Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
De algemene bespreking is geopend.
De heer Roegiers, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, het vermelde voorstel van decreet is in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie besproken op 9 mei, 7 november en 14 november 2006. Bovendien heeft de commissie op 13 juni 2006 een hoorzitting met de betrokken sector georganiseerd. Daar waren vertegenwoordigers van de gemengde sector, de zuivere sector en de VREG aanwezig. De commissie heeft ook een standpunt van de regering gevraagd. Dit standpunt werd in de laatste zitting meegedeeld door middel van een nota en enkele concrete amendementen vanwege de regering. Op 7 november 2006 is op voorstel van de heer Decaluwe een ruime meerderheid gevonden om een advies aan de Raad van State te vragen. Ik zal straks op dit advies terugkomen.
Wat het voorstel van decreet zelf betreft, verklaart de heer Martens namens de indieners dat het voorstel een invulling probeert te geven aan een engagement uit het Vlaams regeerakkoord staat, met name een actieplan om de aardgasnetten versneld uit te breiden. Onze doelstelling is een aansluitbaarheidsgraad in woongebieden van 95 percent in 2010 en van 100 percent in 2020. Dit gebeurt in overleg met de sector.
Met dit voorstel van decreet wensen de indieners alle burgers die in gelijke omstandigheden wonen een gelijk toegangsrecht tot het aardgasdistributienet te verschaffen. Men wil ook de burgers de mogelijkheid bieden om hun verwarming te kiezen uit stookolie en aardgas.
In zijn toelichting verklaarde de heer Martens dat de toegang tot het aardgasnetwerk niet alleen te maken heeft met de dekkingsgraad maar ook met de kostprijs. De netbeheerder kan immers de kostprijs om aan te sluiten op het netwerk zodanig opdrijven dat er geen bijkomende aansluitingen komen. Daarom voorziet dit voorstel van decreet in een plafonnering van de aansluitingskost met een maximum van 250 euro. Zo wensen de indieners het net voor iedereen toegankelijk te maken.
Het voorstel werd, weliswaar gewijzigd, met zeven stemmen voor tegen vier onthoudingen aangenomen.
Op 6 december heeft de Raad van State het gevraagde advies aan het Vlaams Parlement bezorgd en het is ondertussen op de banken rondgedeeld. Gezien de lange discussie in de commissie is het niet onbelangrijk om dat advies te overlopen.
Ik citeer: "Het regelen van de tarieven voor aansluiting op het aardgasdistributienet behoort derhalve in beginsel tot de federale bevoegdheid. Er dient evenwel te worden onderzocht of de gewesten toch niet bevoegd kunnen worden geacht om een maximumprijs voor een nieuwe aansluiting op het aardgasdistributienet op te leggen op grond van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980. Luidens dat artikel kunnen de decreten rechtsbepalingen bevatten in aangelegenheden waarvoor de parlementen niet bevoegd zijn, voor zover die bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun bevoegdheid. Daartoe is vereist dat de regeling noodzakelijk kan worden geacht voor de uitoefening van een eigen bevoegdheid, dat de aangelegenheid zich leent tot een gedifferentieerde regeling en dat de weerslag van de betrokken bepalingen op de federale bevoegdheid marginaal is.
Er dient derhalve te worden onderzocht of de decreetgever kan worden geacht binnen deze grenzen te blijven bij het invoeren van de beoogde regeling. Vooreerst kan de regeling noodzakelijk worden geacht voor de uitoefening van de bevoegdheid van het gewest om inzake de distributie van gas openbaredienstverplichtingen op te leggen, inzonderheid om aan de aardgasnetbeheerders de verplichting op te leggen om onder bepaalde voorwaarden elk aansluitbaar gebouw op het aardgasdistributienet aan te sluiten wanneer de eigenaar van dat gebouw daarom vraagt. In de toelichting bij het voorstel wordt er dienaangaande op gewezen dat het niet zinvol is de aardgasnetbeheerders openbaredienstverplichtingen inzake aansluiting op te leggen wanneer door die beheerders een dermate hoge prijs voor een aansluiting kan worden aangerekend dat een reële mogelijkheid tot aansluiting in feite onbestaande is.
Voorts leent de aangelegenheid zich voor een gedifferentieerde regeling. De aangelegenheid behoeft immers niet uit zijn aard zelf een uniforme regeling.
Wat betreft het vereiste dat de weerslag op de federale bevoegdheid slechts marginaal mag zijn, ontbeert de Raad van State de nodige feitelijke gegevens om zich een oordeel te kunnen vormen of aan die voorwaarde is voldaan, met name betreffende de kost van de maatregel die eventueel zal moeten worden gedragen door het geheel van de afnemers in het raam van andere tariefelementen. Indien evenwel ook het vervuld zijn van het laatst genoemde vereiste kan worden aangetoond, moet de decreetgever bevoegd worden geacht om op grond van artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 een regeling als bedoeld in het om advies voorgelegde amendement aan te nemen."
Collega's, u vindt ook een amendement op de banken dat na indiening van het verslag is neergelegd. Het gaat om een vergetelheid. Het stond wel in de oorspronkelijke tekst, maar is door de vele amendementen nadien vergeten. Toch is het niet onbelangrijk om het alsnog toe te voegen. Het gaat concreet om het investeringsplan dat ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de VREG en de verplichting van iedere aardgasnetbeheerder om jaarlijks een lijst ter beschikking van het publiek te stellen waarin per gemeente de straten worden aangegeven waarin de aardgasnetbeheerder volgens de planning gasleidingen zal aanleggen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Huybrechts heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, zoals de verslaggever heeft gezegd, is dit voorstel van decreet uitvoerig behandeld in de Commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie. Het Vlaams Belang kan achter het voorstel staan om de dekkingsgraad van het aardgasdistributienetwerk uit te breiden. We vinden inderdaad dat elke bewoner in Vlaanderen zo veel mogelijk vrij moet zijn om te kiezen tussen de verschillende energiebronnen. De oorspronkelijke, onrealistische en onbetaalbare eis om aan de distributienetwerkbeheerder tegen 2020 een aansluitbaarheidsgraad van 100 percent op te leggen, wat zo'n 4 miljard euro zou kosten, werd teruggeschroefd naar een aanvaarbaar peil en maakt dit voorstel van decreet voor het Vlaams Belang aanvaardbaar.
We hebben onze bedenkingen bij de memorie van toelichting. Het is duidelijk dat dit voorstel van decreet door de heer Martens is geschreven. Hij wil in de sp.a groener dan Groen! zijn. Dat is zijn goed recht. De onderliggende toon van dit voorstel is een duidelijke aanval op de stookoliesector die volgens de heer Martens in vergelijking met aardgas een zeer vervuilende energiebron levert. Dat klopt niet. Informazout merkt terecht op dat de totale milieu-impact niet alleen wordt bepaald door de eindverbranding, ook de processen van ontginning, raffinage en transport moeten in rekening worden gebracht.
Andere studies wijzen uit dat de milieukosten voor aardgas of stookolie niet betekenisvol verschillen. Aan beide zijn zowel voor- als nadelen verbonden. Het VB is er een voorstander van om de burger de mogelijkheid te bieden zelf zijn energiebron te kiezen, op voorwaarde dat dit tegen een aanvaardbare kostprijs gebeurt. Wij vinden dat de energievoorziening moet bestaan uit een gezonde mix van alle fossiele brandstoffen - aardgas, steenkool en stookolie - alsook van kernenergie en hernieuwbare energiebronnen.
De heer Decaluwe verklaarde daarover in de commissie dat binnen CD&V over dit probleem discussie bestaat. Als hij hier in de plenaire vergadering ondubbelzinnig wil verklaren dat dit voorstel van decreet zeker geen aanval is op de stookoliesector en dat stookolie, samen met andere fossiele brandstoffen, ook in de toekomst een volwaardige, onmisbare schakel zal zijn in onze energievoorziening, dan kan het VB dit voorstel van decreet goedkeuren. Het eenzijdig, onrealistisch en onbetaalbaar groener-dan-groenspelletje van sommige mensen van sp.a spelen wij echter niet mee. Laat dat duidelijk zijn! (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Decaluwe heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik dank de heer Roegiers voor zijn verslag. De volksvertegenwoordigers hier weten nu tenminste waarover het gaat. Ik wil uitdrukkelijk de heer Martens feliciteren omdat hij de initiatiefnemer en voortrekker van dit voorstel van decreet is. Hij had de pen vast. De heer Martens zal overigens graag horen dat hij groener dan Groen! is. Belangrijker is evenwel de vaststelling dat met dit voorstel een belangrijk luik van het regeerakkoord wordt gerealiseerd.
Zoals in de commissie geef ik grif toe dat de memorie van toelichting de zaken misschien wat te zwart-wit voorstelt. Als de stookoliesector vindt dat wij aardgas tegenover de boeman stookolie stellen, dan kan ik zeggen dat dit zeker niet onze bedoeling is. Wij willen zeker niet zeggen dat aardgas veel milieuvriendelijker is dan stookolie. Aan de hand van studies en nota's had ik de tekst willen nuanceren, maar een memorie van toelichting kan men niet amenderen. Het verslag van deze plenaire vergadering is evenwel minstens even belangrijk als die tekst.
Op het vlak van CO2-uitstoot scoort aardgas beter dan stookolie.
De vraag is wat men moet meerekenen.
Als men praat over rendement en uitstoot, is het type van ketel niet onbelangrijk. De sector zegt zelf dat er naargelang het soort ketel een verschillend rendement is. Door het ondersteuningsbeleid van de netbeheerders en de Vlaamse Regering en de fiscale maatregelen van de federale regering, halen condensatieketels op stookolie en aardgas een rendement van 96 percent. Dat is heel wat hoger dan het rendement van de klassieke lagetemperatuurketels, waar stookolie iets beter scoort dan aardgas, en van klassieke atmosferische ketels, waar aardgas wat minder scoort. Het type van ketel heeft dus een belangrijke impact.
Op 8 december 2006 heeft de Vlaamse Regering nog een initiatief genomen voor het onderhoud van koel- en stookinstallaties. Het gevolg zal zijn dat de slechtst renderende ketels op korte termijn verdwijnen, wat tot een daling van de broeikasemissies zal leiden. Zowel het gebruik van aardgas als van stookolie kan dus leiden tot rationeel energieverbruik. Ik heb de indruk dat het verschil tussen aardgas en stookolie op dit vlak kleiner en kleiner wordt.
Maar belangrijk is dat 95 percent van de Vlamingen tegen 2020 de keuze zal hebben tussen aardgas en stookolie. De keuzemogelijkheid wordt fors uitgebreid: dat is de essentie van dit voorstel van decreet.
De heer Roegiers heeft al verwezen naar het advies van de Raad van State. Mocht de Raad van State de hoorzittingen hebben beluisterd, dan zou hij zeker weten dat er geen probleem is over bevoegdheid omdat dit decreet wat tariefbepalingen betreft, een minimale impact heeft. Vandaar dat de Raad van State dan ook zegt dat de 250 euro perfect kan en dat het een Vlaamse bevoegdheid is.
CD&V zal dit decreet dus goedkeuren.
Heb ik het juist begrepen dat voor u stookolie ook in de toekomst een onmisbare schakel moet en zal zijn in de energievoorziening?
Als u de standpunten van CD&V goed hebt beluisterd, dan weet u dat we voor een energiemix zijn waar naast aardgas ook stookolie, kernenergie, windenergie - alle mogelijke vormen van energie - een plaats hebben.
Een zeer goed antwoord. Ik dank u daarvoor.
De heer Martens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, ik denk dat dit een historisch decreet is. We zijn in de commissie niet over één nacht ijs gegaan. We hebben hoorzittingen georganiseerd met de betrokken sectoren. We hebben de netbeheerders gehoord en zijn op een aantal van hun opmerkingen ingegaan.
We hebben de Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt op de hoorzitting uitgenodigd en de Raad van State om advies gevraagd om er zeker van te zijn dat we een maximaal tarief voor aansluiting op het aardgasnet konden vastleggen. Het voorstel van decreet dat vandaag voorligt, is weloverwogen, ruim bediscussieerd en positief.
Naar analogie met het decreet op de basismobiliteit, waardoor iedereen die in een bepaald type gebied woont in Vlaanderen eenzelfde opstaprecht krijgt op het openbaar vervoer, geven we elk gezin in woongebied in Vlaanderen het recht op aansluiting op het aardgasnet.
Vandaag vinden veel gezinnen het fundamenteel onrechtvaardig dat zij in een bepaald gebied in een bepaalde gemeente niet op het aardgasnet kunnen aansluiten, terwijl een vergelijkbare woning in eenzelfde gewestplanbestemming in een andere gemeente wel kan aansluiten. Met dit voorstel van decreet komen we tegemoet aan deze fundamentele onrechtvaardigheid.
We willen het probleem verhelpen door de dekkingsgraad van het aardgasnet stapsgewijs uit te breiden, tot een dekking in woongebied zonder landelijk karakter van 95 percent tegen 2015 en van 99 percent tegen 2020. We sluiten niet tot de laatste, ver afgelegen woning in de velden aan, omdat de kosten daardoor exuberant hoog zouden oplopen.
In alle woongebieden, dus ook in woongebieden met landelijk karakter, willen we in 2020 een dekkingsgraad van 95 percent realiseren, zodat tegen 2020 nagenoeg alle woningen in Vlaanderen een aardgasleiding voor de deur hebben liggen.
In het initieel voorgelegde voorstel van decreet was de doelstelling ambitieuzer, maar we hebben wel degelijk rekening gehouden met de opmerkingen van de netbeheerders. Volgens de berekeningen van de regulator zouden met deze aangepaste doelstelling de kosten beperkt blijven tot 1 tot 3 percent op de distributietarieven. Als men weet dat de distributietarieven maar een vierde uitmaken van de totale kost voor aardgas, betekent dat een kostenverhoging van minder dan 1 percent. Eigenlijk gaat het om een onzichtbaar effect op de prijzen die alle aardgasgebruikers in Vlaanderen betalen.
Het is niet voldoende om alleen de dekkingsgraad van het net uit te breiden, we moeten ook de aansluitkost beperken. Als de prijzen om aan te sluiten exuberant hoog zouden zijn, zou er van een bredere toegang tot het net de facto geen sprake zijn. Daarom hebben we in het voorstel van decreet de aansluitkost geplafonneerd op 250 euro per aansluiting.
De Raad van State heeft geoordeeld dat we onze bevoegdheden niet overschrijden en voldoen aan de voorwaarden die de Bijzondere Wet op de Hervorming van de Instellingen stelt om dergelijke tarieven als decreetgever te kunnen opleggen.
Collega's, met dit voorstel van decreet zullen we alle gezinnen in Vlaanderen de mogelijkheid bieden om voor aardgas te kiezen. Dat is uiteraard zeer belangrijk. Hoewel ook aardgas niet onuitputtelijk is en energiebesparing hoe dan ook de prioriteit moet blijven van ons beleid, is onze fractie er toch van overtuigd dat verwarmen op aardgas wel degelijk een aantal voordelen heeft. Een voordeel dat nog niet aan bod kwam, is het prijsvoordeel. Volgens de studie van Test-Aankoop is verwarmen op aardgas wel degelijk goedkoper dan verwarmen op stookolie en zeker dan verwarmen op steenkool.
De vorige sprekers gingen al uitvoerig in op het aspect van de milieuvriendelijkheid. Er is inderdaad nogal wat te doen over de bijdrage van aardgas en stookolie aan de klimaatbalans en de opwarming van de aarde. Volgens de mensen van de stookoliesector, die dat kunnen ondersteunen met een aantal wetenschappelijke studies die zij hebben besteld, is de bijdrage aan de klimaatopwarming van aardgas - als men de totale keten bekijkt van winning, over transport tot en met de verbranding -vergelijkbaar met verwarmen op stookolie. Daar zijn geen significant grote verschillen aanwezig.
Wel is het zo dat bij de verbranding van aardgas 17 tot 20 percent minder CO2 vrijkomt, wat alleszins een positieve bijdrage levert aan het realiseren van onze Kyotodoelstellingen. Ook staat het ontegensprekelijk vast dat het verbranden van aardgas in een gemiddelde verwarmingsinstallatie die we hier in Vlaanderen kennen, voor heel wat minder fijnstofuitstoot zorgt alsook voor minder uitstoot van zwaveldioxides.
Ik hoor het de vrienden van de stookoliesector graag zeggen dat er met de toepassing van de meest moderne technieken in de meest moderne ketels en met het gebruik van geoptimaliseerde stookolie, de stookolie plus die veertig keer minder zwavel bevat dan de normale stookolie die men op de markt levert, de verschillen qua verzuring en uitstoot van fijn stof helemaal weggewerkt kunnen worden. Laat het een uitdaging zijn voor de stookoliesector om effectief die verbeterde stookolie op de markt te brengen. Laat het een uitdaging zijn om de stookolie plus te veralgemenen op onze markt. Laat het een uitdaging zijn om die modernere brandertechnologie te veralgemenen in Vlaanderen. Laat de sector van de stookolieproducten die handschoen opnemen. Laat de sector aantonen dat hij met verbeterde technologie en met een verbeterde stookoliekwaliteit zich kan meten met de aardgassector.
We willen helemaal geen steen werpen naar de stookoliesector, we willen gewoon de mogelijkheid om aan te sluiten op het aardgasnet vergroten omwille van alle milieuvoordelen die dat vandaag nog altijd heeft. Een ontegensprekelijk milieuvoordeel is het risico op bodemverontreiniging. Niet minder dan 3,5 percent van de 450.000 stookolietanks die in Vlaanderen in de grond zitten, lekt, en dat zorgt voor heel wat sociale drama's. Als we meer mensen kunnen overtuigen om te verwarmen met aardgas in plaats van stookolie, dan kunnen we dergelijke drama's in de toekomst vermijden. Voor ons is dat een voldoende reden om de honderden gezinnen die vandaag op een aansluiting op het aardgasnet zitten te wachten, niet langer in de kou te laten staan. Wij willen met dit voorstel van decreet hen de toegang garanderen op een relatief schone en betaalbare vorm van energie. (Applaus)
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, zeker naar aanleiding van de impliciete bevoegdheden conform artikel 10 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen, pleit dit voorstel van decreet voor een volledige regionalisering van het energiebeleid in al zijn onderdelen, namelijk productie, transport, distributie en verkoop. Mevrouw de voorzitter, u hebt een advies gevraagd aan de Raad van State. We hebben op twee van de drie onderdelen een heel duidelijk antwoord gekregen. Het wijst er andermaal op dat het energiebeleid, zoals een aantal andere dingen, perfect kan worden geregionaliseerd. Ik verwijs naar Tsjechië en Slovakije waar dergelijke domeinen allemaal geregionaliseerd zijn.
Een tweede punt is de toepassing van de zogenaamde impliciete bevoegdheden. Ik veronderstel niet dat er enig bezwaar zal zijn. Een van de vier voorwaarden waaraan moet worden voldaan, vermeld in artikel 10 van de bijzondere wet tot hervorming der instellingen, is: "De uitoefening van de impliciete bevoegdheid mag maar een marginale weerslag hebben op de federale bevoegdheid." Ik hoop dat het hele verhaal van het tarievenbeleid bij een volgende staatshervorming wordt meegenomen. Mijnheer de minister, u weet dat er voortdurend conflicten zijn, wat de consument helemaal niet ten goede komt, zoals bij de invoering van het weekendtarief. Dit is er de perfecte invulling van dat deze impliciete bevoegdheid een expliciete bevoegdheid moet worden, zeker wat de tarieven betreft.
De heer Martens, die - ere wie ere toekomt - samen met de heer Decaluwe de grote bezieler was van dit voorstel, heeft gewezen op de basismobiliteit. Van de minister van Mobiliteit hebben we ondertussen begrepen dat die basismobiliteit niet voor 100 percent zal worden ingevoerd. Mevrouw de voorzitter, u bent gevoelig voor de kwaliteit van het decreetgevend werk. De hoorzittingen die we hebben georganiseerd met de sector - dus zowel de zuivere als de gemengde intercommunales, maar ook de VREG - hebben ons geleerd dat we die 100 percent die we in ons wilde enthousiasme hadden opgenomen, moesten verlaten. De sector was daarover duidelijk: dat zou onbetaalbaar worden.
Zelf ken ik het Limburgse voorbeeld het beste. Ik ben zes jaar lang voorzitter geweest van een gasintercommunale. Die is drie jaar bestuurd geweest met Electrabel als grote aandeelhouder. Daarna is het een zuivere intercommunale geworden. De gemengde intercommunale met Electrabel heeft op 30 jaar tijd in Limburg, dat, als we Hasselt en Genk buiten beschouwing laten, bij uitstek een landelijke provincie is, 4000 kilometer lagedrukleiding aangelegd. Toen ze een zuivere intercommunale werd, als Pligas, een intercommunale dus in zijn meest zuivere vorm, slaagde ze erin op vijf jaar tijd 3500 kilometer bijkomende lagedrukleidingen aan te leggen. Dat wijst erop dat die gemengde intercommunales, die destijds Electrabel als hoofdaandeelhouder hadden, niet zozeer het belang van de consument vooropstelden, maar vooral dat van de aandeelhouders van Electrabel. Dit voorstel van decreet biedt daar deels een antwoord op.
Met dit voorstel is ook bewezen dat het parlement beter decreetgevend werk kan leveren. Dit heeft inderdaad vrij lang geduurd. Het heeft een jaar geduurd voor dit voorstel hier is beland en vandaag hopelijk zal worden goedgekeurd. Het voorstel ging oorspronkelijk uit van de meerderheidspartijen. We hebben een aantal hoorzittingen georganiseerd. We hebben goed geluisterd naar de sector, maar natuurlijk ook naar de VREG. We hebben een aantal aanpassingen gedaan aan het voorstel. We hebben ook zeer goed geluisterd naar wat de regering ons heeft gezegd. Dat is niet altijd zo, mijnheer de minister. Ik zie u glimlachen. We hebben dus aanpassingen gedaan. De 100 percent die we in ons wild enthousiasme hadden opgenomen, hebben we verlaten. De regering is ons in dit geval en in andere gevallen zeer behulpzaam geweest. Het voorstel is opgesteld als resultaat van een opbouwende dialoog tussen de regering en het Vlaams Parlement. We zijn ervan overtuigd dat het een goede zaak zal zijn voor de consumenten.
De heer Decaluwe ging al in op de kwestie van de stookolie. Ook de heer Huybrechts sprak er over. We hebben allemaal wel die brief van Informazout gekregen. Misschien is die tijdens de debatten te weinig aan bod gekomen. Informazout haalt vier elementen aan die erop wijzen dat de werkelijkheid iets genuanceerder is. Ik herinner me dat Test-Aankoop ooit eens stookolie en aardgas heeft vergeleken. Wat aardgas betreft, was het niet voor alle elementen rozengeur en maneschijn. Dat kan niet worden ontkend. Informazout wijst erop dat het milieuprofiel van stookolie vergelijkbaar is met dat van aardgas, en in sommige omstandigheden zelfs beter. Ook heeft stookolie een uitstekend veiligheidsprofiel. Aardgas heeft dat niet altijd. Als lokaal mandataris stuit ik soms wel eens op tegenstand wat dat betreft. Soms zeggen mensen me dat ze geen aardgas willen in de straat, omdat ze bang zijn dat alles ontploft.
Misschien zal ik de heer Huybrechts geruststellen, als ik zeg dat stookolie uiteraard onmisbaar is in een strategische energiemix. Iedereen kan het daar wel mee eens zijn. De ene zegt het misschien wat extremer dan de andere.
Informazout wees op nog een ander heel belangrijk feit, dat ik niet zo duidelijk heb gehoord in deze discussie. Stookolie biedt beloftevolle toekomstperspectieven als drager van biobrandstoffen. Dat is natuurlijk ook een element, gezien de huidige ontwikkelingen inzake biobrandstoffen.
Vanuit dat perspectief meen ik te mogen stellen dat we samen met de regering goed decreetgevend werk hebben geleverd. Uiteraard staat de N-VA ten volle achter dit voorstel van decreet. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, het standpunt van de Vlaamse Regering was al meegedeeld in de commissie. Ik feliciteer de initiatiefnemers. Dit is een uitvoering van wat in het regeerakkoord staat. Niet alleen de aansluitbaarheidsgraad maar ook de aansluitingsgraad wordt verhoogd. Het is heel belangrijk dat er op een ambitieuze maar ook realistische wijze is gewerkt. Ik ben ook zeer verheugd dat de amendementen die door de regering zijn ingediend, zijn aangenomen.
Met dit voorstel van decreet wordt de Vlaamse Regering gemachtigd voor twee dingen: het bepalen van de aansluitbaarheidsgraad voor andere dan woongebieden en het regelen in het technisch reglement van de terbeschikkingstelling van de gegevens over de aansluitbaarheidsgraad. Met betrekking tot de eerste machtiging moeten we nagaan hoe snel de uitbreiding van het aardgasnet in woongebieden met en zonder landelijk karakter gebeurt. Voor de tweede machtiging zullen we in overleg met de VREG nagaan hoe we verder gebruik kunnen maken van de mogelijkheden die ons met dit voorstel van decreet worden gegeven.
Dit is puik werk, waarvoor ik iedereen die ertoe heeft bijgedragen, feliciteer. (Applaus)
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet.
De door de commissie aangenomen tekst wordt als basis voor de bespreking genomen. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2005-2006, nr. 477/6).
De artikelen 1 tot en met 5 worden zonder opmerkingen aangenomen.Er is een amendement op artikel 6. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2005-2006, nr. 477/8)
De stemmingen over het amendement en het artikel worden aangehouden.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.