Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de gevolgen van het federale regeerakkoord voor Vlaanderen
Actuele vraag over extra budgettaire inspanningen van de deelstaten in het kader van het Stabiliteitspact
Verslag
ACTUELE VRAGEN
Bezoek van de minister-president aan de federale regeringsonderhandelaars
De voorzitter : Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heer Van Hauthem tot de heer Somers, minister-president van de Vlaamse regering, over het bezoek van de minister-president aan de federale regeringsonderhandelaars, van de heer Van Rompuy tot minister-president Somers over de gevolgen van het federale regeerakkoord voor Vlaanderen, en van de heer Stassen tot minister-president Somers over extra budgettaire inspanningen van de deelstaten in het kader van het Stabiliteitspact.
Op 12 februari 2003 keurde het Vlaams Parlement een resolutie goed waarin de Vlaamse regering werd aangemaand om werk te maken van verdere stappen in de staatshervorming bij de federale regeringsonderhandelingen. Ik dacht dat het eindelijk zover was toen minister-president Somers vorige week werd uitgenodigd voor een gesprek door de federale onderhandelaars. Maar wat bleek? Niet de dossiers van de nachtvluchten en de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde waren het gespreksonderwerp, maar de aanmaning aan het adres van Vlaanderen om nog een steentje bij te dragen aan het dempen van de federale geldput.
Wat heeft minister-president Somers de federale regeringsonderhandelaars geantwoord? Heeft hij erop gewezen dat Vlaanderen allang de beste leerling van de klas is? Het verwijzen van de communautaire eisen naar een forum is gewoon een doofpotoperatie. Het bestellen van een studie over de nachtvluchten en een cassatieberoep tegen de uitspraak van het Hof van Beroep over een redelijke spreiding, is een echte giller.
CD&V zegt al maanden dat de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement geen enkele rol meer spelen in de Belgische institutionele verhoudingen. De Vlaamse regering weegt op geen enkele manier op de Belgische besluitvorming. Integendeel, Vlaanderen zal nog wat mogen besparen, terwijl ook hier de voorraden op zijn. Dit is een complete afgang.
De bijdrage van minister-president Somers aan de federale regeringsonderhandelingen was ondermaats. Terwijl de Franstaligen een concrete verbintenis over Francorchamps, extra middelen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een spreiding van de nachtvluchten zonder last voor Brussel en regionale wapenlicenties uit de brand hebben gesleept, zijn de Vlamingen er enkel maar in geslaagd om te verkrijgen dat er filmpjes mogen worden gestopt in de onbemande camera's langs de wegen. Ze zijn er zelfs niet in geslaagd 11 juli tot een betaalde feestdag te maken.
Minister-president Somers heeft gefaald als woordvoerder van de Vlaamse regering en het Vlaams Parlement. De Vlaamse resolutie die hem oplegde ervoor te zorgen dat de krachtlijnen van de verdere staatshervorming in het regeerakkoord zouden worden opgenomen, heeft hij gewoon naast zich neergelegd. Alles zal worden besproken op een vrijblijvend forum. Wat zal daar nog gebeuren, nu alle Franstalige wensen toch al zijn ingewilligd?
Ik zal hier het federale regeerakkoord en de communautaire passages niet bespreken. De Vlaamse regering heeft afspraken over de schuldafbouw en de realisatie van een aantal initiatieven. Er is geen extra ruimte meer. Zal de Vlaamse regering meebetalen aan de beloftes van de federale paarse coalitie?
Samengevat vragen de sprekers of het federale regeerakkoord goed is voor Vlaanderen; of er perspectieven zijn voor verdere stappen in de staatshervorming; of en welke verbintenissen ik aangegaan ben. De bespreking van het federale regeerakkoord hoort in het federale parlement thuis.
Er is bevestigd dat de communautaire gesprekken vóór de regionale verkiezingen niet realistisch zijn. Wel is duidelijk dat het veto van de Franstalige partijen tegen verdere onderhandelingen doorbroken is. Dat geeft nog geen garanties, maar het is de verantwoordelijkheid van de Vlaamse partijen in de federale regering en deze regering om die kans te grijpen. Na de verkiezingen van 1999 is het njet van de Franstalige partijen ook doorbroken en heeft Vlaanderen wel degelijk meer autonomie verworven. Ik ben ervan overtuigd dat we dat ook nu kunnen realiseren.
De formateur heeft aan de verschillende deelregeringen gevraagd of ze bereid zijn om hun schulden sneller af te bouwen zodat België in het Europese stabiliteitspact kan blijven. Ik heb geantwoord dat ik geen mandaat had van de Vlaamse regering en daarover eerst moest overleggen. Ik heb daarenboven benadrukt dat het uitgesloten was dat Vlaanderen alle lasten zou dragen. De andere gewesten en gemeenschappen moeten proportioneel en aan eenzelfde tempo de schuld sneller afbouwen.
Als aan dat beding voldaan is zijn er nog een aantal belangrijke voorwaarden. Vooraleer we een antwoord geven, moet er een concrete overeenkomst zijn over de implementatie van het Kyoto-protocol, waarbij we een omgekeerde solidariteit van het zuiden van het land verwachten. Ook moeten de akkoorden van diverse overlegcomités, onder meer over Aquafin, Beaulieu, Elia en de bepalingen van programmawet uitgevoerd worden. Tot slot moet Vlaanderen niet alleen de prioritaire investeringen uit het plan van de NMBS kunnen aanduiden, maar ook nadien mee kunnen beslissen.
In een werkgroep van de verschillende deelregeringen en de federale regering zal nagegaan worden hoe de verschillende onderdelen kunnen gerealiseerd worden tegen 15 september. Pas als aan alle voorwaarden voldaan is, zal de Vlaamse regering zich over een versnelde schuldafbouw bezinnen. Een snellere afbouw van de schulden zal de beleidsruimte van de Vlaamse regering enkel het komende jaar beperken maar nadien vergroten.
Er is ons niet gevraagd om financiële middelen ter beschikking te stellen van de federale regering. (Applaus bij de VLD)
Toen CD&V en sp·a tussen 1994 en 1999 samen regeerden, hebben deze partijen een inspanning gedaan om een proportioneel draagvlak te creëren zodat men kon voldoen aan de Europese normen. (Samenspraken)
Het antwoord van de minister-president is ontgoochelend. Met zijn aantreden hadden we een andere antwoordstijl verwacht. Hij stapt echter duidelijk in de voetstappen van zijn voorganger Dewael.
Voormalig minister-president Dewael beweert dat er tussen 1994 en 1999 niets gerealiseerd werd. Nog steeds volgens hem kwam er pas met het aantreden van de nieuwe regering een doorbraak en werden een aantal Franstalige veto's ter zijde geschoven. Dit alles is echter pertinent onjuist.
Met de vorming van nieuwe federale regering wordt alles wat de Vlaamse meerderheid wenst doorgeschoven naar een forum. Er bestaat echter geen enkele garantie dat dit ook werkelijk zal uitgevoerd worden. Het is dan ook nog uitgerekend de VLD die voor de verkiezingen een aantal stoere uitspraken deed.
De schuldafbouw zal niet gekoppeld worden aan de resolutie van de meerderheidspartijen maar aan de verwezenlijking van het Kyotoprotocol. Verder komt er geen regionalisering van de NMBS of sanering van de sociale zekerheid.
De minister-president is enkel op de koffie uitgenodigd bij de federale premier om te horen te krijgen dat Vlaanderen de federale geldput mag helpen ledigen. In feite spelen we niet meer mee.
Ik ben echt ontgoocheld. Ik hoopte immers dat de minister-president op zijn strepen zou staan. Bij de Franstaligen kan men op 2 ogenblikken iets bereiken. Enkel wanneer er een federale regering gevormd wordt of wanneer ze geld nodig hebben zijn ze tot toegevingen bereid. Hun geldhonger is met het Lambermontakkoord gestild en intussen werd ook de federale regering gevormd. Bij de vorming van de federale regering wisten de Franstaligen en de Brusselaars gescoord. Voor de Vlamingen werd alles echter naar de toekomst verwezen.
De Driekoningennota mondde uit in een resolutie. De krachtlijnen van deze resolutie werden echter niet in het federale regeerakkoord opgenomen. Ik durf nu al te voorspellen dat de Franstaligen niet zullen besparen. Men is er eenvoudigweg niet geïnteresseerd en men zal ons met de Kyotonorm laten zitten.
Ondanks het feit dat minister Van Mechelen herhaaldelijk beweerde dat de problemen rond Elia en Beaulieu opgelost worden, blijf ik me afvragen waaruit de hefbomen om deze problemen nu op te lossen, bestaan.
De Vlaamse regering en het Vlaamse parlement zijn geen machtsfactoren meer. Di Rupo en Michel beseffen dit. Vroeger lagen ze er tenminste nog van wakker. Nu niet meer.
In 1999 keurde het parlement unaniem een aantal resoluties goed. Wat gebeurde er echter met al die resoluties rond de NMBS en de mobiliteit? De minister-president heeft niets bereikt. Waarom zouden we dan na 2004 wel iets kunnen bereiken?
Enkel één sterke Vlaamse partij zal iets weten te bereiken. We moeten dus de krachten bundelen zodat we kunnen wegen op de besluitvorming. We zullen de kiezer moeten overtuigen om te kiezen voor deze ene grote Vlaamse partij. Anders zitten we hier voor aap en is de minister-president geen machtsfactor van betekenis meer.
Het antwoord van de minister-president heeft me gerustgesteld. Er komt dus geen versnelde schuldafbouw in Vlaanderen in 2004.
Het incident is gesloten.