Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, de algemene bespreking is geopend.
Mevrouw Eeckhout, verslaggever, heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, heren ministers, geachte collega's, in het verleden is meer dan eens gebleken dat de verhouding tussen de regering enerzijds en de verzelfstandigde privaatrechtelijke vennootschappen die taken vervullen van algemeen belang anderzijds, niet altijd evident is.
Verzelfstandiging houdt inderdaad niet in dat de vennootschap zich kan onttrekken aan de regels van behoorlijk ondernemingsbestuur en evenmin aan de controle van de overheid. Ook die overheid moet zich echter houden aan de rechtsregels van toepassing op privaatrechterlijke vennootschappen.
Dit ontwerp van decreet beantwoordt enerzijds aan de noodzaak van een behoorlijk bestuur en anderzijds aan de noodzaak om eventuele wantoestanden krachtdadig recht te zetten. Het eerste element wordt geregeld via aanpassing van de samenwerkingsovereenkomst tussen de regering en de investeringsmaatschappij. De operationele doelstellingen worden objectief en meetbaar vastgelegd. Dit verbetert ongetwijfeld de efficiënte werking van de investeringsmaatschappij en verstevigt ook de mogelijkheid van controle, niet alleen door de regering, maar ook door het parlement. Het moet ook bijdragen tot een verhoogde transparantie. De informatie- en rapporteringsplicht van de investeringsmaatschappij verloopt ook op basis van beleids- en beheersrelevante indicatoren. De Vlaamse Regering bepaalt wat wordt gemeten en waarover verslag moet worden uitgebracht. Positief is zeker ook dat er nu voorafgaande controle zal zijn op de regels van behoorlijk bestuur zodat niet langer slechts achteraf kan worden vastgesteld dat er wegens gebrek aan het volgen van de regels van corporate governance problemen zijn ontstaan. De regering keurt immers de samenwerkingsovereenkomst pas goed nadat de investeringsmaatschappij heeft aangetoond dat ze zal opereren volgens de regels van de kunst.
De investeringsmaatschappij moet a priori bewijzen dat ze corporate governance zal toepassen door de werking en de procedures aantoonbaar af te stemmen op de principes van de Belgische corporategovernancecode en op de principes van de door de Vlaamse Regering aangewezen internationale aanbevelingen op dat vlak. Eveneens door het opstellen van een interne-auditcharter en/of een deontologische code.
Via de invoering van een nieuw model van de regeringsafgevaardigde als toezichthouder, kan de regering ook ingrijpen in het beheer van een investeringsmaatschappij. Dat eventueel ingrijpen in het beheer, kan uiteraard enkel in uitzonderlijke gevallen, bijvoorbeeld wanneer er duidelijk sprake is van wanpraktijken waartegen de geijkte organen niet of onvoldoende optreden of wanneer de organen zelf bij het wanbeheer zouden betrokken zijn. Concreet houdt het nieuwe model van de regeringsafgevaardigde in dat het de schorsingsbevoegdheid uit de oude regeling verliest omdat dit in het verleden te veel problemen veroorzaakte in de zakelijke relaties tussen de investeringsmaatschappij en privéondernemingen. In de nieuwe regeling blijft de regeringsafgevaardigde toezicht houden op de handelingen van de raad van bestuur en het management. Hij toetst deze aan het recht, de statuten en de samenwerkingsovereenkomst. Hij voert dus vooral een legistieke controle uit, geen opportuniteitscontrole.
Verder voorziet het ontwerp van decreet in een uitzonderingsprocedure wanneer de Vlaamse Regering geconfronteerd wordt met onaanvaardbare feiten. De Vlaamse Regering kan de raad van bestuur verplichten te beraadslagen en een uitspraak te doen. De Vlaamse Regering kan eveneens de termijn waarbinnen die beraadslaging moet gebeuren, bepalen. Als er binnen de gestelde termijn geen beslissing wordt genomen of als de Vlaamse Regering niet akkoord kan gaan met die beslissing, kan de Vlaamse Regering optreden door het Vlaams Parlement hiervan in kennis te stellen. De Vlaamse Regering kan zich in de plaats stellen van de investeringsmaatschappij waarbij ze de regeringsafgevaardigde of iemand anders een bijzonder mandaat kan geven. De Vlaamse Regering kan beslissen de investeringsmaatschappij gedurende een bepaalde termijn afhankelijk te maken van een voorafgaand advies, een instemming van de Vlaamse Regering of haar vertegenwoordiger of een andere instantie. Het dient echter nogmaals benadrukt te worden dat dit echt een uitzonderingsprocedure is. Anderzijds wordt de regeringsafgevaardigde ook de vertrouwenspersoon van het personeel van de investeringsmaatschappij, meer bepaald om eventuele bezorgdheden te uiten over mogelijke onregelmatigheden inzake financiële rapportering of andere aangelegenheden. De regeringsafgevaardigde is decretaal verplicht de identiteit van het personeelslid geheim te houden. Hij gaat na of de melding gegrond is en als dat het geval is, formuleert hij aanbevelingen aan de raad van bestuur om op te treden of bij te sturen.
Dat kan niet leiden tot enige maatregel in hoofde van het betrokken personeelslid. Op advies van de Raad van State wordt een opsomming gegeven van alle mogelijke straffen die niet kunnen worden opgelegd aan de klokkenluider. Op die manier vormt dit decreet ook een afdoende bescherming voor een klokkenluider.
Tot slot bevat het decreet enkele bijzondere bepalingen betreffende Gimvindus en de Vlaamse Milieuholding. Beide vallen niet onder dit specifieke decreet, omdat al vroeger decretale controlemechanismen aanwezig waren. De minister besluit dat het voorliggende ontwerp van decreet de aanzet vormt om de regels van deugdelijk bestuur toe te passen in de werking van de Vlaamse investeringsmaatschappijen.
Als verslaggever wens ik het Vlaams Parlement er attent op te maken dat in de tekst van het ontwerp van decreet nog een taalkundige correctie dient te gebeuren. In artikel 8 moet het laatste woord 'onderworpen' geschrapt worden. Dat is terug te vinden op bladzijde 40 van het stuk, maar het is enkel de bedoeling om de tekst identiek te maken aan artikel 5.
Tijdens de algemene bespreking werd de vraag gesteld of het ontwerp van decreet eveneens van toepassing zal zijn voor alle PPS-constructies waarin de investeringsmaatschappijen een rol zullen spelen, zoals het Agentschap voor Investeringen in het Onderwijs voor de schoolgebouwen en VIA-Invest voor openbare werken en missing links. De minister antwoordde dat de PPS-constructies waarin een investeringsmaatschappij zelf of een dochtervennootschap van de investeringsmaatschappij participeert, eveneens onder dit ontwerp van decreet vallen. De Vlaamse Regering kan een investeringsmaatschappij wel vrijstellen van deze verplichting tot het nastreven van corporate governance.
Er ontspon zich binnen de commissie een discussie over de vraag of alle PPS-constructies vallen onder een dochtervennootschap van de investeringsmaatschappij of onder een investeringsmaatschappij zelf, en dus al dan niet onder dit ontwerp van decreet vallen. De minister streeft ernaar corporate governance toe te passen voor alle PPS-constructies. Wat zonder meer het geval zal zijn voor alle constructies waarin de PMV of de LRM participeren.
De vrijstelling is vooral van toepassing voor Gimvindus, de GIMV en de Vlaamse Milieuholding, omdat zij afzonderlijke decretale regelingen uit het verleden hebben die de toepassing van corporate governance regelen.
Groen! bekloeg zich over het gebrek aan een regeling voor de controle door en de verslaggeving aan het Vlaams Parlement. De minister antwoordde dat elke investeringsmaatschappij jaarlijks, meestal naar aanleiding van de voorstelling van het jaarrapport, verslag uitbrengt in het Vlaams Parlement, met de mogelijkheid tot vraagstelling. Corporate governance krijgt bovendien bijzonder veel aandacht in het jaarverslag van de PMV, de LRM en de GIMV.
Verder werden vragen gesteld over de bestuursverantwoordelijkheid en de rol van de regeringscommissaris en deze van de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement.
Het ontwerp van decreet is voornamelijk gericht op de PMV en de LRM. Er werd gepolst naar de vigerende regeling binnen de GIMV en Gimvindus. Meer details hierover zijn te vinden in het schriftelijk verslag.
De SERV staat heel positief ten opzichte van dit ontwerp van decreet. De minister heeft de algemene bespreking afgerond door te stellen dat door dit ontwerp van decreet vorm wordt gegeven aan een nieuwe manier van omgaan tussen de Vlaamse Regering, het Vlaams Parlement en de investeringsmaatschappijen.
Samen met de andere leden van de commissie kan ik niets anders dan het ontwerp van decreet, dat aanzet tot beter bestuurlijk beleid, toejuichen. Vandaar dat de commissie geen verdere opmerkingen formuleerde en het ontwerp van decreet eenparig goedkeurde.(Applaus)
De heer De Reuse heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik wil de verslaggever feliciteren met het uitgebreide en correcte verslag. De zaak werd vrij grondig uitgepraat in de commissie en het ontwerp van decreet werd daar eenparig goedgekeurd.
Mijnheer de minister, ik heb toch nog een vraag in verband met de dochtervennootschappen. Mevrouw Eeckhout, u hebt perfect weergegeven wat in de commissie is gebeurd, maar bij het nalezen van een aantal zaken rijst toch nog een vraag.
Artikel 7quater zegt dat artikel 7 en 7bis van overeenkomstige toepassing zijn op de dochtervennootschap van de investeringsmaatschappijen voor zover de investeringsmaatschappijen in het bezit zijn van de meerderheid van de stemrechten verbonden aan het totaal van de aandelen van de betrokken vennootschap, de dochtervennootschap dus. Op een vraag in de commissie hebt u echter geantwoord dat alle constructies waarin de PMV participeert, onder deze voorwaarden vallen. Ik denk dat u in uw antwoord iets te ver gaat. Er moet mijns inziens telkens nog nagegaan worden of de voorwaarden van artikel 7, paragraaf 1 van toepassing zijn en dan zal dit ontwerp van decreet van toepassing zijn. Als dat niet het geval is, en dat kunnen we niet voorspellen, zal het ontwerp van decreet niet van toepassing zijn. Ik wil hier graag uw reactie op horen.
De heer Peumans heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, wij juichen dit ontwerp van decreet toe. Ik heb niet het hele debat in de commissie kunnen volgen, maar mevrouw Eeckhout heeft heel duidelijk weergegeven waar de discussie over ging. Het viel me op dat er geen fundamentele discussie is geweest in de commissie over de inhoud en de geest van het ontwerp van decreet.
Wij juichen bijzonder toe dat dit ontwerp van decreet bijdraagt tot de verdere transparantie van de investeringsmaatschappijen PMV en LRM, maar ook van de dochtermaatschappijen. Er is het element van de regeringsafgevaardigde, die vroeger regeringscommissaris genoemd werd. Het logische gevolg daarvan is dat de zakelijke relatie tussen de investeringsmaatschappijen en de privéondernemingen een andere aanpak vereist.
Nog een goede ontwikkeling in dit ontwerp van decreet is de bescherming van de zogenaamde klokkenluiders. Het bepaalt heel duidelijk dat mensen zich in vertrouwen tot de regeringsafgevaardigde kunnen wenden in een relatie van transparantie. Daarom vinden we dit ontwerp een zeer goede ontwikkeling ten aanzien van de twee investeringsmaatschappijen.
Minister Van Mechelen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, op mijn beurt dank ik de verslaggeefster die exact de discussie in de commissie heeft weergegeven.
Mijnheer De Reuse, in het verslag op bladzijde 7, waaruit u citeert, staat nog meer, namelijk: "De private partner is wettelijk verplicht zich aan de code-Lippens en de code-Buysse te houden." Dat wil zeggen dat wanneer de PMV de meerderheid van de aandelen heeft, wij erover waken dat de principes van corporate governance worden geïmplementeerd. Wanneer een private vennootschap de meerderheid van de aandelen heeft, komt het aan die vennootschap toe zich aan de code-Lippens en de code-Buysse te houden. Vanzelfsprekend zal de PMV ook in haar attitude daarover waken, wat uitdrukkelijk in het jaarverslag staat, zelfs bij een minderheidsparticipatie. Op deze wijze is een nieuwe dochtermaatschappij waarin de PMV de minderheid heeft, ook op haar beurt onderworpen aan de code-Lippens en de code-Buysse en de spelregels van corporate governance.
Mijnheer Peumans, het is inderdaad belangrijk dat we het statuut van de klokkenluider decretaal hebben geregeld en aangepast aan de opmerkingen van de Raad van State waardoor zijn positie in het kader van de transparantie wordt versterkt. Zo kunnen gebeurtenissen uit het verleden in de toekomst voorkomen worden.
Mijnheer de minister, waarom regelt men het niet decretaal dat ook bij een minderheidaandeelhouderschap van de PMV dat geregeld is? Dat is een bron van recht. Het lijkt me nuttiger om dat specifiek in het decreet in te schrijven.
Het is de bedoeling. Dat lees ik, en ik maak het ook op uit uw antwoord. Er wordt echter geklaagd over de kwaliteit van de wetgeving. Dit is dus misschien aangewezen. Ik wil zelf wel een amendementje opstellen, maar ik wil u ook toelaten dat zelf te verbeteren.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter: Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet. (Zie Parl. St. Vl. Parl. 2005-2006, nr. 933/1).
De artikelen 1 tot en met 7 worden zonder opmerkingen aangenomen.
Op artikel 8 was er een technische correctie. Is iedereen het daarmee eens? (Instemming)
Het aldus gecorrigeerde artikel 8 wordt zonder verdere opmerkingen aangenomen.Artikel 9 wordt zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.