Verslag plenaire vergadering
Verslag
Voorstel tot aanvulling van de agenda
Dames en heren, deze middag heeft de heer van Hauthem bij motie van orde een voorstel gedaan tot aanvulling van de agenda met de motie van mevrouw Van Steenberge en de heer Van Hauthem betreffende een belangenconflict.
Mevrouw Van Steenberge heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, wij hebben een motie betreffende een belangenconflict ingediend. Dat gebeurt niet omdat ik deze nacht zou hebben gedroomd van de heer Caluwé of omdat ik zijn gedachten zou kunnen lezen, maar wel omdat er morgen in de Senaat over een wetsontwerp zal worden gestemd. Dit wetsontwerp handelt over de gerechtelijke opleiding en beoogt de oprichting van een instituut voor gerechtelijke opleiding.
Deze namiddag heeft de heer Caluwé al een vraag gesteld aan de minister van Onderwijs over de magistratenschool. De minister heeft daarop geantwoord dat er geen bevoegdheidsconflict is. Een bevoegdheidsconflict is echter niet hetzelfde als een belangenconflict. Hier zal er wel een belangenconflict optreden, en dat om twee redenen.
In het Octopusakkoord staat het volgende: "Er wordt een magistratenschool per gemeenschap opgericht, onder de vorm van een interuniversitair centrum. Hierover zal de minister van Justitie een samenwerkingsakkoord afsluiten met de gemeenschappen, waarbij ook in een functionele band met de Hoge Raad moet worden voorzien." Naast dit Octopusakkoord zijn er ook nog twee regeerakkoorden. In het regeerakkoord van 1999 stond te lezen: "Er wordt een magistratenschool opgericht ter uitvoering van het Octopusakkoord." Dit werd hernomen in het Vlaamse regeerakkoord, dat ook nog stelde dat Vlaanderen en de andere gemeenschappen meer bevoegdheden moesten krijgen inzake de organisatie, de werking en de inrichting van politie en justitie.
Met het goedkeuren van dit wetsontwerp in de Senaat gaat men de omgekeerde richting uit. Er gaan niet meer bevoegdheden naar Vlaanderen, of de bevoegdheden die Vlaanderen al had worden hier niet gerealiseerd. Er is sprake van federale recuperatie. Toch was iedereen het er tot 2003 over eens, ook de minister van Justitie, dat er een Vlaamse magistratenschool moest komen. Toenmalig minister Verwilghen zei uitdrukkelijk: "Laat het duidelijk zijn dat de Hoge Raad voor de Justitie geen unitaire opleiding uitwerkt. Er kan evenmin sprake zijn van een unitaire recuperatie." Hij kondigde een wetgevend initiatief aan. In zijn beleidsnota voor het begrotingsjaar 2003 kondigde hij zelfs het volgende aan.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw Van Steenberge is nu al duidelijk aan het ingaan op de inhoud, terwijl we ons in eerste instantie moeten uitspreken over de hoogdringendheid op zich.
Mijn eerste alinea was de motivering: morgen zal in de Senaat over het wetsontwerp worden gestemd. Uw collega-senator, de heer Hugo Vandenberghe heeft pas nadat hij erop was gewezen door onze partijgenoot en senator, de heer Ceder, ingezien dat er hier een belangenconflict kon optreden. Daar hier morgen over wordt gestemd, vraag ik dat dit dringend zou worden behandeld.
Dat klopt, maar het gaat hier over een bicamerale aangelegenheid: na de stemming in de Senaat moet dit nog worden goedgekeurd in de Kamer. Ik begrijp dat de collega's dat eerst even willen onderzoeken alvorens zich hierover uit te spreken. We zullen er niet over redetwisten of u dit pas hebt ingediend nadat u mijn vraag ter zake had gezien. Alleszins had u dit zelf kunnen zien aankomen. U had het dus vorige week al kunnen indienen, zodat iedereen het had kunnen bekijken. Daarom geloven we, gelet op het feit dat dit pas in de Kamer uiteindelijk kan worden goedgekeurd, niet dat dit momenteel hoogdringend is. Dit kunnen we beter eerst grondiger onderzoeken alvorens ons uit te spreken.
Mijnheer Caluwé, hou nu eens op met uw eigen vraagjes te stellen. U moet hier geen vragen stellen. Keur gewoon dat belangenconflict goed, als u dit daadwerkelijk wilt tegenhouden. Gisteren was onze tekst ons klaar. Als u echt zo belachelijk wilt doen, dan kan ik er mijn computer bijhalen. U kunt daar zien wanneer het bestand voor de eerste maal is gecreëerd. Wil ik dat doen? Laten we ons daar niet mee bezighouden.
Feit is - en ik meen toch dat we het daarover eens kunnen zijn - dat er een probleem is met de politieke afspraken die indertijd in het kader van het Octopusakkoord werden gemaakt. Nu beslist mevrouw Onkelinx om eenzijdig en zonder de gemeenschappen te raadplegen, alles zelf te doen.
Ik denk niet dat mevrouw Van Steenberge bezwaar zal hebben tegen een verwijzing naar de commissie, indien dat de eerste commissievergadering na het reces is.
Mevrouw de voorzitter, ik wil even corrigeren. Er werd verwezen naar senator Hugo Vandenberghe. Ik heb hem gebeld om even te finetunen. Zijn argument luidt dat het niet gaat om een belangenconflict, maar om een ongrondwettigheid. Volgens de redenering van de heer Vandenberghe is er wel degelijk sprake van een bevoegdheidsprobleem omdat de magistratenschool niet alleen zal openstaan voor de gerechtelijke opleidingen, maar ook voor de opleidingen van gerechtsdeurwaarders en andere juristen. Dat houdt een rechtstreekse concurrentie in met de postacademische opleidingen aan rechtenfaculteiten.
Het gaat dus niet om een belangenconflict, maar om een bevoegdheidsconflict. Een bevoegdheidsconflict gaat voor op een belangenconflict. Een belangenconflict kan pas rijzen wanneer wordt geaccepteerd dat die bevoegdheid onder die overheid valt. (Opmerkingen van de heer Joris Van Hauthem)
Er is wel degelijk sprake van een bevoegdheidsconflict en in dat geval moet u naar het Arbitragehof stappen.
Het feit dat er een bevoegdheidsconflict is, toont juist aan dat er ook een belangenconflict is. Niets houdt ons tegen om hier over de motie te stemmen. Het ene sluit het andere niet uit.
Ik heb geen bezwaar tegen het voorstel om dit in de eerstvolgende commissie te bespreken, want dan kunnen we alles grondig bespreken. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik stel voor om de motie te verwijzen naar de plenaire vergadering van 10 januari 2007. (Instemming)