Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, mevrouw de minister, collega's, dinsdag 18 september is voor vele werknemers in de Kempen maar ook voor de regio Kempen een zwarte septemberdag geworden. Niet minder dan drie in hun sector toonaangevende bedrijven hebben bijna gelijktijdig aangekondigd ingrijpend te zullen herstructureren. Het gevolg is dat in de Kempen bijna duizend jobs dreigen verloren te gaan.
Nog maar anderhalf jaar geleden stonden wij hier ook naar aanleiding van het faillissement van Belgonucleaire en de reconversie van de nucleaire sector. Wij vroegen toen ook aandacht voor de tewerkstelling in de Kempen.
Het valt op dat de Kempen zeer zwaar getroffen is door het banenverlies bij Janssen Pharmaceutica: zevenhonderd is veel meer dan verwacht. Eigenlijk is dit op het vlak van innovatie, onderzoek en ontwikkeling een voorbeeldbedrijf, niet alleen in de Kempen maar in heel Vlaanderen, met in huis zelfs de onderzoeksafdeling binnen het grootste gezondheidsbedrijf in de wereld, Johnson & Johnson.
Wij weten heel goed dat door de bijna complete globalisering in onze wereld de besluitvorming van heel wat bedrijven niet meer plaatsvindt in Vlaanderen. Misschien ook met alle gevolgen van dien. Wij weten ook dat de farmasector wereldwijd een malaise doormaakt en dat men samen door die storm zal moeten, en dat dus een herstructurering zich hier opdringt.
Het grote woord dat door de directie wordt gebruikt, is competitiviteit. De concurrentie is dus van die aard dat er moet worden geherstructureerd.
Mijnheer de minister-president, in de Septemberverklaring hebt u er de nadruk op gelegd dat u de ambitie van Vlaanderen wilt waarmaken. We kunnen ook concurrentieel zijn met andere regio's in Europa. Ik vind het verstandig om in te zetten op innovatie, onderzoek en ontwikkeling om op die manier duurzame tewerkstelling te verankeren.
Ook in de Kempen heeft men dit zeer goed begrepen. Er zijn reeds heel wat projecten en ideeën opgestart, zoals de Milieutechnologievallei, het Campinaproject en de kenniscel Duurzame Energie. Er wordt ook gepleit voor een clustering van het kenniscentrum VITO en de Katholieke Hogeschool Kempen om innoverende bedrijven aan te trekken, maar ook om aandacht te geven aan de verhoging van de productiviteit binnen bestaande bedrijven en uiteraard ook door het creëren van nieuwe bedrijven.
Er zijn natuurlijk ook flankerende maatregelen nodig. Daarmee bedoel ik dat er op ruimtelijk economisch vlak kmo- en industrieterreinen voorhanden moeten zijn. Er zijn dan wel heel wat projecten opgestart, maar de planningsprocedure verloopt tergend traag. We kunnen daardoor geen antwoord bieden op het verlies van tewerkstellingsplaatsen via het aantrekken van andere bedrijven, industrieën of kmo's die kunnen zorgen voor tewerkstelling.
Ook op het vlak van mobiliteit zijn de Kempen nog niet voldoende ontsloten. Ik verwijs naar de ontsluiting van de Noorderkempen maar ook naar dé missing link, de noord-zuidverbinding, en uiteraard ook naar de doorstromingsmaatregelen op de E313 die u aankondigde in uw vorige functie.
Mijnheer de minister-president, is de Vlaamse Regering bereid om maximaal in te zetten op een sociaal begeleidings- en ondersteuningsplan voor de getroffen werknemers? Bent u bereid in extra stimulansen te voorzien op het vlak van ruimtelijke ordening, meer specifiek voor kmo- en industrieterreinen? Bent u bereid om knopen door te hakken in mobiliteitsprojecten die sinds jaar en dag liggen te wachten? Zult u dringend in overleg gaan met RESOC, het platform van de streekactoren in de Kempen, om de juiste prioriteiten vast te leggen?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, mijnheer Peeters, het is juist dat 18 september een zwarte dag was voor de Kempen en eigenlijk voor heel Vlaanderen. Bij Janssen Pharmaceutica moeten 688 mensen verdwijnen. Nadien kwam ook het nieuws van Siemens Nokia. Dat zijn veel ontslagen. De Vlaamse Regering betreurt dit en leeft mee met de getroffen werknemers en hun gezinnen. We hebben duidelijk laten verstaan dat we stand-by staan als het sociaal overleg binnen de onderneming wordt opgestart. We willen daar alle kansen aan geven, hopelijk met een goed resultaat, maar we staan klaar om bij te springen met een aantal bijkomende acties.
U hebt ook gelijk dat de Kempen heel wat troeven hebben. U verwijst naar de ligging. Ik ben u dankbaar dat u hebt vastgesteld dat ik daar nadrukkelijk heb naar verwezen tijdens de Septemberverklaring met het ENA. In de Kempen zijn er ook heel wat mogelijkheden door de kenniscentra die er aanwezig zijn, maar er zijn ook heel wat problemen. De Vlaamse Regering heeft vrijdag op de ministerraad afgesproken om vrij snel alle dossiers op te lijsten, na te gaan waar men staat om dan vrij snel te kunnen overgaan naar een eventuele bijsturing en versnelling van een aantal procedures.
De situatie is dramatisch, in de eerste plaats voor de getroffenen. U verwijst terecht naar RESOC waar ik reeds contact mee heb opgenomen. Samen met die actoren willen we komen tot een duidelijke aanpak van de lopende dossiers waar het misschien niet snel genoeg gaat.
Ik zal in de loop van de volgende week, of de week daarna, daar bij de Vlaamse Regering verslag over uitbrengen. U mag erop rekenen dat we samen met de Kempense actoren maximaal actie zullen ondernemen, en u zult ons daar ook mogen op afrekenen.
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het stemt me tevreden dat u bekommerd bent om de werkgelegenheid in de Kempen. Kempenaars zijn bescheiden mensen: ze zeggen niet dat ze hard werken, maar ze doen het. De volksvertegenwoordigers uit de Kempen voeren hier misschien niet altijd het hoge woord, maar als we het doen, dan menen we het ook.
Ik heb aandachtig naar uw antwoord geluisterd. Ik reken erop dat u uw beloftes nakomt.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister-president, collega's, de heer Peeters heeft hier zeer terecht het zoveelste dreigende banenverlies in de Kempen aangekaart. De minister-president zal het zeker eens zijn met de stelling dat de toekomst van de Kempen en Vlaanderen ligt in onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Het is dan bijzonder spijtig dat uitgerekend deze sector in de Kempen zware klappen krijgt. Precieze cijfers hebben we hier al gekregen.
De Lissabondoelstellingen leggen ons op om minstens 3 percent van het BBP aan O&O te besteden. De recente investeringen van de Vlaamse overheid in O&O zijn inderdaad licht gestegen, maar toch halen we slechts 2,2 percent, dus heel wat minder dan de 3-percentsnorm. Verder moeten we spijtig genoeg vaststellen dat de investeringen van bedrijven in O&O licht zijn gedaald, hoewel we een stijging hadden mogen verwachten.
Hoe zal de Vlaamse overheid die 3-percentsnorm halen? Om dat te realiseren, moeten we de komende drie jaar jaarlijks in minstens 200 miljoen euro extra investeringen voorzien. Zal dat gebeuren? Ook wil ik weten wat de investeringen in O&O voor Vlaanderen al hebben opgeleverd.
De heer Van Dijck heeft het woord.
Vooreerst wil ik me aansluiten bij de bezorgdheid en de vragen van de heer Peeters. Toch moeten we de moed hebben om een juiste analyse te maken van de oorzaken die aan de basis liggen van het probleem bij Janssen Pharmaceutica.
We zetten hoog in op O&O. Janssen Pharmaceutica wordt in dat verband in geheel Vlaanderen gekoesterd. Het bedrijf neemt 16 percent van de middelen voor O&O van het Vlaams Gewest voor zijn rekening. Toch doet het banenverlies zich uitgerekend voor in de groep die aan O&O doet. Dat wordt verklaard met verwijzingen naar de noodzaak om voldoende eigen uitvindingen te kunnen commercialiseren en dergelijke. We moeten dat goed onderzoeken, opdat dit paradepaard overeind kan blijven.
Ten slotte wil ik verwijzen naar wat mijn fractievoorzitter hier vanmorgen heeft gezegd. We moeten erop toezien dat alle elementen die wegen op het beleid inzake O&O in rekening worden gebracht. Er zijn fiscale aspecten, en in dat verband is hier al de naam van professor Soete gevallen. Naast de bezorgdheid van de heer Peeters lijkt het me nodig om een grondige analyse van de oorzaken van het probleem te maken, en te zoeken naar middelen of extra incentives om bij te sturen.
De heer Daems heeft het woord.
Ik heb goed geluisterd naar het antwoord van de minister-president. Volgende vrijdag komen de volksvertegenwoordigers met andere mensen in een vergadering van RESOC Kempen samen. In dat overlegorgaan wordt het dossier verder opgevolgd.
Hier wil ik even ingaan op het aspect O&O. Misschien halen we de Lissabondoelstellingen niet, maar het verontrust me ten zeerste dat, ondanks de geleverde inspanningen, de klappen vallen bij bedrijven als Janssen Pharmaceutica en Nokia Siemens - al gaat het in dat laatste bedrijf om een uitbesteding en niet om het volledig afstoten van een afdeling. Wordt het niet tijd om alle ondersteuningmechanismen, met inbegrip van de mechanismen die op federaal niveau worden bediend, eens grondig te evalueren? Daarbij moet het aspect 'verankering' - de duurzame werkgelegenheid - als een belangrijk criterium in rekening worden gebracht.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik heb begrepen dat er een groot probleem was met het aflopen van patenten. Met de nieuwe patenten werd niet dezelfde omzet gerealiseerd. Daardoor wou het bedrijf terug naar zijn corebusiness gaan en een aantal mensen uit bepaalde diensten zoals catering, afstoten. Dit is het verhaal van het bedrijf. Ik heb er op dit moment geen verdere analyses over gemaakt en het is misschien wel interessant om er meer concrete elementen over te hebben. Maar net zoals u heb ik dat ook via de media vernomen. Ik heb dus begrepen dat dat voor Janssens Pharmaceutica de reden was.
Ten tweede zei men ook te gaan voor onderzoek en ontwikkeling en te blijven investeren in de onderneming in de Kempen. Het is dus geen afbouw- of delokalisatieverhaal. Ik denk dat we rustig moeten bekijken wat de oorzaken zijn van dit probleem, en mogelijks zijn er nog bijkomende elementen aan toe te voegen. Dat lijkt mij de reden voor het afslanken, en niet zozeer dat er geen of onvoldoende investeringen gebeurd zijn in onderzoek en ontwikkeling. Minister Moerman kan getuigen dat we heel wat inspanningen hebben geleverd, ook concreet voor dat bedrijf.
Straks mag ik reageren op de uiteenzettingen van verschillende sprekers over de Septemberverklaring, maar ik ben blij dat de heer Daems innovatie zeer belangrijk vindt. Innovatie is het eerste heel belangrijke punt dat ik naar voren heb geschoven. Ten tweede staat erin welke middelen we er nu al in steken. En als er een overschot is op de begroting 2008, dan zullen we dat nog aanwenden voor innovatie. Er is dus nog een tandje bijgestoken. De vraag is natuurlijk wanneer we die 3 percent gaan halen. Het is in ieder geval mijn ambitie om dat samen met de bedrijven te doen. Men zegt nu dat ik de juiste prioriteit heb gelegd en samen met minister Moerman, het juiste accent heb gelegd. Ik ken ook het verslag van de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid die een aantal interessante zaken naar voren heeft geschoven.
Ik engageer me er dus toe om zo snel mogelijk alle dossiers die kunnen en moeten worden afgerond, op te lijsten en samen met mijn collega's beslissingen te nemen. Ik denk dat we voor de Kempen duidelijke taal moeten spreken en dat we lopende dossiers met vereende krachten en met grote spoed moeten oplossen. Als de parlementsleden en de RESOC-partners suggesties kunnen aanbrengen na hun overleg, dan zou ik die graag ontvangen zodat we met de hele Vlaamse Regering beslissingen kunnen nemen en een antwoord aan de Kempen kunnen formuleren.
De heer Peeters heeft het woord.
Ik neem genoegen met het antwoord van de minister-president. Natuurlijk moeten we er zeker over waken dat wanneer u een oplijsting maakt en prioriteiten stelt, er ook beslissingen genomen worden. Ik reken dan ook op politieke moed om de juiste prioriteiten te stellen ten bate van de tewerkstelling in de Kempen.
We zullen die in overleg vastleggen.
Het incident is gesloten.