Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot spoedbehandeling
Dames en heren, deze middag heeft de heer Filip Dewinter bij motie van orde de spoedbehandeling gevraagd van het voorstel van resolutie van de heren Penris en Dewinter betreffende de toekomst van het wegenvignet in Vlaanderen.
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, gisteren hebben we in de commissie voor Openbare Werken een uitgebreid debat over de toekomst van het wegenvignet gevoerd. Dat was enigszins verrassend, want op de agenda stond enkel een interessante vraag van mevrouw De Ridder over de Europese adviezen over de invoering van het wegenvignet geagendeerd. Tot onze aangename verrassing hebben we mogen vaststellen dat naast de talrijke camera's ook de minister-president in de commissie aanwezig was. Dat gaf aanleiding tot een iets uitvoeriger debat dan kon worden verwacht.
Dit debat mag niet vrijblijvend zijn, al was het maar omdat het debat volgens ons heeft aangetoond dat er over het wegenvignet in de regering en de meerderheid geen duidelijkheid meer bestaat. Anders gesteld: we zijn in een soort van politieke minicrisis verzeild geraakt die misschien de goede werking van de Vlaamse Regering hypothekeert. En dat laatste willen we uiteraard te allen prijze vermijden.
Voor diegenen die zich de inhoud van het regeerakkoord niet meer herinneren: het regeerakkoord bepaalt dat de verkeersbelasting moet worden vervangen dankzij de invoering van een wegenvignet, zodat iedereen, ook buitenlanders, betalen voor het gebruik van onze wegeninfrastructuur.
Aansluitend bij die bepaling in het regeerakkoord heeft dit parlement een aantal moties die van deze gedachte uitgaan, vrijwel unaniem aangenomen. Er zijn ook studies uitgevoerd die dit idee hebben onderzocht. En nog maar in december van 2006 is terzake een principeovereenkomst tussen de gewestregeringen afgesloten. In die overeenkomst staat dat een wegenvignet mag worden ingevoerd, en dat dit voor 1 januari 2008 moet gebeuren.
Begin 2007 hebben we, naar aanleiding van debatten in de commissie voor Openbare Werken en in deze plenaire vergadering, mogen vernemen dat wegens technische redenen de datum van 1 januari 2008 misschien te hoog is gegrepen, maar dat alleszins 1 januari 2009 voor de invoering van een wegenvignet, in welke vorm ook, best realistisch en haalbaar is.
Groot was onze verbazing toen we begin deze week moesten vernemen, naar aanleiding van een ambtsbezoek van de minister-president aan zijn Nederlandse collega, dat hij afzag van het principe van het wegenvignet zoals ingeschreven in het regeerakkoord en zoals bij herhaling ondersteund en mee verdedigd door collega's van zijn meerderheid.
Het debat van gisteren heeft aangetoond dat de minister-president mogelijk soloslim heeft gespeeld. Dus denk ik dat er minstens een zweem van onduidelijkheid in dit dossier is ontstaan. Twee regeringspartijen geven zeer duidelijk of minstens verholen toe dat ze de demarche van de minister-president in Nederland ten aanzien van dit onderdeel van het regeerakkoord, niet of zeer slecht zien zitten, en heel wat vragen hebben.
Om deze vragen te beantwoorden, hebben wij, zeer kort, een voorstel van resolutie ingediend dat ten aanzien van dit onderdeel van het regeerakkoord opnieuw duidelijkheid kan scheppen, met name dat we zouden moeten vasthouden aan het principe van het wegenvignet met compensatie voor de eigen ingezetenen, voor de eigen belastingbetalers, en dat we deze piste voor een keer onderwerpen aan de formele toets van de Europese instanties. Want het enige argument dat de minister-president gisteren aan dit parlement kon overmaken, was dat de piste van het wegenvignet de toets van Europa mogelijk niet zou kunnen doorstaan. En op wat baseerde hij zich? Op een verslag dat hij had ontvangen naar aanleiding van een informeel gesprek met twee ambtenaren van de Europese Gemeenschap enerzijds en de gewestregeringen anderzijds. Volgens mij is dat onvoldoende. Ik denk dat we klaarheid moeten vragen en de resolutie vandaag al mogen voorleggen.
De heer Decaluwe heeft het woord.
Na het debat van gisteren denk ik dat de vraag die het Vlaams Belang hier voorstelt, zonder voorwerp is omdat we gisteren met de commissie duidelijke afspraken hebben gemaakt op basis van een voorstel van resolutie van de heer Glorieux om hoorzittingen te vragen en zo het dossier ten gronde te bekijken.
Ik neem aan dat u het verwijst naar de commissie?
Is het Parlement het daarmee eens? (Instemming)
Dan is aldus beslist.