Verslag plenaire vergadering
Verslag
Geachte collega's, zaterdag 12 november is Maurits Coppieters, eresenator en erevoorzitter van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap, op 85-jarige leeftijd overleden. Hij was een Waaslander, geboren in 1920 in Sint-Niklaas. In 1942 - op 22-jarige leeftijd - haalde hij een diploma van licentiaat in de Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Gent, specialisatie Middeleeuwen. In 1970 haalde hij nog het diploma van doctor in de rechten.
Zijn studiejaren aan de Gentse universiteit - in volle oorlogsperiode - hebben het wereldbeeld van Coppieters enorm verruimd. Hij kwam terecht in een pluralistische omgeving, een heuse openbaring voor iemand met zijn katholieke achtergrond. Zijn professoren gaven hem een open geest mee. Hij zette zich af tegen de Duitse propaganda. Vooral zijn engagement bij de scoutsbeweging en de filosofie van Baden Powell inzake jeugdwerk en samenspraak maakten hem immuun voor de collaboratie. Maurits was er trots op dat hij tijdens de oorlog werkweigeraar was geweest en dat hij op de Gestapolijst van gevaarlijke individuen heeft gestaan. Na de oorlog werd hij het gezicht van de Vlaamse katholieke scoutsbeweging in Vlaanderen.
Maurits begon zijn professionele loopbaan als studiemeester. Later werd hij leraar aan de Nijverheidsschool in Gent. Oud-leerlingen spreken nog steeds respectvol over zijn veeleisendheid. Hij was eveneens verbondsleider VVKS en voorzitter van de Jonge Gezinnenactie tot hij in 1956 algemeen voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging werd. In 1964 startte hij zijn politieke loopbaan als gemeenteraadslid voor de Volksunie in Sint-Amandsberg.
Tussen 1950 en 1965 was hij al één van de meest gevraagde sprekers in Vlaanderen. Hij gaf de mensen het perspectief van een nieuwe wereld. Hij sprak er voor een katholiek in die tijd erg vrijmoedige taal en formuleerde scherpe kritiek naar een conservatieve clerus. Maurits was de stem van 'de leek van de kerk'.
Maurits Coppieters was geen engdenkend katholiek. Hij voelde zich thuis bij pluralistische initiatieven. Hij hield ervan mensen van verschillende ideologieën te verenigen. Het was dat wat hem mee ertoe bewogen heeft de Vlaamse Beweging een nieuwe dynamiek te geven. Het meer traditionele flamingantisme had het niet altijd makkelijk met het vernieuwende Vlaming zijn dat Coppieters zo succesvol uitdroeg. Coppieters was dan ook iemand die steeds zegde wat hij meende dat moest gezegd worden. Hij hield niet erg van vendelzwaaien of van betogingen, hij wou realisaties.
Maurits was een voortrekker. Zo was hij één van de eersten die publiek opkwam voor amnestie vanuit een humanitair oogpunt, niet vanuit het goedspreken van collaboratie. Hij wilde daarmee de onrechtvaardigheden van de repressie, zoals hij ze zelf aanschouwd had, rechtzetten.
De teneur van zijn toespraak op de IJzerbedevaart van 1952 was er een van Vlaamse emancipatie als haalbare utopie. Ze zou in vervulling gaan door de levenskracht, creativiteit en intellectuele ambitie van de volgende generaties. De charismatische persoonlijkheid van Coppieters, zijn gedreven idealisme en bezielende toespraken hebben op velen een grensverleggende invloed gehad, ook en zeker binnen de politieke wereld.
Die wereld betrad hij in 1965, nadat hij was verkozen tot volksvertegenwoordiger. Van 1971 tot 1980 was hij senator en lid van de cultuurraad. In 1976 was hij derde ondervoorzitter van de Cultuurraad en van 1977 tot 1979 was hij voorzitter van de Cultuurraad. Van 1979 tot 1981 bekleedde hij ten slotte een mandaat als Europees parlementslid.
Na 1981 heeft hij geen politiek mandaat meer opgenomen. Van 1983 tot 1989 was hij wel nog actief als voorzitter van het Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking.
Op 20 mei 2000 hebben we Maurits hier in De Schelp gehuldigd voor zijn 80ste verjaardag - en natuurlijk ook voor zijn niet te schatten inzet en voor zijn betekenis voor zijn Vlaamse Cultuurraad in het bijzonder en voor Vlaanderen in het algemeen. We hebben hem toen eer betuigd als dank voor al zijn verwezenlijkingen bij de totstandkoming van dit huis.
Ik wil hier graag een aantal frappante hoofdstukken uit zijn politieke loopbaan toelichten.
Bij de oprichting van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap leverde Maurits als fractievoorzitter een bijzonder constructieve bijdrage tot de vormgeving van de huidige assemblee. Telkens weer zette hij zich af tegen het minimaliseren van de bevoegdheden van de Raad en pleitte hij voor een eerlijke toepassing van het Cultuurpact. Maurits werkte en zwoegde als een volbloed parlementslid om het belangstellingsterrein van de Raad te verruimen en om het parlement beter en efficiënter te laten werken.
Op het moment dat dit land nieuwe instellingen, kreeg nam hij de voorzittershamer van deze vergadering op. Terwijl zijn voorgangers Robert Vandekerckhove en Jan Bascour zich bij de jaarlijkse opening tot een sobere opsomming van de verdiensten van de Cultuurraad beperkten, ging Maurits een stap verder.
Als pas aangesteld voorzitter schreef hij een open brief naar eerste minister Leo Tindemans om de verzuchtingen van het Vlaamse onderwijs in Brussel aan te kaarten. Hij pleitte tevens onomwonden voor de splitsing van ontwikkelingssamenwerking en voor 'Voeren Vlaams'.
In zijn openingstoespraak zei hij ook nog - visionair toen en actueel nu 'dat de ontvoogding slechts werkelijkheid wordt door de erkenning van het pluralisme van de diverse levensbeschouwelijke en geestelijke stromingen.(…) Daarom moeten allen die in onze gemeenschap verantwoordelijkheid opnemen in de eerste plaats luisterbereid zijn (…) Een volksgemeenschap kan niet tot echte ontplooiing komen zonder de participatie van alle groepen - hoe klein ook - die door hun ideeën en engagement werken aan de kwaliteit van de samenleving.'
Maurits deed deze uitspraak zijn hele leven eer aan: niet alleen in deze vergadering en op dit niveau. Dag na dag, avond aan avond, werkte hij mee aan de kwaliteit van onze samenleving door toespraken, bezoeken, colloquia over heel Vlaanderen.
In 1976 drong hij er bij de rectoren van de Vlaamse universiteiten op aan om in 1977 een symposium te wijden aan Spinoza. Op 25 november 1977 had dat internationale colloquium ook effectief plaats, onder de titel 'De politieke filosofie van Spinoza'. Kunnen wij ons hic et nunc nog voorstellen dat de hedendaagse politici op dergelijke debatten aansturen? Maurits opende er het debat en stelde: 'Vlaanderen heeft meer dan ooit behoefte aan verdraagzaamheid en openheid. Kritische aandacht voor het politiek en maatschappelijk gebeuren, intellectuele eerlijkheid in het debat over de levensgrote filosofische en ideologische tegenstellingen die in onze gemeenschappen leven, tolerantie: dat zijn de hefbomen die evenzeer onze emancipatie schragen als tal van politieke projecten waarover wordt nagedacht.'
Coppieters was, samen met onder andere Frans Van der Elst, Hugo Schiltz, Maurits Van Haegendoren, Vic Anciaux en Frans Baert één van de grondleggers van de Volksunie die de partij destijds vanuit een nieuwe samenhorigheidsideologie op de politieke kaart heeft geplaatst. Met die partij heeft hij duidelijk mee belangrijke bouwstenen voor het huidige Vlaanderen aangebracht.
Op 12 januari 2001 kreeg hij de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap. Hij ontving die prijs voor zijn belangrijke verdiensten voor Vlaanderen.
Ik heb het genoegen gehad Maurits goed gekend te hebben, niet alleen als een gedreven, inspirerende en bezielde Vlaams-nationalist maar ook als een internationalist, als een doener en een denker vanuit de Vlaamse realiteit in een internationale wereld. Hij was ook een goede vriend.
Collega's, als we in dit parlement kunnen discussiëren over alle bevoegdheden die wij hier vandaag uitoefenen, met een grote impact op het dagelijkse leven voor iedereen in Vlaanderen, dan hebben wij dat in belangrijke mate mede aan Maurits Coppieters te danken.
Collega's, Paul Van Ostaijen verwoordde zijn diepe bekommernis om de medemens in zijn dichtbundel 'Het Sienjaal' als volgt: 'De anderen begrijpen, zo is de deemoed. Daartegenover hebben wij gezondigd. Mens tegen mens. Groep tegen groep.'
Samen met Maurits vond ik dit een prachtig leitmotiv voor ons gezamenlijke radicaal-democratisch project met dezelfde naam als Van Ostaijens dichtbundel. We hebben met het Sienjaal getracht politieke verstarring te doorbreken en ruimte te creëren voor nieuwe, frisse en progressieve ideeën. Samen met Coppieters dit project opzetten gaf mij grote voldoening, ook al hebben velen mij dit kwalijk genomen. Het was niettemin een inspirerende samenwerking met iemand met wie ik veel ideeën deelde. Naast de politicus leerde ik ook de warmte van de mens Maurits Coppieters kennen. Een verademing, een bewijs dat vriendschap over partijgrenzen heen mogelijk is. Zeldzaam, maar daarom des te waardevoller.
Collega's, laten wij ons Maurits Coppieters herinneren als een groot en groots, maar evenzeer deemoedig mens, een enthousiast politicus, die de ander altijd probeerde te begrijpen, altijd kritisch was maar nooit persoonlijk werd, een echte bruggenbouwer. Hij gaat de geschiedenis in als een gedreven Vlaams politicus, als beleidsmaker met het hart op de juiste plaats, als groot redenaar. Ik zal de mooie momenten die ik samen met mijn vriend Maurits - in en buiten de politiek - heb gedeeld, nooit vergeten.
Als blijk van medeleven, inzonderheid met zijn echtgenote en zijn familie, met zijn vrienden en geestesgenoten, als blijk van erkentelijkheid en respect vraag ik u allen een minuut stilte.
De Vlaamse volksvertegenwoordigers nemen een minuut stilte in acht.