Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tavernier heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, leden van de regering, dames en heren, deze week loopt er in scholen een actie met bekende feministen in het kader van een programma van RoSa 'Eerste Hulp bij feministes'. Blijkbaar heeft RoSa, het studiecentrum voor feministen, een aantal bekende Vlamingen aangeschreven om zich te outen als feminist en brengt het deze mensen voor de klas. Uiteindelijk is men erin geslaagd om er elf te vinden waarvan zeven politici. Van die zeven waren er zes sp.a'ers. Van de elf personen zijn er vier mannen waarvan drie politici, allemaal sp.a'ers. De selectie is blijkbaar onafhankelijk gebeurd door een stagiair, en blijkbaar hebben enkel die personen geantwoord op de vraag of ze wilden deelnemen.
Als mensen worden aangeschreven, dan kan ik me best voorstellen dat men terechtkomt bij Steve Stevaert en Patrick Janssens. Ik kan me ook voorstellen dat men dit niet vraagt aan de heer Dewinter, gezien het programma van zijn partij. Waarom echter de heren Van Rompuy of Vermeiren niet worden aangesproken, kan er bij mij niet in. Het is uiteraard zo dat de verdiensten voor het feminisme van de heren Janssens en Stevaert buiten kijf staan. Herinner u de actie met de socialistische babes die een zeer hoog feministisch gehalte had. Het is dan ook duidelijk dat dergelijke mensen absoluut voor de klassen moeten worden gebracht.
Vragen over de selectie moeten eerder aan minister Van Brempt worden gesteld, die RoSa als studiecentrum subsidieert. Trouwens, de minister is uiteraard ook bij de bekende feministen. Ik wil mijn vraag echter richten tot de heer Vandenbroucke, minister van Onderwijs. Het is goed dat er in het onderwijs aan politieke en maatschappelijke vorming wordt gedaan. Het thema feminisme moet er dan ook aan bod komen. Volgens mij wordt in het onderwijs echter ook gestreefd naar een actief pluralisme en moeten er op zijn minst meerdere politieke opinies aan bod komen. Dat is trouwens de lijn die algemeen wordt gevolgd door het kabinet, het departement Onderwijs en de Commissie voor Zorgvuldig Bestuur. In dit geval kan er op zijn minst worden gesproken van enige eenzijdigheid.
Mijnheer de minister, was uw kabinet en departement betrokken bij de organisatie? Was u ervan op de hoogte? Hebt u deze actie ondersteund? Wat zijn de algemene richtlijnen en gedragscodes met betrekking tot politieke en maatschappelijke activiteiten in scholen? Ik ga niet zover om te vragen naar uw mening over de eenzijdigheid van deze actie. (Applaus)
Minister Vandenbroucke heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, geachte collega's, ik was een beetje verrast door de vraag. Het is immers vanzelfsprekend dat het departement Onderwijs die gastlessen niet organiseert. Het antwoord ligt dus voor de hand. 'Er zijn geen domme vragen' is een belangrijk pedagogisch principe. Ik heb de administratie dus contact laten opnemen met RoSa om toch iets te kunnen antwoorden.
RoSa zegt dat het een honderdtal e-mails heeft verstuurd naar BV's: schrijvers, politici, stand-upcomedians, enzovoort. Een aantal heeft geantwoord. Die laatsten zijn door de heer Tavernier aangeschreven. Er waren blijkbaar nogal wat mensen van sp.a bij. Dat siert die partij, maar dat is geheel terzijde.
RoSa heeft me gezegd dat naast sp.a ook andere politieke partijen zijn aangeschreven. Hun lijst is niet bekendgemaakt. Eerlijk gezegd, heb ik daar niets mee te maken. Eigenlijk heeft de heer Tavernier zelf al het antwoord gegeven. Als iemand een klacht heeft over een eventuele overtreding van decretale bepalingen met betrekking tot politieke activiteiten in scholen, dan moet men zich wenden tot de Commissie voor Zorgvuldig Bestuur. Die commissie oordeelt daarover, en niet de minister. Ik kan dus alleen maar de heer Tavernier naar die commissie verwijzen. (Applaus bij de meerderheid)
Ik zou eventueel kunnen genoegen nemen met het antwoord van de minister als het zou gaan over één activiteit in één school. Het gaat echter over een activiteit georganiseerd door een door de Vlaamse overheid gesubsidieerde instelling, en meerdere scholen zijn erbij betrokken. Het gaat niet zomaar om één geval. De onderwijssector is er dus bij betrokken. Ik zou niet graag hebben dat deze praktijk in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen als voorbeeld dient voor andere initiatieven. Ik dring dus aan op de realisatie van een actief pluralisme.
De heer Tavernier blijft me verbazen. Het is niet omdat een activiteit meer dan één keer wordt georganiseerd, dat we plots een aanpak moeten verdedigen waarbij het staatsonderwijs wordt ingevoerd en de minister dat soort van activiteiten organiseert en controleert. De vrijheid van onderwijs en van onderwijsverstrekkers impliceert dat talloze activiteiten door derden worden aangeboden. Scholen hebben de vrijheid daarop in te spelen of niet. De Commissie voor Zorgvuldig Bestuur waakt over een en ander. Men moet me dus niet komen vragen om de talloze activiteiten in de scholen te screenen op respect voor politiek-maatschappelijke evenwichten. Als dat zou gebeuren, dan zijn we ver van huis. Als u daarover klachten hebt en belanghebbende bent, kunt u zich wenden tot de Commissie voor Zorgvuldig Bestuur.
Ik denk dat de minister hoe dan ook moet toegeven dat in dit geval van eenzijdigheid sprake is.
Het incident is gesloten