Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Mijnheer de minister, sinds enkele weken is het jachtseizoen in Vlaanderen begonnen. Ik heb de indruk dat het niet alleen gevaarlijk is voor de konijnen, de hazen, de patrijzen en het andere wild van Vlaanderen om zich tijdens dit seizoen in het open veld of het bos te begeven, maar ook voor fietsers en wandelaars. Dat kan ik afleiden uit artikels die elk weekend in de krant verschijnen over incidenten tussen jagers en passanten en recreanten. In Stekene werden buurtbewoners bijvoorbeeld geraakt door een wolk neervallende hagel. Vorig weekend werd in Ninove een wielertoerist van zijn fiets geschoten.
Het ligt natuurlijk niet in mijn bedoeling deze feiten op te blazen en de jacht in het verdomhoekje te plaatsen. De meeste jagers zijn natuurliefhebbers die met de grootste omzichtigheid hun hobby beoefenen. Zij hebben, net als anderen, het recht om hun hobby te beoefenen.
Door de aard van hun sport - er zijn vuurwapens mee gemoeid - leggen de jagers de facto een claim op de open ruimte. Ik denk dat het jachtrecht moeilijk verzoenbaar is met het recht van anderen om te wandelen en te fietsen in de open ruimte.
We moeten uiteraard zorgen voor voldoende veiligheidsmaatregelen. Ik heb de jachtwetgeving eens nagelezen. Daarin staan verbazend weinig bepalingen over veiligheid. De meest concrete bepaling is het verbod om op minder dan 150 meter van een woning of gebouw te schieten in de richting van die woning of dat gebouw. Verder staat er niets in over de veiligheid en wordt gerekend op het gezond verstand van de bezitter van een jachtgeweer.
Ik denk dat dat niet genoeg is. De meeste jachtgebieden in Vlaanderen worden doorkruist door wandel- en fietspaden. Mijnheer de minister, wat moeten we doen? Er zijn 2 denksporen. Ofwel verstrengen we de regelgeving en nemen we meer veiligheidsaspecten op in het jachtdecreet, ofwel moeten we nadenken over de mogelijkheid om op bepaalde tijdstippen op bepaalde plaatsen - bijvoorbeeld op zondagmiddag als veel mensen gaan fietsen - de jacht verder te beperken of te verbieden. Mijnheer de minister, wat is uw standpunt? (Applaus bij sp.a-spirit)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik betreur uiteraard alle ongevallen die gebeurd zijn. Ik wil nogmaals onderstrepen dat we de problemen niet mogen opblazen. Met deze vraagstelling gebeurt dat misschien wel, maar mijn antwoord zal hopelijk zorgen voor het juiste kader.
Het is evident dat de jagerij een hobby is die met zeer grote voorzichtigheid moet worden beoefend. In de regelgeving zijn een aantal veiligheidsvoorwaarden opgenomen. Het gaat dan over een minimale afstand van 150 meter van de bewoning en een minimale terreinoppervlakte van 40 hectare.
Mijnheer Vandenbroucke, u vraagt of deze regelgeving volstaat. Ik denk dat de opleiding voor het toekennen van een jachtbrevet streng is en niet streng genoeg kan zijn, zeker als het gaat over veiligheid. Iedereen die in de jagerij omgaat met een vuurwapen weet heel goed dat het een gevaarlijk wapen is. Voor het gebruik ervan is de nodige kennis op het vlak van veiligheid vereist. De opleiding en de toekenning van een jachtbrevet moeten garanties bieden en alles in het werk stellen om de veiligheid te maximaliseren.
Naar aanleiding van een aantal accidenten zal ik met de verenigingen rond de tafel zitten. Ik ben een groot voorstander van convenants. We zullen nagaan in welke mate we de veiligheid kunnen verhogen. In een aantal ons omringende landen zijn bijvoorbeeld reflecterende banden ingevoerd. Op die manier kan de zichtbaarheid van de jagers vergroot worden.
Veiligheid is heel belangrijk. Ik zal binnenkort een initiatief nemen om, op basis van een convenant, bijkomende veiligheidsmaatregelen af te spreken met de jagersverenigingen. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister, ik kijk uit naar de resultaten van de rondetafelconferentie met de jagersverenigingen.
Het incident is gesloten.