Verslag plenaire vergadering
Verslag
Ik zal mij niet mengen in het debat tussen anciens en hoop dat ze mij niet al te vaak onderbreken. Het valt heus niet altijd mee zich op korte tijd in deze materie in te werken. Ik heb alle verslagen herlezen en heel wat gesprekken gevoerd met landbouwers. Sommigen spreken zichzelf nu tegen. Eigenlijk keuren we vandaag een licht gewijzigd MAP2 goed.
MAP2bis is een belangrijke verbetering in vergelijking met MAP1. Dit MAP moet de waterkwaliteit, biodiversiteit en volksgezondheid ten goede komen. Wie hiervoor opkomt is niet arrogant, wel assertief.
In mijn lange gesprekken met landbouwers heb ik een gebrek aan informatie kunnen vaststellen. We moeten veel vooroordelen en foute informatie wegwerken, onder meer over controles op mesttransport, perceelsgewijze controles, de schijntransporten en het meetnet. We moeten de mestverwerking alle kansen geven, maar dat betekent niet dat we de Vlaremnormen moeten versoepelen. Ik vind alleen dat pas opgestarte projecten op enige soepelheid moeten kunnen rekenen.
Jonge landbouwers die pas geïnvesteerd hebben willen duidelijkheid omdat ze verder willen werken. Oudere landbouwers daarentegen zijn gewonnen voor een uitstapregeling en ik verwacht van minister Dua dat ze daar werk van maakt.
Ik vraag me af of dit MAP2bis zal volstaan om de Europese nitraatrichtlijn te halen. Minister Dua zei op een bepaald moment dat het enige verschil tussen het MAP2 en MAP2bis de bevoegde minister is. Zij moet zich echter bewust zijn van haar verantwoordelijkheid. Voor een deel van de sector is het immers al vijf over twaalf. Tegen juni 2002 moet het nitraatgehalte in onze waterlopen met vijftig eenheden dalen. De instrumenten zijn er, toch zullen we snel moeten werken om een spiegelbeeldmap te vermijden. Ik hoop dat het nooit zover zal komen. Immers, als de landbouwers bereid zijn hun verantwoordelijkheid te nemen, zal de gemeenschap ze daarvoor dankbaar zijn. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Hoe zinvol de hoorzittingen over dit voorstel van decreet ook waren, ze hebben het uiteindelijke resultaat niet beïnvloed. Ik heb drie zaken opgestoken tijdens die hoorzittingen : de vrijwillige opstapregeling, de vrijwillige beheersovereenkomst in natuurzones en billijke vergoedingen. Dit voorstel van decreet geeft op geen van deze zaken een antwoord.
In plaats daarvan richt minister Dua een task force mestverwerking op. Ze lijkt ook bereid de lozingsnormen opnieuw te bekijken.
Ik wacht op de resultaten van die task force en zal ze aan het parlement voorleggen. Enkel Biopower zou in de problemen raken. Maar tegelijkertijd hebben ze mij duidelijk gemaakt dat zelfs als ik de normen versoepel, er nog een probleem blijft. Het is immers zinloos af te wijken van algemeen geldende normen.
De heer Denys wil daarover een debat.
Zodra ik de resultaten heb, zal ik die bezorgen aan het parlement.
Waarom zitten er geen wetenschappers of vertegenwoordigers van het VITO in de task force?
Die zijn vertegenwoordigd.
Dat is inderdaad belangrijk. Wij hebben vertrouwen in die task force, maar de tijd dringt.
Minister Dua blijft geloven in een uitstapregeling via het Vlaams Plan voor Plattelandsontwikkeling, ook al heeft de Europese Commissie dat idee al afgekeurd. Als minister Dua wil dat het MAP2bis slaagt, dan zal ze voor vergoedingen of begeleidende maatregelen moeten zorgen.
Tijdens de commissiebespreking werden alleen maar enkele illusies over mestverwerking verkocht. De landbouwsector die al heeft geleden onder de dioxinecrisis kan daar onmogelijk tevreden mee zijn. De negatieve spiraal wordt alleen maar versterkt.
De commentaar van Europa op uw plattelandsbeleid is vernietigend. Veel middelen gaan naar de biologische landbouw en die heeft nog veel meer subsidies nodig dan de Europese landbouwsubsidies, die u altijd hebt verketterd.
Ik heb de Europese politiek van de prijsondersteuning in de landbouwsector altijd verdedigd. Dat u die kritiek uit, bewijst dat u niet weet wat ik vroeger gezegd heb of dat u ter kwader trouw bent. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
U hebt altijd gezegd dat de crisis in de landbouw de oorzaak is van de Europese subsidieregeling.
De overgang naar de biologische landbouw biedt geen oplossing voor het mestprobleem. Biologisch gekweekte dieren scheiden evenveel mest uit als de dieren uit de gewone sector. Als ze geen fosforarm voedsel krijgen, ligt het fosfaat- en nitraatgehalte van biologische mest zelfs nog hoger.
De landbouwsector heeft zich nog nooit zo geïsoleerd gevoeld. Zijn de landbouwers tweederangsburgers? Nochtans willen ze medestanders zijn. Ze verwachten van een minister van Landbouw aandacht, waardering, begrip en sturing, maar die krijgen ze niet. De koude sanering wordt versneld doorgevoerd door dit voorliggend voorstel van decreet. Men gelooft niet meer in de vergoedingen ; er is geen perspectief voor het familiale bedrijf ; het plattelandsbeleidsplan is mislukt en Europa krijgt een negatieve connotatie.
De verwarring en onzekerheid zullen nog toenemen. Na acht maanden is er dit naakte MAP en de uitvoeringsbesluiten moeten nog volgen. Niemand weet waar hij aan toe is. Het MAP zal geëvalueerd worden in 2001 of later. Alles kan dan opnieuw op de helling komen te staan. Op die verwarrende manier van besturen kan geen enkele bedrijfsleider een toekomstplan voor zijn bedrijf uitbouwen. Het gevolg daarvan zal zijn : een keiharde strijd tussen de familiale gezinsbedrijven onderling, een 'struggle for life' voor de grond, een nieuwe grondoorlog met als gevolg de ondergang van veel bedrijven familiale drama's en geen lange-termijnperspectieven voor de jonge gezinsbedrijven.
Wat wil de CVP eigenlijk? Wil u doorgaan met MAP1? Beseft u wat u zegt? Weet u hoe het gesteld is met de mestverwerkingsplicht?
We willen de concrete invoering van het MAP2 met de begeleidende maatregelen.
Ik ben momenteel bezig met de opruiming van de lijken uit uw kast. Ik hoop dat ik daarin kan slagen.
Als we nog twee jaar doorgaan met MAP1, wordt heel Vlaanderen kwetsbaar gebied met extensieve veeteelt zoals in de middeleeuwen.
Het debat om uit de impasse van de vergoedingen te geraken wordt voortdurend gevoerd. U hebt een uitstel van executie bekomen, ik wil een MAP met toekomst. Ik wil dat het goed gaat met de landbouw. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
De CVP is altijd voorstander geweest om niet door te gaan met MAP1. Daarom zijn we al in de zomer van 1998 begonnen met een evaluatie, in plaats van eind 1998. In het zicht van de verkiezingen hebben we vorig jaar met de coalitiepartner onderhandeld om MAP2 mogelijk te maken. We hebben er wel een aantal voorwaarden aan gekoppeld. Tijdens de bespreking hebt u toen gezegd dat het een slecht MAP was en dat de doelstellingen nooit gehaald zouden worden. U kan ons niet verwijten dat we niet weten wat we willen. Momenteel legt u een MAP voor waarin u zelf niet geloofde.
De waarheid is dat een bepaald deel van de CVP het MAP2 in werking wilde zien treden, terwijl een ander eraan begon te twijfelen onder druk van de landbouworganisaties. De VLD zal alles doen om ervoor te zorgen dat MAP2 de milieunormen haalt en om te vermijden dat Vlaanderen een kwetsbaar gebied wordt.
We willen zekerheid voor de sector.
Minister Dua heeft de adviseur van voormalig minister Kelchtermans die het MAP2 heeft geschreven, gewoon overgenomen. Ze neemt onze constructie, MAP2, nu over, maar zonder een aantal essentiële voorwaarden. In de betrokken commissie hebt u gezegd dat u het een slecht MAP blijft vinden maar dat u het toch gaat uitvoeren. Is dat de nieuwe politiek?
Mijn belangrijkste kritiek op MAP2 is dat het te ingewikkeld is. Er is te veel in opgenomen. Ik ben bezig om dat te verhelpen. Bovendien ontbreekt er een flankerend beleid op het vlak van de afbouw. Als minister wil ik dat nu uitvoeren. Een positief punt van het MAP2 is de nutriëntenhalt. Ik ben dus niet zo tegenstrijdig als u beweert. Ik heb inderdaad getwijfeld aan de responsabilisering van de sector, maar als minister kan ik zorgen voor sturing. De sector zelf wil oplossingen. Ik wil dat de landbouw vooruitgaat en dat het goed gaat met de boeren. Dat is mijn engagement. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Ik heb MAP2 voor honderden boeren verdedigd onder bepaalde voorwaarden, die momenteel niet vervuld zijn. U wil de landbouwsector ten gronde richten. Onze steun hebt u niet.
Ik herinner iedereen eraan dat de CVP in de betrokken commissie constructieve amendementen die niet nadelig zijn voor het leefmilieu en die voordelig zijn voor de landbouw, heeft ingevoerd. We hebben nu ook twintig amendementen ingediend en ik hoop dat iedereen daarover zal nadenken.
Verder wijs ik erop dat de uitgetrokken middelen voor het flankerend beleid tot nog toe te gering zijn. Er is vier miljard frank voorzien, daarvan is 1,2 miljard frank bestemd voor de naakte sanering.
Voor de familiale bedrijven in kwetsbare gebieden, waarvan de toestand reeds precair was, dreigt nu de doodsteek. De zwaardere verplichtingen, zonder bijkomende steun, souperen het kapitaal op van jonge landbouwers, dat geduldig was opgebouwd met de inspanningen van de vorige generaties. Is de minister bereid hen zuurstof te geven? Wil de regering middelen uittrekken voor reconversie? Wat zijn hun perspectieven? Hoe moeten zij zich handhaven? Het antwoord is dringend.
De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
Er wordt gedacht aan een patrimoniumvergoeding voor landeigenaars, maar tachtig percent van de boeren zijn pachters. De grondgebonden en familiale landbouw, waarvoor de minister in haar beleidsnota een lans breekt, heeft nog nooit onder zwaardere druk gestaan. De dioxinecrisis versterkte nog de positie van de integratoren. Wat we krijgen is precies dat waartegen de minister zich in het verleden altijd verzet heeft : koude sanering en integratie. De CVP-fractie zal het voorstel van decreet niet goedkeuren. (Applaus bij de CVP)
Het politieke welslagen van dit MAP hangt af van het onthaal van de Vlaamse regelgeving door de Europese Commissie. Voor Vlaanderen staat het er niet rooskleurig voor : enkele van onze dossiers zijn slecht en er werd veel tijd verloren voor de mestverwerking. Waarom? Omdat de vorige regering een monopolistische regeling à la Aquafin nastreefde?
De vergoedingen voor landbouwers in kwetsbare gebieden vormen een zeer moeilijk dossier. De Europese Commissie staat niet toe dat een lidstaat vergoedingen uitreikt voor de naleving van haar richtlijnen. Dat mag alleen als men een rendement haalt dat beter is dan de vereiste basiskwaliteit. Dan fungeert de vergoeding als incentive. Bovendien moet de regeling tijdelijk en degressief zijn. De vergoedingenregeling voor 1996 en 1997 en voor 1998 dreigen daarom de mist in te gaan, maar dat is niet de schuld van deze regering. Die erfde het dossier van de vorige regering en zoekt naar een goede oplossing.
Voor de vergoedingen in het kader van de plattelandsverordening, is Europa bereid tot een cofinanciering ten bedrage van 8,8 miljard frank in de periode 2000-2006. Om daarvoor in aanmerking te komen moet de lidstaat een omvattend dossier voorleggen. Dat deed de Vlaamse regering op 1 januari 2000. Zij integreerde een hele reeks - voornamelijk reeds bestaande - maatregelen in de tekst. Eens te meer stelde Europa zich kritisch op en formuleerde bijkomende vragen. Het is nochtans mogelijk om in een informele procedure te onderhandelen met directoraat-generaal 6 over de opmerkingen die men vanwege de Commissie kan verwachten. De VLD pleit erover zo snel mogelijk orde op zaken te stellen in dat dossier.
De vergoedingen voor de facto onteigeningen werden uit het voorstel van decreet gehouden, omdat daarvoor geen Europese goedkeuring nodig is. Dat is wel het geval voor de vergoedingen van het opbrengstverlies van pachters.
Onze fractie houdt een pleidooi voor een structureel model waarin de communicatie met de Europese instellingen beter wordt geregeld. Men moet namelijk anticiperen op de complexiteit en de traagheid van de gewone procedures. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Negen maanden geleden zei mevrouw Dua, toen nog Vlaams volksvertegenwoordiger, dat de uitvoering van MAP2 de opslorping van alle kleine landbouwbedrijven door integratie tot gevolg zou hebben. Zij verwachtte een koude sanering. We hoorden sindsdien al heel wat verklaringen uit haar mond : ze staat een sociaal verantwoorde sanering voor, wil gezinsbedrijven steunen, bepleit mestverwerking en wil al het mogelijke doen om Europa over de brug te krijgen. Maar hoe zit het met de daden?
Het MAP2 dat vorig jaar werd goedgekeurd maakte niemand in de meerderheid onverdeeld gelukkig : voor sommigen ging het te ver, voor anderen niet ver genoeg. Iedereen was het er wel over eens dat er eerst een advies nodig was van de Europese Commissie voor het van start kon gaan. Daartoe moest het MAP2 eerst worden goedgekeurd. Er moest immers eerst een globaal plan voorgelegd worden. Nu wordt ons verteld dat het MAP2 eerst in werking moet zijn getreden vooraleer Europa daarover advies kan uitbrengen. Van deze voorwaarde vind ik echter niets terug in de briefwisseling met Europa. Misschien zijn er hierover afspraken gemaakt tijdens het bilaterale overleg tussen Europa en het kabinet. Het Vlaams Parlement heeft hierover echter nog steeds geen informatie gekregen. Ik kan me echter moeilijk voorstellen dat de Europese Commissie strenge normen oplegt zonder dat ze begeleidende maatregelen mogelijk maakt. De huidige regeling zal leiden tot een gevecht om grond. Er is immers wel een mestverwerkingsplicht maar nog steeds geen mestverwerking.
De kansen voor mestverwerking werden trouwens onmogelijk gemaakt door het opleggen van de strengste normen voor waterzuivering. Dat het grootste deel van de waterzuiveringsstations en een deel van de industrie zich niet aan deze normen hoeft te storen is blijkbaar geen probleem. Projecten zoals Biopower werden door de minister afgeschoten. Tegen het jaar 2003 moeten we 5 miljoen ton mest verwerkt hebben, waarvan 2 miljoen ton pluimveemest en drie miljoen ton varkensmest. Biopower kan tot 800.000 ton mest per jaar verwerken. Enkel grootschalige projecten zoals dit kunnen ervoor zorgen dat we de doelstellingen halen. De minister kiest echter voor kleinschaligheid.
De amendementen van de CVP strekken ertoe om de grondjacht tegen te gaan en de gezinsveeteeltbedrijven beter te beschermen. Aan grote bedrijven moet een verbod worden opgelegd om meer grond te gebruiken : dat zal hen ertoe te aanzetten om met mestverwerking te beginnen. De veevoederindustrie moet tot mestverwerking worden verplicht. De gezinsveeteeltbedrijven staan echter onder zware druk als een mestverwerkingsplicht wordt opgelegd. Het grond- en mestgebruik moet op bedrijfsniveau en niet op inrichtingsniveau worden verrekend. Dat kan leiden tot de absurde situatie waarbij eenzelfde boer tegelijk te veel en te weinig mest heeft. Dit overschot mag de boer niet op het eigen bedrijf gebruiken. Bovendien kunnen de integratoren hun bedrijven op die manier opsplitsen in kleinere eenheden om zo aan hun verplichtingen te ontsnappen.
Een ander amendement vertolkt het principe dat de eigenaar van de dieren ook de eigenaar is van de mest. Ons derde amendement strekt ertoe dat de gezinsveeteeltbedrijven hun grondgebondenheid moeten kunnen verhogen en op die manier hun overschotten verkleinen. Dat past perfect in het kader van het plattelandsbeleid dat de minister verdedigt. Nu is dat echter onmogelijk. Een bijkomend probleem is overigens dat een Nederlands landbouwbedrijf in Vlaanderen gronden mag kopen of pachten en daar eigen mest mag gebruiken, terwijl Vlaamse boeren geen bijkomende gronden mogen verwerven om hun overschot te verminderen. Met het Nederlandse mestplan-Brinkhorst kan men in Vlaanderen een invasie verwachten.
Gronden behoren op de eerste plaats toe aan gezinsveeteeltbedrijven en grote bedrijven moeten hun verantwoordelijkheid nemen. Het gezinsveeteeltbedrijf moet kunnen overleven, samen met de talloze jobs in de toelevering en de verwerking die daarmee verbonden zijn.
Een tweede reeks amendementen is erop gericht om de toevoer van stikstof en fosfor tegen te gaan. We moeten de integratoren dwingen tot mestverwerking. De veevoederindustrie voert massaal grondstoffen vanuit het buitenland in voor de aanmaak van veevoeder. Ze moet ertoe gedwongen worden om een deel van de door haar in omloop gebrachte nutriënten opnieuw te exporteren.
Tijdens de hoorzittingen is gebleken dat geen enkele landbouworganisatie achter dit MAP2bis staat. Uiteraard zijn ook de natuurverenigingen ertegen. Die zijn immers nooit tevreden. Voor hen zijn alle middelen goed : zo gebruikten ze tijdens de hoorzitting onderzoeksresultaten van bijzonder gevoelige gronden die geen nitraten afbreken. Ze veralgemeenden deze cijfers naar heel Vlaanderen. Dat is niet eerlijk.
MAP2bis is nu uw MAP. Maar dit MAP is het echte failliet van het zelfstandig gezinsbedrijf. Dit is pas een koude sanering. (Applaus bij de CVP en het VB)
De algemene bespreking is gesloten.
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Lachaert en Tobback, mevrouw Vertriest en de heren Bex, Denys en Timmermans houdende wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Er werden amendementen ingediend tot invoeging van de nieuwe artikelen 1bis, 1ter, 1quater, 1quinquies, 1sexies, 1septies, 1octies, 1novies, 1decies, 1undecies, 1duodecies, 1terdecies, 2bis, 2ter, 5bis, 16bis, 17bis en 18bis en amendementen op de artikelen 4, 14, 18 en 21.
Ik wil een toelichting geven bij ons amendement tot invoeging van een artikel 18bis. Het amendement is een antwoord op de oproep van de provinciale landbouwkamer van Vlaams-Brabant.
Deze sector wordt hard aangepakt door dit MAP, hoewel er in de witte gemeenten in deze provincie eigenlijk geen milieuproblemen zijn. Het gaat immers om grondgebonden bedrijven. Het is niet logisch dat ze uit verre streken mest moeten importeren. Dit amendement garandeert de standstill op gemeentelijk vlak.
De stemmingen over de amendementen tot invoeging van de nieuwe artikelen 1bis, 1ter, 1quater, 1quinquies, 1sexies, 1septies, 1octies, 1novies, 1decies, 1undecies, 1duodecies, 1terdecies, 2bis, 2ter, 5bis, 16bis, 17bis en 18bis worden aangehouden.
De stemmingen over de amendementen op de artikelen 4, 14, 18 en 21 en over de artikelen 4, 14, 18 en 21 worden aangehouden.
De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de aangehouden stemmingen en de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.