Verslag plenaire vergadering
Verslag
Ambulante geestelijke gezondheidszorg
Hoofdelijke stemming
De voorzitter : Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van mevrouw Van Cleuvenbergen, mevrouw Becq en mevrouw van Kessel tot besluit van de op 10 oktober 2002 door mevrouw Van Cleuvenbergen in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over de aandacht van de minister voor de sector van de ambulante geestelijke gezondheidszorg.
Uit een brief van een cliënt van de geestelijke gezondheidszorg aan de klachtenbemiddelaar blijkt overduidelijk dat de geestelijke gezondheidszorg er niet in slaagt onmiddellijke hulp te bieden.
Uit het grote aantal zelfmoorden, vooral als gevolg van depressies blijkt dat de geestelijke gezondheidszorg wereldwijd onder druk staat. Dit probleem dreigt bovendien onder de mat geveegd te worden. Op 18 mei 2002 werd in de Wereldgezondheidsorganisatie een resolutie goedgekeurd waarin de lidstaten beloven het aanbod van de geestelijke gezondheidszorg op de vraag af te stemmen. Op 24 juni beloofden de Vlaamse en de federale minister voor Volksgezondheid een inspanning te leveren.
In deze motie vragen we de afspraken met de centra voor geestelijke gezondheidszorg op een doorzichtige manier uit te voeren. Voorts dienen we na te gaan welke negatieve gevolgen het einde van het SIF zal hebben. Op de wachtlijsten moeten we op een uniforme manier registreren. De capaciteit moet geleidelijk groeien. Ten slotten moeten we de centra voor geestelijke gezondheidszorg tijdig bij de federale initiatieven betrekken.
Ik hoop dat deze met redenen omklede motie, ondanks de geruchten, toch wordt goedgekeurd : een motie niet goedkeuren om redenen die niets met de inhoud te maken hebben, is bijzonder pijnlijk.
- De met redenen omklede motie wordt met 50 stemmen tegen 53 bij 1 onthouding niet aangenomen.