Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Van Baelen, Van Dijck en Voorhamme en mevrouw Berx houdende wijziging van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I.
De algemene bespreking is geopend.
(Verslaggever)
Het voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I beoogt een aantal inhoudelijke wijzigingen aan het recht op inschrijving. Gezien dit inschrijvingsrecht zich situeert binnen het spanningsveld van het recht op onderwijs en de onderwijsvrijheid, vond de commissie het belangrijk hierover het advies van de afdeling wetgeving van de Raad van State te vragen.
Via de voorzitter van het Vlaams parlement werd einde mei om spoedadvies gevraagd, omdat het de bedoeling is de wijziging zo snel als mogelijk toe te passen, met name reeds bij het begin van het schooljaar 2006-2007. Daar de inschrijvingen voor dat schooljaar al vroeg beginnen, is het van belang dit voorstel van decreet nog voor de aanvang van het schooljaar 2005-2006 goed te keuren.
Met een amendement dat het volledige voorstel verving en een aantal subamendementen werd tegemoet gekomen aan de opmerkingen van de Raad van State, het decreetgevend secretariaat en de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR). De voorgestelde wijzigingen werden door alle partijen gesteund, hoewel er hier en daar wel nuanceverschillen waren.
Uit de evaluatie blijkt dat de zwakkere doelgroepen nog te weinig gebruik maken van het inschrijvingsrecht. Het individuele schoolkeuzerecht en de diversiteit in de leerlingenpopulatie kennen ook een aantal knelpunten. Daarom was het nodig om het decreet te versterken en te verduidelijken. Er wordt niet geraakt aan het recht op vrije schoolkeuze of het voorrangsrecht voor broers en zussen.
De belangrijkste wijziging is dat scholen voortaan een positief en actief inschrijvingsbeleid kunnen voeren. Ze worden gestimuleerd om vooraf keuzes te maken voor een eigen gelijke onderwijskansenbeleid. De voorrangsregeling in Brussel geeft Nederlandstalige leerlingen onmiddellijk zekerheid over inschrijvingen in de voorrangsperiode. Voorts voert het voorstel nog enkele aanpassingen in aan het inschrijvingsrecht, onder meer aan de start van de inschrijvingen. De weigeringgronden worden aangepast en uitgebreid.
De lokale overlegplatforms (LOP) krijgen meer autonomie. Ze zullen ouders bijstaan en afspraken tussen de lokale betrokkenen coördineren. Tot slot bevat het voorstel een aantal bepalingen over de rechtsbescherming van de leerlingen, waarbij het LOP een bemiddelende rol krijgt. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Ik zal ingaan op de uitdaging van de minister die het spijtig vindt dat er hier onvoldoende gedebatteerd is over onderwijsdecreet XV.
Ik vind het spijtig dat vooral de timing en procedure behandeld zijn en minder de inhoud.
Desalniettemin zal ik ingaan op de uitdaging. Ik weiger de notarisrol van bekrachtiger van decreten. We hebben er loyaal voor gezorgd dat een aantal decreten tijdig behandeld werden, in het belang van de leerlingen en scholen. Het parlement moet echter tijdig, volledig en op een ernstige wijze betrokken worden. Het past niet dat we beleidsbeslissingen of afspraken met de onderwijssector toevallig vernemen als de minister antwoordt op vragen om uitleg.
De praktijk bewijst dat het GOK-decreet werkt. Het zorgt voor aandacht voor leerlingen die meer ondersteuning nodig hebben. Het legt de klemtoon op de erkenning van diversiteit. De school wordt op die manier de spiegel van en verantwoordelijk in zijn omgeving. De aanpassingen van het voorstel bieden scholen meer mogelijkheden om een actief beleid te voeren. Tegelijkertijd krijgen ze ook meer verantwoordelijkheid.
Het inschrijvingsrecht mag echter niet in het gedrang komen. Het beschermt immers de zwakkere onderwijsgebruiker. Gelijke onderwijskansen hebben te maken met democratisering, verantwoordelijkheid voor leerlingen, ouders, scholen en overheid, solidariteit maar vooral emancipatie. Gelijke startkansen zijn daarvoor de basis.
Het decreet doet wel degelijk iets voor de zwakkere onderwijsgebruiker maar helpt ook de scholen om voor die doelgroep iets te doen. De volgende stap in de richting van gelijke kansen vergt een debat over het kleuteronderwijs en het verlagen van de leerplichtleeftijd. Om zoveel mogelijk gelijke kansen te bieden moeten ongelijke kansen vroeg gedetecteerd worden. Dat moet gebeuren in samenspraak met alle lokale actoren. Daarom is werking van de LOP's zo belangrijk.
Lokale autonomie krijgt een grotere kans.
In die zin ben ik het eens met de aanpassingen aan het oorspronkelijke decreet. We moeten steeds voor ogen houden dat het ten dienste staat van de leerling. Het belang van de leerling mag niet verdrongen worden door het belang van de school.
Gelijke kansen staan hoog op de agenda. We moeten er met zijn allen werk van maken. (Applaus bij CD&V,VLD-Vivant en sp·a-spirit)
Gelijke onderwijskansen zijn de rode draad door het onderwijsbeleid. We zijn tevreden met dit voorstel van decreet omdat het scholen meer ruimte biedt om een actief inschrijvingsbeleid te voeren.
Op lange termijn moeten we de scholen responsabiliseren. Scholen moeten beoordeeld worden op de inspanningen die ze leveren om de gelijkekansendoelstellingen te bereiken. Misschien kan het nieuwe financieringssysteem daartoe bijdragen.
We hopen dat bij de toepassing van dit voorstel van decreet wordt uitgegaan van vertrouwen. Kiezen voor leerlingenrechten is niet tegengesteld aan scholen ruimte geven om een goed beleid te voeren.
We erkennen de meerwaarde van de LOP's, vooral in die gebieden waar gelijke kansen realiseren een grote uitdaging vormt. CD&V staat wel kritisch tegenover de mogelijkheid dat de taken van de LOP's worden uitgebreid.
Wij zullen dit voorstel van decreet met overtuiging goedkeuren. We hopen dat het leidt tot meer gelijke kansen. Het actieve inschrijvingsbeleid moet vermijden dat multiculturele scholen evolueren naar concentratiescholen. Al zullen daarvoor nog tal van andere maatregelen nodig zijn. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant en sp·a-spirit)
Het GOK-decreet van 2002 heeft belangrijke verdiensten. Het recht op inschrijving speelt een belangrijke rol in de democratisering van ons onderwijs. De LOP's hebben de onderwijsproblemen in hun regio duidelijk omschreven zodat het beleidseffect gemeten kan worden. Het GOK heeft scholen ten slotte doen nadenken over hun inschrijvingsbeleid.
Precies door de werking van het GOK-decreet zijn een aantal knelpunten naar boven gekomen wij met dit voorstel van decreet snel willen wegwerken. Het inschrijvingsrecht is een instrument om belangen te verdedigen mits iedereen gelijk geïnformeerd is. Kansarmen en allochtonen zijn echter vaak onvoldoende geïnformeerd over het onderwijsaanbod, hun mogelijkheden en rechten. En dat ondanks de inspanningen van een aantal LOP's.
Ook een absoluut inschrijvingsrecht veronderstelt een gestuurd toelatingsbeleid. Zeker in die regio's waar de omstandigheden zo extreem zijn. Daar zijn voorrangsregels nodig.
De aanpassingen van dit voorstel van decreet liggen in de lijn van de beleidsnota. Om onze gemeenschappelijke doelstellingen te realiseren moeten we rekenen op de inbreng van onderuit.
Naast een aantal technische aanpassingen, bevat dit voorstel van decreet een aantal fundamentele punten. De inschrijvingsperiode begint voortaan voor elke school op hetzelfde moment. Het zwaartepunt van dit voorstel is het voorrangsbeleid. We verduidelijken de regeling voor broers en zussen en de regeling voor Brussel. Daarnaast kan voortaan bewust voorrang verleend worden aan kansarme leerlingen.
Zo ontstaat een reële mogelijkheid om zwakkere leerlingen sterker te maken. Omgekeerd kunnen scholen die overspoeld worden door kansarme of anderstalige leerlingen nu voorrang geven aan kansrijke leerlingen. Een dergelijke vermenging komt het onderwijsproject ten goede, vooral in de grootstedelijke gebieden.
De nieuwe weigeringsgrond voor leerlingen die voorheen reeds uitgesloten werden verhoogt mijns inziens het welzijn op de scholen.
Deze aanpassingen aan het GOK-decreet zijn een essentieel onderdeel van het nieuwe onderwijsbestel. Ik wil ook blijven pleiten voor de uitbouw van een goed lokaal onderwijsbeleid. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant en sp·a-spirit)
Mijn fractie hoopte dat dit voorstel van decreet een aantal knelpunten zou wegwerken. Na de bespreking overheerst echter een wrang gevoel. Niettemin bevat het decreet enkele positieve zaken.
Scholen die daarvoor kiezen kunnen ter wille van de diversiteit voorrang verlenen aan GOK-leerlingen of niet-GOK-leerlingen. Zolang die keuze vrij is, kunnen wij ons achter dat denkspoor scharen.
Het is ook positief dat de indicator thuistaal niet-Nederlands anders wordt ingevuld. Een kind dat uit het Nederlandstalig basisonderwijs komt, is immers niet noodzakelijk Nederlandstalig. Het is goed dat er nu ook bijkomende middelen komen voor de secundaire scholen die soms veel van die leerlingen tellen. De scholen krijgen zo meer ruimte om een eigen inschrijvingsbeleid te voeren.
Een wrang gevoel overheerst omdat er onvoldoende rekening wordt gehouden met de noden in heel wat Brusselse Nederlandstalige scholen. Het is van groot belang dat de scholen een effectief voorrangsbeleid kunnen voeren voor Nederlandstalige leerlingen. Scholen die een ander beleid willen voeren kunnen dat ook nog, omdat we de absolute voorrang willen beperken in de tijd.
Het is niet logisch dat het LOP moet beslissen over het percentage waaraan voorrang kan gegeven worden. We hebben het steeds over de autonomie van de scholen, maar verglijden naar eenvormigheid. Volgens ons hoort het inschrijvingsbeleid toe aan de inrichtende macht van de scholen.
Voor de faciliteitengemeenten willen wij dezelfde regeling met absolute voorrang, beperkt in de tijd. Als we het Nederlandstalig onderwijs in de faciliteitengemeenten willen behouden, zijn maatregelen noodzakelijk. Wij hebben daarover dan ook enkele amendementen ingediend. (Applaus bij VB)
Dit voorstel van decreet brengt een aantal verbeteringen aan aan het initiële decreet. Dat is gebeurd op basis van een breed parlementair draagvlak, en dat is erg belangrijk.
De opmerkingen van mevrouw Michiels werden reeds behandeld in de commissie.
De LOP's leveren verdienstelijk werk, we moeten het dan ook valoriseren. De klemtoon op de ruimte voor lokale invulling maakt een dergelijke valorisering immers noodzakelijk.
De algemene bespreking is gesloten.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Van Baelen, Van Dijck en Voorhamme en mevrouw Berx houdende wijziging van het decreet van 28 juni 2002 betreffende gelijke onderwijskansen-I.
- De stemmingen over het amendement op het artikel 2 en over het artikel 2 worden aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen om 16 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.