Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is het ontwerp van decreet houdende instemming met de overeenkomst van 4 april 2003 tussen de federale overheid en de gewesten met het oog op de verwezenlijking van het programma van het Gewestelijk Expresnet van, naar, in en rond Brussel.
De algemene bespreking is geopend.
(verslaggever)
Minister Van Brempt gaf in de commissie een overzicht van de plannen van De Lijn. Er is uitgegaan van de definitie van het GEN. Dit ontwerp van decreet regelt het samenwerkingsakkoord tussen de vier vervoersbedrijven en de overheid, ondertekend op 4 april 2003. Het Uitgebreid Bureau besliste dat het Vlaams Parlement dit akkoord moest goedkeuren.
Volgens de SERV moet deze overeenkomst deel uitmaken van een omvattende aanpak van het mobiliteitsprobleem rond Brussel. De MiNa-raad wil het GEN afstemmen op het Brussel-Brabant net.
Minister Van Brempt ziet dit akkoord als een tussenstap naar de verdere integratie van het openbaar vervoer. Eerst in Brussel. Daarna in Gent en Antwerpen.
Tijdens de bespreking stelde de heer Van Dijck vragen over de cijfers, het marktaandeel, de doelstellingen, het communautaire evenwicht, de stadvlucht en verfransing in de Vlaamse Rand, de integratie, de flankerende maatregelen en het Brussel-Brabant net.
De heer Peumans had het over de lange duur nodig om deze overeenkomst te sluiten, en de gebrekkige samenwerking tussen NMBS en stads- en streekvervoer. Hoe wordt het Brussel-Brabant net gekoppeld aan het GEN? Hij vroeg een totaalplan voor Brussel en een operationele maatschappij.
De heer Peeters wees op de laattijdige goedkeuring van het akkoord. Hoe worden de verschillende plannen op elkaar afgestemd? Hoe wordt een en ander gefinancierd? Hij vroeg ook een operationeel kader.
Voor de heer Koninckx is het GEN een federale aangelegenheid.
Minister Van Brempt ging akkoord met de opmerkingen over de lange duur. Daardoor kreeg men wel de kans plannen op elkaar af te stemmen. Ze beschikte over gedeeltelijke cijfers die later aangevuld zullen worden. Ze verklaarde niet achter de 60/40-verdeelsleutel te staan maar de discussie erover niet te willen heropenen. Stadsvlucht en verfransing gaan niet hand in hand. De samenwerking tussen de vier maatschappijen verloopt steeds beter.
Het ontwerp van decreet werd in commissie goedgekeurd met 9 stemmen tegen 5.
GEN is een ongelukkig naam omdat het GEN geen degelijk uitgebouwd expressnet is. Dit plan is uitsluitend gericht op pendelmobiliteit over het spoor van en naar Brussel. Het concept is radiaal. Van buslijnen is geen sprake. 70 procent van het verkeer is nochtans kriskrasverkeer. De groeipolen Zaventem, Diegem en Vilvoorde worden niet bediend. Omdat Vlaanderen bevoegd is voor buslijnen kan het zelf voor transversale buslijnen zorgen.
Het GEN is niet meer dan een spoorplan. NMBS en vertegenwoordigers van de federale regering hebben een plan opgesteld dat de gewesten geacht worden te aanvaarden.
Het GEN roept meer vragen op dan het antwoorden biedt. Aan de doelstellingen zijn geen cijfers gekoppeld. Er is geen behoefteonderzoek gedaan naar de geplande spoorlijnen.
Er is evenmin grondig onderzocht of het GEN de stadsvlucht zal stimuleren? Uit één deelstudie blijkt het gevaar op stadsvlucht. Stadsvlucht betekent in Vlaams-Brabant verfransing.
Er zijn nog veel andere vragen zonder antwoord. Ik roep de leden van de meerderheid op om het ontwerp niet goed te keuren zodat het parlement een krachtig signaal kan geven aan de federale overheid dat ze Vlaanderen niet langer kan negeren in het spoorbeleid. We hebben het vandaag voor het zeggen en ik hoop dat we die kans te baat nemen.
Bij de stemming over het meerjareninvesteringsplan van de NMBS heeft men de kans gemist om de puntjes op de i te zetten, ondanks het heftige verweer van CD&V. Die partij wees onder meer 'op de fetisj van de 60/40'. Vandaag worden we geconfronteerd met datzelfde ongeoorloofde spel van evenwichten. De samenwerkingsovereenkomst staat er bol van. Ik begrijp dus niet dat een partij die het NMBS-investeringsplan heeft afgekeurd, dit ontwerp in de commissie heeft goedgekeurd. Als we afwillen van een spoorbeleid dat gebaseerd is op een absurde verdeelsleutel en niet te rechtvaardigen evenwichten, moeten we vandaag neen stemmen en de overeenkomst gebruiken als breekijzer om voor Vlaanderen een beter spoorbeleid af te dwingen. Aan de meerderheid de keuze. (Applaus bij VB)
De procedure is traag verlopen. Daardoor is de overeenkomst al door de feiten achterhaald. De uitdagingen zijn groot voor de mobiliteit van de modale Vlaming en voor de economie, onder meer de bereikbaarheid van Zaventem, Brussel en de Vlaams-Brabantse centra. Er heeft een nuttige hoorzitting plaatsgevonden, maar helaas hebben de betrokkenen alleen maar hun verlanglijstje opgesomd. Er is nog geen echt GEN. De eerste halte is pas gepland in 2009 en de tweede in 2012. De vraag is bovendien of die deadlines wel zullen worden gehaald.
De VLD vindt dat de geleidelijke uitbouw van het GEN op een objectieve behoefteanalyse moet worden gebaseerd. Door een kritische kosten-batenanalyse kan de verhouding tussen de kostprijs en het maatschappelijk rendement worden gerespecteerd. De communautaire 60/40-verdeelsleutel werkt niet en moet voor het GEN worden opzijgezet. De VLD is voorstander van een vrijgemaakt spoor. Zonder liberalisering is het GEN op lange termijn verlieslatend.
De noodzaak van het GEN staat buiten kijf. Over de exploitatiewijze moeten de betrokkenen hun eigen posities durven verlaten. Als de vervoersmaatschappijen aan navelstaarderij blijven doen, zal het GEN verlieslatend zijn en dat terwijl de reiziger behoefte heeft aan een totaalconcept van gemeenschappelijk vervoer. We willen meer samenwerking tussen de maatschappijen in functie van de klant. Dat zal leiden tot een klantvriendelijk vervoersysteem. Daarom moet het GEN nieuwe horizonten opzoeken, bijvoorbeeld het invoeren van een lightrailsysteem rond Brussel.
Verder moet het Vlaams Gewest de nodige inspanningen leveren om de aansluiting vanuit Vlaanderen op het Brusselse GEN te verzekeren. De Vlaamse Regering moet rekening houden met het ruimtelijk structurerend effect van een aantal GEN-stations. De Vlaamse Regering moet meer pleitbezorger zijn van de Vlaams-Brabantse gevoeligheden in het dossier. Het GEN zal wellicht een effect op de stadsvlucht hebben, maar de vraag is hoe groot die zal zijn. Ik denk dat dit wel zal meevallen.
Het akkoord is verre van perfect, maar het is een vooruitgang. We hebben geen andere keuze dan het goed te keuren. Bijsturing is evenwel op zijn plaats. (Applaus bij CD&V, VLD-Vivant, sp·a-spirit en N-VA)
Het is spijtig dat de minister niet aanwezig is. Wie zal repliceren op de kritiek? De realisatie van het GEN heeft te lang geduurd en een en ander is inderdaad achterhaald, maar toch bevat het ontwerp voldoende zinvolle elementen. Daarom zal N-VA het goedkeuren.
Het GEN is veeleer een infrastructuurproject en bestaande zinvolle projecten zijn er te weinig in geïntegreerd. De minister heeft beloofd om daar meer aandacht aan te besteden.
De openbare vervoersmaatschappijen neigen meer dan vroeger naar samenwerking en er zijn al een aantal stappen gezet, onder meer het op elkaar afstemmen van vervoersmodi, de vernieuwing van stationsomgeving en een eerste vorm van tariefintegratie in Brussel.
In de samenwerkingsovereenkomst staan een aantal artikelen die het mogelijk maken te beoordelen of de federale samenwerking loyaal verloopt. Na twaalf maanden zal er een evaluatie gebeuren en er komt een stuurgroep van de bevoegde ministers, de openbare vervoersmaatschappijen en de administratie die binnen twee maanden na de inwerkingtreding zal samenkomen. Die stuurgroep zal jaarlijks een omstandig verslag opstellen.
De minister heeft verklaard dat de 60/40-verhouding voor de investeringen van de NMBS voor haar afgeschaft mag worden, maar ook dat die discussie niet thuishoort bij de bespreking van het GEN en dat het niet onder haar bevoegdheid valt. We zullen niet nalaten haar aan dat standpunt te herinneren.
Volgens CD&V zal door het GEN het spoornet in Brussel geoptimaliseerd worden en de capaciteit van spoor en metro, ook in de rest van Vlaanderen, verhoogd worden. Voor onze kartelpartner zijn vooral Antwerpen en Brussel speerpunten voor de mobiliteit in Vlaanderen. CD&V stelt wel vragen bij de integratie en de aanpak van de problemen: hoe zullen de plannen van de verschillende vervoersmaatschappijen op elkaar afgestemd worden? Ook die fractie zal het ontwerp goedkeuren. (Applaus bij CD&V en N-VA)
Het is grof dat de minister van Mobiliteit niet aanwezig is bij de bespreking van een dergelijk belangrijk dossier. Er blijven immers vragen onbeantwoord.
De minister-president is aanwezig. Hij heeft alle opmerkingen gehoord.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het ontwerp van decreet houdende instemming met de overeenkomst van 4 april 2003 tussen de federale overheid en de gewesten met het oog op de verwezenlijking van het programma van het Gewestelijk Expresnet van, naar, in en rond Brussel.
De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.
Aan de orde is de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houdende instemming met de overeenkomst van 4 april 2003 tussen de federale overheid en de gewesten met het oog op de verwezenlijking van het programma van het Gewestelijk Expresnet van, naar, in en rond Brussel.
Het ontwerp van decreet wordt met 67 stemmen tegen 27 bij 11 onthoudingen aangenomen.