Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over een brief van de Arabische Liga betreffende het carnaval van Aalst en de reactie terzake van de minister
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Van der Borght en van de heer Van Overmeire tot de heer Keulen, Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, over een brief van de Arabische Liga betreffende het carnaval van Aalst en de reactie terzake van de minister.
De Arabische Liga zou aan de federale minister van Justitie, mevrouw Onkelinx, en aan de Vlaamse minister-president, de heer Leterme, een protestbrief hebben geschreven over de belediging van de moslimbevolking door het carnaval in Aalst.
Deze brief werd overgemaakt aan het stadsbestuur van Aalst. De Aalstenaars hebben geschokt gereageerd omdat de Arabische Liga vraagt dat gepaste juridische, administratieve en politieke maatregelen zouden worden genomen om de schuldigen te straffen.
Carnaval is een eeuwenoud feest dat geen enkel heilig huisje overeind laat. Nationale en lokale politici, het koningshuis, de paus, de wereldleiders, allemaal zijn ze het voorwerp van spot en ironie. Carnavalgroepen kennen echter hun grenzen. Er is geen sprake van racisme of discriminerend gedrag.
In de media wordt gemeld dat de minister zich voor het voorval zou hebben verontschuldigd. Elders wordt dat bericht bestempeld als een misverstand.
De minister moet hierover duidelijkheid verschaffen. Van excuses kan er in dit geval geen sprake zijn. (Applaus bij VLD-Vivant)
Het carnaval in Aalst is een gigantisch volksfeest waarbij mensen op een humoristische manier vertellen wat er op hun hart ligt. Niet alle acts zijn even subtiel geënsceneerd, maar ze zijn niet hatelijk bedoeld.
Het verwonderde me dan ook dat de ambassadeur van Saoedi-Arabië namens de landen van de Arabische Liga in alle ernst zijn verontwaardiging uitte over het uitbeelden van moslimterroristen en over het meedragen van een maquette van een moskee. Hij stelde dat dit de verstandhouding tussen autochtonen en moslims kan verstoren. Hij vroeg dat de schuldigen zouden worden gestraft. Een land als Saoedi-Arabië, waar er geen sprake is van scheiding van machten en waar de mensenrechten niet worden gerespecteerd, vraagt dus dat het carnaval in Aalst zou worden gecensureerd.
Het kabinet beklemtoonde dat de minister geen excuses heeft aangeboden. Dat zou er nog aan ontbreken. Hij heeft de ambassadeur echter niet terechtgewezen. Integendeel, hij heeft de klacht ernstig genomen en ze doorgestuurd naar de burgemeester van Aalst. Heeft de minister nog op een andere manier gereageerd? Heeft hij nog iets gehoord van de ambassadeur en van de Arabische Liga? (Applaus bij VB)
Minister Onkelinx en minister-president Leterme hebben me deze brief doorgestuurd. De standaardprocedure in een dergelijk geval is dat de administratie een ontwerp van antwoord opmaakt. Dit ontwerp wordt aan de minister voorgelegd ter goedkeuring. Daarin werden inderdaad excuses geformuleerd.
Ik heb toen meteen gezegd dat daarvan geen sprake kon zijn. Zelf ben ik afkomstig uit het Maasland, een streek die intensief carnaval viert. De brief van 25 april jongstleden aan de ambassadeur bevat dan ook geen verontschuldigingen.
De brief van de ambassadeur werd doorgestuurd naar het schepencollege van Aalst en als bijlage werd het ontwerp van de administratie verzonden, hoewel dat geen enkele formele betekenis had. Ondertussen is de juiste brief ook in Aalst terechtgekomen. Ik ben niet van plan om maatregelen te nemen.
Het misverstand is dus opgeklaard.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Ik hoop dat hij volgend jaar aanwezig kan zijn bij de carnavalsstoet om zich te vergewissen van de inhoud ervan.
Ik mis een element in het antwoord van de minister. Hij heeft aan de ambassadeur van Saoedi-Arabië niet uitgelegd wat de context van carnaval is. Hoe kan iemand die zo wereldvreemd is, ambassadeur zijn in ons land? Voor het overige ben ik redelijk gerustgesteld. De Aalstenaars zullen zich volgend jaar ongetwijfeld door deze brief laten inspireren. (Applaus bij VB)
We hebben op een correcte manier op deze brief geantwoord, zonder verontschuldigingen aan te bieden.
Het incident is gesloten.