Verslag plenaire vergadering
Verslag
Groenestroomcertificaten
Algemene bespreking
De voorzitter : Aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Robert Voorhamme, André Denys en Jos Bex houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat betreft het groenestroomcertificatensysteem, en tot interpretatie van artikel 37, § 2, van ditzelfde decreet.
De algemene bespreking is geopend.
, verslaggever : Ik verwijs naar het schriftelijke verslag.
Groen! is het eens met de doelstelling van het voorstel van decreet, maar heeft fundamentele problemen met de methodes die worden gebruikt. Een positief element is terug te vinden in artikel 4, dat de invoering van minimumvergoedingen voor groenestroomcertificaten regelt. Windenergie kan zo op meerdere plaatsen in het land rendabel worden. Het bestraffend quotumsysteem wordt dus aangevuld met een stimulerend kader.
De steun voor afvalverbranding als zogenaamde groene-energiebron wordt echter ook opgenomen. De CO-verbranding krijgt een hoge minimumwaarde toegekend, waardoor men perfide effecten creëert. Electrabel zal investeringen in echte hernieuwbare energiebronnen terugschroeven ten voordele van afvalverbranding. Groenestroomcertificaten uit CO-verbranding zullen de waarde van echte groene stroom laten dalen. Deze steun kan ook het afvalbeleid ondermijnen, aangezien dit gebaseerd is op sortering en preventie. Misschien zal een stroomproducent geen groene stroom, maar wel afval importeren om de verbrandingsinstallaties te gebruiken voor het bekomen van groenestroomcertificaten.
Groen! gaat akkoord met het principe om een vangnet in te bouwen voor hernieuwbare energiebronnen als windenergie, zonne-energie, waterkracht, zuivere biomassa en in beperkte mate voor CO-verbranding. De minimumsteun voor groenestroomcertificaten uit CO-verbranding ligt echter met 80 euro per Megawattuur even hoog als die voor certificaten uit echt hernieuwbare energiebronnen. Dat is onterecht omdat de investering in reconversie naar een afvalverbrandingscentrale met energierecuperatie op een jaar is terugverdiend. Andere energiebronnen hebben meer nood aan dit vangnet. Voor CO-verbranding kan de steun teruggebracht worden tot 8 of 10 euro per Megawattuur.
De belangrijkste maatregel in het voorstel van decreet is het vrijstellen van groenestroomcertificaten voor levering aan grootverbruikers. Op de ondernemersconferentie werd afgesproken de energiefactuur voor energie-intensieve bedrijven te drukken, maar Groen! stelde hierbij als voorwaarden dat dit geen verlaging van de algemene groenestroomdoelstelling zou betekenen en dat er geen lasten naar de gezinnen zouden worden doorgeschoven. Aan deze voorwaarden werd evenwel niet voldaan.
Elektriciteit is een basisgoed. De Kyoto-normen dwingen ons de broeikasgasuitstoot in Vlaanderen met 5,2 procent terug te dringen tegen 2012. De kernuitstap tussen 2015 en 2025 zal ons dwingen tijdig naar alternatieven te zoeken.
Ik stel vast dat wij er vandaag niet in slagen de doelstellingen inzake het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te halen. Dit komt door het niet in aanmerking nemen van de biologisch-organische fractie van afval. Nederland en Denemarken houden daar wel rekening mee. De doelstellingen moeten niet verlaagd worden, maar we moeten de kosten en de baten afwegen en de inspanningen opdrijven voor grote en kleine afnemers.
Wij vinden dat er maatregelen nodig zijn en dat men werk moet maken van een pro-actief inplantings- en vergunningenbeleid. Er is ook nood aan investeringsmaatregelen die regelmatig op efficiëntie gecontroleerd worden. In de buurlanden wordt de biologisch-organische fractie van afval die via verbranding wordt omgezet in elektriciteit, meegerekend als groene stroom. Indien wij dat niet doen, betekent dit een kostprijs in ons nadeel. Voor een verbrandingsoven in België, zoals die te Eeklo, is de verbranding van afval 2 frank per Kilowattuur duurder.
U onderschrijft de doelstellingen en u bevestigt dat stroomrecuperatie uit afvalverbranding al rendabel is. Het is niet evident deze groene stroom als evenwaardig aan windenergie te beschouwen. Afvalverbranding maakt geen gebruik van hernieuwbare bronnen. U bevestigt mijn bewering.
In Nederland en andere landen wordt afval verbrand in gelijkaardige ovens. Voor de buitenlandse bedrijven telt deze stroomproductie als groene stroom, zodat de kostprijs van de elektriciteit bij ons hoger werd omdat binnenlandse bedrijven die omzetting niet konden valoriseren. Vandaag leveren hernieuwbare energiebronnen onvoldoende groenestroomcertificaten op.
Deze maatregelen zullen onze achterstand tot het bekomen van echte groene stroom vergroten.
Slechts een beperkt aandeel van het afval wordt verbrand. We zullen bovendien de verbrandingsinstallaties saneren, zodat zij voldoen aan de nieuwe normen. Op die manier wordt er een breder maatschappelijk draagvlak gecreëerd inzake hernieuwbare energiebronnen. Het aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsproductie beslaat nu slechts 1 procent. De opname van verbranding zal dit draagvlak verbreden. Wij willen ook investeren in hernieuwbare energiebronnen, maar we mogen elkaar niet wantrouwen.
De heer De Roo verwees naar de verbrandingsoven in Eeklo. Ivago heeft de beslissing genomen over te gaan tot energierecuperatie, onafhankelijk van de groenestroomcertificaten. Een van de mogelijke perfide effecten is dat afval van houtverwerkende bedrijven, dat nu gerecycleerd wordt, door Electrabel opgekocht wordt, met subsidies, om te worden verbrand.
Indien wij een dergelijk effect waarnemen, kunnen wij optreden.
Als het mogelijk is groenestroomcertificaten te realiseren via goedkope afvalverbranding, zal geen bedrijf gebruik maken van de steun voor de toepassing van echte groene-energiebronnen. Het zou beter zijn de waarde van het vangnet voor echte groene stroom te verhogen en die voor afvalverbranding te verlagen.
De hoofdmoot van dit voorstel van decreet impliceert de vrijstelling van groenestroomcertificaten voor levering aan grootverbruikers. Een dergelijke maatregel houdt in dat de groenestroomdoelstelling voor 2010 zal verlaagd worden van de door Europa opgelegde 6 procent naar 5,2 procent, die grotendeels met afvalverbranding zal kunnen gerealiseerd worden in plaats van met echte hernieuwbare energiebronnen.
Oorspronkelijk was de doelstelling in Vlaanderen om tegen 2003 drie procent groene stroom te realiseren. Dat werd onlangs naar 2 procent teruggebracht, maar dan werd wel gezegd dat de stroom die via het hoogspanningsnet zou geleverd worden mee in rekening werd gebracht. Door dit voorstel van decreet wordt er echter een vrijstelling verleend aan de hoogspanningsklanten waardoor we dus effectief de doelstelling voor 2003 van drie procent naar 2 procent verleggen. Dat is een beleidsmaatregel waar wij ons niet in kunnen terugvinden.
Een tweede punt was dat er maatregelen zouden worden genomen voor een verlaging van de energiefactuur van de grootverbruikers op voorwaarde dat de lasten en de kosten niet doorgeschoven worden naar de gezinnen. We merken dat de gezinnen effectief het gelag moeten betalen. We merken ook dat de grootverbruikers reeds vrijgesteld werden van de Elia-heffing en dus ook nu geen groenestroomcertificaten moeten aantonen, terwijl de gezinnen de volle pot moeten betalen.
Waarom zouden we de gezinnen niet vrijstellen van heffingen op het radioactief passief? Tenslotte zijn het in het verleden vooral zij geweest die de kerncentrales hebben afbetaald, terwijl de grootverbruikers er het meeste profijt van gehad hebben.
Door dit voorstel van decreet worden de lasten duidelijk doorgeschoven naar de gezinnen. Ofwel moet het groenestroomgat dat de grootverbruikers laten vallen opgevuld worden door de gezinnen, waarbij men de kostprijs van de groenestroomcertificaten volledig doorrekent aan de gezinnen. Ofwel laat men die 6 procent-doelstelling vallen en dan zal men in 2010 aan Europa de rekening moeten betalen, met belastinggeld.
Op zich zijn we zeker voorstander van het drukken van de energiefactuur voor de energie-intensieve sector, maar dan niet door het ondergraven van de 6 procent groenestroomdoelstelling en niet door de lasten te verschuiven naar de gezinnen.
Men kan dit wel doen door het vrijmaken van de markt op productieniveau. De vorige, paars-groene, regering besliste al om tegen september 2003 minstens 4000 megawatt van de productiecapaciteit van Electrabel te veilen. Huidig federaal minister Moerman heeft daar echter nog niets van terecht gebracht.
Gisteren of vandaag werd in de kranten bericht dat Electrabel eindelijk zijn standaardtarieven aanpast, omdat het bedrijf natuurlijk de hete adem van de concurrenten in de nek voelt.
Ook omdat wij daar voortdurend aan gewerkt hebben. Vanaf de aanvang voeren wij de druk op, ook op Electrabel.
Ik stel alleen vast dat het een jaar geduurd heeft vooraleer Electrabel daartoe is overgegaan en dat Electrabel vooral de laatste maanden de hete adem van de concurrenten in de nek begint te voelen.
De energie-intensieve sector en de grootverbruikers moeten in de eerste plaats klagen bij Electrabel. Dat faalt door de groenestroomcertificatendoelstelling niet te halen. Ik zou zelfs van een georganiseerd falen durven spreken. Electrabel is ook niet verplicht om de opgelegde boete voor het niet halen van die doelstelling door te rekenen aan de verbruikers. Omdat het nagenoeg een monopolie heeft inzake productie, heeft het de handen vrij om zijn wil aan de gebruikers op te dringen.
Ten slotte heb ik enkele vragen bij de wettelijkheid om het decreet met terugwerkende kracht ingang te laten vinden. Iets dergelijks kan enkel als de bepalingen geen afbreuk doen aan het gelijkheidsbeginsel of aan de rechten die beschermd zijn door artikel 1 van het eerste toegevoegd protocol bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Deze decreetwijziging houdt een duidelijke schending in van het gelijkheidsbeginsel. Stroomproducenten en leveranciers die in het verleden systematisch obstructie gepleegd hebben bij de realisatie van de opgelegde groenestroomdoelstellingen, worden nu beloond, terwijl zij die wel inspanningen gedaan hebben om op tijd de groenestroomdoelstellingen te realiseren, nu de boodschap krijgen dat het niet nodig was. Ondertussen heb ik trouwens van meerdere producenten en leveranciers vernomen dat ze hun investeringen in groene energie bevriezen. Ik heb ook opgevangen dat Electrabel er aan denkt om niet door te gaan met de bouw van een windmolenpark op de site van BASF.
Dit voorstel van decreet, waar wij overigens niet bij betrokken waren, zullen wij niet goedkeuren. (Applaus bij Groen!)
Ten gronde staan wij achter de goede filosofie van het groenestroomdecreet. Die gaat ervan uit dat men een aansporing decretaal moet opleggen zodat er wordt overgeschakeld op groene stroom. Men heeft daarvoor een groeipad uitgezet en men is er van uitgegaan dat aan dat groeipad een bepaalde productie-evolutie zou beantwoorden. We hebben echter moeten vaststellen dat de realiteit op het terrein inzake productie door allerlei redenen achterblijft op de theorie van het decreet. Het pijnlijke gevolg daarvan is dat de klanten de factuur doorgerekend krijgen en dat dit een contraproductief effect dreigt te hebben. Het is niet toevallig dat dit op de ondernemingsconferentie een belangrijk punt is geweest.
Dit betekent niet dat wij afstand nemen van de filosofie van het groenestroomdecreet. De doelstelling van 6 procent blijft voor ons behouden, maar wij houden er rekening mee dat in de komende jaren een aantal wijzigingen door wetgeving, regelgeving en initiatieven het landschap aan de productiezijde zullen beïnvloeden. We zullen in die zin inderdaad in staat zijn om die doelstellingen te bereiken. Het duurt inderdaad te lang voor de elektriciteitsproducentenmarkt echt vrij wordt gemaakt. Ik hoop dat minister Moerman daar snel werk van zal maken.
Bovendien heeft de federale regering beslist om een windmolenpark te bouwen in de Noordzee, dat een grote basis kan leveren voor een groenestroomproductie. Wij kunnen onmogelijk inschatten wanneer dit precies zal gerealiseerd zijn. Bijgevolg moeten we een bewarende maatregel nemen, waarbij de goede filosofie van het groenestroomdecreet uitmondt in een ongewild onrechtvaardig effect en waarbij we er toch zouden in kunnen slagen om de doelstellingen te bewaren. Met de genomen initiatieven zijn wij best in staat om die doelstelling te behalen.
Voor onze fractie moet dit voorstel van decreet aan permanente evaluatie onderworpen worden in functie van de realiteit op het terrein. Als de markt vrij komt en het monopolie van Electrabel ondergraven wordt, dan moeten we in staat zijn om de situatie opnieuw te bekijken. Dan zijn de omstandigheden gecreëerd om de filosofie uit het groenestroomdecreet volop in de praktijk te laten werken. Het is ook onder deze voorwaarden dat wij dit voorstel van decreet hebben ingediend. (Applaus bij CD&V, VLD en sp·a)
De heer Voorhamme stelt terecht dat de groene stroom achter blijft bij de gestelde doelstelling. Hoe komt dat? Sommige producenten en leveranciers halen het wel en anderen niet. De reden is dat sommigen hier een obstructiebeleid voeren. Door hen nu te belonen, zorgt men ervoor dat zij nog minder inspanningen gaan doen dan in het verleden. Zij die wel hun best gedaan hebben, zullen er voortaan ook minder aandacht voor hebben. De enige maatregel die veel effectiever en veel efficiënter is, is om de markt te laten spelen. Dit wordt door heel wat studies en experten beklemtoond. Ik kan alleen maar betreuren dat dit nog altijd niet gerealiseerd is.
We zullen dit voorstel om de energiekosten van energie-intensieve bedrijven te matigen, steunen. Andere landen voeren een kostenplafond in. Dat is nog een betere oplossing. We betreuren dat het door het gekrakeel in de meerderheid zo lang geduurd heeft vooraleer het voorstel ingediend werd. Daardoor was het nodig om een aantal aspecten met terugwerkende kracht inwerking te laten treden. Dat is geen goede manier van besturen. Toch zullen we het voorstel goedkeuren. (Applaus bij CD&V)
Het betreft hier een zeer beperkte maatregel die afgesproken werd op de ondernemingsconferentie en dus ook goedgekeurd werd door de Vlaamse regering. De terugwerkende kracht was nodig omdat het enige tijd geduurd heeft om een sluitend voorstel te formuleren. De Vlaamse regering behoudt de doelstelling over de energie uit hernieuwbare bronnen. Dit voorstel doet daar geen afbreuk aan.
De markt wordt gedomineerd door één producent, die het grootste deel van de infrastructuur in handen heeft, en dus ook de prijzen bepaalt. Daarom is het voor de Vlaamse regering zo moeilijk om gepast maatregelen te nemen. Toch blijven we aan de doelstelling werken. We trachten de kleine producenten zo veel mogelijk te beschermen. We steunen ook alle initiatieven van windenergie. Zo blijven we op het schema om tijdig de 6 procent te halen.
We waren het eens om de energiekosten voor grote verbruikers te drukken, maar dat mag niet betekenen dat de groenestroomdoelstellingen verminderd of dat de kosten doorgerekend worden. De ministerraad heeft dat niet goedgekeurd, anders zou er geen voorstel maar een ontwerp ingediend zijn. Nu zal men het goedkeuren met een anti-groene meerderheid.
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
De voorzitter : Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet van de heren Voorhamme, Denys en Bex houdende wijziging van het Elektriciteitsdecreet van 17 juli 2000, wat betreft het groenestroomcertificatensysteem, en tot interpretatie van artikel 37, § 2, van ditzelfde decreet.
De artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen morgen om 10 uur de hoofdelijke stemming over het voorstel van decreet houden.