Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sauwens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, collega's, in de jaren negentig werd de European Transport Safety Council opgericht. Dat is een niet-gouvernementele organisatie die vergelijkingen zoekt tussen de verkeersveiligheidsontwikkeling in de Europese lidstaten en zelfs breder. Ze brengt regelmatig rapporten uit en onderzoekt sinds kort ook de evolutie van de verkeersveiligheid in de lidstaten.
Volgens een rapport dat eind vorige week uitkwam, scoort België vrij goed in het terugdringen van het aantal verkeersdoden, het terugdringen van de snelheid en in andere parameters zoals het alcoholmisbruik en het dragen van de autogordel. Na Frankrijk en Luxemburg maken wij de meest gunstige ontwikkeling. We staan nu op de derde plaats in Europa, indien men de cijfers van 2001 en 2005 vergelijkt. Dat is een positieve ontwikkeling. Men zegt er wel bij dat wij starten vanuit de slechte Europese middenmoot. Er zijn landen die veel verkeersveiliger zijn en het dus moeilijker hebben om nog veel vooruitgang te boeken. Bij ons is dat wel het geval.
Bij het lezen van het rapport viel me op dat men toegeeft dat er een vrij groot verschil is in de ontwikkeling tussen het noorden en het zuiden van het land. In Vlaanderen en Brussel kan men de snelheidsovertredingen werkelijk terugdringen terwijl het in Wallonië minder gebeurt. Men heeft berekend dat de gemiddelde snelheid in Vlaanderen op de weg 5 kilometer lager ligt dan in Wallonië. Het aantal verkeersongevallen is daar bijna rechtstreeks aan gerelateerd.
Mijn vraag is in hoeverre uw departement beschikt over de juiste uitsplitsing van de Belgische cijfers. België scoort goed, maar als ik de cijfers zie, durf ik zeggen dat Vlaanderen een nog gunstigere evolutie doormaakt. Kent u deze studie en beschikt u over die cijfers?
Op 16 januari 2009 zal Vlaanderen twintig jaar bevoegd zijn voor een eigen verkeersbeleid. Het zou zeer interessant zijn om na bijna twintig jaar vanuit uw departement een vergelijking te maken wat Vlaanderen en Wallonië gedaan hebben met hun bevoegdheden. Wij hebben een echt eigen beleid ontwikkeld, denk aan het fietspadenbeleid en het beleid rond het stads- en streekvervoer, dat goede resultaten kan aantonen. Er is destijds met toenmalig federaal minister van Verkeer Jean-Luc Dehaene afgesproken dat het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid een federale instantie zou blijven. Daar heb ik geen problemen mee.
Het is toch wel belangrijk dat we een juiste opvolging van de cijfers en een juiste monitoring kunnen doen. We moeten weten wat de effecten zijn van de maatregelen die we nemen. Ik denk daarbij aan de aanleg van rotondes, aan de doortochten, aan het beleid dat u en minister Peeters voeren voor het wegwerken van zwarte punten. Wat zijn de effecten van dit alles op het vlak van de verkeersveiligheid? Daartoe moet de monitoring gebeuren op Vlaams niveau en op Waals niveau, en niet langer enkel op Belgisch niveau, ook voor wat de Europese rankings betreft.
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer Sauwens, de studie waar u naar verwijst, is me uiteraard bekend. In de studie lezen we dat Frankrijk bovenaan staat. Het land bekleedt de eerste plaats,? met een vermindering van 35 percent van het aantal verkeersdoden. We weten dat de Franse regering een topprioriteit heeft gemaakt van de verkeersveiligheid. Dat blijkt te lonen en we kunnen de link met Vlaanderen leggen.
U vraagt me wat de cijfers en de opgesplitste cijfers zijn. U weet dat we ons in een moeilijke positie bevinden. Zo zijn de cijfers van 2006 van het NIS nog niet beschikbaar. Dat is een van de problemen. Het is ook een van de redenen waarom ik zo´n groot voorstandster ben van de verdere regionalisering van het hele pakket, inclusief de cijfers.
De cijfers van 2005 hebben we wel. Als we ze vergelijken met de cijfers uit de studie waaraan u refereert, dan merken we dat ze gelijklopen. Ik ben er nogal zeker van - maar ik heb dit nog niet kunnen verifiëren - dat de studie gebaseerd is op de cijfers die ook wij kennen. Als we die cijfers opsplitsen en we bekijken de daling van het aantal verkeersdoden, dan gaat het in Vlaanderen over 33 percent en in Wallonië over 18 percent. We merken dus een grote kloof tussen de twee landsgedeelten. Die kloof is er ook bij een aantal andere cijfergegevens. Als we dit gegeven zouden extrapoleren, neemt Vlaanderen de tweede of derde plaats in, maar Wallonië zou uitkomen in de buurt van Italië, rond de vijftiende plaats. Het verschil is groot en dat heeft volgens mij alles met het beleid te maken. In de studie vinden we daar een aantal indicaties voor terug - u verwees er al naar.
U had het over de snelheid. Het is inderdaad een van de verklarende factoren waarom wij het beter doen. Er zijn twee heel belangrijke beleidsmaatregelen van de vorige en van deze regering. We trekken consequent de maatregel van de vorige regering door om de maximumsnelheid van 70 kilometer per uur op gewestwegen te veralgemenen. Dat houdt al direct een daling van de toegelaten snelheid in. U weet dat ik liefst alle borden zou wegdoen en een algemene regel zou invoeren, maar daarvoor hebben we natuurlijk de eigen bevoegdheid nodig - maar dit terzijde. Een tweede heel belangrijke maatregel is het plaatsen van flitspalen. We merken een heel groot verschil tussen het aantal flitspalen dat wij plaatsen en het aantal flitspalen aan de andere kant van het land wordt geplaatst. Flitspalen blijken grote resultaten te boeken. Het is geen populair, maar wel een noodzakelijk beleid, dat zeker vruchten afwerpt.
U vraagt ook naar monitoring en evaluatie. Ik reageer daarop met een volmondig ´ja´. We doen dat gedeeltelijk al. Het Steunpunt Verkeersveiligheid evalueert heel gericht. Nog niet heel lang geleden werd het effect van flitspalen op de verkeersveiligheid geëvalueerd. Ook het effect van rotondes werd onderzocht. Daarop volgde een nogal moeilijke discussie. In het algemeen blijken rotondes goed te zijn voor de verkeersveiligheid, maar minder goed voor fietsers. We doen dus wel monitoring en evaluaties, maar vandaag is er nog geen algemene monitoring. Ik ben wel van plan om die gaandeweg te installeren. Mijn belangrijkste instrument is het ontwerp van Mobiliteitsdecreet - hopelijk krijg ik daarvoor de steun van het parlement. Het zal gaan over de planning, over de mobiliteitseffectenrapportage, maar ook over monitoring. Uiteraard gaat het om de monitoring van de modal split, en ook daarover hebt u - terecht - al meerdere keren vragen gesteld, maar ook om de monitoring van de verkeersveiligheid.
Ik stel mijn hoop op de komende weken en maanden, want om dat allemaal goed te doen, hebben we alle instrumenten in eigen handen nodig. Zo is het goed dat we investeren in bijvoorbeeld flitspalen, en minister Peeters en ik zijn van plan om nog bijkomende investeringen te doen, maar het is een beetje frustrerend dat we niet over de opbrengsten beschikken. Het gaat er niet om dat we per se dat geld in handen willen hebben, het gaat erom dat we de link moeten kunnen leggen tussen het plaatsen van flitspalen, de effecten ervan en de eventuele opbrengsten die geïnvesteerd kunnen worden in het verkeersveiligheidsbeleid. Dit is maar een van de voorbeelden die aantonen waarom een verdere regionalisering van het verkeersveiligheidsbeleid zo belangrijk is.
Ik dank u voor uw antwoord, mevrouw de minister. Het is wel duidelijk dat we dringend een eigen Vlaams Instituut voor Verkeersveiligheid nodig hebben, een instituut dat de cijfers degelijk opvolgt. Het is een goed idee dat we bijna twintig jaar Vlaams verkeersbeleid aangrijpen om die instelling op te richten. Deze regering heeft daartoe de mogelijkheden. Ik ben evenzeer als u in blijde verwachting.
De voornaamste wegbeheerders zijn de lokale besturen. Als verantwoordelijk bestuursniveau zijn wij voor 80 percent wegbeheerder. Vlaanderen en Wallonië hebben verschillende visies rond verkeer. De geografische situatie verschilt sterk. Wij sluiten meer aan bij het Nederlandse en het Scandinavische model. Ik hoop dat we bij de volgende discussie over nieuwe bevoegdheden de kans krijgen om een eigen verkeersreglementering op te stellen. Ik hoop ook dat het verkeersboetefonds wordt overgeheveld. Eigenaardig genoeg is dat fonds, de federale wegpolitie en de betreffende wetgeving een federale zaak. Het wordt totaal anders toegepast, ook door federale ambtenaren. Volgens mij moet ook de verkeerspolitie worden gesplitst en alles wat politionele zaken betreft, en zelfs de justitiële aspecten, zodat we de volledige 'verkeersveiligheidsketen' kunnen uitbouwen, en nog beter kunnen scoren, zeker op Europees vlak.
De heer Peumans heeft het woord.
Ik sluit me natuurlijk volledig aan bij de redenering van de heer Sauwens en van de minister. We zouden 'in afwachting van' misschien aan het BIVV kunnen vragen om wat meer regionale cijfers te leveren. In Via Secura vind ik alleen nationale cijfers, terwijl het materiaal wel bestaat.
U hebt vorig jaar een mooie zaak gerealiseerd met het Verkeersveiligheidfonds. De gewesten zijn daar nauw bij betrokken. We zouden een gedeelte van het geld kunnen aanwenden om een eigen instelling te starten voor verkeersongevallenanalyse en alles wat daarmee te maken heeft. Ik veronderstel dat dat binnenkort weer op het Overlegcomité komt. De 97 miljoen euro extra gaan wellicht naar het Verkeersveiligheidsfonds. Een gedeelte daarvan zou door Vlaanderen op eigen autonome wijze kunnen worden aangewend.
Ik ben het met u eens dat we zelf meer moeten investeren in die cijfers. Op zich hebben we daar geen regionalisering voor nodig. Regionalisering zou helpen omdat we anders zaken dubbel doen, maar we kunnen ook zelf investeren.
Ik ga ervan uit dat we de verkeersveiligheid kunnen regionaliseren. Als dat niet lukt, is een terugvalpositie op het Overlegcomité een betere herverdeling van het Verkeersboetefonds. Ik neem aan dat dat allemaal op de agenda komt van vergaderingen waar u meer te zeggen zult hebben dan wij.
Ik heb begrepen dat uw partij wil meewerken aan de regionalisering van het gehele verkeersveiligheidsbeleid.
Daarvoor hebt u mijn steun. (Rumoer)
Het incident is gesloten.
- De vergadering wordt geschorst om 15.27 uur.
- De vergadering wordt hervat om 16 uur.