Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, geachte collega's, we waren allen getuige van de wilde staking bij De Lijn in Destelbergen, die gedurende een week een flink deel van het openbaar vervoer in de streek heeft lamgelegd. Gisteravond heeft de sociale bemiddelaar de staking kunnen beëindigen, maar mijn vraag was toen al ingediend. Het is niet mijn bedoeling om op de grond van de staking terug te komen. Toch wil ik opmerken dat als een directie van De Lijn een advies geeft over een ambtenaar, dit wel gefundeerd zal zijn.
Ik wil het wel hebben over het basisrecht op mobiliteit waarop heel wat werknemers en leerlingen die week geen beroep hebben kunnen doen. Voor dat recht vechten we al sinds de vorige regering en de minster is er een groot voorstander van. Veel mensen maken intussen gebruik van het openbaar vervoer. Maar vorige week moesten bedrijven zoals Sidmar zelf vervoer organiseren en moesten bepaalde scholen hun deuren sluiten omdat er geen leerlingen aanwezig waren. Waar leggen we dan de grens? Ik wil het stakingsrecht niet in vraag stellen want dat is een verdragsrechtelijk recht. Maar waar komt de botsing met het andere recht, het recht op basismobiliteit, dat een middel is om andere doelstellingen te bereiken zoals het recht op arbeid en het recht op onderwijs?
Ik pleit namens mijn fractie voor een beperkte basisinvulling waar men, naar analogie met de verpleegsector, zorgt voor een gegarandeerde minimumdienstverlening in de publieke sector.
Daarom, mevrouw de minister, heb ik een aantal vragen. Gisteren is er beslist om van Destelbergen een soort afgescheurde regio te maken. Is het niet uw bevoegdheid om regio's op te splitsen?
Als er in de toekomst nog wilde stakingsacties plaatsvinden, hoe gaat u daar dan op reageren? Acht u het wenselijk om in een minimale dienstverlening te voorzien? Of acht u het wenselijk om nog verder lijnen uit te besteden aan de privésector, wat geopperd werd door het directiecomité van De Lijn?
Minister Van Brempt heeft het woord.
Samen met vele anderen in dit parlement betreur ik de acties van de afgelopen dagen en het feit dat vele reizigers de dupe waren van een conflict rond één persoon.
Ik ben blij dat er gisteren een akkoord bereikt is tussen vakbonden en directie onder impuls van de sociale bemiddelaar.
U verwijst naar het decreet Basismobiliteit en het recht op basismobiliteit. Het decreet Basismobiliteit en de rechten die daarin vervat zijn, zijn verbonden met een normale exploitatieomgeving. Dat betekent dat acties zoals stakingen, die buiten de wil om van de directie gebeuren, geen aanleiding geven tot het afdwingen van de rechten in het decreet Basismobiliteit. Er is geen rechtsbasis om verdere acties te ondernemen.
U stelt een vraag over een minimale dienstverlening. Dat betekent dat men personen moet kunnen opvorderen tijdens een staking. Voor alle duidelijkheid: staken is een basisrecht en laten we dat ook zo houden want het is een belangrijke pijler van de sociale vrede, ook binnen De Lijn, waar de overlegplatforms in het algemeen goed functioneren.
Er is natuurlijk een federale wetgeving, een koninklijk besluit uit 1950, waarop bijvoorbeeld werkgevers een beroep kunnen doen om te vragen dat er een dienstverlening op poten wordt gesteld. Die vraag werd echter niet gesteld en moet ook aan de federale minister van Werk worden gesteld.
Toen de wetgeving werd opgesteld, werd ook nagegaan wat de vitale behoeften binnen bepaalde sectoren zijn. Maar binnen de sector transport en mobiliteit werden die nooit gedefinieerd. Als we dat zouden willen, is het aan het paritair comité om zich daarover te buigen.
Ik ben geen vragende partij om die weg te bewandelen. Ik zou de komende weken - want we staan ook voor nieuwe onderhandelingen in het kader van een cao binnen De Lijn - veeleer willen nagaan hoe we de sociale vrede beter kunnen verankeren en afdwingen binnen De Lijn. Die weg zal ik de komende maanden volgen, samen met de directie en de vakbonden.
Mevrouw De Ridder, de afzonderlijke stelplaats Destelbergen past binnen het beleid dat De Lijn ontwikkelt inzake nieuwe wegen voor de exploitatie. Er wordt een hele beleidslijn, die al gepland was, ontwikkeld en dat punt wordt nu al uitgevoerd, zodat voor die stelplaats een regiomanager wordt aangesteld. Ik heb daar geen problemen mee, omdat de nieuwe wegen naar exploitatie een nieuwe beleidslijn vormen die mijn steun geniet.
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vind het wel jammer dat u zich niet uitspreekt voor de mogelijkheid om mensen op te vorderen en een minimale dienstverlening mogelijk te maken. In tal van andere sectoren zien we dat dat wel mogelijk is. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de zorgsector.
Ik noteer dat een aantal zaken federaal verder onderzocht en gevraagd worden. De VLD-fractie heeft in het federale parlement een voorstel in die zin ingediend. Ik denk dat het debat daar op gang getrokken moet worden.
Het incident is gesloten.