Verslag plenaire vergadering
Verslag
Op 29 april overleed de gewezen volksvertegenwoordiger Alfons Laridon op zesenzeventigjarige leeftijd. Alfons Laridon, van opleiding licentiaat economie, begon zijn loopbaan als studiemeester en leraar in het rijksonderwijs. Dat onderwijs zou als een rode draad doorheen zijn hele carrière lopen. Een groot deel van zijn politieke carrière was gewijd aan de verdediging van zijn openbare onderwijs, zoals het gemeenschapsonderwijs toen heette.
Hij klom op tot studieprefect en inspecteur van het middelbaar en normaalonderwijs. In 1964 zette hij zijn eerste passen in de politiek, aanvankelijk als gemeenteraadslid en vanaf 1970 als schepen van Onderwijs voor de socialistische partij. In 1982 deed hij een gooi naar de burgemeesterssjerp, maar haalde het - ondanks 4.526 voorkeurstemmen - net niet.
Als volksvertegenwoordiger voor het kiesarrondissement Oostende-Veurne-Diksmuide werd hij lid van de Cultuurraad en de Vlaamse Raad van 7 december 1971 tot 24 november 1991.
Hij was vast lid van de commissies voor Onderwijs, voor Taalwetgeving, voor Buitenlands Beleid en voor Samenwerking. In het Bureau was hij tweede ondervoorzitter van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 14 juni 1977 tot 24 april 1979. Hij was secretaris van de Cultuurraad voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en de Vlaamse Raad van 24 april 1979 tot 18 oktober 1988. Hij werd in 1985 benoemd tot Commandeur in de Leopoldsorde. Hij was voorzitter van de commissie voor Onderwijs van 1982 tot 1990. In 1990 nam hij ontslag uit de SP, als gevolg van een meningsverschil over de toekomst van het gemeenschapsonderwijs.
Laridon hekelde het verdwijnen van de partijgebonden pers en zag met lede ogen het ontstaan van minder partijgebonden kranten aan.
Namens de hele parlementaire gemeenschap wil ik aan de familie van Alfons Laridon onze rouwbetuiging overmaken in deze voor hen moeilijke en beproefde periode.
Op zondag 5 mei overleed ook Rika De Backer. Zij stond tijdens haar ministeriële loopbaan symbool voor de Nederlandse cultuurgemeenschap.
Na de Grieks-Latijnse humaniora behaalde zij in 1944 een licentiaatsdiploma moderne geschiedenis. Na de Tweede Wereldoorlog werkte zij bij de Katholieke Arbeiders Vrouwengilde en propageerde ze het vrouwenstemrecht. In 1968 deed Rika De Backer haar intrede in de lokale politiek. Zij werd in 1970 ondervoorzitter van de toenmalige CVP-afdeling te Antwerpen. Op 31 maart 1971 deed zij, na het overlijden van Victor Leemans, haar intrede in de senaat.
Ook na de verkiezingen in september van datzelfde jaar bleef Rika De Backer in de hoge vergadering zetelen, zij het als gecoöpteerd senator. Ze profileerde zich voornamelijk op het vlak van vrouwenproblemen en cultuur. Het zijn trouwens thema's die zij doorheen haar hele politieke loopbaan vurig zou blijven verdedigen. Zij was ook verslaggever bij de opstelling van de Cultuurpactwet.
Op 25 april 1974 werd ze voor de eerste keer minister van Vlaamse Aangelegenheden in het kabinet-Tindemans I en meteen ook de eerste voorzitter van het ministerieel comité voor Vlaamse aangelegenheden, de voorloper van de Vlaamse regering. Bij de oprichting van de gemeenschaps- en gewestregeringen in 1979 werd Rika De Backer minister van Nederlandse Gemeenschapszaken en voorzitter van de eerste Vlaamse deelregering in de regeringen Martens I, II en III. Zij legde de basis voor een Vlaams cultuurbeleid gericht op democratisering en bouwde dat tussen 1974 en 1980 in de Vlaamse Cultuurraad, de voorloper van het Vlaams Parlement, systematisch uit.
Een van haar belangrijkste realisaties was het bibliotheekdecreet van 19 juni 1978. Het gaf een belangrijke stimulans aan de democratisering van de leescultuur. Bovendien leverde de Cultuurraad met dat decreet een belangrijke inspanning om tot een ontzuild bibliotheekwezen te komen. Zij legde eveneens de basis voor de uitbouw van een eigen Vlaamse culturele infrastructuur. Ook de toenemende aandacht voor het tot dan toe verwaarloosde Vlaamse culturele patrimonium is mede haar verdienste.
Na haar ministerschap bleef Rika De Backer gemeenteraadslid en senator tot 1984, waarna ze naar het Europees Parlement overstapte, een mandaat dat ze tot 1989 uitoefende.
Rika De Backer werd negenenzeventig. Met haar verdwijnt een opvallende figuur van onze cultuurgemeenschap.