Verslag plenaire vergadering
Verslag
Hoofdelijke stemming
Dames en heren, aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie.
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, in 1999 werd, op initiatief van toenmalig Vlaams minister-president Van den Brande, een richtlijn uitgevaardigd die aan het IWT, het Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie, oplegde geen projecten van wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling te steunen als die een affiniteit met de militaire sector hebben. Wij zijn ervan overtuigd dat al wie de ambitie heeft om een vredeseconomie in Vlaanderen uit te bouwen, niet anders kan dan het initiatief van toenmalig minister-president Van den Brande toe te juichen. Maar we stelden tot onze verbijstering vast dat huidig minister van Economie Moerman recent te kennen gaf dat die regel volgens haar dringend zou moeten worden versoepeld.
Ik ben ervan overtuigd dat defensiemarkten traditiegetrouw hun voortrekkersrol op het vlak van technologische innovatie vooral vervullen dankzij participatie, risicodeling of financiering door de overheid. Het is inderdaad de overheid die hier voor een deel sturing geeft. Dan komt het erop aan om te kiezen: willen wij in Vlaanderen een vredeseconomie uitbouwen of willen wij een economie uitbouwen die ook de ontwikkeling van een defensiegerelateerde industrie van wapens mogelijk maakt.
Ik ben er volledig van overtuigd dat de uitbouw van een vredeseconomie, waarbij innovatie en technologische ontwikkeling rechtstreeks en prioritair gefocust worden op de ontwikkeling van goederen en technologieën die rechtstreeks bijdragen aan de duurzame ontwikkeling van de civiele samenleving, een grotere economische, sociale en ecologische meerwaarde voor Vlaanderen opleveren dan de uitbouw van een militair-industrieel-wetenschappelijk complex.
Ook het Vlaams Vredesinstituut van ons Vlaams Parlement is die mening toegedaan. Collega's, daarom vragen wij in onze motie aan de regering dat zij het advies van het Vlaams Vredesinstituut van 26 februari 2007 over overheidssteun aan militaire projecten in Vlaanderen zou uitvoeren, zodat er geen publieke middelen zouden worden aangewend om initiatieven met defensiegerelateerde finaliteit te ondersteunen, noch financieel, noch door inzet van dienstverlening, personeel of infrastructuur.
In tweede instantie vragen we aan de Vlaamse Regering om systematisch een clausule die de geest van de IWT-richtlijn van 1999 uitbreidt naar alle vormen van overheidssteun, op te nemen in alle relevante decreten, uitvoeringsbesluiten, samenwerkings- en beheersovereenkomsten en opdrachten van de Vlaamse overheid. Vandaar dat we alle fracties die de uitbouw van een Vlaamse vredeseconomie belangrijk vinden, vragen om onze met redenen omklede motie te steunen.
De heer Roegiers heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, minister Moerman heeft in de commissie gezegd dat ze in Knack inderdaad geopperd heeft dat er argumenten bestaan voor een versoepeling van de IWT-richtlijn. Daarmee gaf ze te kennen dat ze de bewuste richtlijn eigenlijk wil versoepelen. Daar zullen wellicht economische argumenten voor te vinden zijn. Wij vinden het bepaald verontrustend dat onderzoeksprojecten die een mogelijke militaire toepassing hebben, zouden worden gebanaliseerd tot louter economische dossiers. Dat kan wat ons betreft niet met overheidsmiddelen en niet met belastingsgeld.
De minister heeft in de commissie verder gezegd dat haar opmerking in verband met de IWT-richtlijn moet worden gelezen als iets dat nog niet binnen de regering is besproken. Namens sp.a-spirit wil ik duidelijk stellen dat ze verder geen plannen moet maken om met een versoepeling naar de regering te trekken. Om dat signaal kracht bij te zetten, zullen de heer De Loor en ikzelf als commissarissen in de subcommissie voor Wapenhandel ons onthouden.
De heer Van den Brande heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik heb destijds inderdaad een dergelijke IWT-richtlijn weloverwogen uitgebracht. Ik blijf daar volledig achterstaan. Het was een signaal om aan te geven dat er op vlak van onderzoek en ontwikkeling de nodige ondersteuning moet zijn. Ik pleit er al jaren voor om ten volle voor de 3 percent te gaan, overheid en privé samen. Er moet ook een code worden aanvaard waarbij strikt en uitsluitend militaire doelstellingen niet door een overheid kunnen worden gesubsidieerd. Ik blijf die mening trouw.
De met redenen omklede motie van de heer Glorieux gaat echter veel verder. In het eerste onderdeel wordt de mogelijkheid geopperd naar elke vorm van 'double use'. In het tweede onderdeel geeft hij aan dat een dergelijke regel voor alle soorten instellingen zou moeten gelden. Consequent met mezelf blijf ik bij de richtlijn van 1999, maar even consequent kan ik de met redenen omklede motie niet goedkeuren omdat ze op de twee onderdelen veel verder gaat.
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, onze fractie is het met minister Moerman eens als ze stelt dat er valabele argumenten bestaan voor een versoepeling van de zogenaamde richtlijn-Van den Brande. Het Vlaams Belang wenst niet de afschaffing van deze richtlijn. De zeer strenge en zeer strikt genomen IWT-richtlijn die in 1999 door de Vlaamse Regering werd uitgevaardigd, leidt er echter toe dat bijna alle vormen van steun worden uitgesloten waardoor Vlaamse technologiebedrijven veel contracten en dus potentiële werkgelegenheid dreigen mis te lopen. De tewerkstelling in de betrokken industrieën hangt af van de mogelijkheden tot volgehouden innovatie en groei. Daarom vragen we dat de Vlaamse Regering de nodige verfijning zou aanbrengen aan de IWT-richtlijn zodat de economische ontwikkeling, het onderzoek, de innovatie en de tewerkstelling in deze sector kunnen worden gegarandeerd. Misschien kan Open Vld haar minister nu wel steunen, want tijdens de interpellatie van de heer Glorieux in de subcommissie voor Wapenhandel over de uitspraken van minister Moerman zwegen de leden van Open Vld als vermoord.
De heer Loones heeft het woord.
Ik heb nog overlegd met oud-minister-president Van den Brande over hoe we zijn richtlijn zouden kunnen kwalificeren. Laten we het erover eens zijn dat hij zeer goede zaken heeft gedaan, maar ook gewoon goede, en die richtlijn behoort niet tot de reeks van zeer goede. Sommigen van ons voelen sympathie voor de motie van de heer Glorieux. De N-VA zal ze evenwel niet goedkeuren. Ik zal me alleszins onthouden. Ik kan me terugvinden in de argumenten die de heer Roegiers namens spirit heeft verwoord.
Ik denk dat we een voorbeeldfunctie inzake wapenhandel moeten vervullen. Het pacifistische Vlaanderen is daaraan erg gevoelig. We hebben het Vredesinstituut opgericht, en die instelling houdt ons zeer goed op de hoogte als er iets dreigt mis te lopen. Dit is alleszins een dossier waarin we bijzonder behoedzaam zullen moeten optreden.
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Het spreekt voor onze fractie voor zich dat minister Moerman een belangrijk debat heeft geopend. Zowel tewerkstelling als innovatie en ook allerlei mogelijkheden zullen met mekaar moeten worden verzoend worden. We vinden het iets te gemakkelijk om dat in een met redenen omklede motie af te handelen. We zullen beide moties dan ook verwerpen.
De stemming begint.
Stemming nr. 2
Ziehier het resultaat:
113 leden hebben aan de stemming deelgenomen; 5 leden hebben ja geantwoord; 97 leden hebben neen geantwoord; 11 leden hebben zich onthouden.
Dientengevolge neemt het Vlaams Parlement de motie niet aan.