Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de reactie van de Vlaamse Regering op een mogelijke dialoog van gemeenschap tot gemeenschap voor de staatshervorming, in het kader van de federale regeringsvorming
Verslag
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, welkom bij de nieuwe soap of de langstlopende telenovelle, getiteld 'Vlaanderen-Wallonië, de staatshervorming'. De titel van aflevering 158 is 'Waar is Kris Peeters?'
De actie vindt aan de overkant van de straat plaats. Indien we een conclusie uit de voorbije afleveringen trekken, stellen we vast dat er geen staatshervorming is, dat Brussel-Halle-Vilvoorde tegenwoordig in de woestijn ligt, dat in de Vlaamse netten geen grote vissen zitten en dat volgens sommigen zelfs de garnalen heel duur zullen worden verkocht. Dat ziet er niet goed uit. Bovendien kunnen we uit de huidige verhaallijn afleiden dat de Vlaamse resoluties, die door het Vlaams Parlement zijn goedgekeurd, in de container met het oud papier kunnen worden gezet. Met dat scenario kunnen we blijkbaar niets meer aanvangen.
Zoals in elke goede soap of telenovelle beschikken we over een topcast, bestaande uit grote acteurs, staatsmannen, zwaargewichten, wijzen die niet meer kunnen toveren, gepensioneerden die nog even op het voorfront komen en zelfs de koning, die hiermee een deel van het Vlaamse kiezerspubliek negeert. Iedereen in de politieke wereld vraagt zich af waar de George Clooney van de Vlaamse politiek blijft. Waar is onze topact? Waar blijft het sluitstuk? We wachten hier op minister-president Peeters. Hij wil echter niet acteren. Misschien wordt hij niet genoeg betaald of wordt hij niet gevraagd. Hij daagt in elk geval niet op in de telenovelle rond de staatshervorming.
Aan de overkant van de straat hanteren de Franstaligen ondertussen reeds de terminologie van Goedele Liekens. Wat de Vlamingen met betrekking tot Brussel-Halle-Vilvoorde hebben gedaan, was een vroegtijdige zaadlozing. Ik heb de indruk dat het Vlaamse zaad inderdaad op de rotsen is gevallen. Veel kiemt er alvast niet. Zoals zovelen vraag ik me af hoe het nu verder moet. We hebben nog niets van onze eigen topact, minister-president Peeters, gehoord.
Blijkbaar weten sommige leden van de partij van minister-president Peeters het ook niet meer. Ik zou in dit verband de heer Van Rompuy willen citeren. Aangezien hij gedurende jaren zelf een topact in het verhaal is geweest, verdenk ik hem niet van een gebrek aan kennis. In De Standaard van vandaag verklaart hij het volgende: "Ik weet het niet meer. Dit kan alleen opgelost worden in een dialoog van gemeenschap tot gemeenschap, maar men moet een finaliteit en een timing en een direct gevolg voor de samenstelling van de regering hebben. Hoe men dat in het huidige partijpolitieke landschap past, tja, dat weet ik ook niet."
De minister-president weet of wist het wel. Op 21 augustus 2007 heeft hij letterlijk het volgende verklaard: "Sommigen gaan er nog steeds van uit dat de deelstaten rond de federale zon draaien, waar het net andersom zou moeten zijn. Het federale niveau moet zich dienstbaar opstellen ten aanzien van de deelstaten en niet omgekeerd." Voorts verklaarde hij ook nog: "Een deelstaat tegenhouden om met eigen middelen een dynamischer beleid te voeren, is niet langer een houdbare stelling." Wanneer ik dit lees, denk ik dat de minister-president het weet of het althans wist.
Mijnheer de minister-president, voorlopig ziet het ernaar uit dat we, hier in het Vlaams Parlement, allemaal 'sitting ducks' zijn. Ik zou u een eenvoudige en duidelijke vraag willen stellen. Bent u bereid om namens het Vlaams Parlement een initiatief te nemen en namens het Vlaams Parlement een dialoog tussen de gemeenschappen aan te gaan? Op die manier kunt u misschien eens op het voorplan komen in een telenovelle die nog een lang vervolg zal kennen.
Mijnheer Verstrepen, ik denk dat het Vlaams Parlement zelf namens het Vlaams Parlement zal spreken.
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, de minister-president dacht de voorbije weken alles te hebben gezien. Hij heeft zich vergist. De koning heeft zich in de formatiegesprekken gemengd. Zoals het een verlicht despoot past, probeert hij de taak van de formateur zelf in te vullen. Hij heeft voorgesteld een comité van wijzen op te richten. Deze ochtend heeft de heer De Decker, voorzitter van de Senaat, op een persconferentie die het middagjournaal van de VRT en andere media heeft gehaald, verklaard dat een comité moet worden opgericht. Hij noemt dit comité het 'nationaal comité van de dialoog'. Een koninklijk commissaris moet hier lid van uitmaken.
Terug naar de middeleeuwen waar een soort Zonnekoning zijn leenheren aanstuurt en tot de orde roept wanneer hij dat wil. Mijnheer de minister-president, in hoeverre bent u van mening dat dit een goede gang van zaken is?
De heer De Decker heeft vandaag ook verklaard dat dit nationaal comité van de dialoog met zijn koninklijk commissarissen bestaande uit gezaghebbende politici uit de twee delen van het land, uiteindelijk los van de oranje-blauwe regeringsvorming moet handelen en dat dit nationaal comité van de dialoog zelfs een taak heeft die misschien wel drie regeringen lang zal duren. Stel u voor! Dat belooft voor de grote vis die de N-VA wou vangen!
Mijnheer de minister-president, wat vindt u van het optreden van de koning? Vindt u niet dat hij meer dan een brug te ver gaat en uit zijn rol valt? Vindt u niet dat hij op een ongeoorloofde manier een aantal oekazes stelt die niet te tolereren zijn in een democratie en dat hij feitelijk een soort van putsch, een staatsgreep pleegt en de politiek opzij schuift?
We horen alleen de heer De Decker. De heer Van Rompuy hebben we nog niet gehoord, broer van.
Ik zal u zeggen wat ik heb vernomen: de verklaringen van de heer De Decker zijn louter in persoonlijke naam afgelegd.
Ik noteer dit uit de mond van de woordvoerder van de voorzitter van de Kamer, Eric Van Rompuy, broer van Herman. Ik neem daar akte van, het zij zo. Ik kan alleen maar oordelen over wat ik zie op televisie, lees op Belga en wat ik hoor in de media.
Als u vragen stelt op basis van krantenartikels en wat u verneemt via de media, dan moet iemand dat ontkennen. U probeert minister-president Peeters op een dwaalspoor te brengen.
De heer Dewinter heeft het woord.
Dat is nu juist de reden waarom ik als simpel oppositielid, niet ingewijd in het geheim der goden zoals u en noch enige familiale band hebbende met een van de betrokkenen, me richt tot de minister-president om meer informatie te krijgen. Ik geef toe dat de chaos totaal is. Er is niemand die het nog echt weet, maar we vernemen het bij deze uit uw mond.
Vindt u niet dat de heer De Decker zich gedraagt als een soort gezant en handelsreiziger van de monarchie en de unitaire belangen, tegen het belang van de democratie in, en zeker tegen de belangen in die we hier allemaal verdedigen op basis van de fameuze resoluties van 1999 betreffende de staatshervorming? Bent u bereid of van plan om deel te nemen, indien u daartoe zou worden uitgenodigd - wat nog maar zeer de vraag is -, aan een dergelijk comité van wijzen, aan een nationaal comité van de dialoog, om koninklijk commissaris te worden in functie van dit gesprek? Is de Vlaamse Regering daartoe aangezocht? Zo ja, zult u daaraan deelnemen?
Bij wijze van uitsmijter citeer ik graag Robert Senelle in De Tijd, niet onmiddellijk een groot voorstander van separatisme en Vlaamse onafhankelijkheid en zelfs geen lid van mijn partij en ook geen familie van betrokkenen. Op de vraag wat er moet gebeuren, antwoordt de grondwetspecialist: "Het Vlaams Parlement moet in een plechtige zitting de eentalige deelstaat Vlaanderen uitroepen met de Noordzee en de taalgrens als grenzen. De andere deelstaten zullen dan wel volgen. Dan pas zal er rust zijn."
Ik denk dat professor Senelle overschot van gelijk heeft en dat u dit plan B misschien toch maar eens in overweging moet nemen. We hebben dit in september gezegd, zeggen het vandaag opnieuw en zullen het wellicht nog een tijdje moeten blijven zeggen. (Applaus bij het Vlaams Belang en van mevrouw Monique Moens)
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik ben een nuchter man die op basis van facts and figures oordeelt. Ik laat me niet verleiden tot avonturen. Afgelopen vrijdag, na de ministerraad, vroeg men me wat het standpunt van de Vlaamse Regering is. Ik heb duidelijk geantwoord, met een verwijzing naar de Vlaamse resoluties, dat een staatshervorming essentieel is. Als er een federaal regeerakkoord is, dan zullen we dat akkoord beoordelen op basis van wat we hier als toetssteen hebben vastgelegd. Dat heb ik vrijdag gezegd.
In het verleden heb ik al gezegd dat we een copernicaanse omwenteling moeten realiseren. De deelstaten moeten, nog meer dan nu het geval is, het zwaartepunt worden. En het federale niveau moet ten dienste staan van de deelstaten. U hebt me gevraagd of dat het standpunt van de volledige regering is, en ik heb u geantwoord dat dit niet zo was. Dat is mijn visie. Die visie houdt verband met artikel 35 en dergelijke. Zo'n aanpak zou ons vooruithelpen.
De uitspraken van de heren De Decker en anderen heb ik ook gelezen. Hij stelt dat een en ander uit zijn context is gerukt. Wel, ik hou me daar niet mee bezig, en ik zal er zeker niet op reageren. Als u dat wilt doen, dan is dat oké. Dat is uw volste recht. Dat u mij daarover voortdurend vragen stelt, vind ik een beetje vervelend, maar ik antwoord toch graag. Ik heb niets te zeggen over wat de heer De Decker zegt.
Als er een federaal regeerakkoord is, dan zullen we een debat ten gronde voeren. U vraagt me ook of ik op een uitnodiging zal ingaan. Ik ben een beleefd man. Ik ga maar als ik ben uitgenodigd, en dat is zeker zo als we het over de koning hebben. Stel u voor dat ik daar ongepast zou opduiken! (Gelach en applaus)
Ik heb nog geen uitnodiging gekregen. In het verleden heb ik al gezegd dat ik zal ingaan op een uitnodiging die tot de minister-president is gericht. Ik zal dan met de collega's in de Vlaamse Regering overleggen over de vragen en problemen die tijdens een gesprek aan bod zullen komen. Ik neem echter zelf geen initiatief. Dat zou ongepast zijn, en het is ook niet nodig. Als ik evenwel wordt uitgenodigd als minister-president van de Vlaamse Regering - niet als vertegenwoordiger van het Vlaams Parlement, want dat kan ik niet - dan zal ik daarop ingaan.
Ik ga dus niet in op berichten en uitlatingen in de media. Ik blijf rustig. Ik benadruk echter nogmaals dat een staatshervorming voor de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement essentieel is. Zodra er een federaal regeerakkoord is, hebben we nog tijd genoeg om daarover op basis van uw vragen te discussiëren. Ik zal dan grondig op uw vragen ingaan, en daarbij als toetssteen de resoluties gebruiken.
Mijnheer de minister-president, u bent elegant en beleefd. Sommigen ontwaren in u zelfs George Clooney.
U moet dat niet altijd herhalen, want ze gaan dat op den duur nog geloven! Ik ga daar last mee krijgen! (Gelach)
Ik zou me toch zorgen beginnen te maken. Iedereen wordt uitgenodigd. God en klein Pierke worden uitgenodigd om bij de koning langs te komen. Wij van Lijst Dedecker mogen dat niet, maar dat heeft met onze eerlijkheid te maken.
Ik ga er toch van uit dat de titel 'minister-president' een bepaalde symboliek heeft. Ik vind dat als de minister-president van de Vlaamse Regering niet op de koffie of de thee met koekje mag komen om mee te praten en mee te denken over een oplossing, dan moet u zich vragen beginnen te stellen. Ofwel bent u niet beleefd genoeg, ofwel niet populair genoeg, ofwel onbelangrijk in deze fase. Misschien moet u dan concluderen dat u wel wilt uitgenodigd worden, maar dat u intussen de hete aardappel doorschuift en zegt: "Laat de koning dat maar doen, laat het college van wijzen dat maar doen, laat iedereen die al uit de politiek is gestapt en nu wordt opgetrommeld en binnen- en buiten mag rijden bij de koning dat maar doen".
Ik vind dat een beetje weinig. Ik vind dat de symboliek zeer belangrijk is. Als u zegt dat we als Vlamingen ons been stijf hebben gehouden maar dat we nu wachten tot er op het federale niveau iets naar beneden komt gedwarreld dat we dan opnieuw bekijken, dan vind ik dat geen dynamiek. Dat is een gebrek aan dynamiek. U hebt een houding van "laat de andere grote jongens het maar doen, laat het maar passeren" - waarvan akte. Het staat genoteerd en we zien wel.
Mijnheer Verstrepen, u behoort tot een partij die boos is omdat ze niet bij de koning mag komen. Ik ben fier te behoren tot een partij die niet bij de koning wil komen. Dat is een kleine nuance. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Los daarvan zou ik toch willen zeggen, mijnheer de minister-president, dat uw uitspraken wat gratuit zijn. U staat nu al 158 dagen aan de kant te kijken en te roepen en te zeggen dat u zult toetsen aan een mogelijk federaal regeerakkoord in hoeverre het in overeenstemming is met wat u en dit parlement voorstaan. Maar wanneer wordt u in plaats van een toeschouwer een speler op het veld? Wanneer wordt u de scorende spits? Wanneer wordt u de spelverdeler? De kapitein van de Vlaamse ploeg die uiteindelijk een strategie uitzet om binnen te halen wat we in 1999 in resoluties op papier hebben gezet? En dat kan, dat is mogelijk mocht u zich er niet vanaf maken met een figurantenrolletje in de coulissen, maar met een hoofdrol op het voorplan van het toneel. En dat moet gebeuren, u moet uit uw kot komen.
U moet de belangen van Vlaanderen en de Vlamingen en van dit parlement en van de democratische besluitvorming van 1999 - hier herhaaldelijk nadien bevestigd via verschillende stemmingen - niet alleen met woorden belijden - zoals u dat bijna wekelijks met enige retoriek en met verve doet -, maar u moet dat realiseren. In de politiek moet men dingen realiseren, laat dat gezegd zijn door de leider van de oppositie. Men moet dingen realiseren, zeker als men staat op de plaats waar u staat. Als minister-president volstaat het niet meer om te roepen in de woestijn. Wat zijn de initiatieven die de minister-president, de Vlaamse Regering en deze meerderheid neemt om te realiseren wat we willen realiseren, de resoluties van het Vlaamse Parlement?
Deze regering is hopeloos verdeeld. U zegt dat de heer De Decker maar wat zegt. De heer De Decker is aangesteld - in tegenstelling tot u - door de koning om een comité der wijzen - hij noemt het nu een nationaal comité voor de dialoog met koninklijke commissarissen - op te richten. Met dat comité heeft hij de bedoeling om de staatshervorming waar u naar tracht, op de een of andere manier in de doofpot te steken. Als ik u daar vragen over stel, dan zegt u dat de heer De Decker uw probleem niet is. Maar het is wel ons probleem, want hij is aangesteld om te doen wat hij moet doen, namens de koning. Dus het is wel relevant wat u denkt over de uitspraken van de heer De Decker die daar niet zomaar wat orakelt als individueel politicus. Hij doet dat vanuit het mandaat dat hij gekregen heeft van Albert II. Daar gaat het over en daar moet u concreet een antwoord op durven geven in plaats van gratuite, hoogdravende verklaringen af te leggen.
De heer Gabriels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik stel vast dat de heer Dewinter tijdens zijn betoog een loopje neemt met de geschiedenis. Ik wil dat toch even corrigeren.
Mijnheer Dewinter, u hebt gezegd dat u niet bent ingewijd in het geheim van de goden, maar u plaatst de Zonnekoning in de middeleeuwen. Ik wil u even zeggen dat de Zonnekoning en de verlichte despoten zich situeren in de zeventiende en achttiende eeuw. Neem alsjeblieft een beetje les in geschiedenis, dan raakt u misschien ook in andere geheimen ingewijd.
Is dat de bijdrage van de gewezen voorzitter van de Volksunie? Een voorzitter van de Volksunie, die ik nog op een affiche zie staan met een vuist en de slogan 'gedaan met geven en toegeven'. Mijnheer Gabriels, nu plaatst u zich in de rol van nar van dienst, die niet verder komt dan wat historische elementen. Ga naar huis, mijnheer Gabriels, u bent gekocht door het regime. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Dewinter, daar bent u zelfs niet in ingewijd, want ik heb nooit met een vuist op een affiche gestaan.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik denk dat we op dit ogenblik in een enorme crisis zitten. Er kan niet ontkend worden dat het een zeer serieuze crisis is. Maar ik betreur het niveau van de oppositie in dit Vlaams Parlement.
Er zijn vorige week twee dingen gebeurd. In de Kamercommissie is het wetsvoorstel over Brussel-Halle-Vilvoorde goedgekeurd. Mijnheer Dewinter, u had nooit gedacht dat dat zou gebeuren. Mijnheer Van Hauthem, u hebt hier maandenlang gezegd dat er niet gestemd zou worden en dat we de moed niet zouden hebben, maar er is gestemd.
Vorige vrijdag hebben de voorzitters van CD&V en N-VA gezegd dat ze niet toetreden tot een federale regering zonder een belangrijke staatshervorming. Daardoor is op dit ogenblik het formatieberaad stopgezet en maakt CD&V/N-VA waar wat ze altijd hebben gezegd: dat er voor ons geen regering komt zonder een nieuwe staatsordening en een institutionele hervorming.
Ik zou denken dat in die omstandigheden de oppositie zou afwachten en kijken wat er gebeurt. Maar wat we hier hebben gezien, is iets anders dan er een ernstig debat over voeren. Mijnheer Verstrepen, men kan er altijd een grol van maken. De heer Dedecker zegt zelf dat hij zich rot amuseert en het de grootste grap is die we op dit ogenblik meemaken.
Wij proberen er bij de federale regeringsvorming voor te zorgen dat Vlaanderen de instrumenten kan krijgen op sociaaleconomisch, gezondheids- en welzijnsgebied. Dat is een serieuze zaak, waarbij we als Vlaamse politieke partijen de formatie gebruiken om die hervorming te kunnen doordrukken. Het is een zaak waarvoor we in dit Vlaams Parlement tien jaar lang gevochten hebben, maar de Lijst Dedecker is amused, vindt het plezant en heeft het over George Clooney. Ik vind dat geen niveau.
Mijnheer Dewinter, u vraagt naar de rol van de Vlaamse Regering, maar u hebt daarnet gezegd dat u geen dialoog wilt. Het Vlaams Belang wil geen dialoog, wil geen hervorming, wil niet dat de Vlaamse Regering mee opereert in die dialoog.
Wij proberen, als democratische partijen, nog altijd in dit land een hervorming door te voeren op basis van een dialoog. Dat onderscheidt ons van u. U spreekt over gratuite verklaringen, maar wat is er meer gratuit dan wat u hier net hebt gezegd? Wij proberen op een serieuze manier de hervorming door te drukken. Het is al 160 dagen dat we het formatieberaad voor een deel gebruiken om die hervormingen door te voeren. Dat is de ernst van CD&V/N-VA, terwijl de oppositie zich feestelijk belachelijk maakt in dit Vlaams Parlement met dit soort interventies. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
De heer Tack heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, gisteren ondervroeg ik minister Vanackere over de initiatieven die hij al genomen had om zijn deel van het regeerakkoord, in verband met de overheveling van de bevoegdheid gezondheidszorg naar de gemeenschappen, te realiseren.
Met een glimlach - ik zou zelfs durven zeggen bijna met fierheid - gaf de minister als heel kort antwoord: niets. Ik denk nochtans dat het de taak is van de Vlaamse Regering, en zeker van u als minister-president, om dat regeerakkoord te realiseren. Het realiseren van de vijf Vlaamse resoluties is daar een onderdeel van.
Anderzijds zegt u dat u het ongepast zou vinden om zelf initiatieven te nemen en wilt u blijkbaar wachten tot er een regeerakkoord is. Wanneer alles al is afgesproken, zullen we er hier eens over gaan praten. U kunt ervan uitgaan dat een federaal regeerakkoord voor vier jaar is. Dan is de termijn van deze Vlaamse Regering voorbij. Ik zou van u willen weten hoe u er, als behoeder van het Vlaams regeerakkoord, voor zult zorgen dat de vijf resoluties zullen worden gerealiseerd en de bevoegdheden zullen worden overgeheveld. Daar heb ik tot op heden nog nooit een antwoord op gekregen.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ten eerste zijn de resoluties en het Vlaams regeerakkoord bekend. Ten tweede weten de onderhandelaars voor de federale regering zeer goed wat hier in het verleden is goedgekeurd en wat er in het regeerakkoord staat. Het is niet aan de minister-president om mee te gaan onderhandelen voor een federale regering. Daar zijn mensen voor, namelijk de partijvoorzitters. De heer Van Rompuy heeft er terecht op gewezen dat ze met zeer veel daadkracht proberen een oplossing te vinden voor de moeilijke opdracht die de vorming van een federale regering op dit moment is. Het is niet aan de minister-president om stelling te nemen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik zou het omgekeerd ook niet goed vinden, en u ook niet, dat de federale premier zich zou moeien met de Vlaamse regeringsvorming. Dat kan niet. Op pagina 10 van het regeerakkoord staat dat op basis van de resoluties de meerderheidspartijen initiatieven zullen nemen. Er staat 'partijen'. Dat gebeurt ook. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Daar hebben we het vorige keer over gehad. Ik ga er ook vanuit dat de Vlaamse Regering - want ik spreek hier als minister-president van de Vlaamse Regering - voor een dialoog is en dat we daaraan willen deelnemen, maar maak er geen karikatuur van! Ik ga me ook niet onnodig opdringen, zeker niet bij de koning, als er geen uitnodiging komt. Daar kunt u verklaringen aan geven zoals u wenst. We volgen de besprekingen zeer verantwoord en van zeer nabij op. Er wordt goed onderhandeld, met maximaal respect voor wat hier is afgesproken. We kunnen daar op terugkomen wanneer er teksten zijn. Dan zullen we daar verder over kunnen debatteren.
Mijnheer Van Rompuy, u die het allemaal niet meer weet, weet u wat op dit ogenblik uw probleem is? Mensen die niet om kunnen met humor, in welke vorm dan ook, vinden zichzelf zo belangrijk, zo hoog gezet in titel, die vinden zich super. Ik weet dat het u stoort dat u in dezen niet gehoord wordt, misschien wel bij uw broer, maar u speelt niet meer mee. Het is gedaan voor u, u mag met pensioen en u mag, zoals in de Muppetshow, nog wat kwekken in het parlement. Dat is goed als therapie voor uzelf. Ik krijg nog de indruk dat u Jean-Marie Dedecker mist, want week na week wordt hier over hem gepraat. Nodig hem eens uit, zeg het hem eens. Ga eens naar de fractie aan de overkant en zeg het hem oog in oog. Dat is beter dan hier van op de banken wat naar hem te verwijzen. Als dat niet goedkoop is, dan weet ik het ook niet.
Mijnheer de minister-president, we kunnen hier nog lang over discussiëren. Ik zou dat graag willen doen. Ik heb het niet over stijl, of, mijnheer Van Rompuy, over welke kleren er gedragen worden of welke stijlfiguren of woordgebruik er wordt gehanteerd. Dat doe ik niet. U bent daarin superoppervlakkig. Ik heb geen antwoord gekregen, mijnheer de minister-president. Mijn vraag aan u was heel duidelijk: bent u bereid tot die dialoog vanuit de gemeenschappen? Want dat wordt geopperd bij de andere politieke fractie: laten we het omdraaien. Daar gaat u heel vlotjes omheen. Zult u een initiatief nemen vanuit de gemeenschap? U zegt: neen. Ik neem daarvan akte. U zegt: ik wacht wel, ik neem geen initiatief en ik zal uit mezelf, als de sleutel ligt in gesprek en dialoog tussen de gemeenschappen, geen initiatief nemen om de dialoog tussen de beide gemeenschappen op gang te brengen. Dat concludeer ik nu.
Mevrouw de voorzitter, ik stel vast dat het chaos troef is, ook binnen deze meerderheid. Ik lees vandaag in de krant dat mevrouw Smet stelt dat artikel 35 van de Grondwet opnieuw moet worden opgediept, met de residuaire bevoegdheden waarover Hugo Schiltz ooit nog heeft onderhandeld in een vroegere staatshervorming. Aan de andere kant zegt de heer Sauwens dat het voor hem niet snel genoeg gaat. Hij oppert de mogelijkheid dat de Vlaamse Regering rechtstreeks met de Waalse zou gaan praten en zelf tot een consensus zou komen. Dat is misschien geen slecht idee. Ik heb het vroeger zelf al eens geopperd.
Deze meerderheid is uiteindelijk ook al verdeeld over het comité der wijzen. Dat is wellicht de reden waarom u niet antwoordt op mijn vragen ter zake, mijnheer de minister-president. De socialisten, onder leiding van mevrouw Gennez, hebben immers al laten weten niet mee te doen aan dat comité der wijzen. Voor haar partij is dat geen optie. Als oppositiepartij is ze niet van plan de formatie en de meerderheid uit het slop te halen. De Vlaamse Regering zit dus toch wel in de problemen. Ze weet zelf niet meer welke houding ze moet aannemen. Het is niet duidelijk wat deze meerderheid denkt. De socialisten hebben ter zake een totaal ander standpunt dan Open Vld, CD&V en N-VA. Daardoor zit u hier natuurlijk mee verveeld en kunt u geen antwoord geven. U moet immers proberen deze club zelfs na federale regeringsonderhandelingen nog samen te houden. Ik voorspel u dat dit niet eenvoudig zal zijn.
Wij als oppositiepartij zijn alleszins niet van plan om mee te doen aan een zogenaamde oplossing waarbij de staatshervorming uiteindelijk onder de mat wordt geveegd in een of andere nieuwe Costa, in een of ander comité der wijzen, in een of ander nationaal comité van de dialoog, met of zonder koninklijk commissarissen. Wat er ook van zij, dat worden allemaal doofpotcommissies die maar één bedoeling hebben, namelijk een regering, hetzij oranje-blauw of een andere formule, in het zadel te helpen en een staatshervorming onmogelijk te maken en op de lange baan te schuiven. Niet met ons. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.