Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de verdeling van de onderwijsmiddelen tussen de gemeenschappen
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Van Rompuy en Van Hauthem tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands beleid en Europese Aangelegenheden, over de verdeling van de onderwijsmiddelen tussen de gemeenschappen
Vannacht heeft de federale regering een akkoord bereikt over de financiering van het onderwijs. Het overlegcomité heeft hierover vergaderd. Wat is de kostprijs van het akkoord over de onderwijsfinanciering? Wij hebben begrepen dat de Franstaligen 3,2 miljard frank meer krijgen : bij de oorspronkelijke 2,5 miljard frank uit de onderwijsmiddelen wordt 0,7 miljard frank uit de trekkingsrechten gevoegd.
De Vlamingen zullen geen voordeel halen uit deze regeling. Vlaanderen verliest 1 miljard frank van de onderwijsmiddelen, terwijl wij op basis van het bevolkingscriterium 6 miljard frank meer zouden moeten krijgen. De Franstaligen zullen in de komende drie jaar 10 miljard frank meer krijgen uit de middelen bestemd voor het onderwijs en de trekkingsrechten voor tewerkstelling. Vlaanderen blijft dezelfde middelen behouden.
De eerste minister heeft gezegd dat hij geen geld van de federale overheid meer wou gebruiken om communautaire akkoorden te sluiten. Nu gaat er 10 miljard frank van de federale overheid naar de gemeenschappen en de gewesten. De zogenaamde wafelijzerpolitiek wordt dus wederom toegepast. Ik wil ook benadrukken dat dit geld voor 64 percent betaald wordt door Vlaanderen.
Wat gebeurt er met de taalgrensleerlingen? Wij hebben begrepen dat zij niet in rekening gebracht zullen worden. Gisteren hebben wij berekend dat het over 13.000 leerlingen gaat, die elk een dotatie van 250.000 frank opleveren. Op basis van deze redenering zou de Franstalige Gemeenschap 3 miljard frank minder moeten krijgen. Ze krijgt nu 1,8 miljard frank meer van de onderwijskredieten. De interregionale flux telt dus niet mee en is een lege doos, zoals wij steeds beweerden.
Extra geld voor het Franstalige onderwijs moet gekoppeld zijn aan garanties voor meer fiscale verantwoordelijkheid. Het akkoord van vannacht is een tijdelijke regeling maar inmiddels hebben de Franstaligen hun geld. De Vlaamse vraag om meer financiële autonomie is nu een verloren zaak.
Dit is een nefast akkoord voor Vlaanderen. De Vlaamse regering kende dit dossier onvoldoende om de Vlaamse belangen doeltreffend te verdedigen. (Applaus bij de CVP en het VB
Toen ik vanmorgen het journaal hoorde, vroeg ik mij af wat wij hier gisteren gedaan hebben. De minister-president heeft gisteren een prachtig staaltje komedie opgevoerd. Wij hadden helaas gelijk toen we beweerden dat enkel de Vlamingen nadenken over eerlijke en objectieve criteria om op korte termijn de onderwijsgelden te verdelen. Aan de andere kant van de taalgrens heerst er maar één obsessie : 2,5 miljard frank verwerven. De Franstaligen zijn niet bezorgd over criteria. Indien zij hun geld niet kunnen krijgen via de verdeling van de onderwijsmiddelen, willen zij dit aanvullen vanuit een ander potje, in dit geval de trekkingsrechten.
De minister-president zei gisteren dat het hem verbaasde dat er niet gedebatteerd werd over de kwaliteit van het onderwijs. Dadelijk hierna ging hij naar de onderhandelingen en gaf de Franstaligen 2,5 miljard frank.
Dit is Belgisch consumptiefederalisme op zijn best : aan Franstalige financiële behoeftes wordt met federaal - vooral Vlaams - geld voldaan. Waarom zou men de leerlingen nog tellen als de bedragen toch al vast liggen? Het resultaat is dat de Vlaamse Gemeenschap evenveel krijgt als voorheen, terwijl de Franstalige Gemeenschap op een bonus van 3,5 miljard frank kan rekenen.
Bovendien hebben we er gisteren op gewezen dat deze discussie gekoppeld moet worden aan het debat over fiscale autonomie en over een aanpassing van de Financieringswet. Omdat we de Franstaligen zomaar gegeven hebben wat ze vroegen, zal op de Costa enkel nog over details gesproken worden.
Hoeveel kost dit akkoord? Wat met de interregionale flux? Wat met de gevraagde tijdelijkheid? In welke mate zijn alle Vlaamse regeringspartners het eens met dit akkoord? (Applaus bij het VB
Premier Verhofstadt had mij uitgenodigd voor een vergadering van het overlegcomité om 14.00 uur. Daarom kon ik hier dus niet aanwezig zijn. Mijn excuses daarvoor. Ik meende nochtans dat mijn aanwezigheid op het overlegcomité nodig was.
De Vlaamse regering is verheugd dat eindelijk een oplossing is gevonden voor een aantal communautaire pijnpunten. De vorige federale premier had eenzijdig beslist de trekkingsrechten voor tewerkstelling niet langer te indexeren. Daardoor werden miljarden frank aan de regio's ontzegd. We hebben dit opnieuw aangekaard en opgelost. De eerstvolgende drie jaar ontvangen de gewesten jaarlijks 2 miljard frank extra. Bovendien zal een wetsontwerp worden ingediend dat ons toelaat die middelen autonoom te gebruiken in functie van ons werkgelegenheidsbeleid. De Vlaamse regering is van plan met deze bijkomende middelen de nepstatuten te regulariseren, een belangrijk punt uit ons regeerakkoord.
Voor wat artikel 39, paragraaf 2 van de Financieringswet betreft, kan de Vlaamse regering akkoord gaan met de door de premier voorgestelde criteria. Bovendien heeft het overlegcomité ons amendement over ronselpraktijken aanvaard. Wij respecteren de keuzevrijheid van de ouders, maar de gemeenschappen stemmen ermee in een samenwerkingsakkoord af te sluiten waardoor controversiële ophalingen niet langer mogelijk zijn. De leerlingen die op die manier worden opgehaald, worden afgetrokken van het totale aantal leerlingen.
Artikel 62 van de Financieringswet betreft de buitenlandse studenten. Totnogtoe was hun verhouding 80 in de Franstalige en 20 in de Nederlandstalige Gemeenschap, wat niet langer aan de werkelijkheid beantwoordde. Daarom is de verhouding nu aangepast : 67 voor de Franstalige Gemeenschap en 33 voor de Vlaamse Gemeenschap. Dit levert ons volgend jaar 700 miljoen frank extra op.
Daarnaast heeft het overlegcomité ingestemd met afcentiemen. Binnen de huidige Finacieringswet wordt dus al enige gestalte gegeven aan de fiscale autonomie. Een lineaire forfaitaire korting is mogelijk zolang die de economische en monetaire unie niet in gevaar brengt. De belastingvermindering die wij voorstellen, doet dat zeker niet. Ik beschouw dit als een belangrijke doorbraak.
De Vlaamse regering heeft expliciet in het verslag laten opnemen dat de uitvoering van artikel 39, paragraaf 2 een tijdelijk karakter heeft. We hebben nu een aantal pijnpunten opgelost, maar de fundamentele aanpassing van de Financieringswet moet prioritair op de Costa behandeld worden.
De regeling betekent niet dat de onderwijsdotatie nu welvaartsvast is. Aangezien de gemeenschappen hierdoor op korte termijn opnieuw onder financiële druk zullen komen te staan, is dat de beste hefboom om de Financieringswet fundamenteel aan te passen. Het is de plicht van iedereen ervoor te zorgen dat deze aangelegenheid aan de agenda van de Costa wordt toegevoegd. (Applaus bij de SP, de VLD, AGALEV en VU&ID
De verdeelsleutel is gewijzigd ten voordele van de Franstalige Gemeenschap. Die krijgt drie miljard frank extra voor onderwijs. Vlaanderen verliest elk jaar 1,1 miljard frank. Op drie jaar winnen de Franstaligen dus tien miljard frank. Verder is de interregionale flux een lege doos. De 13.000 leerlingen die in Vlaanderen wonen en Franstalig onderwijs volgen, zijn niet verrekend. De voorzitter van de Volksunie heeft gezegd dat de regeling maar voor één jaar kon gelden. Het akkoord is zogenaamd tijdelijk, maar de datum is weggevallen. De Franstaligen hebben zelfs meer gekregen dan ze gevraagd hebben. Ze zijn geen vragende partij meer. Vlaanderen heeft op de Costa geen enkele garantie meer voor de verdieping van de autonomie. Het is onbegrijpelijk dat een Vlaams-nationalistische partij en de Vlaamse regering zoiets toelaten. Dit is een enorme nederlaag, ook voor de Volksunie. De Vlaamse regering heeft slecht onderhandeld. (Applaus bij de CVP en het VB
Het antwoord van de minister-president blijft bijzonder vaag. Als de interregionale flux berekend is, rijst de vraag hoe men komt aan de bedragen voor de Franstaligen. Welke zin heeft het nog om leerlingen te tellen als de bedragen toch al vastgesteld zijn? Volgens het criterium dat premier Verhofstadt voorstelde, krijgen de Franstaligen maar 1,8 miljard frank. Er moest dus een potje bijgezocht worden. Vlaanderen heeft eraan meegewerkt om dat te verzekeren. De Franstalige financiële behoeften worden nog altijd het eerst gedekt, liefst met federaal geld. Een dergelijk dotatiemechanisme leidt tot bijkomende transfers. Waar zit bovendien de voorlopigheid van het akkoord? De Franstaligen hebben meer dan ze gevraagd hebben en ze hebben er geen nood meer aan om de fiscale autonomie te berde te brengen. Uw geloofwaardigheid staat ter discussie. (Applaus bij het VB
Het incident is gesloten