Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, gisteren hebben nagenoeg alle Vlaamse kranten over de resultaten van een onderzoek van het steunpunt Verkeersveiligheid naar de kostprijs van ongevallen in België bericht.
Dit onderzoek heeft niet alleen veel aandacht gekregen omdat voor het eerst een wetenschappelijk gefundeerd cijfer op de ongevallenkost wordt geplakt, dit cijfer blijkt ook nogal hoog te liggen. We betalen elk jaar maar liefst 12,5 miljard euro voor de ongevallen die op onze wegen gebeuren. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie ligt dit bedrag tweemaal zo hoog als in andere ontwikkelde landen. Het ligt bovendien driemaal zo hoog als de beleidsmakers tot op heden steeds hebben gedacht.
Volgens de onderzoeker, de heer De Brabander, moeten we niet enkel voor voldoende handhaving zorgen, maar tevens onze schaarse middelen efficiënter inzetten. Voor we een maatregel invoeren, moeten we een sterk doorgedreven kosten-batenanalyse maken. Het steunpunt Verkeersveiligheid heeft hiervoor een handleiding opgesteld.
Naast deze ietwat ontnuchterende boodschap is er ook goed nieuws. Volgens de heer De Brabander zijn we namelijk op de goede weg. De inspanningen inzake verkeersveiligheid die de voorbije jaren zijn geleverd, hebben hun vruchten afgeworpen. Niemand kan ontkennen dat het aantal ongevallen in Vlaanderen vrij sterk is gedaald. Dit geldt zeker voor de voorbije 5 jaar.
We hebben evenwel nog een lange weg af te leggen. De vraag is hoe we die weg willen afleggen en die achterstand willen wegwerken. Ik vind niet dat we ons tot de bekende infrastructurele maatregelen, zoals de flitspalen en de aanpak van de zwarte punten, mogen beperken. Ik pleit in het bijzonder voor nog meer investeringen in duurzame mobiliteit, met andere woorden in het openbaar vervoer.
Ik weet dat ik de minister hier niet van moet overtuigen. Andere aanwezigen zouden echter misschien aan de efficiëntie van de in het openbaar vervoer geïnvesteerde middelen durven twijfelen. Ik zou ze de lectuur van een ander onderzoek willen aanbevelen. Vorig jaar heeft het onderzoeksbureau Transport & Mobility Leuven in opdracht van de VMM de externe kost van het wegverkeer in Vlaanderen onderzocht. De externe kost van het wegverkeer bestaat uit de door auto's en andere weggebruikers veroorzaakte schade die niet onder de verzekeringskosten vallen en niet door de fiscaliteit worden gedekt. Het gaat hier onder meer om milieuhinder, lawaaihinder, ongevallen en files.
De uitsplitsing per voertuigtype is bijzonder interessant.
De kost om een aantal mensen te vervoeren met een bus van het openbaar vervoer ligt veel lager dan de kost van vervoer met de wagen. De externe kost om een bus 1 kilometer te laten rijden, ligt ongeveer dubbel zo hoog dan de kost voor een wagen, maar er kunnen tot tien keer meer passagiers worden vervoerd. Collega's, de mensen die pleiten voor nog meer wegen en autoverkeer, moeten toch eens nadenken over het kostenplaatje.
Mevrouw de minister, welke beleidsconclusies trekt u uit het onderzoek? Op welke manier denkt u het rendement van de te investeren middelen te verhogen? Bent u van plan de handleiding van het steunpunt te gebruiken om doorgedreven kosten-batenanalyses te maken?
Minister Van Brempt heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, het is inderdaad een heel belangwekkend onderzoek. Het legt voor de eerste keer de kosten van de verkeersonveiligheid vast. Er bestonden hierover al studies, maar voor de eerste keer worden de kosten zo omvattend berekend.
Het zijn, als ik het zo mag zeggen, vrij catastrofale cijfers. Ze geven aan dat de verkeersonveiligheid in dit land een ongelooflijke kost met zich meebrengt. Het gaat niet enkel over een ongelooflijke menselijke kost, en dat kunnen we aflezen aan het aantal slachtoffers, maar ook over een grote maatschappelijke kost.
Verkeersveiligheid heeft te maken met verschillende factoren, die op een complexe manier op elkaar inwerken. Ik denk dan aan de handhavingsproblematiek, de inrichting van de weg en de veiligheid van de wagen, maar ook aan de attitude, dus aan de menselijke factor. De Vlaamse overheid levert heel wat inspanningen op alle terreinen.
De voorbije jaren stond verkeersveiligheid hoog op de politieke agenda en werd er fors in geïnvesteerd. Dat heeft al vruchten afgeworpen. Er is de jaarlijkse investering van de minister van Openbare Werken om de zwarte punten weg te werken en er zijn inspanningen voor het fietsverkeer. Ook de constructeurs leveren inspanningen om de wagens veiliger te maken. Het handhavingsbeleid zullen we onverminderd voortzetten.
Mijnheer Vandenbroucke, de vraag rijst welke vervoersmodi we best gebruiken. We argumenteren vaak dat het openbaar vervoer goed is omdat het de bereikbaarheid verhoogt, de vervoersarmoede tegengaat en de leefbaarheid verbetert. Uit de studie kunnen we ook concluderen dat kiezen voor duurzame vormen van vervoer ook kiezen is voor meer verkeersveiligheid.
De belangrijkste factor waaraan moet worden gewerkt, is de attitude en het gedrag van de mens, maar niets is moeilijker dan het beïnvloeden van attitudes. Het feit dat het hoog op de politieke agenda staat en er veel over wordt gediscussieerd, is een belangrijk element.
We investeren ongeveer 1,3 miljoen euro per jaar in het rijgedrag. Vandaag werd bekend dat een derde van de 18-jarigen een ongeval veroorzaakt binnen het eerste jaar dat ze rijden. Deze cijfers doen ons nadenken. Ze tonen aan dat jong zijn en weinig ervaring hebben, maar ook dat man zijn, zorgt voor verkeersonveiligheid.
Mijnheer Vandenbroucke, er gebeuren grote investeringen, maar die kunnen nooit voldoende zijn. Uit de studie kunnen we concluderen dat de investeringen voor verkeersveiligheid onverminderd moeten worden voortgezet. De vraag of al die middelen even efficiënt worden ingezet, kan niet direct worden beantwoord op basis van de conclusies van het onderzoek, want daarvoor hebben we een econometrisch model nodig, waarin een ongeval wordt ingeput en de kost wordt berekend.
We zullen de factoren moeten afwegen om te bepalen hoeveel we erin investeren. Ik ben ervan overtuigd dat meer inzetten op rijvaardigheid en attitudevorming de komende jaren een belangrijke prioriteit moet worden.
Het incident is gesloten.