Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend.
De heer Van Nieuwenhuysen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, leden van de regering, wij hebben vorige maand, op 19 december, een amendement op de begroting ingediend, waarin wij de schrapping voorstelden van 178.000 euro voor het Instituut voor Schone Technologie, KINT, dat het milieubeleid van de drie gewesten moet ondersteunen en coördineren. Wij verwezen naar het feit dat het om een instelling gaat waarmee men destijds, in de jaren negentig, trachtte te remediëren aan de acute geldhonger van de prins, maar dat die ingevolge de dotatie die Laurent sindsdien ontvangt, geen nut meer heeft, zodat de toelage aan de vzw kon worden geschrapt.
Daarnaast kan men zich de vraag stellen of er een afzonderlijke instelling nodig is om inzake de milieuproblematiek te sensibiliseren en te informeren, om als ondersteuning en platform voor de gewesten te fungeren voor allerlei activiteiten, om concrete onderzoeksprojecten op het getouw te zetten waarvan de meerwaarde overigens vragen oproept, zo hebben we de jongste week menen te mogen verstaan.
Al die argumenten die we hebben aangehaald, hebben niet belet dat ons amendement vorige maand zonder veel discussie werd weggestemd. Alleen de heer Van Rompuy maakte er zich druk over en de heer Demesmaeker liet zich opmerken door zijn overtuiging te volgen en het amendement mee goed te keuren.
Die onverschilligheid is ondertussen verdwenen, toen de afgelopen weken bleek dat een groot deel van de publieke opinie in Vlaanderen ook vragen begon te stellen bij de gang van zaken. Minister Peeters kreeg de opdracht van de Vlaamse Regering - blijkbaar was er toen nog eenstemmigheid - om een onderzoek in te stellen naar de werking van de vzw.
Concreet moet de administratie nagaan of KINT effectief en efficiënt omspringt met de middelen die Vlaanderen jaarlijks toekent. De directeur van de vzw wees er in een reactie onmiddellijk op dat de beheersovereenkomst met zijn instelling sowieso het onderwerp uitmaakt van een permanente evaluatie.
En eigenlijk bevestigt minister Peeters dat in zijn antwoord op mijn vraag van 25 februari 2005. Daarin kondigde hij aan dat het KINT eerstdaags en voor de eerste maal aan het Vlaamse Gewest een evaluatierapport zou voorleggen over de goedgekeurde programmatie van 2004. Dat rapport zou op zijn beurt worden geëvalueerd door het ministerie. De resultaten daarvan zouden door de minister of door zijn vertegenwoordiger worden besproken tijdens een werkvergadering met de afgevaardigd bestuurder en de directeur van het KINT. Wij vragen ons af of die oefening destijds ook effectief is doorgegaan, of die ook vorig jaar heeft plaatsgevonden en welke daar eventueel de conclusies van waren.
Natuurlijk zijn er in het licht van het fraudedossier dat momenteel loopt, niet alleen vragen over een doelmatige aanwending van de middelen maar ook over eventuele onfrisse praktijken bij het KINT. Vandaar dat mijn fractie in een persmededeling op 4 januari pleitte voor een extern onderzoek, met name door het Rekenhof. Minister Peeters is daar zeer snel op ingegaan. Ik heb echter niet de indruk dat dit in overleg met de Vlaamse Regering is gebeurd. Minister-president Leterme verklaarde immers in De Zevende Dag dat de subsidies op een uiterst transparante manier worden verstrekt, wat niet echt aangeeft dat hij zo'n onderzoek nodig vindt.
Onze fractie zal ook een beroep doen op de diensten van het Rekenhof, onder meer omdat minister Peeters in antwoord op een andere vraag van 14 januari 2005 uitdrukkelijk stelde dat is aangegeven dat de subsidie voor het KINT niet kan worden aangewend voor - en ik citeer - "tegemoetkomingen in de persoonlijke uitgaven verbonden aan de representatieopdrachten van prins Laurent". Nochtans verklaarde minister-president Leterme onlangs in TerZake dat er wel degelijk sprake is van persoonlijke onkostennota's van de prins, met name restaurantkosten en verplaatsingsvergoedingen ten belope van 17.000 euro. De vraag is nu: kan dat of kan dat niet? Van die 17.000 euro zou zowat 10.000 euro naar benzineverbruik zijn gegaan. Als ik het verbruik bereken van de wagen waarmee de prins gisteren naar Hasselt is gegaan, gemiddeld 5,3 liter per 100 kilometer aan een gemiddelde kostprijs van 1,4 euro per liter, betekent dit dat de prins voor het KINT zomaar eventjes 135.000 kilometer heeft afgebold. Dat is niet slecht voor de voorzitter van een vzw die zich inzet voor het duurzaam beleid. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het spektakel dat we te zien hebben gekregen na de aankondiging dat het Rekenhof zou worden ingeschakeld, heeft ongetwijfeld te maken met de komende federale verkiezingen. Er was discussie over wat het minst doorzichtig was: het onderhoudsgeld via het KINT of de dotatie aan de leden van het koningshuis. Er was discussie over de vraag of het KINT is verwekt door toenmalig premier Dehaene en Fons Verplaetse, zoals de VLD beweert, of door toenmalig sp.a-minister De Batselier, zoals de minister-president beweert. Er is ook een discussie tussen minister-president Leterme en minister Van Mechelen, die vandaag zou moeten worden beslecht. Minister-president Leterme beweert dat zijn voorganger Bart Somers het contract tussen de vzw en de Vlaamse overheid stilzwijgend met 10 jaar zou hebben verlengd en geblokkeerd tot 2014. Hij baseert zich daarvoor op de oorspronkelijke oprichtingsovereenkomst van 1994. Volgens minister Van Mechelen, die zich beroept op de beheersovereenkomst van eind 2003, is dat contract jaarlijks opzegbaar. Ook minister Peeters had dat al bevestigd, tenminste wanneer hij correct werd geciteerd door Luc Van der Kelen: "Als blijkt dat de stichting niet naar behoren functioneert, kunnen de subsidies meteen worden geschrapt."
Tot slot was er nog het verwijt van de VLD aan het adres van de minister-president dat hij de vzw een advies heeft gevraagd over de inhoud van zijn beleidsnota Duurzame Ontwikkeling. Daarop repliceerde de minister-president dat dit aansluit bij de bestaande dotatie.
Het doet allemaal wat denken aan het liedje van Nonkel Bob: 'Vrolijke, vrolijke vrienden'.
Heel die polemiek heeft twee dingen duidelijk gemaakt. Blijkbaar vreest men dat er iets fout is gegaan met het financieel beheer van het KINT. De meerderheidspartijen proberen elkaar nu de hete aardappel door te schuiven. De VLD draagt paars van hiernaast veel meer in zijn hart dan de tripartite in de Vlaamse Regering. In Vlaanderen gaat het in feite om een gedwongen huwelijk. Bovendien heeft mijn fractievoorzitter het afgelopen jaar ook een aantal vragen gesteld aan minister-president Leterme. De minister-president heeft de jongste weken het bewijs geleverd dat men niet tegelijk op een serene wijze een Vlaamse Regering kan leiden én kandidaat-premier zijn bij de federale verkiezingen.
Wij blijven er alleszins bij dat de Vlaamse overheid niet hoeft op te draaien voor instellingen waarvan de enige doelstelling erin bestaat dat ze leden van de koninklijke familie die liever geen echte job zoeken, een inkomen en/of een schijn van nuttigheid moeten verschaffen. Wij dringen niet alleen aan op een grondig onderzoek van de besteding van die middelen. Wij dringen er ook op aan om op te houden met dure en nutteloze instellingen in stand te houden.
Stop die jaarlijkse toelage aan het KINT, maar ook aan het Agentschap voor de Buitenlandse Handel. We kunnen dat evengoed zelf doen. Daar hoeft niets nieuws voor in de plaats te komen. De grote meerderheid van de bevolking in Vlaanderen heeft dat nu wel begrepen. Ik denk zelfs dat dit voor u allemaal het geval is. Wees dus consequent en trek u terug uit die overbodige koninklijke instellingen. Vlaanderen heeft die niet nodig. Net zo min als Vlaanderen - wat ons betreft - een monarchie nodig heeft. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Caluwé heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, leden van de regering, waarde collega's, we debatteren hier vandaag over de subsidiëring van het Koninklijk Instituut voor het Duurzame Beheer van de Natuurlijke Rijkdommen en de Bevordering van Schone Technologie, afgekort KINT. Ik begrijp dat hierover in de huidige omstandigheden een debat wordt gevraagd. De kranten staan er nu eenmaal vol van. Het is bijna het enige aandachtspunt in de media.
Toch betreur ik dat we het eerste debat van het nieuwe jaar aan dit thema moeten wijden. Alsof er geen andere thema's zijn met een veel grotere maatschappelijke relevantie.
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Ik zou aan de fractievoorzitter van CD&V willen zeggen dat dit wel het eerste thema was dat minister-president Leterme heeft aangesneden op De zevende dag. Het is niet het parlement dat dit onderwerp heeft gekozen, maar wel de minister-president, die dit zo belangrijk vond. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik herhaal dat we dit debat voeren omdat de kranten er vol van staan. Het gaat om de financiële perikelen van de prins. Op hetzelfde moment heeft de heer Dehaene een enquête gehouden, waarvan de resultaten de voorbije dagen werden bekendgemaakt. Daaruit blijkt dat het aantal mensen in ons land dat een beroep doet op schuldbemiddeling met 69 percent is gestegen. Daarover houden we geen debat. (Opmerkingen van mevrouw Mieke Vogels)
Bovendien komt dit debat te vroeg. (Opmerkingen van de heer Filip Dewinter)
Ik herhaal dat de omstandigheden er ons toe dwingen om dit debat te houden. Ik ontken dat niet. We moeten echter ook durven zeggen dat dit debat te vroeg komt. Vorige maandag heeft het parlement zelf een vraag gesteld aan het Rekenhof. We hebben toen ook de vraag van minister Peeters en van de Vlaamse Regering ondersteund om een onderzoek te doen naar de verschillende activiteiten van het KINT.
De Vlaamse Regering heeft ook zelf een evaluatie gevraagd van haar eigen administratie Leefmilieu. Die twee rapporten zullen er, zo neem ik aan, zijn op het einde van deze maand. We kunnen toch moeilijk over het al dan niet voortzetten van de financiering van het KINT een echt debat ten gronde voeren zonder dat we beschikken over de inhoud van die rapporten. Dat zou getuigen van een grote onzorgvuldigheid.
Maar goed, ik begrijp het: er loopt een proces waaruit blijkt dat de Marine ook activiteiten van binnenhuisinrichting ontwikkelt. Meer bepaald dan nog ten huize van de prins, die als voorzitter fungeert van een instelling die door het Vlaamse Gewest mee wordt gefinancierd en waar hij van 1994 tot 2001 zelfs een inkomen uit haalde. Die financiering werd door niemand minder dan de federale eerste minister als 'schimmig' omschreven. Een federaal parlementslid uit zijn fractie vond het zelfs nodig om omwille van die financiering een onderzoekscommissie op te richten.
Ik wil de polemiek daarover niet nog vergroten. Ik wil er wel even op wijzen dat tegenover de dotatie, die er in 2001 is gekomen en waarover de huidige kamerfractieleider van de VLD, de heer Borginon, toen nog in een andere functie, zei dat zij een 'Win for Life' was, geen enkele verplichting staat. Ik weet niet of de prins daar in die periode nuttig werk verrichtte. Ik ben niet in staat om dat te beoordelen. Dat kan misschien ten dele uit die rapporten blijken. Was het het geld waard? Was het geld nuttig besteed? Ik weet dat niet. Ik weet wel dat de vorige Vlaamse Regering bij monde van de heer Dewael en mevrouw Dua op 6 april 2000 heeft beslist om de financiering van het KINT nog te vergroten, met als argumentatie: "overwegende dat (…) ontegensprekelijk de kwaliteit van de werkzaamheden van het Instituut bewezen is; evenals zijn inbreng in de promotie van het milieubeleid van de Gewesten".
Blijkbaar vond men dat op dat ogenblik toch niet zo schimmig.
Mevrouw de voorzitter, ik hoor mijnheer Caluwé dat graag zeggen. Maar heeft hij op basis van het evaluatierapport dat zijn minister Peeters jaarlijks krijgt van de vzw KINT harde bewijzen dat die vzw geen goed werk doet? Dan moet hij het hier zeggen en dan is er, denk ik, geen enkel probleem om die overeenkomst op te zeggen.
Het was de vorige, paars-groene regering die een einde heeft gemaakt aan heel het schimmige gedoe rond de vzw KINT. Er is toen een duidelijke beheersovereenkomst afgesloten met een vzw, zoals met heel veel vzw's die door de Vlaamse Regering worden gesubsidieerd. In de beheersovereenkomst staat dat jaarlijks een evaluatierapport wordt overgemaakt aan de minister van Leefmilieu. Dat is ondertussen sinds drie jaar een partijgenoot van u, mijnheer Caluwé. Ik kan mij dus voorstellen dat u met uw partijgenoot hebt gepraat, dat u die evaluatierapporten hebt bekeken, en dat de CD&V-fractie, beter dan wij, een mening kan formuleren, bijvoorbeeld dat die vzw niet voldoet aan de beheersovereenkomst en dat we die subsidies beter zouden schrappen.
Over iets anders gaat het niet. Prins Laurent krijgt op dit moment geen dotatie meer van de vzw KINT dankzij de paars-groene regering, die een en ander heeft rechtgetrokken van wat superloodgieter Jean-Luc Dehaene indertijd had ineengeknutseld. Wees dus eerlijk en zeg ons of u vindt dat, op basis van de gegevens die u hebt, de evaluatierapporten die uw minister van Leefmilieu heeft, de beheersovereenkomst met vzw KINT moet worden opgezegd.
Ik kom zo dadelijk terug op die beheersovereenkomst, die ik een goede zaak vind. Maar wat is er gebeurd in 2003?
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw Vogels, misschien kan de gewezen minister van Leefmilieu, mevrouw Dua, ons dat zelf komen vertellen. Dat is niet eens moeilijk, want ze zit boven in het restaurant van het Vlaams Parlement.
Wat moet mevrouw Dua hier komen vertellen?
Zij was minister op het moment van de feiten. Ze kan misschien wat bijkomende uitleg komen geven.
Mevrouw Dua heeft samen met de vorige paars-groene regering de beheersovereenkomst met de vzw KINT herzien. In de aangepaste beheersovereenkomst staat dat de vzw KINT jaarlijks een evaluatierapport moet indienen bij de minister van Leefmilieu en dat jaarlijks kan worden nagegaan of de vzw beantwoordt aan de beheersovereenkomst. Bij mijn weten is op dit moment de minister van Leefmilieu niet mevrouw Dua, maar wel de heer Peeters. U moet dat dus aan hem vragen. Ik hoop dat dit duidelijk is.
Mevrouw Vogels, op het ogenblik dat KINT nog zorgde voor een inkomen voor de prins heeft mevrouw Dua als minister verklaard, neergeschreven en ondertekend dat het instituut nuttig werk verrichte, dat ontegensprekelijk de kwaliteit van de werkzaamheden van het instituut waren bewezen, evenals de inbreng in de promotie van het milieubeleid van de gewesten. Dat was in 2000.
Pas in 2003 is de beheersovereenkomst er gekomen. Die is goed, nuttig en zorgt ervoor dat het KINT op een betere manier kan worden gecontroleerd en geëvalueerd. Ik onderschrijf dat. Het kan mee een basis zijn voor het definitieve rapport dat we moeten krijgen van enerzijds de administratie en anderzijds het Rekenhof. We zullen dan kunnen antwoorden op de fundamentele vragen die zich stellen, meer bepaald of het KINT een nuttige bijdrage levert en ervoor zorgt dat het milieubewustzijn bij de burger toeneemt of dat het eigenlijk om slecht besteed geld gaat. Ik zal daar nu geen oordeel over vellen omdat ik het rapport wil afwachten. Ik stel voor om dat rapport binnen de maand in de commissie voor Leefmilieu te bespreken, samen met de minister. We moeten daar samen de evaluatie van maken. Op dat ogenblik zal zich de vraag stellen of we van deze overeenkomst afstand kunnen doen.
Er is enerzijds de basisovereenkomst die is afgesloten in 1994 door de drie gewesten samen. Daar is een aanvulling op gekomen in 2000 om ervoor te zorgen dat de financiering verhoogde. In 2003 is de beheersovereenkomst er dan gekomen voor vijf jaar, waarin de goede bepalingen zijn opgenomen die een betere controle op de aanwending van de middelen mogelijk maken. Als de beheersovereenkomst wegvalt, dan zeg ik als simpele jurist dat we terugvallen op de basisovereenkomst. Die basisovereenkomst kon men in april 2004 opzeggen, maar dat is niet gebeurd, zodat die doorloopt tot 2014.
De heer Sannen heeft het woord.
De beheersovereenkomst blijft automatisch bestaan. Die kan niet wegvallen. Ofwel wordt ze opgezegd en wordt er een andere gemaakt, ofwel blijft de huidige bestaan. (Opmerkingen)
Neen, de heer Caluwé zegt dat we dan terugvallen op de oorspronkelijke contracten. (Opmerkingen)
Neen, dan blijft de beheersovereenkomst bestaan.
Laten we daarover niet discussiëren. In de basisovereenkomst staat dat in beide gevallen de dotatie kan worden geëvalueerd. We zijn dus niet gebonden aan het bedrag. Dat kan elk jaar opnieuw worden geëvalueerd. De vraag rijst dan hoe men dat moet interpreteren: kan men van de ene dag op de andere - of het ene jaar op het andere - overstappen van een volledige financiering naar helemaal niets? Ik veronderstel dat in het rapport enig licht op dit vraagstuk zal worden geworpen, zodat we daarover een uitspraak kunnen doen.
Ik heb de grootste bedenkingen bij wat u zegt. U vraagt zich af in welke mate we de financiering kunnen beperken, en of we die tot nul kunnen herleiden. Waarom houden we in hemelsnaam begrotingsdebatten en stemmingen over begrotingen? Nauwelijks enkele weken geleden, voor het reces, hebben we voorgesteld om die subsidie af te schaffen. Hoewel er een beheersovereenkomst is, blijft de mogelijkheid bestaan om de subsidie te verminderen. Dat staat zo in de beheersovereenkomst. Het is dus mogelijk om de subsidie te verminderen, tot nul frank. De minister van Begroting zal het met mij op dat punt ongetwijfeld eens zijn. Een verhoging kan blijkbaar niet, maar een vermindering wel. Dat is perfect mogelijk, zowel juridisch als politiek. Als dat niet meer kan, dan moeten we geen begrotingen meer analyseren en goedkeuren.
De heer Vermeiren heeft het woord.
De spreker zegt dat hij maar een simpele jurist is; ik ben maar een simpele pragmaticus. Ik ga akkoord met zijn laatste argument. De voorgeschiedenis is er. Ondertussen is bevestigd dat de mogelijkheid van de jaarlijkse opzegbaarheid bestaat. Als mijn informatie juist is, dan oefent de minister-president bijna permanent een controle ter plekke uit, via eigen mensen die in de raad van bestuur zetelen.
Ik deel uw mening als u voorstelt om de zaak rustig te bekijken en dan de beslissingen te nemen die zich opdringen. Is het bijgevolg nog echt nodig dat we bijna als wilden mekaar verwijten maken? We zijn het toch over de grond van de zaak eens? Is het niet beter om de documenten rustig te bekijken? De afgelopen jaren heeft geen enkele beleidsverantwoordelijke een opmerking gemaakt. Op voorstel van de verantwoordelijken heeft de regering zich akkoord verklaard met de hoogte van de subsidies. Ik stel dus voor dat we alle documenten verzamelen en rustig de zaak bekijken, met kennis van zaken en in eer en geweten. Ik begrijp dus echt niet dat men hier probeert naar mekaar ut te halen. In goed Nederlands: 'ça me dépasse'.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Wel, 'ça me dépasse aussi' dat uw partijgenoot, mevrouw Turtelboom, een parlementaire onderzoekscommissie heeft gevraagd om dat allemaal uit te spitten.
We staan al zo dikwijs tegenover mekaar, mijnheer Van Rompuy. Ik probeer u zo goed mogelijk aan het handje te houden en u wegwijs te maken. (Gelach)
Laten we geen verwarring creëren door ons hier met het werk van de federale Kamer te bemoeien. Ik heb u hier jarenlang horen pleiten voor een degelijk werkend Vlaams Parlement. Laten we dat niet met het federale werk verwarren. We weten heel goed waar het allemaal over gaat. We weten evenwel niet of in die vzw bepaalde zaken zijn gebeurd die niet correct zijn. Dat weten we niet. En ik heb geen enkele minster, van welke partij ook, ooit horen beweren dat dit zo is. Ik heb nooit een opmerking daarover van het Rekenhof onder ogen gekregen.
Indien dat zo zou zijn, dan zullen we dat vaststellen. Stop echter met de zwartepiet aan elkaar door te spelen, want we zit allemaal in dezelfde boot en we hebben allemaal hetzelfde beslist, en heel waarschijnlijk terecht. (Applaus bij VLD-Vivant)
Mijnheer Vermeiren, ik ben geen man die de polemiek opzoekt, maar ik kan niet anders dan vaststellen hoe deze kwestie begonnen is en hoe het komt dat we dit debat hier voeren, namelijk omdat de federale eerste minister heeft gezegd dat die financiering schimmig was. Ik weet niet waarop hij zich daarvoor baseert, want de vorige minister-president heeft gezegd dat de kwaliteiten van de werkzaamheden van het instituut ontegensprekelijk bewezen zijn, evenals zijn inbreng in de promotie van het milieubeleid van de gewesten. Hij heeft dat gezegd in 2000. Daar zit dus het probleem, waardoor we dit debat op dit moment in de plenaire vergadering voeren.
Het debat moet ook worden voortgezet in de commissie, op basis van die twee rapporten. Op basis daarvan zullen we dan finaal besluiten of het zinvol is om de financiering al dan niet voort te zetten. Dit wordt dus vervolgd. Ik dank u. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mevrouw Ceysens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, leden van de regering, hopelijk zetten we met dit debat in ieder geval een punt achter enkele dagen van verwarring. Wie omver gewaaid zou zijn door de mediastorm van de voorbije dagen, wil ik eraan herinneren dat de inzet van dit debat bestaat uit de subsidie van het Vlaamse Gewest aan de vzw KINT. Ik wil het debat hierover op een rationele en factuele manier voeren. Ik zet enkele feiten op een rijtje.
In 1994 werd de vzw KINT onder de regering-Dehaene en de regering-Van den Brande opgericht voor een termijn van tien jaar. De overeenkomst voorzag in een financiële inbreng door de drie gewesten. Voor Vlaanderen bedroeg die 6 miljoen Belgische frank, geld dat eventueel kon dienen om Zijne Koninklijke Hoogheid prins Laurent te vergoeden voor zijn persoonlijke uitgaven, verbonden aan zijn representatieopdrachten, maar ook voor de sociale zetel van de vzw, met name Villa Clémentine.
In 2001 besliste de federale regering om prins Laurent toe te voegen aan de Civiele Lijst. Hij kreeg daardoor een eigen, transparante dotatie. Naar aanleiding van dat feit besliste de toenmalige Vlaamse Regering, onder leiding van minister-president Dewael, op 14 december 2001 om de subsidie van het Vlaamse Gewest aan de vzw te behouden. Daaraan werd wel heel duidelijk een voorwaarde gekoppeld, namelijk dat de subsidie enkel nog kon worden aangewend voor concrete, inhoudelijke projecten. Bovendien moest de werking van de vzw worden uitgeschreven in een beheersovereenkomst, die dan de invulling zou geven aan het Vlaamse deel van de overeenkomst van 1994.
De beheersovereenkomst werd goedgekeurd in 2003 en trad in werking op 1 januari 2004. Ze geldt voor een termijn van 5 jaar en is jaarlijks opzegbaar. De subsidie kan ieder jaar worden geëvalueerd met het oog op een eventuele aanpassing - lees: 'vermindering'.
Vorige maandag hebben we dan in het Bureau van dit parlement beslist om het Rekenhof te vragen een onderzoek te starten naar alle aspecten van de werking van het KINT. Ook wij willen transparantie en geen politieke spelletjes. Naast dit onderzoek rest er onze fractie nog een vraag, meer bepaald aan de minister van Leefmilieu. Hoe zit het met die jaarlijkse evaluatie die vanaf het begin van deze legislatuur is voorzien in artikel 12, paragraaf 1 van de beheersovereenkomst? Daarop hadden we graag een antwoord gekregen.
Tot zover de pure feiten over de vzw KINT. Wij zijn van mening dat, als er vanaf het eerste moment helder en correct over het dossier zou zijn gecommuniceerd, we dan vandaag wellicht over iets anders hadden kunnen debatteren. Het is jammer dat we door persoonlijke uithalen in dit dossier het nieuwe politieke jaar in Vlaanderen bekvechtend zijn gestart. Dit is volgens ons niet voor herhaling vatbaar.
Maar een nieuw jaar heeft als voordeel dat het toegestaan is om goede voornemens te maken, en laten we dat vandaag doen. Wij zijn alvast bereid om de uitschuiver van de minister-president met de mantel der liefde te bedekken. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang en CD&V. Applaus bij VLD-Vivant en sp.a-spirit)
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik heb me afgevraagd of we via een sterk staaltje van politiek opbod een Belgenmop beleefden. Of werd er misschien, weliswaar goed verdoken, een discussie gevoerd die ten gronde best wel interessant is? Ik wil vandaag dit debat aangrijpen om het tweede te doen.
Onze fractie heeft de indruk dat in dit debat een aantal elementen duidelijk moeten worden onderscheiden.
Mevrouw Gennez, als ik u even mag onderbreken, de minister-president was even afwezig en heeft misschien de uitspraken van de fractieleidster van de VLD niet kunnen horen en misschien niet ten volle naar waarde kunnen schatten. Haar slotzin was dat "de VLD in ieder geval bereid was om de uitschuiver van de minister-president met de mantel der liefde te bedekken". Mijnheer de minister-president, hebt u een uitschuiver gemaakt?
Minister-president Leterme heeft het woord.
Nee, mijnheer Dewinter, maar ik accepteer de mantel der liefde.
En vrede op aarde aan alle mensen van goede wil.
Maar ik denk dat we vandaag in dit debat toch wel de kans hebben om een aantal elementen duidelijk te onderscheiden. In de eerste plaats is er een rechtszaak in Hasselt, waar er volledig terecht zal worden onderzocht of een aantal mensen bij de marine en een aantal aannemers al dan niet fraude hebben gepleegd. We hebben alle vertrouwen in onze justitie dat dit op een gepaste manier zal gebeuren.
In de tweede plaats, en daar gaat misschien het debat ten gronde over, zijn er de laatste dagen discussies ontstaan over onze staatsvorm, de rol van het staatshoofd en de financiering. Elke staatsvorm heeft zijn prijs, dus ook onze parlementaire monarchie.
Voor sp.a-spirit is de meest relevante vraag die over de invulling van de koninklijke macht en de financiering van bepaalde leden van de koninklijke familie. De vraag is of, en zo ja wie van, de koninklijke familie recht heeft op een overheidsdotatie. Laat ons daarbij niet de fout maken, mijnheer Caluwé, om feiten uit het verleden te transponeren naar vandaag. Ik denk dat dat de voorbije weken al te veel gebeurd is. We zijn verheugd dat de geesten snel evolueren en dat er in dit dossier niet meer gedacht wordt als 20 of zelfs 10 jaar geleden. We willen het vandaag, in tegenstelling tot onze collega's, niet hebben over het verleden, maar we willen de discussie wel met een open en toekomstgerichte blik voeren.
U zult waarschijnlijk 2001 het verleden vinden, maar die dotatie is wel door paars goedgekeurd. Als uw partij die niet mee had goedgekeurd, zou u nu ook ons voorstel steunen: alleen de koning, de kroonprins en de koningsweduwe krijgen een dotatie.
Mijnheer Caluwé, in deze discussie komt net de visie van de verschillende partijen tot uiting. Ik heb in de vorige tussenkomsten te veel gehakketak gehoord, wat niet productief is voor een duidelijke en open discussie over de rol van onze monarchie en de financiering ervan.
Ik wil in het debat drie elementen duidelijk onderscheiden: de rechtszaak die onze bevoegdheid niet is, de rol van de monarchie en de financiering ervan, en de financiering en de werking van vzw KINT. Ik denk dat dit een heel heldere insteek is voor een discussie die we na het afsluiten van de rechtszaak in Hasselt zullen moeten voeren. Ik neem aan dat we daar heel erg gelijkgestemd in zijn.
Bij de meeste partijen evolueren de geesten in dit dossier en ik ben daar blij om. We denken gelukkig niet meer zoals tien jaar geleden.
De vraag naar de rol en financiering van onze monarchie moet op het federale niveau worden beslecht. Op dat vlak ben ik het met u eens, mijnheer Caluwé. We hopen dat daar over enkele maanden de nodige artikelen van de Grondwet in herziening worden gesteld.
Nochtans is het aantal grondwetsartikelen dat daarover handelt niet echt groot. Het is grotendeels gewoonterecht. De macht van de koning is de voorbije jaren, misschien naar aanleiding van crisissen en schoksgewijs, maar wel degelijk ingekrompen. De dotaties worden jaarlijks goedgekeurd in het kader van de begroting. Ik roep onze federale collega's op om zich daarover te beraden.
Collega's, een debat over onze staatsvorm is best interessant. Zolang ons land een monarchie is, heeft die haar prijs. Net zoals eender welke andere staatsvorm ook zijn prijs zou hebben. Dat de overheid mee instaat voor het beheer van het patrimonium vinden wij vanzelfsprekend. Het is in het belang van ons gemeenschappelijk erfgoed om net als de kerken ook de paleizen en andere eigendommen van de koninklijke schenking, optimaal te conserveren. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Morel, ik weet niet wat voor een cultuurbarbaar u bent, maar het koninklijk paleis te Laken vind ik wel een onderdeel van ons gemeenschappelijk erfgoed.
Daarnaast is de koning of - in de toekomst - koningin het staatshoofd en mag hij of zij voor die taak op een gepaste manier worden vergoed. De eerste troonopvolger is voor de duur die aan zijn troonsbestijging voorafgaat eigenlijk op permanente stage en dus ook in overheidsdienst. De dotaties aan de andere kandidaat-troonopvolgers moeten op hun opportuniteit worden beoordeeld. Maar ik neem aan dat ook de koninklijke familie wel beseft dat de moderniteit ondertussen haar intrede heeft gedaan en dat er niets mis is met werken voor je geld.
In de derde plaats - en slechts daarvoor zijn we in dit parlement bevoegd - hebben de drie gewesten in 1994 op vraag van de federale premier beslist om met de vzw KINT een basisovereenkomst af te sluiten, en dit voor een hernieuwbare periode van 10 jaar. Met ingang van 1 januari 2004 is die aangevuld met een beheersovereenkomst die de financiering van het KINT transparanter en mogelijk restrictiever maakt.
In die beheersovereenkomst is duidelijk opgenomen dat de Vlaamse subsidie aan het KINT naar projecten gaat. Die projecten moeten aan sluitende criteria voldoen. De vzw KINT heeft dus niets te maken met eventuele dotaties aan de prins. Het is de verdienste van de vorige ministers van Leefmilieu om met die aanvullende beheersovereenkomst de subsidies te objectiveren.
Op die manier heeft onze huidige minister Peeters een instrument in handen waarmee hij de jaarlijkse subsidie kan evalueren. Wij gaan ervan uit dat hij dat de vorige jaren op een ernstige manier heeft gedaan en vertrouwen erop dat hij dat ook in de toekomst zal doen. Bijkomende evaluatie zal daarover de nodige klaarheid scheppen.
Mevrouw Gennez, u zegt dat het KINT niet voor een inkomen voor de prins moet zorgen. Noemt u een onkostenvergoeding van 17.000 euro per jaar - zowat een half miljoen oude Belgische frank - geen bijkomend inkomen? Ik denk dat er heel wat mensen tevreden zouden zijn met zo'n inkomen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik neem aan dat de prins ook een aantal prestaties levert, zoals in de beheersovereenkomst gestipuleerd staat. Ik vind dat de doelstellingen van het KINT - maar uw fractie heeft daar natuurlijk geen aandacht voor - inzake schone technologie en het beheer van natuurlijke rijkdommen best nobel zijn. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
We hebben alle vertrouwen in minister Peeters, die de beheersovereenkomst jaarlijks evalueert. We willen volledige transparantie, vandaar dat onze fractie mee de vraag naar het Rekenhof heeft ondersteund, om verder klaarheid te scheppen.
Als ik u goed begrijp, mevrouw Gennez, vindt u dat het KINT een instelling is die onvervangbaar is en waarvan de taken niet door bestaande Vlaamse instellingen kunnen worden overgenomen.
Dat heb ik niet gezegd, mijnheer Van Nieuwenhuysen. Ik heb gezegd dat de doelstellingen zoals gedefinieerd in de initiële overeenkomst en aangevuld en geobjectiveerd in de beheersovereenkomst nobel zijn. Dat is geen oordeel over de finale opportuniteit van die instelling. Ik ben geen fetisjist van deze of gene instelling. Ik wil gewoon dat er aandacht is voor de doelstellingen die daar gedefinieerd zijn.
U zegt dat wie tegen het KINT is, gekant is tegen de nobele doelstellingen. Het is het een of het ander.
Er kunnen toch best nobele doelstellingen zijn die ten grondslag liggen aan een overeenkomst met een organisatie. Jaarlijks worden die geëvalueerd, op basis van objectieve criteria. Ik weet niet wat u daarvan vindt, maar in een normale wereld, in een normale samenleving en in een normale politieke context wordt op die manier gewerkt.
Ik heb al twee keer gezegd dat ik ervan uitga en er het volste vertrouwen in heb dat minister Peeters de objectieve evaluaties zal voortzetten. Onze fractie zal die met aandacht verder opvolgen en op basis daarvan de verdere werking en financiering van het KINT mee bepalen en beoordelen.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw Genez, hebt u het jaarverslag van het KINT gelezen?
Zoals u waarschijnlijk.
Ik heb het wel gelezen.
Er wordt bijvoorbeeld een studieopdracht gegeven inzake bodemerosie in centraal België. Vindt u het relevant dat het KINT dat onderzoekt? Er zijn al honderden studies over gemaakt en we kennen allemaal de oplossingen, en die worden nu onderzocht.
Als u het jaarverslag hebt gelezen, weet u dat Zijne Koninklijke Hoogheid een bezoek bracht aan de opening van de aardbeienbeurs in Wépion. Vindt u dat een opdracht van het KINT?
Dat zal nu niet de grote meerkost zijn. Van mij mag Zijne Koninklijke Hoogheid overal opdraven en allerlei evenementen bezoeken, maar ik vind dat niet bijzonder relevant. Daar ga ik mijn slaap absoluut niet voor laten.
Als fractie houden we het hoofd koel, want ik denk dat dat belangrijk is in dit dossier. Ook in dit dossier gebruiken we het verleden om te leren hoe we de toekomst best vorm geven. Dat kan de legitimiteit van onze instellingen alleen maar ten goede komen. (Applaus bij sp.a-spirit)
Mevrouw Vogels heeft het woord.
Lieve collega's, mevrouw de voorzitter, mevrouw en heren ministers, vanmorgen werd ik wakker met twee hoofdpunten in het ochtendnieuws. Hoofdpunt één: een prins die een geïndexeerde, niet-belaste dotatie geniet van 312.000 euro per jaar, daar niet mee rondkomt en daarom zijn villa maar laat opknappen met geld van de marine. Hoofdpunt twee: het aantal mensen dat een beroep moet doen op OCMW-steun is de voorbije vijf jaar met 35 percent gestegen. Ook steeds meer werkende mensen raken in de schulden. Zij hebben geen 312.000 euro, maar 12.000 euro te besteden.
Het eerste nieuwsitem op de radio was goed voor 88 artikels in de kranten. We weten zelfs dat onze prins een hamburger verorberde tijdens het lange wachten. Het tweede item was goed voor welgeteld twee berichten, collega's. Dat is erg voor de heer Dehaene. Arm Vlaanderen.
In een van de rijkste regio's ter wereld gaapt de kloof tussen arm en rijk steeds breder, maar iedereen is bezig met de vraag of een prins kan overleven zonder dotatie. Mijn antwoord is duidelijk: ja. Nergens in Europa krijgen alle telgen van een koninklijke familie een belastingvrije dotatie, enkel de koning en zijn troonopvolgers krijgen dat. Waarom zouden de koningskinderen niet kunnen werken? Ze beschikken over voldoende loge- of andere netwerken om aan een job te geraken. Mocht dat niet lukken, dan wil ik prins Laurent wel het adres van de Werkwinkel in Tervuren bezorgen. Het zou de prins trouwens wat minder wereldvreemd maken.
Mevrouw Vogels, nu u toch partijpolitieke statements geeft, want u probeert er een partijpolitiek spelletje van te maken: wie heeft die dotatie aan prins Laurent goedgekeurd? Wie zat toen in de regering, naast de VLD en sp.a? De groenen hebben toen een dotatie van meer dan 300.000 euro - geïndexeerd - goedgekeurd, zonder enige voorwaarde. In de notulen van de begrotingsbesprekingen van de Kamer staat dat er een dotatie aan prins Laurent wordt gegeven zonder verantwoording, ook voor de toekomst, en zonder inzicht van het Rekenhof. Dat heeft Agalev, nu Groen!, in 2001 goedgekeurd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. U komt hier nu vliegen afvangen en de les lezen. U bent van een partij die een dotatie zonder verantwoording aan prins Laurent heeft gegeven op een moment dat er andere noden in de samenleving waren.
U praat over de toename van de armoede. Wie heeft er bestuurd tussen 2001 en 2004? U moet hier geen oppositie voeren alsof het leven begonnen is op 1 januari. U draagt zelf de verantwoordelijkheid voor een aantal zaken.
Ik ben verkozen als politica om hier mijn mening te zeggen. Wij hebben inderdaad een dotatie goedgekeurd in het federale parlement omdat we in het Vlaams Parlement onder de verantwoordelijkheid van toenmalig minister Dua de schimmige situatie van de vzw KINT, die door uw supercollega de heer Jean-Luc Dehaene opgezet was, wilden rechttrekken. Ik wil graag van u en van uw minister-president horen wat uw mening is over die dotatie. Als er morgen een voorstel voorligt in de federale Kamer om de dotaties aan de kinderen van de koninklijke familie, behalve de kroonprins, af te schaffen, zult u dat dan goedkeuren? (Instemming bij CD&V)
Dat is genoteerd. Dat is belangrijk nieuws. Dat bewijst dat CD&V evolueert. (Opmerkingen bij CD&V)
Mevrouw Berx heeft het woord.
Mevrouw Vogels, CD&V heeft zich toen onthouden. Ons standpunt is heel duidelijk dat er een dotatie kan zijn voor de koning en de troonopvolger. That's it.
Mevrouw Berx, u zat toen in de oppositie, u had kunnen tegenstemmen, maar daar gaat het nu niet over.
Mevrouw de voorzitter, ik wil me niet laten afleiden van de kern van mijn betoog, namelijk dat we op dit moment bezig zijn met peanuts terwijl er in de samenleving grote problemen zijn. Dat is niet onze schuld, maar de uwe, mijnheer de minister-president, die het thema heeft aangezwengeld.
Om volledig te zijn, wil ik een heel belangrijk feit aanhalen: de overgang van de ene situatie naar de andere, in 2001, was ook de overgang naar een niet-belastbaar inkomen.
Mijnheer de minister-president, ik neem er akte van dat uw partij bereid is dat dotatiesysteem af te schaffen. Als wij in het federale parlement zitten, zullen we u ter zake volledig steunen. Misschien was het duidelijker geweest, als u destijds als oppositiepartij tegen had gestemd in plaats van u te onthouden.
Mevrouw Vogels, wij hebben die dotatie inderdaad niet goedgekeurd. Op dat ogenblik had een amendement van ons, dat de situatie waarvoor u nu pleit zou verwezenlijken, een meerderheid. De financiering zou zich namelijk beperken tot de koning, de kroonprins en de weduwe van de koning. De federale regering heeft toen ingegrepen opdat de meerderheid dat niet meer zou steunen.
Er is inderdaad een sereen debat nodig. We zijn dat debat nu niet op de juiste wijze aan het voeren. We zijn meer dan bereid om die situatie te creëren waarin enkel de koning en de kroonprins die dotatie kunnen krijgen: we zijn ervan overtuigd. U doet uitschijnen alsof u ons hebt overtuigd. U hebt ons echter helemaal niet overtuigd. Dat is immers steeds ons standpunt geweest. Jullie hebben dit goedgekeurd.
Mevrouw Vogels, ik zal even de groenen te hulp snellen. CD&V heeft wel de dotatie aan Astrid mee goedgekeurd. Het gaat dus niet alleen over de troonsopvolger. Hun collectieve geheugen is blijkbaar heel kort. CD&V heeft dat wél gedaan. De partij heeft zich in de Kamer onthouden toen het ging over prins Laurent. Ik zal straks nog een woordje zeggen over hoe dat is gebeurd. Dat was veeleer een 'tsjevenstreek', denk ik. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Berx, u zegt dat dit uw standpunt is. Laten we eerlijk zijn: in 1994 is vanuit uw partij aan Vlaanderen gevraagd in een dotatie te voorzien voor de prins. Men moet het niet moeilijker maken dan het is. In 1994 is een constructie gemaakt die het mogelijk maakte een dotatie te geven aan de prins. In de loop der jaren is KINT veranderd. Dat is geen dotatiemachine voor de prins meer. Nu is er sprake van een inhoudelijke werking. Over de vraag of die volstaat, zullen we het debat voeren. We moeten echter eerlijk zijn: de constructie is gecreëerd om prins Laurent een dotatie te geven. De federale overheid kon of wou dat niet, dus werd dit gekanaliseerd naar Vlaanderen. Daar diende de vzw voor.
Er is een groot verschil, mevrouw Ceysens. Ik hoor hier nu dat een prins moet worden betaald aan de hand van prestaties. KINT is opgezet om die prestaties te leveren. Ik ga me niet uitspreken over het niveau van die prestaties. In 2001 is echter beslist een dotatie te geven aan de prins, en dat onbelast. Vroeger kreeg prins Laurent een wedde van vzw KINT, die onderhevig was aan belastingen. Maar, mevrouw Vogels en mevrouw Ceysens, uw partijen, de VLD en Agalev, hebben een onbelaste dotatie van 312.000 euro goedgekeurd, zonder dat er sprake is van prestaties. Nu komt u hier pleiten voor prestaties en rechtvaardige belastingen terwijl u iemand een belastingvrij inkomen hebt gegeven. Nu komt u ons de les spellen.
Uw supergoeroe, de heer Dehaene, heeft destijds de kastanjes uit het vuur gehaald. In 1993 heeft de toenmalige minister van Financiën beslist dat de dotatie aan het koningshuis ook diende voor de kinderen. Prins Laurent was nu eenmaal een rebel, dus besliste het koningshuis dat Laurent niets kreeg. Dat is niet bepaald een mooi voorbeeld. Het koningshuis wijst ons steeds op de familiale solidariteit. Ik stel alleen maar vast dat die solidariteit daar geen rol heeft gespeeld. Alleen maar omdat Laurent een beetje rebels was, werd hij zonder inkomen gezet. Toenmalig premier Dehaene heeft dan, uit angst voor een schandaal met betrekking tot het koningshuis, de kastanjes uit het vuur gehaald en een heel schimmige constructie opgezet waar de gewesten bij betrokken werden. De vzw KINT is opgericht om die arme Laurent toch maar een inkomen te bezorgen.
En wie zat er in 1994 in de Vlaamse Regering? Dat was de CVP.
Ik wil de zaak positief bekijken. Dit debat heeft in elk geval voor één duidelijkheid gezorgd: iedereen op deze banken is het erover eens dat de dotaties beperkt moeten worden tot de koning en de troonopvolger. Ik hoop dat degenen die naar de federale banken verhuizen, de moed opbrengen om in die zin te stemmen. Als dit debat deze ene zaak duidelijk heeft gemaakt, dan heeft het debat zin gehad, maar laten we ons nu concentreren op de echte serieuze problemen van deze tijd. Laten we ophouden over vzw KINT en over de vraag of prinsen al dan niet moeten werken.
Mijnheer Van Rompuy, u stelt dat het bedrag bovendien onbelast was. In dit debat moeten we ons ook eens durven afvragen wat we verkiezen. Aan de ene kant was er een dotatie die genoemd werd en die iedereen kon inkijken. We wisten wel dat een deel van de publieke opinie de dotatie een schande zou noemen, maar er werd open en bloot neergeschreven wat aan wie werd gegeven. Aan de andere kant was er een situatie die een beetje gênant kon worden genoemd en waarvan de mensen zich konden afvragen wat er aan de hand is. Als oplossing werd een vzw opgericht die geld ontvangt vanuit de drie gewesten. Wat kiest u om aan de prins te geven voor zijn persoonlijke uitgaven en zijn villa? Wat koos uw partij in 1994: een constructie waarvan u hoopte dat niemand er iets over te weten zou komen of een transparante dotatie?
Mevrouw Ceysens, we moeten niet langer kiezen want iedereen is het eens. Dat is het grote voordeel van dit debat.
Op dat moment waren dat de keuzemogelijkheden. We moeten er eerlijk over zijn.
Mevrouw Ceysens, ik denk dat we de minister-president dankbaar moeten zijn dat hij het jaar heeft ingezet met de uitschuiver die u nu met de mantel der liefde wilt bedekken. Hij heeft immers gezorgd voor de grote unanimiteit. We moeten niet langer kiezen tussen een omfloerste dotatie of een andere dotatie, want iedereen is het erover eens dat kinderen van de koning die geen troonopvolger zijn, gewoon moeten werken zoals elke andere Belg. (Applaus bij het Vlaams Belang en Groen!)
Mevrouw Vogels, u zegt dat het een groot voordeel is dat we niet langer moeten kiezen en dat Laurent zorgt voor duidelijkheid. Ik kan niet anders dan de minister-president te bedanken voor het publiek maken van dit debat, maar ik moet ook prins Laurent bedanken. We hebben in hem een groot medestander in de strijd voor de republikeinse staatsvorm gevonden. Door zijn onbezonnen gedrag is hij immers de beste propagandist van de republikeinse staatsvorm geworden. Ik verdenk hem er zelfs van verdoken sympathie te hebben voor de Vlaamse onafhankelijkheid en de republikeinse staatsvorm. Ik bedank dus niet enkel de minister-president voor de duidelijkheid, maar zeker ook Laurent om het voor de eerste keer in vele, lange jaren mogelijk gemaakt te hebben om de monarchie ter discussie te stellen. Het wordt voor iedereen duidelijk dat de republikeinse staatsvorm veel beter, doorzichtiger, transparanter en efficiënter is dat de middeleeuwse monarchie die ons land bestuurt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw de voorzitter, de heer Dewinter zegt altijd wat anderen denken. Nu zegt hij zelfs wat de prins denkt, maar dat is voor zijn rekening.
Ik wil graag mijn verhaal afmaken. Het is belangrijk dat de kinderen van ons koningshuis een beetje meer realiteitszin krijgen. Het buitenshuis werken kan daartoe bijdragen. Het is toch ongeloofwaardig dat iemand voor miljoenen veranderingswerken aan zijn villa laat uitvoeren zonder zich ook maar af te vragen wie zal betalen en hoe dat zal gebeuren. Ik dacht dat de leden van het koningshuis - net als politici trouwens - een soort van voorbeeldfunctie hebben. Wat we nu meemaken, is echt een schandaal.
Het is een slecht voorbeeld, een slag in het gezicht voor de vele duizenden Belgen die in de schulden zitten. Voor hen is er geen pardon. Zij moeten elke euro afbetalen.
Het probleem van het inkomen van prins Laurent heeft ons twee zaken duidelijk gemaakt. Wij pleiten voor de afschaffing van de dotatie aan de leden van de koninklijke familie die geen opvolger zijn. Maar daarnaast pleiten wij van Groen! ervoor om eindelijk werk te maken van de herziening van de rol van de koning. In een moderne democratie heeft de koning een meer protocollaire en minder politieke rol.
Ik wil de iets rijpere parlementsleden onder ons herinneren aan de vele voorstellen die ten tijde van de abortuscrisis zijn ingediend. Ook wij hebben toen voorstellen ingediend. Ik roep iedereen op om de voorstellen van toen opnieuw uit de kast te halen naar aanleiding van de onderhandelingen voor het nieuwe federale parlement. Ik roep iedereen op om daar werk van te maken en van dit land een moderne democratie te maken.
Ter afronding wil ik nog iets zeggen over KINT, de vzw waar al heel veel over gezegd is. Wat KINT de laatste dagen vooral duidelijk maakte, is dat onze minister-president met zijn uitlatingen over de vzw voor de tweede keer in korte tijd de mooie verpakking rond zijn regering heeft stukgescheurd - de mooie verpakking die 'goed bestuur' heet.
Mijnheer de minister-president, het wordt duidelijker dat u niet boven het gewoel staat, dat u niet de 'goede' bestuurder van de nv Vlaanderen bent, maar dat u steeds meer de lijsttrekker bent van CD&V, die zonder problemen halve waarheden vertelt en op die manier zijn eigen coalitiepartners tackelt. En het gaat daarbij niet eens over federale materies.
Ik zou in uw antwoord heel graag uw persoonlijke mening horen over de dotatie aan de leden van het koningshuis. Ik zou graag van u horen hoe u de rol van de monarchie ziet in een moderne democratie in de 21ste eeuw. Misschien is de Vlaming daarin meer geïnteresseerd dan in het getackel van uw collega's in uw eigen regering, zoals minister van Begroting Van Mechelen, die destijds de nieuwe beheersovereenkomst mee onderhandelde. Dit getackel zou in het voetbal een rode kaart betekenen. In Vlaanderen, dat nog altijd een beetje christelijk is, wordt dit bedekt met de mantel der liefde.
Mijnheer de minister-president, als u een goede bestuurder bent, wil ik u met aandrang vragen om deze Vlaamse Regering niet plat te leggen tot u in de maand mei of juni naar hiernaast vertrekt. Houd u niet bezig met pietluttige vzw's, maar kom alstublieft met een plan van aanpak om de groeiende armoede in een van de rijkste regio's ter wereld aan te pakken.
Ik ben het voor één keer volmondig eens met uw partijgenoot, de heer Dehaene, die in een van de twee artikels die vandaag daarover in de krant verschenen terecht zegt dat hij het zorgwekkend vindt, dat zelfs in een economisch boerenjaar als 2006 een stijging werd opgetekend van de tussenkomsten van het OCMW. "Des te meer", zegt hij, "omdat ook andere cijfers wijzen op een verbreding en uitdieping van de armoedekloof: meer huurtussenkomsten, meer budgetbeheer, meer budgetbegeleiding. Zorgwekkend zijn ook de wachtlijsten van de diensten voor schuldbemiddeling."
Mensen zitten in de schulden en vragen hulp. En wij, in deze rijke regio, zijn niet eens in staat om hen schuldbemiddeling te bieden. Dit is een schande, mijnheer de minister-president, en ik hoop dat u daarvan wakker ligt, en niet van de vzw KINT. (Applaus bij Groen!)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte ministers, beste collega's, ik wil in de eerste plaats de heer Van Dijck bedanken voor de manier waarop hij de afgelopen jaren de fractie van de N-VA geleid heeft. Ik zal uiteraard mijn opperste best doen, mevrouw de voorzitter, om als fractieleider van de N-VA dit parlement de plaats te geven die het in feite moet krijgen. Daar ben ik gevoelig voor.
De laatste weken beheerst prins Laurent ongewild het nieuws. Ik ga het hele verhaal hier niet overdoen. In het jaarverslag van 2005 is een voorwoord opgenomen van prins Laurent met als titel: 'Duurzame ontwikkeling, onze samenleving en de rol van de media'. Ik roep u op om dat voorwoord te lezen in het licht van de gebeurtenissen van de laatste dagen.
Mijn fractie heeft altijd duidelijk gemaakt hoe ze denkt over de Belgische monarchie maar ze heeft nooit de koninklijke telgen persoonlijk aangepakt. We willen dat zo houden en we willen zeker niemand aan de schandpaal nagelen voor de feiten zijn bewezen.
Voor de N-VA betekenen de onthullingen van de heer Vaessen over de prins vooral dat het koningshuis in se wereldvreemd is. Koning, koningin, prins en prinses zijn gedoemd tot een absurd bestaan in een gouden kooi en vragen zich wellicht niet af waar geld vandaan komt en zeker niet hoe gewone burgers financieel moeten rondkomen. In die zin is de verwarring vanuit het standpunt van de prins begrijpelijk. Als alles werd en wordt geregeld voor de leden van de koninklijke familie, hoe zou hij dan weten wat legaal en wat frauduleus wordt geregeld? Voor ons is de exacte herkomst van het geld van Laurent en Astrid bijkomstig. Het komt steeds, en dat zal zo blijven, uit de zakken van de belastingbetaler, frauduleus verkregen of niet.
Wat prins Laurent wel moest weten, is dat bij de oprichting in 1903 van het bestuur van de Koninklijke Schenking door Leopold II, is bepaald dat alles wat tot de Koninklijke Schenking behoort, geen enkele staatstussenkomst moet krijgen. Blijkbaar kent de prins zijn geschiedenis niet. Dit heeft aanleiding gegeven tot heel wat bedenkingen in de media over de verloning van prins Laurent en de andere leden van de koninklijke familie voor hun zogenaamde publieke functie. Uiteraard zijn wij tevreden dat dit debat opnieuw wordt aangezwengeld.
Zowel op federaal niveau, waar prins Laurent sinds 2001 een dotatie krijgt in tegenspraak met de Civiele Lijst zoals beschreven in de Grondwet, als op Vlaams niveau worden vragen gesteld over de vzw KINT. De vzw KINT is het Koninklijk Instituut voor het Duurzaam Beheer van de Natuurlijke Rijkdommen en de Bevordering van Schone Technologie. Iemand zei me onlangs nog dat KINT staat voor koninklijk instituut voor nationaal tijdverdrijf. Uit het jaarverslag blijkt immers dat een hele constructie is opgezet waarvan de cijfers door het Vlaams Gewest ter beschikking worden gesteld. Over deze vzw wil ik namens mijn fractie een standpunt formuleren.
De N-VA steunt de beslissing van het Bureau van het parlement om het Rekenhof te vragen om het KINT door te lichten, zoals overigens expliciet werd mogelijk gemaakt door de beheersovereenkomst. Mijn fractie heeft wel vertrouwen in de financiële situatie van de vzw. De subsidies voor de vzw worden effectief gebruikt voor projecten en onderzoeken in verband met leefmilieu. We wachten natuurlijk wel het onderzoek af. Meer zelfs, wanneer het Rekenhof wordt ingeschakeld voor een project van 178.000 euro per jaar, dan mogen wel meer en vaak duurdere projecten en vzw's ook door het Rekenhof worden opgevolgd.
We hebben wel vragen bij de onkostennota van de prins. Die zou ongeveer 12.000 euro per jaar bedragen. Dat is peanuts voor de Vlaamse begroting maar niet voor de gewone burger. Het is trouwens een overbodig bedrag. We gaan ervan uit dat de federale dotatie volstaat voor de publieke functie die de prins vervult zodat de onkostenvergoeding kan worden geschrapt. Dit is in overeenstemming met de beheersovereenkomst van 2004 waar geen sprake is van een onkostenvergoeding. In artikel 10, paragraaf 1 staat wel: "De subsidies van het Vlaamse Gewest worden niet aangewend voor tegemoetkomingen in de persoonlijke uitgaven verbonden aan de representatieve functie van zijn koninklijke hoogheid prins Laurent." Minister Peeters, u moet bij de evaluatie met die overweging rekening houden.
De Vlaamse administratie moet nagaan of het KINT beleidsrelevant onderzoek verricht met enige toegevoegde waarde of veeleer parallel werkt aan de Vlaamse administratie en diverse bestaande instellingen en steunpunten en dus dubbel werk verricht. Bij elk project moet ook de kostenbatenanalyse worden gemaakt. Is onderzoek via het KINT de meest kostenefficiënte en kwaliteitsvolle oplossing of zijn er instellingen die er beter voor geschikt zijn? Mijnheer de minister-president, van een investeringsregering mag worden verwacht dat Vlaamse subsidies leiden tot een output met een duidelijke maatschappelijke meerwaarde.
Ik citeer een milieuspecialist van de BBL die deel uitmaakte van het begeleidingscomité van een project in de Gazet van Antwerpen: "Ik twijfel niet aan de ernst en de goede bedoelingen van het KINT maar ik heb toch vragen over de relevantie van de rapporten. Die aanbevelingen zijn zo omslachtig en wollig geformuleerd dat men amper nog weet waar het over gaat. Ik heb vijf halve dagen met een aantal mensen van het KINT over die materie vergaderd, maar daarna heb ik er in feite niets meer over vernomen. En neen, prins Laurent heb ik daar niet één keer gezien."
Maar ook hier wachten we de evaluatie af. Is het bijvoorbeeld nodig dat het KINT onderzoek doet naar de effecten van klimaatverandering in België? Moet het KINT onderzoek doen naar bodemerosie? Ik hoop dat al dit soort vragen mee wordt geëvalueerd. Als deze instelling geen globale meerwaarde biedt, pleiten we onomwonden voor het stopzetten van de Vlaamse subsidiëring van deze instelling. De Vlaamse belastingbetaler moet dan niet het kind van de rekening worden.
Volgens de beheersovereenkomst van 2004 kan de overeenkomst jaarlijks worden opgezegd. We stellen dan ook voor om met de vrijgekomen budgetten ander onderzoek in verband met het leefmilieu te steunen of, waarom niet, natuur- en bosgebied aan kopen. Dat zou het milieu alleen maar ten goede komen.
Er is heel duidelijk omschreven dat het KINT een intergewestelijke opdracht heeft. Er zijn voldoende fora of andere mogelijkheden om dit soort grensoverschrijdende problemen te bestuderen of op te lossen binnen een normaal staatkundig kader. Daarvoor hebben we zeker geen koninklijke vzw nodig.
Ik wijs er u terloops op dat op dit moment in totaal 205 samenwerkingsakkoorden bestaan tussen Vlaanderen, Wallonië en de federale overheid. Zo is er bijvoorbeeld een samenwerkingsovereenkomst uit 1994 over de uitwisseling van informatie over projecten met gewestgrensoverschrijdende milieu-effecten. Als de Waalse overheid zich hieraan zou houden - denken we maar aan Bierset -, dan waren we al een heel eind verder. Misschien moet de vzw KINT hier maar eens een studie over uitbrengen. Er zijn ook samenwerkingsakkoorden over het beheer van afvalstoffen, milieutaks of toezicht op emissies in de lucht.
Het mag alleszins niet de bedoeling zijn om via een omweg de bestaande regionalisering weer ongedaan te maken of in vraag te stellen. Uiteraard is het milieu grensoverschrijdend. Toch wil ik nog even in herinnering brengen dat Vlaanderen en Wallonië een ander profiel hebben inzake de demografie, het bos- en natuurgebied, aanwezige industriële activiteiten en mobiliteit. De regionalisering van het milieubeleid was dus eveneens noodzakelijk. Ook de focus van het KINT op jeugd en sensibilisering doorkruist de Vlaamse bevoegdheden voor Jeugd en Onderwijs.
Onze partij hoopt alvast dat deze keer het maatschappelijk debat over de rol en de financiering van de monarchie wel wordt toegelaten en niet, zoals in 2002, wordt weggehouden uit het federale parlement en toegedekt in het kernkabinet, om zo alles bij het oude te laten. De 'Open Samenleving' van Verhofstadt, heet dat dan. De Vlaamse partijen blijken ditmaal wel gewonnen voor een parlementaire commissie in het federale parlement. Na de federale verkiezingen moet dit taboe bespreekbaar blijven.
Mevrouw de voorzitter, ik heb een uitnodiging gekregen om naar de receptie te gaan op het koninklijk paleis. Ik zal er niet aanwezig zijn. (Applaus bij de N-VA)
De heer Dedecker heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, beste collega's, gisteren stond er iemand van blauwen bloede voor de rechtbank. Toen hem werd gevraagd wat zijn beroep was, antwoordde hij: "Ik ben voorzitter van het KINT.". Op het overige antwoordde hij met een "Ich habe es nicht gewüsst.". Van de andere partijen hoor ik hier ook een collectief "Wir haben es nicht gewüsst.".
Toevallig heb ik in illo tempore het koningsdebat een beetje gevolgd in het huis hiernaast. Ik zou dan ook even het geheugen willen opfrissen van enkele leden en partijen. Men weet hier zelfs niet meer dat men in 1999 de dotatie van prinses Astrid heeft goedgekeurd. Ook de toenmalige CVP heeft dat gedaan. Ik heb de fantastische argumentatie opgezocht: ze moest zorgen voor een kroostrijk gezin en voor het Rode Kruis. Dat is een fantastische zaak voor deze instelling met zoveel vrijwilligers.
Ik ben te rade gegaan bij de toenmalige fractievoorzitter en, voor mij, nog altijd de belangrijkste VLD'er, de heer Coveliers. Hij zei toen: "De spreker kondigt aan dat zijn fractie dit wetsontwerp zal goedkeuren aangezien de toekenning van een dotatie aan prins Laurent duidelijkheid zal scheppen in de situatie. Het is immers niet wenselijk dat de prins een bezoldiging blijft ontvangen als voorzitter van het KINT, dat voor een deel door de gemeenschappen wordt gesubsidieerd."
Er was nog iemand aanwezig: Jefke Tavernier! Jef, ik hoor nog uw voorzitster of uw fractieleidster, ik weet het niet meer, heel prachtig verkondigen dat we die dotaties moeten opheffen. Ik zal citeren wat u toen hebt gezegd. "De heer Jef Tavernier is het grotendeels eens met de door de heer Coveliers geformuleerde opmerkingen. Hij is van mening dat het ter bespreking voorliggende wetsontwerp het voordeel van de duidelijkheid biedt, zodat op die manier komaf kan worden gemaakt met de situatie die aanleiding gaf tot heel wat besmuikte toespelingen en interpretaties." U weet waar we vandaag staan met die duidelijkheid. 'L'histoire se répète', hé Jefke. "De beslissing prins Laurent een dotatie toe te kennen is bovendien deels een logisch voortvloeisel uit ons monarchiebestel."
Wat de sp.a heeft gezegd, zal ik niet herhalen. Daar mag er maar één spreken, dus dat staat zeker niet in het verslag.
Maar er was daar nog iemand aanwezig: de heer Leterme. De heer Leterme verklaart daar, ik lees het voor uit het verslag: "De CVP-fractie deelt grotendeels de bezorgdheid van de heer Coveliers." Ik vind dat zelfs aandoenlijk, mijnheer de minister-president. "Het gaat om een rationele benadering van de dotatieregeling waarover in de loop van de volgende maanden een grondig debat zou moeten plaatsvinden om te voorkomen dat de koninklijke familie daarover nog zou worden bekritiseerd."
Mijnheer Caluwé, het debat komt niet te vroeg, het komt te laat. Uw minister-president heeft het hier al gevraagd op 20 juni 2001. Maar een debat daarover houdt men niet. Men doet aan crisismanagement 'by opportunity'. Omdat de 'kleine' gisteren voor de rechtbank stond, moeten wij vandaag ons woordje doen.
Er waren nog notoire mensen aanwezig in die commissie, onder meer de minister van Economische Zaken, die hier niet aanwezig is. De afwezigen hebben ongelijk, en ik zal er hier dan ook niet verder over uitweiden.
Die dotatie voor Laurent was indertijd zelfs een vraag van onze notoire vriend en volksvertegenwoordiger De Crem. Hij had voorgesteld een dotatie te geven want onze prins had zich in een artikel in 'Arbeid en Milieu' heel kritisch uitgelaten ten opzichte van zijn broodheer van 1993-1994, de heer Dehaene. Die had aan gouverneur Verplaetse de opdracht gegeven om in het huishouden van Saksen-Coburg wat orde te brengen. Ondertussen weten wij dat de heer Verplaetse daar heel veel ervaring mee heeft want hij heeft zelfs geprobeerd de Nationale Bank van Congo recht te krijgen. We zijn daar dus niet ver van huis.
Nochtans, beste collega's, stond er in punt 2 van de beslissing van de ministerraad van 11 mei 2001: "Op het ogenblik van de inwerkingtreding zal de huidige bestaande regeling met het Koninklijk Instituut voor Natuur en Technologie automatisch worden stopgezet." Natuurlijk is dat polyinterpretabel. Moeten we dan nog dotaties geven, toelagen aan de gemeenschappen enzovoort?
Ondertussen, collega's, zijn we zes jaar verder en zijn we in een prachtige situatie beland. Jullie vragen doorzichtigheid, en ik ook. Een paar jaar geleden heb ik nog in de Senaat aan minister Moerman doorzichtigheid gevraagd, bijvoorbeeld over de vergoedingen voor de voorzitter van de buitenlandse missies - heel dubieus zijn die! - en ik heb nog altijd geen antwoord gekregen. Morgen krijgen we opnieuw een rel, want naar het schijnt, ontvangt de prins een dubbele vergoeding voor het buitenland, hij moet daar ook op stap gaan en moet daarvoor naast zijn dotaties dus ook een vergoeding krijgen. Alles is daarover zo ondoorzichtig als maar kan. Die vergoedingen worden gegeven door het Agentschap van Buitenlandse Handel.
Beste collega's, wij zouden beter een wat minder selectief geheugen hebben. Deze toestand sleept nu aan sinds 1993. Vandaag durft men hier nog zeggen dat we een rapport moeten vragen. In de ministerraad van 2001 was beslist om geen toelagen meer te geven. Vandaag moet men een rapport vragen om te weten wat er gebeurd is met die centen. Vandaag hebben we de rechtbank nodig om de verkwisting en corruptie bij de Marine aan te klagen en om te kijken hoe onze prinsen leven.
Beste vrienden, ik kom uit een heel groot gezin. Mijn vader zei altijd: "Vent, er is niets oneerbaars aan werken." Ook niet in de prinselijke families. Wij hebben het enige koningshuis in heel Europa waar ze niet moeten werken. In Nederland gaat iedereen, behalve prins Willem-Alexander, werken. In Engeland gaan ze werken. Meer zelfs, mevrouw Vogels, in Engeland krijgt onze Charel géén dotatie.
Neen, de Charel krijgt geen dotatie. Hier geven we aan iedereen, maar daar krijgt de Charel geen dotatie. We zitten met het duurste vorstenhuis van Europa per capita. Het is twee keer zo duur als in Nederland en Zweden en vijf keer duurder dan in Groot-Brittannië. Er is niets oneerbaars aan werken. Ik vermoed dat, met alle liaisons die het koningshuis met politici heeft, ze zeker aan een job kunnen worden geholpen. Zeker in socialistische huizen, want daar zijn ze nogal sterk in.
Volgens Eurobusiness bezit de familie tussen 12 en 91 miljard frank. Ik laat in het midden hoeveel het nu precies is, want de omerta daarover is ook ontzettend groot. We mogen absoluut niet weten hoe rijk ze nu precies zijn. De schenkingsrechten ontsnappen ons. De Koninklijke Schenking is daar ten andere voor opgericht en ook om de maîtresses te bevoordelen.
CD&V heeft het altijd over het gezin. Als een gezin leeft op de kap van de belastingbetaler, als tante 1.378.147 euro per jaar krijgt, als papa van de belastingbetaler jaarlijks 8,19 miljoen euro krijgt, dan vind ik het eerbaar dat de vader zorgt voor zijn kleine die een gat in zijn hand heeft en die zelfs 15.000 euro moet vragen voor de verkoop van de doopfoto's van zijn kinderen. Mijn vader zou hebben gezegd: "Je mag dat zeker niet tegen de buitenwereld zeggen." In dit land zitten we nog steeds met constructies op de kap van de belastingbetaler. We hebben nog steeds angst om rapporten te vragen. We vragen ons nu af wat er nu eigenlijk is gebeurd. We zullen er ons opnieuw achter verschuilen. Die situatie duurt vijftien jaar en het is tijd om onze verantwoordelijkheid op te nemen.
Mevrouw de voorzitter, ik wil de CD&V tot slot een voorstel doen. U moet niet bang zijn dat ik bij uw partij wil komen, helemaal niet. Er ligt van mij sinds 2001 een wetsvoorstel klaar in de Senaat voor het afschaffen van de dotaties. Ik zal het volgende week indienen. Mijnheer Schouppe, u hebt in het Bureau meer invloed dan ik. Agendeer het en keur het mee goed. Ik heb hier vandaag klaar en duidelijk gehoord dat de dotaties moeten worden afgeschaft. Ik hoop dat u voor een keer echt van uw woord bent. (Applaus bij het Vlaams Belang en Groen!)
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, dames en heren, ik heb aandachtig geluisterd naar de verschillende sprekers en ik wil een aantal elementen overlopen. Vooreerst wil ik het Vlaams Parlement bedanken dat het is ingegaan op de vraag om het Rekenhof opdracht te geven een onderzoek te verrichten. De wet van 1846 bepaalt dat een minister een vraag aan het Rekenhof kan stellen, maar dat hij geen opdracht kan geven. Dat moet door het parlement gebeuren. In het Bureau van maandag is dat bevestigd, waardoor we de wet van 1846 correct hebben nageleefd. Het Rekenhof zal dat onderzoek nu verrichten.
De Vlaamse Regering heeft op 22 december beslist dat er een rapport moet komen met betrekking tot het KINT. Op basis van de evaluatie van de administratie en op basis van het rapport van het Rekenhof zal de Vlaamse Regering haar houding bepalen ten aanzien van de vzw.
Ik wil hier uitdrukkelijk vermelden dat dit debat gaat over subsidies aan het KINT. Dit parlement heeft inderdaad de bevoegdheid om het KINT niet langer te subsidiëren.
Ik ga niet in details treden, want dat zal in het rapport worden behandeld. Toch wil ik het volgende zeggen. De samenwerkingsovereenkomst dateert van 11 juli 1994; de beheersovereenkomst van 12 december 2003. In artikel 6 van de basisovereenkomst staat dat na de eerste tienjarige periode een tweede periode automatisch en stilzwijgend ingaat als de eerste niet tijdig is opgezegd. Op 6 april 2000 is in een aanhangsel bij de initiële basisovereenkomst gesteld dat de dotatie wordt opgetrokken van 6 naar 7,2 miljoen. De 3 gewesten hebben dat goedgekeurd.
In artikel 2 van de beheersovereenkomst van 12 december 2003 staat dat de tekst een aanvulling van de basisovereenkomst is die ingaat op 1 januari 2004, en wel voor een periode van 5 jaar die voor eenzelfde periode hernieuwbaar is. Deze beheersovereenkomst is jaarlijks opzegbaar.
Er is gevraagd naar de evaluatierapporten. In de artikelen 10 en 12 van de beheersovereenkomst is bepaald dat bijkomende evaluaties moeten gebeuren. In paragraaf 2 van artikel 10 staat dat een evaluatierapport voor 31 mei moet worden afgeleverd. In artikel 12 wordt dat verder uitgewerkt. Ik heb de evaluatierapporten van 2004 en 2005 bij. Ik bezorg ze u.
Als het parlement zou beslissen om die subsidies niet langer uit te keren, dan moet worden onderzocht wat in het licht van de twee overeenkomsten die we hebben ondertekend de juridische gevolgen zijn. De discussie hier heeft evenwel aangetoond dat het belangrijk is dat op geregelde tijdstippen wordt onderzocht of vzw's en andere instellingen en verenigingen die van ons subsidies krijgen die gelden goed besteden. Dat geldt niet alleen voor het KINT, maar voor alle instellingen en verenigingen die worden gesubsidieerd: dat is gewoon een zaak van goed bestuur. Ik ga dus niet akkoord met diegene die zich afvraagt waarom er plots een rapport moet komen.
De heer De Saegher zetelt namens het kabinet van minister-president Leterme in de raad van bestuur van het KINT; de heer Verheeke doet dat namens uw kabinet. Ik krijg een beetje de indruk dat u in het heetst van de strijd lijdt aan een Pontius Pilatushouding. U beveelt allerlei onderzoeken, terwijl kabinetsmedewerkers van de minister-president en uzelf al sinds 2002 deel uitmaken van de raad van bestuur en wellicht, in het belang van de goede werking van uw kabinet, verslag uitbrengen van wat er in de vzw gebeurt. Of is dat niet het geval?
Wat zitten die mensen, namens uw kabinet en dat van de minister-president, daar anders te doen in die raad van bestuur? Legt u me dat eens uit.
Mijnheer Dewinter, die raad van bestuur bestaat uit tien leden: vijf leden aangeduid vanuit de verschillende gewesten en vijf 'vooraanstaande personen', zoals dat wordt gedefinieerd. Vanuit de kabinetten zijn dus zowel leden uit Wallonië als uit Brussel als uit Vlaanderen afgevaardigd. Het rapport dat ik zal afleveren, behandelt bijvoorbeeld ook heel de discussie over de verschillende beheersovereenkomsten en dergelijke, en is dus ruimer dan wat een raad van bestuur normaliter doet. Die raad van bestuur volgt natuurlijk in 'going concern' het een en het ander op. Dat dat ook is gebeurd, zult u ook kunnen zien in die evaluatierapporten die ik voor u heb meegebracht. Uw opmerking over Pontius Pilatus is volgens mij naast de kwestie. In dat rapport zal heel de geschiedenis worden opgenomen, met alle projecten, en er zal ook worden nagegaan hoe de middelen werden besteed.
Mijnheer de minister, ik heb er niets op tegen dat er een rapport wordt gevraagd. Dat levert dit land heel veel instituten op, en onze subsidies moeten toch ergens naartoe gaan. Wat ik wel klaar en duidelijk heb gezegd, is dat de minister-president, toen hij destijds in de Kamer zat, dit zelf heeft gevraagd, meer bepaald op 20 juni 2001. Vandaag is het 10 januari 2007. Wat is er ondertussen gebeurd? Niets. Er zitten in al die raden van bestuur van al die vzw's afgevaardigden van de regering van alle partijen, die jaarlijks een jaarverslag moeten goedkeuren. Als er nu nog een rapport moet komen om die jaarverslagen nog een keer te bekijken, mij niet gelaten, maar er zou toch al heel lang een duidelijk standpunt moeten zijn, op basis van die regeringsvertegenwoordigers die in die raad van bestuur zitten.
Ik zeg net, mijnheer Dedecker, dat het rapport ruimer is en dat het de effectiviteit en de efficiëntie van een aantal zaken en ook van het instituut duidelijk zal maken. Dat is iets dat de raad van bestuur en de normale werking van de raad van bestuur overstijgt. Vandaar dat ik er na deze discussie nog meer van overtuigd ben dat dit nodig is.
Ik geef u een ander voorbeeld. Er is daarstraks verwezen naar wedden of naar dotaties. Ik denk dat we in deze zaak ook heel zorgvuldig onze woorden moeten kiezen. Wat het KINT betreft, gaat het in eerste instantie over een subsidie. Wat een aantal elementen in verband met de voorzitter betreft, werd in 2000 heel duidelijk gestipuleerd dat die subsidie niet mag worden gebruikt voor vergoedingen voor de prins. Er werd zojuist een vraag gesteld over die vergoedingen. Ik heb hier de cijfers over de vergoedingen voor de autokosten bij me. In 2002 bedroegen die kosten 8400 euro, in 2003 zijn ze opgelopen tot 10.100 euro en in 2006 zitten we aan 1736,5 euro. Dat zijn dus allemaal elementen die in dat rapport zullen worden opgenomen.
Collega's, ik wil nog even ingaan op iets dat hier daarstraks ook al aan bod is gekomen. Het KINT heeft een duidelijke doelstelling, die in de statuten en ook in die beheersovereenkomst is opgenomen, op het vlak van leefmilieu en alternatieve energie. Zoals de heer Peumans al heeft opgemerkt, is de fundamentele vraag de volgende: zijn de projecten daar de afgelopen 12 jaar ontwikkeld op een heel efficiënte en professionele wijze en hebben ze voor ons een toegevoegde waarde? In 2001 werd een hele organisatie opgezet met een begeleidingscomité, met een wetenschappelijk comité, om er zeker van te zijn dat die projecten een toegevoegde waarde hebben. Ik denk echter dat dit nogmaals aantoont dat een rapport, waarin ook dat wordt meegenomen, essentieel is om een volledig overzicht te krijgen.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik sluit af door nog eens te benadrukken dat we, wanneer we subsidies geven, die op geregelde tijdstippen boven het licht moeten houden. Dat heeft dus niets te maken met het feit of de voorzitter al dan niet een prins is. In dit geval is de voorzitter een prins. De evaluatie zal met zorgvuldigheid gebeuren, net zoals we ook andere instellingen waaraan we subsidies geven, op hun efficiëntie en effectiviteit moeten beoordelen.
Dit is behoorlijk bestuur, dit vraagt een gedegen rapport en ik heb mij geëngageerd om dit af te leveren tegen het einde van deze maand. Ik hoop dat het Rekenhof even snel kan werken. We zullen het rapport in het parlement indienen en indien nodig, kan er een nieuwe discussie gevoerd worden. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik heb de indruk dat de federale verkiezingscampagne begonnen is want zowat drievierde van de tussenkomsten ging over een federale materie, namelijk de dotatie voor het koningshuis en het bestaansrecht van de monarchie zelf. Ik neem daarbij één constante waar: de monarchie wordt door de zichzelf democratisch verklaarde fracties niet in vraag gesteld. Onze stelling is dat de leden van de koninklijke familie moeten werken voor hun inkomen en dat er geen monarchie nodig is.
We zijn, naast de heer Peumans, zowat de enigen die het debat gevoerd hebben tot op de essentie: onze verantwoordelijkheden in dit parlement en de bevoegdheden van de Vlaamse Regering. Is het de opdracht van de Vlaamse overheid om leden van de koninklijke familie een alibi en bijkomende inkomsten te bezorgen? Want dat is de bestaansreden van vzw KINT en van het Agentschap voor de Buitenlandse Handel, twee instellingen die louter gecreëerd werden om een bezigheid te bezorgen aan twee telgen van de koninklijke familie. De vraag is of de taken van de vzw KINT en het Agentschap voor de Buitenlandse Handel niet door bestaande Vlaamse instellingen of administraties kunnen worden overgenomen. Ons antwoord daarop is duidelijk positief. Maar ik heb geen duidelijk antwoord gekregen van de meeste andere fracties.
Minister Peeters heeft gezegd dat het parlement kan beslissen om geen subsidies te geven aan die instellingen. Juridisch is blijkbaar nog niet helemaal uitgeklaard hoe en wat kan. Ik dacht dat de Vlaamse Regering vandaag een duidelijk antwoord zou geven, maar dat is niet het geval. Wij hebben alleszins een actualiteitsmotie ingediend waarbij we de schrapping vragen van de toelage zowel aan de vzw KINT als aan het Agentschap voor de Buitenlandse Handel.(Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik dank minister Peeters voor zijn antwoord. Toch vind ik het merkwaardig dat het niet de huidige minister-president is die antwoordt, maar de toekomstige minister-president.
Er was de voorbije dagen heel wat gehakketak tussen de Vlaamse ministers over wat ik 'electorale' uitspraken noem van minister-president Leterme. Als er in het verleden onrust in de ploeg was, was het de minister-president die hier het incident sloot. Ik zie dat dit nu niet zo is. Ik kan daar maar twee conclusies uit trekken: ofwel is de spanning binnen de Vlaamse Regering zo groot dat de minister-president niet meer het gezag heeft om in naam van die regering te spreken. Dat is dan wel echt het einde van het 'goed bestuur' en ik kan dan alleen maar concluderen dat onder de mantel der liefde serieus gerollebold wordt. Ofwel beseft de minister-president dat hij in zijn eigen voet heeft geschoten en laat hij zijn trouwe minister van Leefmilieu het vuile werk doen, met als belofte dat hij later op deze stoel naast mij mag komen zitten.
Het is niet bepaald moedig voor een minister-president, die premier van ons federale land wil worden, om dit door te schuiven. (Applaus bij Groen!)
Mevrouw de voorzitter, ik wil het hebben over de werking van ons parlement omdat het antwoord van de minister-president mij enigszins in verwarring heeft gebracht. Misschien hebt u gelijk mijnheer de minister-president, maar kan een minister aan het Rekenhof vragen om een onderzoek in te stellen?
Ik heb hier iemand horen zeggen dat het een aanzet zou moeten zijn voor ministers om dergelijke initiatieven te nemen. Minister Peeters, u hebt verwezen naar de wet van 1846. Ik vermoed dat u de wet van 29 oktober 1846 over de oprichting van het Rekenhof bedoelt. In artikel 5 staat dat de Kamer een opdracht kan geven, maar ik vind in mijn geheugen geen verwijzing naar een minister. We zullen daarover niet redetwisten, want het gaat enkel over de werking van het parlement. Het zou goed zijn dat dit wordt onderzocht om een conflict in de toekomst te vermijden.
Ik hoop dat een minister aan het Rekenhof altijd een onderzoek kan vragen. Ik heb begrepen - en dat stond ook in de brief die ik van u, mevrouw de voorzitter, naar aanleiding van het Uitgebreid Bureau van vorige maandag heb ontvangen - dat dit parlement de opdracht kan geven aan het Rekenhof. Vragen naar een onderzoek van het Rekenhof zouden dus voortaan moeten verlopen via dit parlement.
Ik heb gemeend dat ook een minister een vraag kan stellen. Het Rekenhof kan echter antwoorden dat het niet verplicht is om daarop in te gaan, dat het daartoe enkel verplicht is als het parlement een opdracht geeft. Ik ben verheugd dat het parlement die opdracht heeft gegeven. Daardoor is de discussie en de mogelijkheid dat het Rekenhof er niet zou op ingaan, van de baan.
Mevrouw Vogels, in de beheersovereenkomst staat dat de minister van Leefmilieu opdrachten krijgt tot evaluatie. Het is dan ook logisch dat de minister van Leefmilieu dat rapport en de verdere gang van zaken over het KINT opvolgt. Ik hoop samen met u dat ik nog lang minister van Leefmilieu mag blijven.
Mijnheer Van Nieuwenhuysen, ik hoop dat ik duidelijk ben geweest over de subsidies. Ik heb uitdrukkelijk verwezen naar de overeenkomst van 12 december 2003, een beslissing van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 als aanvulling op de beheersovereenkomst zoals bepaald in artikel 2. Over een subsidie die wordt toegekend, kan het parlement in alle vrijheid bepalen om die niet te geven.
Er is dan wel een probleem omdat er een beheersovereenkomst is afgesloten. Ik heb dan een juridische verbintenis die ik niet kan nakomen, met mogelijke schadevergoedingen tot gevolg.
Dat laatste begrijp ik niet goed, mijnheer de minister. In de beheersovereenkomst staat toch dat de subsidies kunnen worden verminderd. U kunt ze dan toch verminderen tot het niveau nul. Dat zou geen probleem mogen zijn.
De basisovereenkomst loopt nog altijd, samen met de beheersovereenkomst die er een aantal zaken aan toevoegt en een aantal zaken wijzigt. Als projecten worden ingediend die over verschillende jaren lopen en we ons engageren, maar dit parlement op een bepaald moment beslist dat geen subsidies worden gegeven, heb ik natuurlijk een probleem, omdat we als regering onze engagementen dan niet honoreren. Dat betekent dat dan moet worden gesproken over schadevergoedingen, want er zijn vijf fulltime-equivalenten werkzaam. Ik hoop dat het rapport dat zeer duidelijk zal maken voor iedereen in dit parlement.
De heer Stassen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil enkel maar zeggen dat ik vaststel dat een aantal mensen van CD&V die een belangrijke functie hebben, in dit dossier voor hun beurt hebben gesproken. Nu moeten we vaststellen dat degene die de aanzet heeft gegeven voor dit debat, de heer Yves Leterme, niets durft zeggen in dit parlement. Ik vind het een schande dat hij nu niet durft spreken. Ik betreur dat ten zeerste.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.
Actualiteitsmotie
De voorzitter: Door de meerderheidspartijen werd tot besluit van dit actualiteitsdebat een actualiteitsmotie aangekondigd. Ze moet uiterlijk om 16.30 uur zijn ingediend.
Door de heren Van Nieuwenhuysen en Van Hauthem en de dames Morel en Dillen werd tot besluit van dit actualiteitsdebat een actualiteitsmotie ingediend. Ze zal worden gedrukt en rondgedeeld.
Het Parlement zal zich straks over de actualiteitsmoties uitspreken.
Het incident is gesloten.