Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de heer Demesmaeker en ikzelf hebben deze interpellatie gehouden na de beslissing van minister Keulen om drie van de vier kandidaat-burgemeesters effectief niet te benoemen. Ze volgde na de verklaringen die niet alleen de waarnemend burgemeester van Wezembeek-Oppem had gedaan op 8 november. Hij verklaarde toen dat hij zich in staat van oorlog bevond met Vlaanderen en de Vlaamse overheid. Hij zou er alles aan doen om de Vlaamse regelgeving naast zich neer te leggen.
Gisteren heeft de heer van Hoobrouck er gisteren in Humo nog een schepje bovenop gedaan. Hij zei: "Maar nee, wij zijn hier niet in Vlaanderen! Wij zijn in Brussel-Vlaams! Vlaanderen dénkt dat wij bij hen horen, maar dat is pertinent onjuist. Administratief misschien wel, maar in de feiten niet. (…) Ik zal nog eens 'choquen': in feite leven wij hier onder een soort bezetting. (…) De Vlaamse overheden bezetten óns, Brussel-Vlaams!"
Mevrouw de voorzitter, in onze motie staat dat we de beslissing van minister Keulen steunen om de drie waarnemend burgemeesters niet te benoemen. We stellen ook dat we van oordeel zijn dat de beslissing vrij logisch is. We nemen met plezier akte van de beslissing van de minister van Binnenlandse Aangelegenheden om die drie figuren hoe dan ook niet meer te benoemen, ook al worden ze opnieuw voorgedragen.
We vragen wel dat de tuchtprocedure wordt opgestart tegen de drie waarnemend burgemeesters, onder wie de burgemeester van Linkebeek, die opnieuw en ostentatief het gebruik van het Frans heeft toegelaten op de vorige gemeenteraad van die gemeente. We weten nu al dat ze opnieuw worden voorgedragen. Ik verwijs ook naar de vroegere en huidige verklaringen van de waarnemend burgemeester van Wezembeek-Oppem, de heer van Hoobrouck.
Ik vraag me af hoe ver een kandidaat-burgemeester kan gaan. Voor mijn fractie zijn deze mensen al veel te ver gegaan. We roepen de minister op om de tuchtprocedure op te starten.
We zijn trouwens niet de enigen die deze vraag stellen. De N-VA en de sp.a, bij monde van mevrouw De Wachter, hebben de minister eveneens uitdrukkelijk gevraagd om de tuchtprocedure op te starten. Ik zie niet in waarom een motie waarin we de beslissing van de minister steunen, maar hem tegelijkertijd vragen een stap verder te gaan, niet minstens door die fracties kan worden goedgekeurd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Demesmaeker heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, minister Keulen heeft hier bij herhaling verklaard dat hij de betrokken burgemeesters niet wil benoemen en ook in de toekomst niet zal benoemen. Hij zal zich op generlei wijze onder druk laten zetten door de mensen die onderhandelen over de vorming van een nieuwe federale regering.
Wat het eerste punt in de motie betreft, wil ik opmerken dat we alle vertrouwen hebben in de aanpak van de minister. De heer Van Hauthem vertrouwt het niet helemaal. Wij hebben wel vertrouwen in minister Keulen.
Wat het tweede punt in de motie betreft, vind ik het in een democratie alvast essentieel dat uitvoerende mandatarissen, burgemeesters, schepenen, kandidaat-burgemeesters en wie dan ook, de wetten, decreten en andere regelgeving naleven. Het gaat hier om mandatarissen die dit bewust en om politieke redenen herhaaldelijk niet hebben gedaan, en die hebben aangekondigd dit ook in de toekomst niet te zullen doen. Er is maar één manier om deze hardhorige, weerspannige mandatarissen te stoppen, en dat is het opstarten van een tuchtprocedure.
Zoals de sp.a bij monde van mevrouw De Wachter heeft gedaan, vragen ook wij de minister te overwegen om een tuchtprocedure tegen deze kandidaat-burgemeesters op te starten. Zij intimideren een deel van hun eigen bevolking. Zij jagen mensen tegen elkaar in het harnas. Dat behoort niet tot de taken van een burgemeester. Aangezien de toezichthoudende overheid hiertegen moet optreden, zullen we ons bij de stemming onthouden.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, we discussiëren al een hele tijd over de kandidaat-burgemeesters van de faciliteitengemeenten. Minister Keulen heeft hen terecht niet benoemd, want ze hebben onwettige daden gesteld. Ze hebben de omzendbrieven niet toegepast, en ze hebben hun gemeenteraden in het Frans laten vergaderen.
De in Humo verschenen verklaringen van de heer Van Hoobrouck d'Aspre zijn arrogant en de waanzin nabij. Hij kan zich niet meer als een burgervader gedragen. Minister Keulen heeft al verklaard dat het dossier steeds dikker wordt en een hele reeks uitspraken van de heer Van Hoobrouck d'Aspre bevat.
Hoewel ze opnieuw zullen worden voorgedragen, zullen de kandidaat-burgemeesters nooit tot burgemeester worden benoemd. Momenteel dragen ze de titel van eerste schepen. Op een bepaald ogenblik zullen ze evenmin nog als eerste schepen kunnen fungeren.
Minister Keulen is tegen de verwachtingen van de heer Van Hauthem ingegaan. De heer Van Hauthem heeft verklaard dat minister Keulen het niet zou aandurven hen niet te benoemen. Hij is verrast door de snelle uitspraak van minister Keulen, die overigens tijdens de stemming over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde is gedaan. De Franstaligen hebben zijn uitspraak zelfs 'la deuxième gifle' genoemd. Gezien de uitspraken van de heer Van Hoobrouck d'Aspre, ben ik ervan overtuigd dat minister Keulen zal optreden en dat de kandidaat-burgemeester van Wezembeek-Oppem op termijn een tuchtsanctie zal krijgen.
De minister bouwt het dossier op, zoals hij het de vorige keer, samen met de gouverneur, ook al had gedaan. Het zal hem een tuchtsanctie opleveren. We moeten er evenwel voor oppassen om van hem geen martelaar te maken. Want dat wil die man: hij wil de martelaar van de francofonen worden. Daarom vind ik dat het niet opportuun is om nu een initiatief te nemen. De minister heeft ons vertrouwen, want hij heeft woord gehouden en bouwt een dossier op. Laat die man zichzelf maar verder marginaliseren en kapot maken.
Ik ben nu al achttien jaar lid van het parlement en blijf het jammer vinden dat men teksten niet op hun inhoud beoordeelt maar afhankelijk van welke handtekeningen eronder staan. Dat was achttien jaar geleden zo en is vandaag nog altijd het geval.
Goede collega Van Rompuy, u zegt dat we van de man geen martelaar mogen maken. In de vorige legislatuur hebben u en ik om de twee weken minister van Binnenlandse Aangelegenheden Van Grembergen op de rooster gelegd in verband met Wezembeek-Oppem en de milieubelasting. Heeft er toen iemand gezegd dat de heer Van Rompuy er geen martelaar mocht van maken? Neen, want u deed toen wat u moest doen. Toen hebben u en ik samen nog gepleit om een regeringscommissaris te sturen. En we waren samen bijzonder boos op minister Van Grembergen omdat hij dat uiteindelijk niet deed, en wel met de argumentatie dat we van hem geen martelaar mogen maken.
In de motie staat dat we de minister steunen in zijn beslissing om die drie heerschappen niet te benoemen. U zegt dat we over zijn beslissing verbaasd waren, maar ik vind het alleen maar logisch dat dit is gebeurd, gelet op de adviezen van de gouverneur. Minstens een van de drie is te ver gegaan en kan zich niet handhaven. U zegt dat zelf. Ik zie dan ook geen enkele reden waarom het parlement de minister niet zou mogen aansporen om de tuchtprocedure op te starten. Wat we vandaag doen, is hetzelfde als wat in de vorige legislatuur is gebeurd. Toen was u onze bondgenoot, vandaag bent u dat blijkbaar niet meer.
Begin van de stemming.
Stemming nr. 8
Ziehier het resultaat:
93 leden hebben aan de stemming deelgenomen; 23 leden hebben ja geantwoord; 59 leden hebben neen geantwoord; 11 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de met redenen omklede motie niet aan.