Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Demeulenaere heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, vorige week is naar aanleiding van de begrotingsonderhandelingen bekendgemaakt dat er wordt bespaard en dat in dat kader minister De Crem niet langer zal zorgen voor betaalbaar vervoer van scholen naar Buchenwald. Elk jaar gaan ongeveer 400 scholieren naar Buchenwald en worden er zich bewust van de gruwelen die er zijn aangericht. Het doel van die reis is ook het aanwakkeren van de burgerzin en hen bewust maken van de gevaren van totalitaire regimes. Een rechtstreekse confrontatie is immers beter dan een les in een boek. Zo worden ze bewust van de gevaren van extremisme, racisme en uitsluiting.
Een studie van 2006 toonde aan dat de Vlaamse jongeren heel onverdraagzaam zijn. 75 percent van de Vlaamse jongeren zei dat hij of zij zeker niet een relatie met iemand van een andere etnische origine wil aangaan. 40 percent van de Vlaamse jongeren heeft helemaal geen vertrouwen in personen van een andere etnische groep. Die cijfers tonen aan dat dit soort van bezoeken erg belangrijk is en dus moet gestimuleerd worden.
Onze fractie betreurt het dus dat uw federale collega heeft beslist om het vervoer voor deze bezoeken te schrappen. Aangezien u verantwoordelijk bent voor het onderwijs, ook wetende dat u burgerzin heel hoog in het vaandel voert en wetende dat minister Van Mechelen zijn beste beentje voorzet om het oorlogserfgoed naar waarde te schatten, hoop ik dat u een inspanning levert om ervoor te zorgen dat onze scholieren kunnen beschikken over betaalbaar vervoer naar Buchenwald.
Ik was benieuwd om uw standpunt hierover te kennen. Zult u initiatieven nemen of middelen vrijmaken om deze schoolreizen voort te zetten?
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Ik heb een tamelijk lange lijst voor mij liggen van allerlei initiatieven die we nemen en ondersteunen. Ik denk aan de initiatieven met betrekking tot de holocaust en Auschwitz. Toen ik als minister van Onderwijs begon, ben ik ingegaan op een vraag van de internationale Joodse gemeenschap om als Vlaams minister van Onderwijs toe te treden tot de internationale taskforce holocaust. Men kan niet zomaar toetreden tot deze taskforce. Deze mensen stellen allerlei eisen en vragen wat er in de scholen gebeurt, welke acties er worden ondernomen om de herinneringen levendig te houden. We hebben er bijna een examen voor moeten afleggen, maar ik vond het nodig om dat te doen.
We ondernemen allerlei acties, soms ook acties waar geen grote verplaatsingen voor nodig zijn. Ik denk aan een bezoek aan het Fort van Breendonk of de Dossinkazerne. Dat wordt gesteund. We werken samen met diverse organisaties zoals de vzw Auschwitz in Gedachtenis. We subsidiëren het tijdschrift Sporen van de Auschwitzstichting. Dat is een informatieblad waarin de Holocaust gratis en blijvend onder de aandacht van de secundaire scholen wordt gebracht. Eind 2005 heb ik alle secundaire scholen gratis een exemplaar van het boekje 'Simon, het jongetje dat wist te ontsnappen' van Simon Gronowski opgestuurd. We nemen dus heel wat initiatieven en dat vind ik ook belangrijk.
Ik weet niet heel goed wat ik moet antwoorden op de vraag zelf. De heer De Crem is minister van Defensie in de federale regering. Tot nader order heeft mijn partij nog niet het vertrouwen gegeven aan de heer De Crem. De uwe wel. Uw fractie zou best in het federale parlement de heer De Crem daarover ondervragen en horen wat de federale ministers in de federale ministerraad daarover aan minister De Crem zeggen. Dat behoort tot zijn bevoegdheid. Ik kan daar moeilijk iets over zeggen, tenzij dat ik het jammer vind.
U hebt mijn vraag blijkbaar niet zo goed begrepen. Het gaat over schoolreizen. Het zijn middelen die zijn toegekend, namelijk tussenkomsten voor schoolreizen. Het gaat over opvoeding. Ik had gehoopt dat u hetzelfde standpunt zou innemen als ik en eveneens hoog in het vaandel zou dragen dat de schoolreizen kunnen voortgezet worden. U zou ervoor kunnen zorgen dat de leerlingen verder worden geconfronteerd met wat in het verleden is gebeurd. Het is immers uw taak om ervoor te zorgen dat deze middelen worden vrijgemaakt en de schoolreizen worden voortgezet. U moet niet het vertrouwen geven aan uw collega, maar u kunt toch altijd nog overleggen. U zou zich toch boven de partijpolitiek kunnen opstellen voor zo'n belangrijk item.
De heer Vermeiren heeft het woord.
Ik wil mij niet mengen in eventuele beslissingen die op een of ander niveau zijn genomen. Ik wil spreken uit mijn eigen ervaring in een gemeente die ik zeer goed ken. Sinds meer dan twintig jaar worden er jaarlijks initiatieven in verband met de holocaust en in samenwerking met de Auschwitzstichting genomen. Ik heb de laatste maanden van verleden jaar nog iets belangrijks opgemerkt. We nodigden altijd de schoolgaande jeugd op het gemeentehuis uit voor een tentoonstelling. Ik raad trouwens iedereen aan die er interesse voor heeft, om ze in de eigen contreien te laten doorgaan. Mij is opgevallen dat een groot percentage van de jeugd nu eigenlijk onwetend is over wat is gebeurd. Ik onderschrijf wat de minister zegt: hoe meer initiatieven wij nemen, hoe beter het is.
Mevrouw Helsen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, als de minister van Defensie u de vraag zou stellen of Vlaanderen financieel zou willen bijdragen voor dit initiatief, zou u dan positief antwoorden of niet?
De heer Caron heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, ik heb een affiniteit met het thema op verschillende vlakken. Toen ik werkte voor Brugge als culturele hoofdstad van Europa, ben ik in Weimar geweest. Buchenwald is een deel van Weimar. De geschiedenis daar is niet fris te noemen, maar de mensen ter plekke werden heel uitdrukkelijk in het gebeuren betrokken.
Ik denk dat het belangrijk is dat in het cultuurbeleid, het jeugdbeleid en het onderwijs heel veel aandacht gaat naar dat thema, en dat gebeurt ook. Er zijn vier of vijf vredesbewegingen erkend als beweging. We steunden in de vorige legislatuur al de oprichting van het Holocaustmuseum. Dat is een heel belangrijke stap voor Vlaanderen.
Ik betreur samen met u dat er geen gratis bussen meer zullen rijden door toedoen van federaal minister De Crem. Maar ik denk dat u, mevrouw Demeulenaere, uw vraag in het verkeerde parlement stelt. We zijn hier niet geplaatst om daar iets aan te doen. Ik denk dat we hier meer dan ooit inzetten op dat thema, maar wij maken geen deel uit van de federale regering waar die beslissing genomen is. Stel de vraag daar alstublieft.
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik sluit me graag aan bij de vraag, want ik vind het totaal onbegrijpelijk dat minister De Crem een dergelijke beslissing neemt, zogenaamd om te besparen. Het is duidelijk dat dit geen besparing oplevert. En zelfs als het een besparing zou opleveren, vind ik het onbegrijpelijk dat hij hierop wil besparen.
Net als de meeste collega's hier heb ik de Tweede Wereldoorlog gelukkig niet meegemaakt. Maar wij hebben nog wel uit eerste hand - van onze vaders, ooms en grootvaders - de verhalen gehoord waar extreem rechts, racisme en fascisme toe leiden. Voor onze kinderen is dat echter veel verder weg. Net daarom is het enorm belangrijk dat in tijden waarin bevolkingsgroepen steeds meer tegen elkaar worden opgezet, educatieve schoolreizen naar nazi-concentratiekampen kunnen plaatsvinden.
Ik ben ook blij dat de minister nog eens heeft benadrukt dat de Vlaamse Regering inderdaad aandacht heeft voor deze problematiek en dat er ook heel wat initiatieven zijn.
Mijn eerste intentie was om aan de minister te vragen of Vlaanderen de scholen geen extra subsidies kon geven om het over te nemen, maar ik weet niet of het zo'n goed idee is. De minister zegt terecht dat er al heel wat initiatieven bestaan in Vlaanderen, en ik weet niet of we nood hebben aan nog eens nieuwe regeltjes. Maar ik vind dat we het minister De Crem niet zo gemakkelijk mogen maken om hem te ontlasten van zijn verantwoordelijkheid. Het is zijn verantwoordelijkheid.
Ik wil de minister vragen of hij namens de Vlaamse Regering federaal minister De Crem in een dringend onderhoud op zijn verantwoordelijkheid zou willen wijzen, hem zou willen vertellen welke initiatieven Vlaanderen al neemt en hem met aandrang zou willen vragen om op zijn beslissing terug te komen.
Ik ben het daarmee eens. Mevrouw Helsen, u zult wel begrijpen dat het niet zo eenvoudig is dat ik in de krant moet vernemen dat een initiatief van een collega dat iets te maken heeft met onderwijs, stopt en dat ik dan verondersteld word in actie te komen en allerlei overleg te organiseren. Uw collega zou misschien overleg kunnen organiseren in de eerste plaats. (Applaus bij sp.a-spirit. Opmerkingen. Gelach)
Mijn kabinet heeft reeds contact opgenomen met het kabinet van minister De Crem om te begrijpen wat er aan de hand is. We hebben nog geen antwoord gekregen op de vraag naar wat er gebeurt.
Mijnheer de minister, ik hoop van ganser harte dat u al uw mogelijkheden gebruikt om er toch voor te zorgen dat hier optimaal aandacht aan wordt besteed en de scholieren ook in de toekomst aan deze bezoeken kunnen deelnemen, opdat dergelijke gruwelen in de toekomst echt niet meer zouden gebeuren. (Applaus bij Open Vld)
Het incident is gesloten.