Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister, u bent maandag in Antwerpen uw project 'managers voor diversiteit' komen voorstellen, waarvoor u 5 miljoen euro veil hebt in de begroting 2006. Gezien de actuele situatie, zowel in Frankrijk als helaas ook bij ons, lijkt dit me een volkomen verkeerd signaal. Ik denk niet dat we op dit moment een overheid nodig hebben die diversiteit en multicultuur predikt, maar wel een overheid die meer dan ooit een leidcultuur, inburgering en aanpassing van de migranten eist. U hebt in Antwerpen ook verklaard dat u geen Franse toestanden verwacht. U voegt daaraan toe dat het een verhaal is van sociale uitsluiting, van een aantal mensen die zeggen dat ze echt niets meer te verliezen hebben.
Blijkbaar werden uw uitspraken gehoord, want twee dagen later stellen we vast dat er brandstichtingen zijn geweest in Antwerpen-Noord, in Deurne, in Hoboken en in Borgerhout. Er werden zelfs een schoolbus en een vrachtwagen in brand gestoken. Ik meen te mogen zeggen, mijnheer de minister, dat u met dit soort uitspraken ongewild de relschoppers legitimeert en een reden geeft om actie te voeren. Wat zegt u namelijk uiteindelijk? 'Het is een verhaal van sociale uitsluiting, ze hebben niets meer te verliezen.' U zegt daarmee uiteindelijk: hoe meer brandbommen men gooit, hoe meer subsidies men krijgt. Dat is uw boodschap. (Rumoer)
Het is een verhaal van uitsluiting, het is een verhaal van racisme, het is een verhaal van discriminatie, het is een verhaal van ongelijke kansen, en dus is het niet meer dan normaal, is het logisch dat men grijpt naar dit soort van extreme middelen om zijn gelijk te halen, om zich kenbaar te maken.
We mogen de rellen in Frankrijk en de problemen bij ons niet op deze manier duiden. We hebben hier niet te maken met de verzetshelden van een of andere Europese intifada of met Arabische Robin Hoods, maar met ordinaire criminelen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Ik ken geen andere omschrijving voor mensen die auto's, schoolbussen en vrachtwagens in het midden van een woonwijk in brand steken.
De federale overheid moet het nodige doen. Recht en orde moeten worden hersteld, net zoals minister Sarkozy in Frankrijk probeert te doen. Desnoods moeten we naar artikel 23 van de nationaliteitenwetgeving durven grijpen. We moeten dit soort relschoppers de Belgische nationaliteit afnemen en terug naar hun landen van herkomst verwijzen.
Op Vlaams niveau moet de bevoegde minister een duidelijk signaal geven. Dit signaal mag niet worden herleid tot het knuffelen van de betrokken groep. De minister mag geen eieren onder deze groep leggen. In de media heeft hij verklaard dat het allemaal de schuld van racisme, van discriminatie en van sociale uitsluiting is. Hij moet een ander signaal geven en een stok achter de deur houden. Hij moet de betrokkenen oproepen om harder te werken en harder te studeren. Ze moeten beter hun best doen om onze taal te leren, om zich aan te passen en zich in te burgeren. Dit kunnen we niet bereiken door begrip voor deze incidenten op te brengen of ze als een gevolg van sociale uitsluiting te duiden. We moeten keihard tegen de relschoppers optreden. We moeten hen duidelijk maken dat er geen enkele legitimatie voor dit soort geweldplegingen en ordinaire criminele feiten is. Ik verwacht van de minister van Inburgering een krachtig signaal. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Keulen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik zal een genuanceerd antwoord geven. Gezien de problematiek en de spanningen waar we momenteel mee worden geconfronteerd, lijkt dit me op zijn plaats. Bovendien ben ik steeds van mening dat we bij het behandelen van dergelijke problemen een dubbel spoor bewandelen.
Ik heb het tijdens mijn werkbezoek aan Antwerpen, dat overigens al weken geleden was gepland, over de ordehandhaving gehad. De bescherming van have en goed raakt de fundamenten van onze samenleving. Dit is in de eerste plaats essentieel voor de meest kwetsbaren in de samenleving. De mensen die vandalenstreken begaan en auto's in brand steken, moeten worden aangepakt. We moeten hiertegen optreden.
Het andere spoor heeft de heer Dewinter in zijn vraagstelling niet vermeld. Hoewel dit spoor even essentieel is, ontbreekt het bij hem compleet. Ik heb het hier over de dialoog en over de sociale cohesie. Het streven naar een dialoog betekent dat we met elkaar in contact moeten treden en met elkaar moeten communiceren. De lokale verantwoordelijken, de mensen uit het buurtwerk en de integratiesector en de verantwoordelijken van de allochtone verenigingen moeten contact met de lokale gemeenschap zoeken.
Dit gebeurt reeds. Ik prijs de mensen die er zich mee bezighouden. Dit gebeurt trouwens al langer dan vandaag. Indien we op de spanningen hadden gewacht, waren we te laat geweest. Deze dialoog is een van de elementen waardoor ik verwacht dat er hier geen zware rellen zullen komen. Iedereen weet echter dat dergelijke vragen eigenlijk gewoonweg domme vragen zijn, want niemand kan er een sluitend antwoord op geven. Het gaat hier evenwel niet enkel om mijn wensdroom, ik heb de indruk dat veel mensen mijn aanvoelen delen.
De dialoog is en blijft zeer belangrijk. Mensen proberen bruggen naar elkaar te slaan en trachten contact met de lokale gemeenschappen te houden. Dat zit ons Vlamingen, autochtonen en allochtonen, ondertussen echt in de genen. We kunnen dat zeer goed.
Tegelijkertijd moeten we de sociale cohesie versterken. In de stad van de heer Dewinter levert iedere minister op dit vlak reeds inspanningen. Ik gebruik de sociale huisvesting hier even als voorbeeld. De Silvertoptorens vormen een hoogbouwcomplex waar 600 sociale appartementen in zijn ondergebracht. De renovatie van deze gebouwen is al 2 jaar aan de gang. Alle appartementen worden gemoderniseerd en zullen aan de hedendaagse comforteisen beantwoorden.
We beperken ons echter niet tot investeringen in stenen, we investeren eveneens in de leefbaarheid.
We willen een betere toegankelijkheid, ervoor zorgen dat er een warenhuis komt en dat het eilandgevoel wordt doorbroken. Er moeten niet alleen bewoners aanwezig zijn, maar er moeten ook mensen uit andere wijken langskomen. Er komt een opstapplaats voor het openbaar vervoer en groenvoorzieningen. Dat is heel belangrijk.
De inspanningen die minister Vandenbroucke levert op het vlak van werk en onderwijs moeten ook in ogenschouw worden genomen. Collega's, er wordt regelmatig gevraagd over welke begroting de minister van Inburgering beschikt, waarbij dan wordt opgemerkt dat in vergelijking met Nederland of andere landen het budget beperkt is. De middelen die minister Vandenbroucke inzet om de kansengroepen aan de actieve kant van de samenleving te krijgen - ik denk dan aan loopbaanoriëntatie door de VDAB en onthaalklassen in het onderwijs -, zijn gigantisch. Voor elke minister kunnen we een opsomming geven van de inspanningen.
Ondertussen beseffen de actoren in de maatschappij dat zij ook zelf een rol te vervullen hebben. Mijnheer Dewinter, onze allochtone medeburgers ervaren racisme en discriminatie. Dat is onloochenbaar. Daarvoor zijn de getuigenissen te duidelijk.
Vandaag is Voka bezig met het project Jobkanaal, om 6700 jobs beschikbaar te stellen voor de kansengroepen: 45-plussers, personen met een handicap of personen van allochtone herkomst. Vandaag worden slechts 1000 jobs ingevuld, want er is - ondanks de positieve ingesteldheid van de werkgevers - nog altijd een probleem op het vlak van taalvaardigheid en het beschikken over de nodige technische vaardigheden. Het is dus een oproep om ervoor te zorgen dat mensen genoeg geschoold zijn en over voldoende achtergrond beschikken.
Inburgering, met onder meer taalcursussen, is cruciaal. Toen ik pas minister van Inburgering was, zei de voorzitter van de Unie van Turkse Verenigingen me dat we één fout hebben gemaakt: de verplichting om Nederlands te leren, voor iedereen die hier permanent zal verblijven, komt 15 jaar te laat. Het is een goed initiatief dat we moeten doorzetten. Communicatie en dialoog zijn het begin van integratie. Het stelt mensen in staat te solliciteren en sociaal te functioneren, waardoor bijvoorbeeld oudercontacten kunnen worden gevolgd.
Het meest cruciale, wat voor velen tot nu toe nog te theoretisch was, zijn de investeringen in de cursussen maatschappelijke oriëntatie. Aan nieuwkomers die hier permanent zullen verblijven, onze taal niet spreken en geen werk hebben, maken we duidelijk wat de in Vlaanderen geldende basisregels zijn die voor iedereen gelden, niet enkel voor de nieuwkomers, maar ook voor de autochtonen. Het gaat dan over de rechtsstaat, maar ook over een aantal fundamentele waarden en normen zoals de gelijkheid van man en vrouw, de scheiding tussen kerk en staat en de vrijheid van meningsuiting. Hier kan niemand een uitzondering op maken op basis van overtuiging of geloof. Iedereen moet ze respecteren.
Mijnheer Dewinter, wat ons onderscheidt van u is dat wij toelaten dat mensen anders zijn. Onze visie laat mensen, zowel autochtone als allochtone Vlamingen, toe een eigen culturele identiteit te hebben. Het interesseert ons niet wat mensen politiek denken, wat hun religieuze overtuiging is, wat ze graag lezen, welke muziek ze graag beluisteren, wat ze eten en wie ze graag zien. Dat is hun zaak, en dat maakt het leven rijker.
U geeft negatieve kritiek op het project over het managen van de diversiteit. We hebben inderdaad een nieuwe begrotingspost ingeschreven in de begroting 2006. We willen samen met de lokale verantwoordelijken zoeken naar methoden en projecten om de samenlevingsproblemen, die zich lokaal voordoen in onze steden, wijken en buurten, aan te pakken.
Vanmorgen hoorde ik op de openbare radio een heel interessant item over buurtvaders. Dat zijn allochtone vaders die verantwoordelijkheid nemen voor allochtone jongeren uit hun buurt. Misschien moet dat initiatief structureel worden gesteund.
Mijnheer Dewinter, er is een verschil tussen uw fractie en alle andere fracties in dit parlement. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Wij spreken over integratie. Bij integratie kan niet getornd worden aan de rechtstaat en zijn basisregels. Daarnaast heeft iedereen echter recht op een eigen persoonlijkheid. U spreekt daarentegen over assimilatie. U bedoelt waarschijnlijk dat iedereen moet leven naar uw beeld en gelijkenis. Daar bedanken we voor. (Rumoer)
Dat is het beeld van Vlaanderen dat we niet willen.(Opmerkingen van mevrouw Marie-Rose Morel)
U mag dat onbeleefd vinden. Er is een duidelijk onderscheid tussen uw kant van het parlement en de andere kant. (Applaus)
Collega's, in die zin is inburgering vandaag een prioriteit voor de Vlaamse Regering. Dat zal de volgende jaren zo blijven. De globalisering van de samenleving zorgt ervoor dat dat niet meer van de politieke agenda zal verdwijnen.
We moeten mensen kansen geven. We moeten mensen echter ook aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. Voor wat hoort wat. Het verhaal over de rechten en de plichten kan nog steeds op een breed draagvlak rekenen. (Applaus bij de meerderheid en Groen!)
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister, u krijgt applaus van de meerderheid. Ik weet echter niet of de bevolking even hard voor uw beleid en dat van de federale regering applaudisseert.. Ik denk eerder dat de mensen in de probleemwijken hun hart vasthouden. Ze hopen dat hun auto's of winkels niet ten prooi zullen vallen aan vandalisme en brandstichting.
U hebt het over sociale cohesie. Ik ben het wat dat betreft volkomen met u eens. U moet me echter eens uitleggen waarom u de islam subsidieert, terwijl u de inburgering predikt. Waarom predikt u de inburgering en wil u toch de diversiteit organiseren door het aanstellen van managers en het geven van geld voor de multicultuur?
Gisteren was ik samen met de heer De Wever en de Antwerpse schepen van Veiligheid aanwezig op het Antwerpse De Coninckplein. We bevonden ons op nauwelijks drie straten afstand van de Van Kerckhovenstraat, waar de eerste auto in brand werd gestoken. Die wagen stond voor een gebouw met 240 appartementen. Van die appartementen wordt 82 percent bevolkt door vreemdelingen. U moet me eens uitleggen hoe die vreemdelingen zich moeten integreren tussen de Vlaamse gezinnen die in dat socialewoningencomplex nog overblijven.
In de Antwerpse kernstad maken de allochtonen 58 percent uit van het totale leerlingenaantal. Hoe moeten die zich integreren tussen de 42 percent Vlaamse leerlingen die er overblijven? De grote theorieën zijn misschien net iets minder toepasbaar wanneer we met concrete en praktische voorbeelden worden geconfronteerd.
Mijnheer de minister, ik denk dat u een grote fout maakt. Ik sta achter u wat de inburgering betreft. Ik wil daar trouwens nog veel verder in gaan dan u, maar dan zonder de dubbelzinnigheden van het huidige beleid, dat een spreidstand maakt die uiteindelijk erg veel pijn zal gaan doen. Ik denk dat u een fout maakt, als u op dit ogenblik zegt dat het een kwestie van sociale uitsluiting en dergelijke is.
Ik spreek me niet uit over wat er in Frankrijk gebeurt. Ik ben een politicus die hier voor de eigen deur probeert te vegen. Dat is al moeilijk genoeg. Hier gaat het bij rellen niet over sociale uitsluiting, werkloosheid en problemen in het onderwijs. Het gaat over relschoppers van wie perfect geweten is van welke organisaties ze zijn en wat hun motieven zijn. Het gaat over fundamentalistische extremisten die contacten hebben met criminele milieus.
In de Seefhoek stak een 19-jarige jongeling een auto in brand en hij meende daarbij ook zichzelf in brand te moeten steken. Daardoor werd hij uiteindelijk ook als enige opgepakt in Antwerpen. Het kan geen toeval zijn dat die jongeling een bekend militant lid is van de AEL.
Die rotte appels moeten eruit. Kom nu niet af met het verhaal van de sociale uitsluiting, want straks staan al die wijken in brand. U bent gewoon de motieven en de legitimatie aan het geven aan al de rest om zich aan te sluiten, net zals dat een aantal jaren geleden in Antwerpen ook het geval was. Geef ze geen excuus, geef ze geen legitimatie om te doen wat we niet willen. Het gaat over een paar rotte appels. Haal die eruit, dan zullen de problemen in onze grootsteden als sneeuw voor de zon verdwijnen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer Dewinter, u bent zeer selectief in het citeren. Ik ben mijn antwoord begonnen met de stelling zeggen dat de openbare orde moet worden hersteld, dat have en goed moeten worden beschermd en dat wie in de fout gaat, moet worden aangepakt. De verantwoordelijkheden moeten worden opgenomen op het niveau waar het hoort: op federaal niveau en op lokaal niveau door de burgemeesters. Op het microniveau van het gezin moeten de ouders worden aangepakt, dat staat buiten kijf. Voor de rest moeten we de diversiteit erkennen en via rechten en plichten - mensen kansen geven, maar ze ook aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid - de samenleving leefbaar houden.
Hoe je het ook draait of keert, we zullen iedereen nodig hebben. Vandaag raken er meer dan 40.000 jobs niet ingevuld, de zogenaamde knelpuntberoepen. We zullen dus iedereen nodig hebben, willen we onze samenleving draaiende houden, zelfs in eenvoudige en cruciale sectoren zoals de bouw of de zorg.
Het incident is gesloten.