Verslag plenaire vergadering
Verslag
Statuut voor onthaalouders
De voorzitter : Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van mevrouw Dillen tot besluit van de op 4 juli 2002 door mevrouw Dillen in commissie gehouden interpellatie tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid, Gelijke Kansen en Ontwikkelingssamenwerking, over de problematiek van het statuut voor de onthaalouders.
Het debat over de toekomst van de onthaalouders sleept al veel te lang aan en nog is er geen oplossing. Een verbetering van het statuut impliceert arbeidsrechtelijke en sociaalrechtelijke bescherming. Dat is noodzakelijk, niet alleen in het belang van de onthaalouders zelf en van het aanbod, maar ook in het belang van de overheid die de wetgeving dient na te leven.
Nu werd een akkoord bereikt tussen de federale minister en de gemeenschappen. Er worden kleine verbeteringen aangebracht aan het statuut, maar het probleem wordt niet ten gronde opgelost. De Nationale Arbeidsraad stelt dat het akkoord alleen kan worden aanvaard bij wijze van overgangsmaatregel. Dit advies sluit aan bij een tendens in de rechtspraak en in de rechtsleer die stelt dat het werk van de onthaalouders alle kenmerken vertoont van het werk van bedienden. Het ontbreken van een volwaardig loon en van een volwaardige sociale zekerheid komt neer op een flagrante wetsovertreding.
Vandaag las ik een bericht in de krant over de zoveelste onthaalmoeder die naar de arbeidsrechtbank stapt en er zullen er nog meer volgen. De onthaalmoeders krijgen immers systematisch gelijk van de arbeidsrechtbank en van het arbeidshof, met alle negatieve financiële gevolgen van dien voor de overheid.
Wij menen dat de Vlaamse regering bij de federale overheid moet aandringen op een volwaardig statuut voor de onthaalmoeders en dit op korte termijn.
- De met redenen omklede motie wordt met 20 stemmen tegen 89 bij 3 onthoudingen niet aangenomen.