Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Vanackere tot de heer Leterme, minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, over het respecteren van de begrotingsnormen van de Hoge Raad van Financiën in het licht van de budgettaire engagementen van de deelstaten.
Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de begroting 2005. De Vlaamse Regering heeft zich ertoe verbonden het samenwerkingsakkoord met de federale regering terzake te respecteren. Men is zelfs bereid te spreken over bijkomende inspanningen voor 2005 en om de richtlijnen van de Hoge Raad van Financiën te blijven naleven in 2006-2011. Maar aan die laatste twee beloften wordt wel de voorwaarde gekoppeld dat de andere entiteiten vergelijkbare inspanningen doen.
Op zich is er overigens niets mis mee dat Vlaanderen streeft naar versnelde schuldafbouw. Het wordt ten onrechte vaak voorgesteld alsof die inspanning een overdracht van middelen naar de andere entiteiten inhoudt, maar dat klopt niet. Vlaanderen zorgt er gewoon voor dat het Belgische gemiddelde verbetert, maar heeft in de eerste plaats zelf alle belang bij die schuldafbouw.
Het is inmiddels wel duidelijk uit de teksten van de regeerakkoorden en uit de verklaringen van regeringsleden dat de andere entiteiten losser omgaan met die inspanningen. Waals minister-president Van Cauwenberghe heeft het veeleer over een versoepeling. In het regeerakkoord van de Franse Gemeenschap wordt de hoge raad niet eens genoemd. Dat van de Brusselse regering zegt nadrukkelijk dat er, in tegenstelling tot de voorbije jaren, ditmaal geen marge is voor bijkomende inspanningen.
De uitkomst van dit alles is voorspelbaar : de andere entiteiten zullen waarschijnlijk geen extra inspanningen leveren en de voorwaarde voor de bijkomende Vlaamse inspanningen wordt niet vervuld. Wat zal de houding van de Vlaamse Regering zijn als die effectief blijkt? Bereidt zij zich tijdens de huidige begrotingsbesprekingen al voor op dit waarschijnlijke scenario? Wordt daarbij nog steeds de verhoogde norm gehanteerd? Kunnen de extra inspanningen waar het over gaat, precies becijferd worden? Hoe kan desgevallend het geld daarvoor naar de krappe beleidsmarge van de Vlaamse Gemeenschap verschoven worden?
Het ontwerp van begroting 2005 is bijna klaar. Het wordt vrijdag of maandag tegelijk aan het parlement en de pers voorgesteld.
Bij de regeringsonderhandelingen hebben we heel wat tijd gestoken in het natrekken van de cijfers. De afspraken in het regeerakkoord berusten dus niet op drijfzand. Bij de begrotingsopmaak voor 2004-2005 wensen we ons te houden aan het samenwerkingsakkoord met de federale overheid. We willen ons houden aan de verstrengde normen van de Hoge Raad voor Financiën.
Ik meen dat het van essentieel belang is dat we de budgettaire orthodoxie niet loslaten en dat we een extra inspanning leveren om te komen tot gezonde overheidsfinanciën. Wij zullen onze bijdrage leveren, maar daaraan hebben we twee voorwaarden gekoppeld. We vragen dat ook de andere entiteiten, maar ook de federale overheid zich houden aan de verstrengde normen van de Hoge Raad voor Financiën. Bovendien vragen we een mechanisme om een recuperatie mogelijk te maken van de inspanningen die we ten onrechte hebben gedaan vanuit een eenzijdige federale loyauteit. Ik wil me nu niet vastpinnen op een formule. Bij de begrotingscontrole in 2005 moet dit element wel ingeschat worden.
Normalerwijs zouden we in de loop van deze week met de federale overheid overleg plegen over het globaal kader voor de periode 2006-2011, met eventueel afspraken die gevolgen hebben voor 2005. Ik heb deze week echter geen uitnodiging hiervoor ontvangen. Het ziet er ook niet naar uit dat er hierover deze week nog afspraken kunnen worden gemaakt.
Wij zullen dus ons engagement voor de begrotingsopmaak nakomen. De extra inspanning die we leveren om te voldoen aan de strenge norm van de Hoge Raad voor Financiën bedraagt 95 miljoen euro. We streven naar een duurzame gezondmaking van de openbare financiën van de globale overheid. Ik hoop dat alle entiteiten diezelfde lijn zullen volgen.
Ik ondersteun de minister-president in zijn pleidooi voor een orthodox begrotingsbeleid. Vlaanderen is de enige entiteit met overschotten op de begroting. Uiteraard moet iedere betrokkene een begrotingslogica volgen die in het belang is van de eigen entiteit.
Uit het SERV-verslag blijkt dat de beleidsmarge de komende twee jaar erg krap zal zijn. Als de andere entiteiten hun deel van het werk niet doen, moeten we dan niet nagaan hoe we een deel van het geld kunnen recupereren en injecteren in beleidsmarge?
De begrotingsinspanningen waarmee we nu bezig zijn, dienen om de verstrengde norm van de Hoge Raad voor Financiën te bereiken. Ik ben ervan overtuigd dat we aldus een goede bijdrage leveren voor de vergrijzingsproblematiek en de competitiviteit van onze samenleving op termijn. Dat betekent evenwel dat een aantal aspiraties die vooral voor de verkiezingen werden geformuleerd, wellicht even zullen moeten worden uitgesteld.
Het incident is gesloten.