Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Vandenbroucke.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, u zult het mij ongetwijfeld niet kwalijk nemen als ik minister Anciaux typeer als een olympisch kampioen in het nemen van initiatieven die vooraf niet werden overlegd met zijn collega's. Zo ook het initiatief waarover ik hier deze vraag wil stellen: het koppelen van conditietesten voor leerlingen van het lager onderwijs aan het specifieke screenen en opsporen van sporttalent. Er werd in brede kringen al onmiddellijk negatief op gereageerd, niet het minst omwille van de financiële haalbaarheid. Men vindt in het brede veld ook dat er meer aandacht moet zijn voor een goede omkadering van sport in het onderwijs, en dat er een ruimer sportaanbod zou moeten zijn, in plaats van specifiek al op die leeftijd te zoeken naar jong talent.
Ik geef u als voorbeeld judoka Heidi Rakels, die op haar zeventiende, dat is dus op latere leeftijd, ervoor koos om van het turnen over te stappen naar judo. Uiteindelijk behaalde zij nog een bronzen medaille op de Olympische Spelen. Dat bewijst dat er, als er voor een goede omkadering en een breed sportaanbod wordt gezorgd, goede resultaten kunnen worden geboekt.
Ik geef uit de krant enkele citaten van mensen uit het veld. Dokter Sam Vermeire van het Sportmedisch Adviesbureau Corpore Sano stelt: "Gezondheidsscreening op school is natuurlijk een prachtig initiatief, maar daar meteen een talentenjacht aan koppelen, gaat te ver. Daar is de schoolomgeving simpelweg niet geschikt voor." Stefaan Obreno, toptrainer van de Vlaamse Zwemfederatie, zegt: "De zwemfederatie wil het liefst grote, lenige jongeren, maar dat willen de basket- en volleybalfederaties natuurlijk ook. Hoe neem je dan de beslissing om een kind door te verwijzen naar het zwemmen en niet naar het basketbal? Laten we al blij zijn dat een kind aan sport wil doen in plaats van achter zijn computer te zitten."
Zo zijn er tal van reacties, niet alleen uit sportkringen maar ook van ouderverenigingen en ouders die verontrust reageren omdat zij dit voorstel van minister Anciaux ervaren als een Oostblokvoorstel. Zo komt het over in de perceptie: laten we zo vlug mogelijk mensen screenen en tot een bepaalde keuze dwingen. En dan zijn er ook de ouders die in hun kind, dat gedetecteerd was als een topsporttalent in bijvoorbeeld het tennis, onmiddellijk een nieuwe Justine Henin of Kim Clijsters zien en er onnoemelijk veel druk kunnen op uitoefenen. Daarom moeten we dit initiatief met zeer veel voorbehoud beoordelen.
Ik vind het jammer dat de minister van Sport hier niet aanwezig is, maar u, mijnheer Vandenbroucke, kunt als minister van Onderwijs ook een goed antwoord geven. Het ideetje van uw collega Anciaux is blijkbaar, zoals steeds, gelanceerd zonder overleg met u of met uw kabinet. Ik kan in diezelfde krant lezen dat men daar toch afwacht tot dit voorstel tot bij hen komt om er een uitspraak over te doen. Dat doet de vraag rijzen of er dan geen enkel overleg is.
Wat is de reactie van de minister op de kritieken van de sportkringen en de ouders, waarvan ik er maar enkele heb geciteerd? En wat het overleg tussen de kabinetten betreft, neem ik aan dat men over dit thema normaal gezien toch wel enig overleg mag verwachten tussen de minister van Sport en de minister van Onderwijs.
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, minister Anciaux heeft een project uitgewerkt met, in volgorde van belangrijkheid, de volgende doelstellingen: de kinderen tussen 6 en 12 jaar aanzetten tot meer lichaamsbeweging en sport, de fitheid van de kinderen tussen 6 en 12 jaar meten en ten slotte talenten tijdig ontdekken en zo voldoende individuele maar ook statistische informatie verzamelen over talenten. De keuzevrijheid van het kind en de ouders staat steeds centraal. Het kind moet met andere woorden zelf kunnen kiezen, mag niet door de agressieve talentdetectie van een federatie worden beïnvloed en mag niet worden gedwongen om 'te vroeg' voor één sport te kiezen.
Het is immers geenszins de bedoeling om de Oost-Duitse toer van weleer op te gaan en enkel te focussen op topsport, maar wel om jongeren een bewustere keuze voor sport te laten maken. Dit project sluit dan ook perfect aan bij de ethische code voor jeugdsport die minister Anciaux in samenwerking met Panathlon en de Vlaamse Sportfederatie heeft ingevoerd. Met de realisatie van deze doelstellingen geeft minister Anciaux een concrete invulling aan de beleidsnota en de ethische code voor jeugdsport.
Dit project voorziet in verschillende fasen. Ten eerste: de brede groep van 6- tot 12-jarigen zal worden gescreend door de leraar LO, de Stichting Vlaamse Schoolsport of de Vlaamse Gemeenschap zelf. Dat zal gebeuren op evenementen georganiseerd buiten de school. De beslissing wie zal screenen, zal worden gemaakt na overleg met de diverse betrokken actoren. Ten tweede: talenten zullen uiteraard niet verder binnen de school worden gescreend. Dat zal aan de hand van een goed doordacht stappenplan en steeds door specialisten gebeuren. Het is de bedoeling om sportende kinderen hun talenten en interesses zelf te laten ontdekken en om hen zo te helpen zelf zo evenwichtig mogelijke keuzes te maken. Wanneer de kinderen na de eerste fase voor een bepaalde sport kiezen, is het de bedoeling om, in overleg met de betrokken federatie, een sportspecifieke screening uit te voeren zodat de selectiecommissie van de topsportscholen over voldoende informatie beschikt om de instroom naar de topsportscholen zo goed mogelijk te laten verlopen.
Het gehele project moet nog worden afgestemd met de minister en het departement van Onderwijs om de mogelijkheden van een fitheidsscreening via de scholen na te gaan. Het spreekt voor zich dat een dergelijk project wetenschappelijk verantwoord moet worden uitgevoerd. Daarom werd een samenwerking met de Universiteit Gent opgezet. Dit is een logisch gevolg van de beslissingen over het Steunpunt Sport waarvoor de UGent al een onderzoeksproject over talentdetectie had ingediend.
De projectnaam is 'Fitheid en Talent'. Minister Anciaux wil het accent vooral op het eerste deel leggen; op 'fitheid'. Hij zou het ten zeerste betreuren als men uitsluitend zou focussen op het deel 'talent'.
U zegt het heel mooi: het kind moet de keuzevrijheid hebben. Ik kan me echter voorstellen dat 'de ontdekking' van een topsporttalent tot reacties met negatieve gevolgen kan leiden. Ik wil er ook op wijzen dat dit voorstel van minister Anciaux een storm van kritiek heeft veroorzaakt. Dat wijst erop dat er niet of heel weinig is overlegd tussen de minister en sportmilieus. Ik betreur dat, en ik betreur nog meer dat er niet of zeer summier is gecommuniceerd tussen het kabinet van minister Anciaux en uw kabinet. Deze Vlaamse Regering looft zichzelf als een regering van het goede bestuur. Dit incident wijst er evenwel op dat er hier allesbehalve goed wordt bestuurd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik kan me niet herinneren dat ik u hier al ooit lof heb horen zwaaien over het goede bestuur van de Vlaamse Regering. Maar dat zeg ik geheel terzijde.
Het incident is gesloten.