Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over eventuele maatregelen ten aanzien van Aquafin, naar aanleiding van de Europese kritiek op de waterzuivering in Vlaanderen
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Bogaert en Timmermans tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over eventuele maatregelen ten aanzien van Aquafin, naar aanleiding van de Europese kritiek op de waterzuivering in Vlaanderen.
Het rapport van de bevoegde Europese commissaris over het niet naleven van de Europese richtlijn inzake waterzuivering is zeer pijnlijk. Met dit doel is immers al vijftig tot zestig miljard frank geïnvesteerd. Uiteraard heeft deze kritiek ook te maken met het non-beleid in Brussel en met het slechte beleid in Wallonië, maar ook Vlaanderen is ernstig tekortgeschoten.
We kunnen deze kritiek bovendien niet volledig toeschrijven aan het ondermaatse beleid van de vorige regering. Mijn fractie gaat ervan uit dat de ideeën van minister Dua om dit probleem te verhelpen onvoldoende zijn. Ook de gemeenten hebben immers grote investeringen gedaan of gepland en vragen zich nu af of ze goed hebben gehandeld. Wij menen dat er stipt onderhandeld moet worden, opdat men op 4 februari een antwoord zou kunnen geven aan de Europese commissaris. We gaan er ook vanuit dat er een externe audit moet gebeuren van de werking, de aanwending van de middelen en de doelstellingen van Aquafin.
In de regeerverklaring werd duidelijk gesteld dat de Europese richtlijn inzake waterzuivering gerespecteerd moet worden. Dat moet gerealiseerd zijn tegen 2005. Daarom moeten de meerderheidspartijen ervoor zorgen dat de geleverde inspanningen meer resultaat hebben. Daarbij denken we aan een resultaatsverbintenis voor Aquafin en aan een grotere verantwoordelijkheid voor de bovengemeentelijke zuiveringssystemen. Ik denk ook dat we vanuit het Vlaams Gewest bijkomende regelgeving moeten ontwerpen. Daarom wil ik aan de minister vragen om samen met Aquafin, de VMM en alle betrokken partners een andere organisatie en regelgeving voor de waterzuivering te ontwikkelen.
De brief van de Europese commissaris was vernietigend voor België. De situatie in Brussel en Wallonië is weliswaar nog slechter dan die in Vlaanderen, maar ook Vlaanderen heeft belangrijke kritiek gekregen. In de Vlarem-reglementering geven we onszelf uitstel om tegemoet te komen aan de Europese richtlijn. Ik zal dan ook aan de Vlaamse regering vragen om deze bepaling te schrappen.
Verder gaat de Europese commissaris ervan uit dat we al aan de richtlijn moeten voldoen. In dat verband zullen we in februari een antwoord geven. Tegen juni 2000 willen we samen met Aquafin en met de VMM een aangepast programma uitwerken voor een versnelling van de realisering van de richtlijnen.
De heer Bogaert vraagt een externe audit, maar ik wil graag eerst de tijd voor een interne audit. Nu zijn er gesprekken aan de gang met Aquafin en met de bevoegde administratie in verband met een resultaatsverbintenis voor Aquafin en met een garantie dat de middelen goed besteed worden. Deze nota zal overhandigd worden aan de commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening van het Vlaams Parlement. Als de commissieleden dit noodzakelijk vinden, dan moet er ook een externe audit komen.
Wij hebben geen probleem met een interne audit wanneer die op een objectieve en neutrale manier uitgevoerd wordt. In elk geval moet men kijken naar vroegere afspraken die eenzijdig werden opgelegd, zoals de zestien percent winst die door Aquafin werd bedongen en waar weinig resultaatsverbintenissen tegenover staan. Verder moet men ook de resultaten van de lokale besturen, die miljarden frank hebben geïnvesteerd, betrekken bij de doorlichting.
In samenspraak met de commissie voor Leefmilieu, Natuurbehoud en Ruimtelijke Ordening zullen we dit agenderen.
Het incident is gesloten.