Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Lachaert en Tobback, mevrouw Vertriest en de heren Bex, Denys en Timmermans houdende wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
De algemene bespreking is geopend.
verslaggever
Ik verwijs naar het schriftelijk verslag. Het voorstel van decreet wordt het MAP2 genoemd, maar dat is het niet. Het is niet juist dat men doet alsof men uitvoert wat men vroeger goedgekeurd heeft. In MAP2 wordt er een nieuw evenwicht gezocht tussen de inspanningen van de landbouwsector en de goedkeuring van Europa.
In MAP2bis is het evenwicht verbroken : de vergoedingen komen er niet, alleen de strengere normen blijven over. Mestverwerking wordt nagenoeg onmogelijk. In de commissie werd dat bevestigd door een vertegenwoordiger van de administratie. Dat is nefast voor het milieu. De VLD stelde de vergoedingen ooit als voorwaarde om het MAP goed te keuren. Trekt de VLD-fractie haar steun in, nu die vergoedingen er wellicht niet zullen komen, tenzij voor partrimoniumverlies? Doet de fractie dat niet, dan bedriegt zij de landbouwers. (Protest)
Wat kan of wil de minister bereiken ten aanzien van Europa? Wat dat ook is, het wordt in elk geval in gevaar gebracht door haar houding. De Europese Commissie kent die uit haar interviews. Hoe kan ze dan nog geloofwaardig het dossier van de vergoedingen verdedigen? Waarom antwoordt zij zo laconiek en laattijdig op brieven waarin om nadere informatie wordt gevraagd? Hoe staat het trouwens met het antwoord op de Europese brief van 5 november 1999? Eind januari 2000 was dat er nog altijd niet.
Hoe komt het dat al die brieven met vragen om verduidelijking blijven arriveren? Omdat de vorige regering de vergoedingen voor 1996 en 1997 niet heeft aangemeld.
Ik heb uw vragen al beantwoord in de commissie. De brief van 5 november 1999 moest binnen de vier weken worden beantwoord, maar die termijn werd verlengd door het uitstel dat het Waals Gewest vroeg en kreeg. Inmiddels werd een antwoord gestuurd, dat ik u zal bezorgen. Ten gronde is het probleem dat ik een vergiftigd dossier erfde : de vorige regering heeft de Europese goodwill danig op de proef gesteld. Wij blijven proberen de goedkeuring voor het vergoedingensysteem van MAP1 en MAP2bis te krijgen. Dat zal gedeeltelijk ook lukken.
Precies daarom is geloofwaardigheid zo belangrijk. Wellicht wil u het vrijgekomen geld liever aan iets anders besteden. Als Europa de vergoedingen afkeurt, zal u de vorige regering daarvoor de schuld geven.
Ik heb inmiddels inzage gekregen in brieven van de administratie uit de vorige regeerperiode. Daarin wijst men de regering erop dat de vergoedingen moeten aangemeld worden. De regering legde dat advies naast zich neer. (Applaus bij de VLD, de SP en AGALEV)
Dat u de persoon die bij Europa klacht indiende tegen de vergoedingen, tot uw adjunct-kabinetschef benoemde, is een provocatie.
De meerderheid gaf al toe dat MAP2bis er alleen maar komt omdat de tijd ontbrak om een nieuw en degelijk MAP op te stellen. Dat is een zwaktebod. Het project is gedoemd om te mislukken.
Als MAP2 gedoemd is om te mislukken, waarom keurde de CVP het dan goed? Ik streef naar een oplossing die goed is voor de landbouw. Het is in ieders belang dat onze regeling door Europa wordt aanvaard.
Dat neemt niet weg dat MAP2bis een kort leven beschoren zal zijn. Er werden al tal van aanpassingen aangekondigd.
Mevrouw Dua onderging op 8 maanden een totale gedaanteverwisseling.
Wilt u een ander MAP? Zeg het maar, ik wil onmiddellijk een MAP indienen zoals Europa er een vraagt.
Snel een regeling invoeren en tegelijk al belangrijke wijzigingen in het vooruitzicht stellen, noem ik onbehoorlijk bestuur. Ik ben blij dat de CVP daar de verantwoordelijkheid niet voor draagt. (Applaus bij de CVP)
Ik kreeg de jongste dagen veel brieven van landbouwers. De meesten zijn ongerust en roepen op om MAP2bis niet goed te keuren. Sommige brieven zijn authentiek, andere werden klaarblijkelijk ingefluisterd door een landbouworganisatie die Minderbroedersstraat 8 te Leuven als adres heeft. De vragen die zij als argument opwerpt, zijn niet onbelangrijk, maar toch secundair aan de hoofdvraag : hoe kan men tegelijk de werkgelegenheid in de landbouw redden én de milieunormen respecteren? Of er een schadevergoeding komt of een warme sanering : dat is van ondergeschikt belang. Het probleem waar wij thans voor staan, is een scherp voorbeeld van dé uitdaging van onze tijd : de verzoening van economie en ecologie. Niemand betwist dat tegen 2003 de Europese nitraatnormen moeten worden gehaald. De mestverspreiding van MAP1 bracht dat doel niet dichterbij, wel integendeel : heel Vlaanderen werd er grijze zone door. Bovendien stegen de prijzen van landbouwgronden enorm. Daarom wordt MAP1 ook in de eerste plaats verdedigd door de grote eigenaars.
De heer Norbert De Batselier, voorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
Het is nu eenmaal onmogelijk om met een productie van 205 miljoen kilogram stikstof per jaar en 85 miljoen kilogram fosfaat de 50 milligram-nitraatnorm te halen. Daarvoor mag men slechts 139 miljoen kilogram stikstof en 49 kilogram fosfaat produceren, met andere woorden een derde minder. Niemand betwist die cijfers. Er zijn slechts twee oplossingen : de productie drastisch inkrimpen of de overschotten verwerken. De VLD kiest voor de tweede mogelijkheid. In de actieve welvaartsstaat wil men immers het aantal actieve mensen verhogen. In die context zijn de 30.000 arbeidsplaatsen in de landbouw voor ons even belangrijk als die van DHL. Wij zullen daarvoor vechten. Het pessimisme van de Boerenbond is onbegrijpelijk. Het MAP2bis moet een kans krijgen om de problemen op te lossen.
De regering moet er alles aan doen om mestverwerking een kans te geven. Daartoe moeten de grote en geïntegreerde bedrijven een mestverwerkingsplicht opgelegd krijgen. Zonder deze verplichting blijven de bedrijven aan mestverspreiding doen, want dat is uiteraard goedkoper en op die manier kan mestverwerking nooit rendabel en betaalbaar worden. MAP 2 voert deze verwerkingsplicht in en voldoet dus aan deze belangrijke voorwaarde. Een tweede voorwaarde is dat de lozingsnormen van de installaties voor mestverwerking haalbaar en betaalbaar zouden zijn. Daarvoor geeft het decreet geen sluitende waarborg. We rekenen echter op de realiteitszin en eerlijkheid van de minister. Dat is een kwestie van vertrouwen. De minister heeft de garantie gegeven dat het Vlaams Parlement binnenkort de kans zal krijgen om de haalbaarheid en betaalbaarheid van de normen te controleren op basis van de resultaten die worden voorgelegd door de task force voor mestverwerking..
Ik ben er rotsvast van overtuigd dat mestverwerking zal slagen. We mogen ons niet overgeven aan fatalisme. De VLD gelooft in de technologie en in de landbouwers en weigert mee te werken aan het rampenscenario van de afbouw.
Wij zijn geen fatalisten. De heer Denys verzet zich tegen afbouw, maar de realiteit is dat er een zogenaamde koude sanering plaatsvindt op dit ogenblik. Het aantal geïntegreerde bedrijven neemt meer dan ooit toe. Als men tegen overheidsgeld is voor een zogenaamde warme sanering, bevordert men dat proces nog.
De CVP is fatalistisch. Wij willen de landbouwers niet degraderen tot OCMW-trekkers of bruggepensioneerden. We willen een maximaal aantal arbeidsplaatsen behouden. De veestapel verminderen is werkloosheid creëren. Voor andere sectoren vindt iedereen dat vanzelfsprekend. Niet afbouw, maar mestverwerking is de oplossing.
Welke garanties hebt u dat de mestverwerking zal slagen? Welke reële kans is er dat de lozingsnormen kunnen worden aangepast? Ik herinner u aan de antwoorden die de heer Stuyckens tijdens de hoorzittingen heeft geven op de vragen van de heer Denys zelf.
Wij hebben vertrouwen in de minister. De minister zal hierover overleg plegen met het parlement, om de mestverwerking een realistische kans te geven. Het enige alternatief is afbouw. We vertrouwen erop dat minister Dua de mestverwerking alle kans op slagen wil geven. Niemand kan daarover uitsluitsel geven.
Voorlopig kunt u met de mest geen kant op : er bestaan nog steeds geen installaties voor mestverwerking. Wat wil u dan de bedrijven verplichten mest te verwerken?
De heer Denys baseert zijn steun voor mestverwerking op vertrouwen. Agalev en de SP hebben er altijd echter voor gepleit de veestapel te verminderen. Ze hebben zich altijd verzet tegen mestverwerking. De CVP wil de problemen helpen oplossen door vergoedingen toe te kennen aan landbouwers die hun veestapel vrijwillig verminderen. In Nederland wordt daar 40 miljard frank voor vrijgemaakt. In Vlaanderen zijn enkele miljarden al te veel. Dat bewijst dat men een zogenaamde warme sanering geen kans wil geven.
We hebben een task force voor mestverwerking opgericht. De eerste projecten zijn al bestudeerd. Binnenkort zullen de eerste vergunningen verleend kunnen worden voor verwerking van kalvermest. Ook de andere projecten zullen al spoedig aan bod komen. Er wordt dus voor het eerst werkelijk werk gemaakt van mestverwerking. Ik sta volledig achter mestverwerking, maar we moeten tegelijk nagaan of de installaties voldoen aan de milieunormen. Voor wat de vermindering van de veestapel betreft, zit ik nog steeds op dezelfde lijn : er zal een regeling komen voor vrijwillige sanering. We wachten nog op de reactie van Europa: wellicht zal de Europese overheid erop aandringen dat we de regeling niet beperken tot de varkensstapel. Binnenkort zal de vereiste decretale basis voor deze afbouw aan het parlement worden voorgelegd.
De heer Van Rompuy heeft de gewoonte om een karikatuur te maken van de standpunten van anderen. Ik heb steeds de voorkeur gegeven aan een vermindering van de veestapel om de nutriënten in de bodem terug te dringen. Het is immers beter om het probleem bij de bron aan te pakken dan aan het einde van de pijp. Ik heb echter ook altijd gezegd dat ik bereid ben om mestverwerking een kans te geven, op voorwaarde dat ze leidt tot oplossingen en niet tot een verplaatsing van het milieuprobleem dat veroorzaakt wordt door de nutriënten. Ik ben ook niet bereid om de milieunormen te negeren om mestverwerking te doen slagen. Dat is een valse oplossing.
De CVP heeft helemaal geen werk gemaakt van mestverwerking tijdens de voorbije jaren. Nu de nieuwe regering dat met dit MAP voor het eerst wel doet, wijst ze dat MAP af.
De voorbije jaren heb ik dit dossier erg ter harte genomen. Daarin werden we voor de eerste keer op het terrein geconfronteerd met de tegenstellingen tussen economie en ecologie. Ik stel vast dat er niet veel verschillen zijn tussen MAP2 en MAP2bis dat nu voorligt. Daarom doe ik een persoonlijke oproep aan de leden van dit parlement om dit voorstel van decreet unaniem goed te keuren en het gekissebis tussen meerderheid en minderheid te staken. Zo kunnen we de landbouwsector immers de boodschap geven dat we hen nieuwe toekomstkansen willen geven. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
De heer Denys roept ons op om het gekissebis te staken. Waarom schort de meerderheid dan dit voorstel van decreet niet op tot de Europese Commissie zich duidelijk uitspreekt over de vergoedingen?
De enige mogelijkheid om in 2000 vergoedingen uit te betalen is MAP2 in werking te krijgen, zoals de heer Coens maar al te goed weet.
Waar leest de minister dat?
Om de vergoedingsregeling van MAP1 aanvaardbaar te maken, moesten we bewijzen dat de vergoedingen degressief waren. Dat is de reden waarom minister Kelchtermans geen besluit over de vergoedingen heeft uitgevaardigd in 1999 en waarom ik dat ook niet heb gedaan voor 2000. Dat is ook de reden waarom we een nieuwe vergoedingsregeling moeten uitwerken. Die is opgenomen in MAP2. Nu doen we inspanningen om die regeling in werking te laten treden. Als MAP2 niet wordt goedgekeurd, blijven we met MAP1 zitten.
Uit welke teksten van de Europese Commissie blijkt dat MAP2 in werking moet treden opdat ze een gunstig advies zou geven?
MAP2 moet in werking treden om de vergoedingen te kunnen uitbetalen.
MAP2 in werking laten treden zonder vergoedingen kan in de moeilijke economische situatie voor veel gezinsbedrijven de doodsteek betekenen.
De vorige jaren werd er niets uitbetaald.
Tijdens de vorige regeerperiode heeft de minister dit MAP resoluut afgewezen en nu zal ze het opnieuw laten goedkeuren en ze zal het moeten uitvoeren. De CVP kan vrede nemen met een eventueel MAP3 als drie voorwaarden vervuld zouden zijn : de vergoedingen moesten worden goedgekeurd door de Europese overheid, mestverwerking en een vrijwillige sanering moesten mogelijk zijn. Deze voorwaarden zijn nu niet vervuld.
De landbouwers hebben enkel in 1996 een vergoeding gekregen en dan nog onterecht, want ze was niet aangemeld bij Europa en dreigt te worden vernietigd.
Door een klacht van de man die nu adjunct-kabinetschef van minister Dua is.
Deze debatten tussen de verschillende fracties in het Vlaams Parlement zijn het gevolg van een rare politieke situatie. De CVP heeft indertijd MAP2 in de vorm van een ontwerp van decreet goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Dit ontwerp vormt nog steeds de kern van het huidige voorstel van decreet. Er zijn alleen enkele technische wijzigingen gebeurd. De huidige politieke meerderheid verdedigt dit MAP2 met vuur, terwijl ze het vroeger hebben afgewezen. De twijfel waarvan de heer Denys soms wel en dan weer niet blijk gaf tijdens de bespreken in de commissie, is weggevallen. De meerderheid bestaat uit een coalitie van mensen die wel en die niet geloven in mestverwerking. Daartegenover staat de moeilijke situatie van de landbouw in zijn geheel en van de vele familiale landbouwbedrijven in het bijzonder in schril contrast.
Men verkiest zogezegd om dit MAP2 in werking te stellen om toch maar de goedkeuring van de Europese overheid te verwerven voor de uitgekeerde vergoedingen. Door het voorliggende MAP2bis worden echter heel wat familiale bedrijven bedreigt, want er komen geen vergoedingen.
In de commissie heb ik sommige van mijn amendementen van vorig jaar opnieuw ingediend.
Die amendementen waren in grote mate geïnspireerd door ideeën van de heer Denys. Indertijd heeft hij ze ook goedgekeurd, maar nu zal hij ze niet aannemen, zoals hij ook al in de commissie deed. Zo pleitte hij ervoor om de productieheffing te vervangen door een overschotheffing. Als wij daarover een amendement indienen, wijst hij het nu af.
Een van de verschillen tussen MAP2 en MAP2bis is dat er een begin wordt gemaakt met de vervanging van de basisheffing door een overschotheffing. Dit komt overeen met het voorstel van de heer Wymeersch, zij het dat hij daar radicaler in is.
In dit parlement worden veel zaken begonnen, maar er wordt niet veel afgewerkt. Hij zegt dat mijn amendement niet haalbaar is. Dit had hij vorig jaar ook moeten zeggen, toen hij nog in de oppositie zat.
Tijdens de hoorzittingen is gebleken dat de landbouw bereid is serieuze inspanningen te doen. De landbouwers zijn zelfs bereid tegen 2003 aan de normen te voldoen. Dat vind ik een belangrijke uitspraak. De milieubeweging is niet van het belang van de landbouw overtuigd. De vertegenwoordigers van de milieubeweging willen heel Vlaanderen tot kwetsbaar gebied uitroepen. Hun arrogantie en vijandigheid zijn grenzeloos. Maar wat zegt mevrouw Vertriest daarop : niet de milieubeweging is arrogant, wel de landbouwsector. Maar na alle mokerslagen die de landbouwers de voorbije jaren moesten incasseren, kunnen ze zelfs niet meer arrogant zijn.
Dit MAP2bis is eigenlijk een aangepaste versie van MAP2. Dat laatste steunde op twee grote pijlers. De eerste pijler was de milieubeleidsovereenkomst (MBO) die al gauw werd getorpedeerd toen een van de ondertekenaars zich terugtrok. Bovendien verzette ook de Europese Commissie zich ertegen. De tweede was de mestverwerking, die nog niet werkt op grote schaal. Onze kritiek blijft dus geldig : MAP2 is niet werkbaar. Bovendien wordt er geen onderscheid gemaakt tussen familiale en geïntegreerde bedrijven, want de notie gezinsbedrijf is uit de tekst verdwenen.
Als we dit MAP2bis niet goedkeuren wordt, dreigt men heel Vlaanderen tot kwetsbaar gebied uit te roepen. Wie niet aan de normen voldoet, valt uit de boot. Dat laatste komt neer op koude sanering. En dat op een moment dat de sector zelf bereid is een warme sanering te aanvaarden.
Dit MAP2bis is het werk van twee partijen die vorig jaar het oorspronkelijk ontwerp, MAP2 hebben bestreden. Sedert half juli van vorig jaar hadden ze voldoende tijd om hun eigen ideeën in een nieuw ontwerp van decreet te gieten, maar ze zijn daar niet in geslaagd en laten nu het oorspronkelijk ontwerp als voorstel goedkeuren. De meerderheid raakt het niet eens over een nieuw beleid.
De heer Wymeersch en zijn partij doen wat ze altijd doen : mensen schrik aanjagen. Nog nooit heb ik ook maar één alternatief gekregen van u. (Samenspraken)
Weerleg mijn argumenten. Jarenlang bent u de boer opgegaan om MAP1 en 2 af te breken en nu u in de meerderheid zit, wordt u gedwongen MAP2bis te aanvaarden. (Applaus bij het VB)
De heer Wymeersch spuit voortdurend kritiek. Stel ook eens iets voor.
Hoeveel ontwerpen heeft deze regering al ingediend? Men zou beter zwijgen.
Ik heb mijn kritiek op MAP1 herhaald en gewezen op de verschillen tussen MAP2 en het voorliggende MAP2bis. Als we dit voorstel niet goed keuren, overleeft de landbouw niet na 2003. Wij willen tenminste onze verantwoordelijkheid op ons nemen, ondanks de kritiek die we daarvoor zullen krijgen van de boeren. Het Vlaams Blok jaagt de mensen alleen maar angst aan.
Tijdens de bespreking van het MAP2 vond u warme sanering waarvoor mevrouw Dua toen pleitte, zeer hardvochtig. Nu verdedigt u een koude sanering.
Het geheugen van de heer Denys is inderdaad kort. Tijdens de dioxinecrisis heeft minister Gabriels voorgesteld om de varkensstapel met een kwart te verminderen zonder vergoeding. Nu stelt de VLD dat vrijwillige verminderen van de varkensstapel defaitistisch is. De fout van de VLD is dat ze dit MAP moet uitvoeren met de verkeerde partners. Agalev en de SP zijn immers niet bereid het MAP uit te voeren. Bovendien stelt de milieubeweging dat de veestapel moeten worden verminderd, omdat de huidige aantallen niet houdbaar zijn. Dat is de reden waarom de landbouwers dit MAP wantrouwen.
Nog voor de verkiezingen en tijdens dioxinecrisis stelde de VLD voor in de eerste plaats de landbouwsector financieel te helpen. In die sector waren de sociale problemen immers het grootst. We hebben die belofte ook uitgevoerd. Bovendien zijn Agalev en de VLD erin geslaagd samen een akkoord te bereiken. Dankzij dat politieke mirakel kunnen wij een beleid voeren dat de boeren ten goede komt en niet langer de Boerenbond.
Voor ons is de vraag belangrijk wie de eigenaars van de mest zijn en hoe we een familiaal bedrijf op een juridisch sluitende manier kunnen definiëren. Het probleem wordt echter opnieuw uit de weg gegaan. De geïntegreerde bedrijven zijn duidelijk niet bereid om mee te werken. De politiek dient oplossingen te zoeken. In het verleden en ook vandaag is er voorgesteld om de geïntegreerde bedrijven voor hun verantwoordelijkheid te plaatsen en hen decretaal te verplichten de mestproductie te verwerken zodat er landbouwareaal voor de familiale veeteeltbedrijven vrijkomt. Het is van primordiaal belang om te bepalen wat geïntegreerde bedrijven zijn en welke bedrijven onder de definitie vallen. Dat is iets waarvan de federale en de Vlaamse overheid werk moeten maken. Het zal dan ook goed zijn dat de regionalisering van de landbouw een feit wordt, want de stem van Vlaanderen wordt nog altijd te weinig gehoord. Het is geen gezonde situatie dat we een federale regeringscommissaris moeten inschakelen om bij Europa te bemiddelen. Tijdens de besprekingen in de commissie werd er opgemerkt dat bepaalde Europese richtlijnen opnieuw ter discussie moeten worden gesteld. De vraag rijst evenwel hoe Vlaanderen dat kan doen, nu het niet vertegenwoordigd is in Europa. Ik ben wel verheugd dat minister Dua de mening deelt dat de houding van Europa tegenover de landbouw twijfelachtig is.
De discussie over MAP2bis is al verscheidene keren gevoerd. Vandaag gaat het over de toekomst van de Vlaamse landbouw. In de eerste zes maanden van deze regeerperiode heb ik mijn hoop gevestigd op minister Dua omdat ik dacht dat ze wel kaas heeft gegeten van landbouw. De cruciale vraag is echter welke landbouw we willen en wat we daarvoor over hebben.
Iedereen is ervan overtuigd dat de landbouwsector meer dan ooit een plaats heeft in Vlaanderen. De SP-fractie is daarop een uitzondering. Tijdens de commissiebesprekingen liet de heer Tobback zich de ijskoude uitspraak ontvallen dat hij de landbouw als een puur economische sector beschouwt en dat wie niet aan de normen beantwoordt, maar moet wegvallen. Wij weten dat de landbouw altijd al van wezenlijk belang geweest is voor de economie, de ruimtelijke ordening en het leefmilieu en dat nog altijd is.
We stellen vast dat er veel beloofd wordt maar dat er bitter weinig gedaan wordt ten behoeve van de landbouw. Zo worden door MAP2bis de vergoedingen voor het patrimoniumverlies geschrapt. Nochtans erkende de minister dat een van de boerenorganisaties een juridisch zeer overtuigende argumentatie had ontwikkeld. Ik hoop dat ze zo snel mogelijk de Europese overheid kan overtuigen om de vergoedingen goed te keuren.
De toekomst van de Vlaamse landbouw ligt ons nauw aan het hart. Ik doe dan ook een oproep om af te stappen van de uitgangspunten die aan de basis lagen van MAP1, die ook te vinden zijn in MAP2 en MAP2bis. Laat ons een nieuw beleid ontwikkelen dat de toekomst van de landbouw en het leefmilieu vrijwaart. (Applaus bij het VB)
Ik heb in mijn korte parlementaire carrière al veel debatten over het MAP meegemaakt. Vandaag bevind ik mij in de meest comfortabele situatie ooit. Enerzijds zullen een aantal collega's die een jaar geleden het MAP2 bestreden, het nu goedkeuren en anderzijds zullen een aantal collega's die het MAP2 toen hebben goedgekeurd, nu afkeuren. De SP is altijd erg consequent geweest en heeft altijd hetzelfde standpunt verdedigd.
Het MAP-debat is een soort virtueel debat geworden en we moeten dat vandaag proberen te overstijgen. Na een discussie van meer dan tien jaar over het probleem van het mest- en nutriëntenoverschot, stijgen de nutriënten in de bodem nog altijd. Bovendien zijn maar weinig maatregelen in praktijk gebracht en zijn de vergoedingen nog altijd niet uitbetaald. De situatie is in vergelijking met tien jaar geleden erger geworden. Met MAP2bis zetten we MAP2 in werking. Ik hoop dat het uitgevoerd zal worden. Dat zal het verschil zijn met de vorige regering toen de CVP er deel van uitmaakte.
De heer Johan De Roo, eerste ondervoorzitter, treedt opnieuw als voorzitter op.
Bij de bespreking van het vorige MAP hebt u een vurig pleidooi gehouden om de inwerkingstelling van het decreet afhankelijk te maken van de goedkeuring van de vergoedingen door Europa. Nu geeft u dat op. Dat is ook inconsequent.
Net voor de goedkeuring van MAP2 stelde toenmalig minister Kelchtermans voor om eerst het fiat van de Europese Commissie te vragen. Dat zou maar enkele maanden vergen gezien de uitgebreide correspondentie die hij al voerde. Zodra de Europese zegen kwam, kon dan het MAP2 in werking treden. De werkelijkheid was anders. De goedkeuring vanwege Europa is er nog altijd niet. Het is niet verantwoord nog langer met de inwerkingtreding te wachten. Er moet halt worden toegeroepen aan de verslechtering van de milieukwaliteit en de volksgezondheid door de Vlaamse overproductie van mest.
Hoe denkt de heer Tobback over subsidies voor vrijwillige afbouw?
Daar antwoord ik dadelijk op, maar eerst dit : er werd en er wordt vaak gezegd dat de SP tegen vergoedingen is. Dat was nooit het geval. Wij zijn altijd voorstander geweest van het vergoeden van prestaties die leiden tot een verbetering van het milieu. Het probleem met Europa was onvermijdelijk, omdat de regeling niet in overeenstemming met de Europese regelgeving was. Wie de klacht indiende, is niet relevant. (Applaus bij de VLD, de SP en AGALEV)
Ooit pleitte u voor de koppeling. De verwijten aan minister Kelchtermans zijn onterecht. Hij meldde MAP2 al op 11 mei bij de Europese Commissie aan. Dat werd gevolgd door een hele briefwisseling. In augustus werden nog 16 bijkomende vragen gesteld, in november nog maar 6. Die zijn inmiddels beantwoord, liet de minister weten. Er is dus sprake van vooruitgang. We schieten op. Waarom kon u vroeger wachten en nu niet meer?
U verwart met de briefwisseling over de naleving van de nitraatrichtlijn. Die over de vergoeding is nog niet afgesloten. Nadat er twee keer over en weer werd geschreven tussen minister Kelchtermans en de Europese Commissie, kwam er een derde vraag om uitleg vanwege de Commissie. Die beantwoordden wij nog niet, omdat de ervaring ons leerde dat het erop aankomt voorafgaandelijk aan het officiële antwoord een informeel akkoord met Europa af te sluiten. De onderhandelingen over ons vergoedingenvoorstel in het kader van de plattelandsontwikkeling, zijn volop bezig.
Wat de zachte of warme sanering betreft, heb ik steeds gepleit voor een maatschappelijk begeleide afbouw van de veestapel. Die is in Vlaanderen nu eenmaal veel te groot, zeker in de varkenssector. Het is te kostelijk geworden om die op een sociaal en zelfs economisch verantwoorde wijze te blijven houden. Is dat nu nog niet voor iedereen duidelijk? Daarmee streven wij overigens geen afbouw van de landbouw na, wel een inkrimping van de veestapel. Wij willen de werkgelegenheid juist in de landbouw op een aanvaardbaar peil houden.
Waarom keurde u onze motie daarover dan niet goed?
Ik ben altijd tegen moties geweest die niet meer zijn dan herhalingen van herhalingen van herhalingen.
Het was de eerste keer dat een dergelijke tekst ter stemming werd voorgelegd in deze regeerperiode.
In deze regeerperiode wel, ja.
Is de SP bereid te ijveren voor de inschrijving van een bedrag voor begeleide afbouw in de begrotingsaanpassing of in de begroting 2001?
Als dat in overeenstemming is met de Europese regelgeving, ja. Tot nu toe is geen enkele minister van Landbouw daarop ingegaan. De vorige, de heer Van Rompuy, beweerde zelfs dat het onmogelijk was, omdat het veel te duur zou zijn.
Ik liet de kosten berekenen. Het was echter vooral de SP die zich verzette tegen de vastlegging van een dergelijk bedrag in de begroting. (Protest van de heer Bossuyt)
Het paarse kabinet in Nederland legde voor de begeleiding van de afbouw van de veestapel in zijn land een bedrag van 38 miljard frank vast. De Boerenbond vroeg onlangs 9 miljard frank. In het kader van de plattelandsontwikkeling beschikt minister Dua over niet meer dan 2 miljard frank. Welke enveloppe wil de Vlaamse regering bijkomend reserveren?
De Vlaamse regering is bereid om middelen ter beschikking te stellen. De regering wil echter geen kredieten vastleggen voordat Europa zijn goedkeuring heeft gegeven. Wel werd het programma voor plattelandsontwikkeling al goedgekeurd.
Het alternatief voor afbouw is mestverwerking. Ik ben daar geen tegenstander van, maar ik geloof er niet in. Mestverwerking moet wel verwerking, en niet gewoon bewerking tot doel hebben. Door te soepele normen te hanteren wordt het milieuprobleem immers niet opgelost. Het helpt niet om de mest alleen maar samen te drukken. We moeten consequent zijn : het helpt niet om verwijten te maken aan het adres van Aquafin omdat het er niet in slaagt om het nutriëntengehalte op peil te houden, als we ook niet ingrijpen in het mestprobleem.
De sector moet voor zichzelf uitmaken of mestverwerking economisch gezien de moeite loont, binnen het kader van de normen voor de installaties en de regels op het vlak van ruimtelijke ordening.
De heer Denys stelt al zijn hoop op mestverwerking. U suggereert echter dat er geen discussie mogelijk is. Hoe zit het dan met het vertrouwen van de heer Denys?
Er bestaan grote twijfels in verband met de kostprijs van mestverwerking, ook bij de landbouwers. Anderzijds betalen de boeren nu ook al veel voor de mestafzet. Op den duur zal de economie zichzelf reguleren. Ik hoop echter samen met de veevoederindustrie een MBO op te stellen die ervoor kan zorgen dat de mestverwerking betaalbaar blijft voor de sector. Ik wil rekening houden met het voorstel van de Boerenbond voor een aanvaardingsplicht. Ik ben er echter niet van overtuigd dat dat in de praktijk ook zal werken. Via de MBO kunnen de kosten worden gespreid en kunnen de integratoren worden geresponsabiliseerd. De individuele boeren mogen niet het slachtoffer worden, aan het einde van de rit.
Ik ben geen tegenstander van mestbewerking, maar het moet wel degelijk om verwerking gaan. De redenering van de heer Wymeersch over de rol die de landbouw heeft gepeeld bij het bewaren van de open ruimte en het garanderen van de milieukwaliteit getuigt van een achterhaalde Bokrijkvisie op landbouw.
Landbouw is een economische activiteit die winst nastreeft. Als landbouw kan bijdragen tot het behoud van de open ruimte en geen problemen oplevert voor het leefmilieu en de volksgezondheid, zal ik de landbouw steunen. Het komt toe aan de overheid om een duidelijk kader te creëren waarbinnen de landbouw kan werken. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Hoewel Agalev zich altijd tegen het MAP verzet heeft, zullen we het voorliggende voorstel van decreet toch goedkeuren. Daar hebben we verschillende redenen voor. MAP 1 was een mestverspreidingsplan. Het verwerkings-probleem werd vergroot door de spreiding over een grotere oppervlakte, en de omvang van de mestproductie nam bovendien toe. Een volledig nieuw MAP klaarstomen zou te veel tijd in beslag nemen, zeker gezien de houding van Europa. Tot nog toe is Vlaanderen een slechte Europese leerling gebleken. Doordat MAP 2 nog niet in werking is getreden, is Vlaanderen steeds een slechte leerling gebleven. Nu nog een jaar verliezen, zou van slechte wil getuigen tegenover Europa. Een en ander zou ertoe leiden dat heel Vlaanderen kwetsbaar gebied wordt.
Met het MAP streven we drie doelstellingen na : resultaten op het vlak van milieu; een positief signaal aan Europa en een signaal aan de landbouw dat dit probleem eindelijk moet worden aangepakt. Het MAP is gericht op de bescherming van milieu en gezondheid. De crisis in de varkenshouderij is geen gevolg van de milieunormen, maar van het prijsbeleid en de concurrentie in de sector. Geen enkel MAP kan dat probleem verhelpen.
We proberen de milieudoelstellingen te halen door een responsabilisering van de sector. Daarbij worden drie sporen gevolgd. Ten eerste : een aanpak bij de bron. Dat is mogelijk door het gebruik van nutriëntenarme voeding te stimuleren en door de veestapel af te bouwen. Ten tweede : het stimuleren van een oordeelkundige bemesting. Daarbij is het belangrijk om de noodzakelijke metingen te verrichten. Ten slotte : mest- en nutriënten-verwerking. Daar heb ik het als ecoloog wel moeilijk mee.
We zitten nu met een dergelijke hoeveelheid mest dat we het ons niet kunnen veroorloven om vanuit een principieel standpunt te zeggen dat mestverwerking niet kan. Bijgevolg moeten we er ons voor inzetten dat dit ook op de best mogelijke manier gebeurt.
Er wordt hier veel gesproken over normen. Bij een recent bezoek aan een mest- en afvalverwerkend bedrijf heeft men ons gezegd dat dit perfect mogelijk was binnen de normen. Door de mest te verwerken, wordt het probleem opgelost en niet verschoven naar water- of luchtvervuiling.
Dit MAP zal op zichzelf niet volstaan om de Europese milieunormen te halen. Daarvoor is de inzet van elke individuele landbouwer en van de sector noodzakelijk. Via een milieubeleidsovereenkomst kunnen we de sector responsabiliseren. Een flankerend beleid op basis van meetresultaten is mogelijk. Dit voorstel van decreet wil MAP2 in werking stellen. Een verder uitstel vergroot alleen de problemen. Eens MAP2 voldoende lang in werking is, zal blijken of we daarmee de milieudoelstellingen kunnen bereiken. Indien dat niet het geval is, dan zal er een bijsturing gebeuren. Terecht wordt er ook gestreefd naar vereenvoudiging en naar een betere werkbaarheid.
Mevrouw Vertriest stelt nu al een bijsturing in het vooruitzicht van een decreet dat straks misschien zal gestemd worden. Binnen welke termijn ziet men dat? Wil men dat doen binnen de drie maanden?
Eerst moet blijken wat de resultaten van MAP2 op het terrein zijn. We zullen snel weten of dit leidt tot een vermindering van de nitraten en van de fosfaten.
De heer Denys sprak eerst over 2003 en nu is er al sprake van 2001.
Ik stel nu dezelfde vraag als de heer Coens. Bij het begin van de bespreking werd gezegd dat MAP2bis te complex was, niet uitvoerbaar en dat men niet geloofde in de meting van nitraatresultaten. Daarom werd bijkomend wetenschappelijk onderzoek nood-zakelijk geacht. Wij zijn vooral bekommerd over de rechtszekerheid.
Als men nu een evaluatie of een verstrenging in het vooruitzicht stelt, dan brengt men de sector in de onzekerheid. Rechtszekerheid is ook essentieel voor de mestverwerking. Men moet namelijk ook zeker zijn van het aanbod en van de continuïteit van het beleid.
Het voortdurend gelach van de heer Bossuyt tijdens dit debat begint me te irriteren. Dit heeft lang genoeg geduurd. (Onderbrekingen)
Het heeft inderdaad lang genoeg geduurd. De CVP moet de waarheid zeggen, ook aan de boeren.
Ik heb me acht jaar met dat dossier beziggehouden. Uit mijn gesprekken met vele landbouwers heb ik onthouden dat ze vooral onzeker zijn over hun toekomst. Daarom is het de rechtszekerheid die me interesseert.
Wat me vooral ergert is de fijne glimlach waarmee de heer Coens vraagt of er over drie maanden al een evaluatie komt. Dat is niet ernstig meer.
MAP1 werd goedgekeurd in december 1995 en het zou in 1998 worden geëvalueerd. Die termijn werd gerespecteerd, zij het met enige vertraging. Het probleem schuilde echter in de vergoedingen : alleen de milieubeweging had daartegen klacht neergelegd zodat ze het werden geblokkeerd.
De vergoedingen waren nu eenmaal niet conform. Daarom moesten ze aangepast worden.
Toen ik in 1992 provincieraadslid van Oost-Vlaanderen werd, was het mestprobleem al bekend. Toch is men vergunningen blijven afleveren. Dat is ook een vorm van slecht bestuur.
De SP doet alsof ze geen enkele verantwoordelijkheid draagt. Nochtans was de heer De Batselier minister van Leefmilieu tot juni 1995.
De CVP is de enige partij in Vlaanderen die de landbouwers consequent verdedigt.
De CVP is blijkbaar bezorgd over de timing. Welnu, ik heb me geëngageerd om nota te nemen van alle problemen op het terrein.
Ook de mestbank, de andere Vlaamse administraties hebben dezelfde opdracht gekregen en niet werd eveneens doorgegeven aan de landbouworganisaties.
We weten dat er problemen zijn met de complexiteit en met de controleerbaarheid. Daarom zullen we initiatieven nemen om MAP2 werkbaar te maken.
Het zal daarbij niet gaan om een versoepeling. Een inventaris van de problemen kan gemaakt worden in de loop van het mestseizoen. Rond september zullen we dan een zicht hebben op de problemen. De Europese Commissie legt trouwens voor 2002 het opmaken van een inventaris op. Intussen hebben we een goed meetpuntennet voor het nitraatgehalte in oppervlakte- en bodemwater. Dat is trouwens vastgelegd in samenspraak met de organisaties. Als er geen verbetering optreedt, dan zullen er dringende maatregelen worden genomen en zelfs opgelegd. Ik hoop dat iedereen ons daarin volgt.