dillen, ik begrijp dat u, vanuit uw standpunt, dergelijke vragen stelt. Uw partij is van mening dat vele materies beter in dit parlement dan in een ander parlement zouden worden besproken. U hebt me naar mijn standpunt over de prijs en over de controles gevraagd. Zoals de heer De Bruyn al heeft opgemerkt, behoren die punten tot de federale bevoegdheden. De FOD Volksgezondheid moet hierop toezien. Ik heb hierover uiteraard een mening. Indien een federale overheid een regel instelt, heeft ze er ook belang bij dat die regel wordt nageleefd. Dat is trouwens ook mijn standpunt met betrekking tot de leeftijd voor de verkoop van alcohol. Indien de federale overheid zich engageert om de naleving te controleren, is dit in mijn ogen een goede maatregel.
Dit gremium is evenwel niet de juiste plek om te oordelen of de accijnsstijgingen van de voorbije jaren al dan niet effect hebben gesorteerd. Mij is gezegd dat die maatregelen wel effect hebben gehad. In tegenstelling tot wat u net hebt verklaard, neemt het aantal jonge mensen dat begint te roken al een aantal jaren af. Ik baseer me op de cijfers die de experts inzake tabakspreventie me hebben bezorgd. Er is een daling. Het debat moet evenwel in belangrijke mate op het federale bestuursniveau worden beslecht. Indien dit debat onze bevoegdheden beïnvloedt, zal ik zeker niet nalaten het onderwerp op de eerstvolgende interministeriële conferentie aan te kaarten.
Mijnheer de minister, ik denk dat er een misverstand is ontstaan. Voor alle duidelijkheid, ik heb u niet naar uw standpunt over de prijsstijgingen gevraagd. De preventiemedewerkers hebben verklaard dat een prijsstijging het probleem niet zou oplossen, maar wel een belangrijke aanzet tot een oplossing zou vormen. De preventiemedewerkers vallen wel onder de Vlaamse bevoegdheden. Wat is uw mening over het standpunt dat de preventiemedewerkers hebben ingenomen?
Mevrouw Dillen, indien de preventiemedewerkers voldoende kunnen stofferen dat de doorgevoerde prijsstijgingen, in tegenstelling tot wat u net hebt verklaard, wel degelijk tot een daling van de tabaksverkoop in ons land hebben geleid en dat het uitblijven van verdere stijgingen een instrumenteel effect heeft, spelen ze hun rol als expert. In dat geval mogen ze zeker een oordeel vellen.
Wanneer we dit in het Vlaams Parlement bespreken, dan heb ik een beetje het gevoel dat we een discussie voeren over regelgeving die niet in dit parlement wordt beslecht, maar wel op het federale niveau. Een preventiewerker mag uiteraard zijn mening zeggen. Op de vraag of een verhoging van de tabaksprijs een effect zal hebben op de consumptie, ben ik als gedeeltelijk economisch geschoolde geneigd te denken dat dit wel eens zou kunnen. Ik heb daar vanuit mijn bevoegdheid geen andere grote oordelen over te vellen.
Ik kan alleen maar hopen dat onze bekommernissen ertoe bijdragen dat op termijn steeds minder jongeren roken en steeds meer rokers beseffen dat ze een slecht voorbeeld geven. Hopelijk overwegen ze om te stoppen met roken. Er zijn genoeg initiatieven om hen daarin te steunen. Hoop doet leven!
Het incident is gesloten.