Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van de heren Van Nieuwenhuysen en Librecht tot besluit van de op 9 december 1999 door de heer Van Nieuwenhuysen in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over het beleid van de Vlaamse regering ten aanzien van het Franstalig onderwijs in Vlaanderen.
Het is paradoxaal dat de Vlaamse regering in de begroting voor 2000 in 35 miljoen frank voorziet voor het verzekeren van het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand en tegelijkertijd 300 miljoen besteedt aan het Franstalig onderwijs in Vlaanderen. Wij geven 300 miljoen frank om onze wettelijke verplichtingen na te komen terwijl de Franstaligen geen 10 miljoen frank besteden aan het Vlaams schooltje in Komen.
Het hoger onderwijs in Vlaanderen vraagt 300 miljoen frank meer. Dit geld hebben we wel over voor het Franstalig onderwijs.
Wij vinden dat systeem van onderwijsfaciliteiten waarbij Vlaanderen betaalt voor de verfransing, nefast. Toch hebben we slechts een beperkte motie ingediend. We stellen immers vast dat deze meerderheid bereid is om de 300 miljoen frank verder uit te betalen aan het Franstalig onderwijs in Vlaanderen. Er zullen besprekingen starten tussen de Vlaamse minister van Onderwijs en minister Hasquin. Het ogenblik is geschikt om een motie van mei 1996, die door een groot deel van de leden van het Vlaams Parlement goedgekeurd werd, opnieuw in herinnering te brengen. Deze motie vroeg aan de Vlaamse regering om Vlaanderen verantwoordelijk te maken voor de pedagogische inspectie van de Franstalige scholen in Vlaanderen.
De Vlaamse inspectie moet de kwaliteit van de lessen kunnen nagaan, in het bijzonder van de kwaliteit en ook de kwantiteit van de lessen Nederlands. Het is immers de bedoeling dat de leerlingen voldoende Nederlands kennen om eventueel over te stappen naar het Nederlandstalig secundair onderwijs. In het nieuwe protocol tussen Vlaanderen en de Franstaligen moet staan dat diegene die betaalt voor deze scholen, ook de kwaliteit van de lessen controleert. (Applaus bij het VB)
In de motie van 1996 vroeg het Vlaams Parlement aan de Vlaamse regering om het akkoord over de pedagogische inspectie van scholen in de faciliteitengemeenten op te zeggen. De houding van de minister en de bereidheid van de Franstalige verantwoordelijke ministers tot overleg, maakt dat wij bereid zijn om hen voorwaardelijk vertrouwen te schenken. Deze onderwijsinstellingen op Vlaams grondgebied, betaald met Vlaams geld, moeten volledig geïntegreerd worden in het Vlaamse onderwijs.
De met redenen omklede motie wordt met 17 stemmen tegen 85 niet aangenomen.